SHANGHAI
HOTEL
12
VICKI BAUM
ROMAN VAN NEGEN
MENSEN
Frank Taylor had zijn wekker
op zeven uur gesteld, uit een vaag
gevoel, dat het zo hoorde, op zijn
trouwdag vroeger op te staan dan
anders. Toen het rammelen en ra
telen begon, greep hij met dich
te ogen naar het onaangename in-
trument en stopte het onder zijn
kussen om het te verstikken. Daar
hij Ah Sinfu opgedragen had, om
zeven uur met de morgenthee te
komen, hielp dat evenwel niets. Ah
Sinfu verscheen, trok de gordijnen
open, rammelde met theegerei
zette blankgewitte schoenen klaar
en draaide de douche open.
«Master vely much happy, Ah
Sinfu vely much happy, Missi vely
much happy,» wenste hij met een
lachje vol verwachting.
Frank stond op, dronk het eer
ste kopje met half gesloten ogen
en werd bij het tweede wakker.
Hij ging naar de kamer van Mor
ris, maar de reporter was ook de
ze nacht weer niet thuisgekomen.
Hij ging vlug onder de douche en
kwam na een paar minuten zin
gend weer te voorschijn.
Ah Sinfu stond al met de hand
doek klaar om hem af te wrijven.
Onder deze bewerking gaf Frank
DEEL II
DE STAD
hem zijn laatste orders. De koffers
moesten gepakt en de woning in
orde afgeleverd worden, en twee
pakken weggestuurd om te was
sen. Ook had Frank beloofd dat
Ah Sinfu me zou bedienen bij het
bruiloftsdiner, dat mrs Scott hen
aanbood. Wat niet in Ah Sinfu s
hoofd te krijgen was, dat was het
feit, dat zijn meester de volgende
nacht in 't Shanghai-hotel wilde
doorbrengen, daar de nieuwe wo
ning pas de 15e klaar zou zijn.
«Master no can catch house?»
vroeg hij steeds opnieuw en Frank
herhaalde met stijgend ongeduld
«no can do, save, no can do. To
morrow can do. Today no can do.»
Juist toen Ah Sinfu met een ge
resigneerd gezicht het theegerei
op begon te ruimen, ging in de
kamer ernaast de telefoon. Ruth,
dacht Frank dadelijk en het was
voor 't eerst sinds hij wakker
werd, dat hij aan haar dacht.
Trouwen was een warboel van
formaliteiten, waarachter zij, die
trouwden helemaal verdwenen.
Half aangekleed liep hij naar de
telefoon.
«Goede morgen, dwerg,» riep
hij. «Ik heb je net een telegram
gestuurd met de mededeling dat
ik er maar van afzie.» Met dit
soort nonsens kon hij het gemak
kelijkst de vreemheid overbruggen,
die tussen Ruth en hem was ge
groeid, breed en diep als de Grand
Canyon.
«Het spijt me,» zei de telefoon.
«Niet Ruth - Helen.»
«O» zei Frank, zich herstellend.
«Goede morgen Helen - ik dacht
dat je vandaag op reis ging.»
«Mijn bagage is al weg,» ant
woordde ze. «De boot gaat om
één uur. Het spijt me zo, Frank,
dat ik je storen moet - maar ik
weet geen raad. Je moet komen.
Je moet me helpen.»
Frank hield de hoorn tegen zijn
oor, zonder te antwoorden. «Ik - je
weet - ik heb het vandaag een beet
je druk - zei hij. toen de pauze
niet langer vol te houden was.
«Ik weet 't Frank, ik weet 't
maar ik heb niemand dan jou. Het
gaat om Bertie - hij is verdwenen.
Je moet me helpen» klonk het.
«Wat betekent datverdwe
nen zei Frank verlegen. «Wat be
doel je daarmee. Helen
«Kom alsjeblieft naar 't hotel,
Frank. Ik kan dat niet zo door de
telefoon zeggen. Ik probeer al een
half uur lang. verbinding te krij
gen en ik weet niet hoeveel men
sen er meeluisteren» zei Helen.
Inderdaad waren er allerlei bij
geluiden naast Helen's stem in het
toestel te horen. Frank overwoog
nog een ogenblik en zei toen
«Goed, ik kom. Maak je niet be
zorgd, lieveling.»
Hij was tot stikkens toe vervuld
van goede en edele voornemens.
«Dank je. Dat wist ik wel - sir
Galahad,» zei ze met een moeiza-
me poging tot scherts.
Daar hij maar drie blokken van
het Shanghai-hotel afwoonde, nam
hij geen rickshaw, doch ging te
voet, terwijl hij de frisse lucht met
diepe teugen inademde en af en
toe een deuntje floot. Het was een
onschuldige methode, waarmee hij
zichzelf overtuigen wilde, dat He
len's noodkreet hem niet enerveer
de.
Het was nog vroeg in de mor
gen en de meeste zaken waren
nog gesloten. Hij aarzelde toen hij
bij de colonade kwam en ging
toen snel nog even de winkel van
de Eos film en foto Cy binnen. Pe
trus, de loopjongen, wiens dienst
om half acht 's morgens begon,
was binnen al in 't halfdonker
zichtbaar, hij kwispelde luchtigjes
met een doek over de glazen kas
ten, waarin de camera's uitgestald
waren.
Frank keek eerst nog eens naar
de etalage, waar reeds op dit
vroege uur transparante kleurenfo
to's, zeer vergroot, in ononderbro
ken stroom voorbijgleden. Eenige
ervan had hij zelf gemaakt en, zo
als altijd, voelde hij ook nu een
lichte trots over de nieuwe Eos
kleurenfilm «Colopan», die zulke
verrassend-goede resultaten gaf.
Hij stond nog een ogenblik weife
lend voor 't raam en ging toen de
winkel binnen Petrus keek ver
baasd en kwispelde veel vlugger
dan eerst.
Frank ging naar de telefoon en
belde Ruth op haar kamer op.
«Kijk eens aan», zei hij, toen de
aansluiting direct tot stand kwam.
«Dwerg», zei hij, «vergeet niet
dat 't vandaag je bruiloftsdag is,
was je fris achter je oortjes en
wees een lief meisje. Ik heb nog
een paar kleinigheden in orde te
maken, voor we de electrische
stoel beklimmen, dan kom ik bij
je. Blijf je op je kamer Goed. Ja
alsjeblieft, wacht daar maar op
me. Tot zo.» Hij hing op en stond
nog even voor het toestel te flui
ten.
Hij zuchttte toen hij de winkel
verliet om naar Helen te gaan. De
zaak was zeker geen paradijs,
neen. maar een tehuis. Hij betrad
het hotel door de achteringang,
liep de koepelvestibule door en
nam de tweede lift naar de zes
tiende verdieping. Zijn borst was
wat beklemd, toen hij aanklopte
op nummer 1668. Daar hij geen
antwoord kreeg, draaide hij de
kruk om en stond in de zitkamer
der Russells, waar het licht brand
de en de gordijnen dichtgetrokken
waren, zodat hij in zekere zin van
de dag in de nacht kwam. Helen
kwam juist uit de slaapkamer,
waarvan ze de deur liet openstaan.
Ze was niet - zoals Frank ge
vreesd, of misschien heimelijk ge
hoopt had - in négligé, doch ge
heel gekleed voor de reis, in een
wandelcostuum van wit zijden
shantung.
«Dank je Frank, zei ze, hem de
hand reikend. «Ik wist dat je me
niet in de steek zou laten.» Ze liep
naar het raam en trok de gordij
nen open. «Wat wil je voor ont
bijt hebben Koffie Thee Ei
«Koffie en twee zachte eieren,»
mompelde Frank, toen ze de tele
foon opnam om de kellner te bel
len. Hij had iets ander verwacht,
wat, dat wist hij niet precies. He
len in tranen, wanhopig, hulpeloos
snikkend tegen zijn schouder, op
zijn raad en hulp aangewezen.
«De kwestie is deze,» zei Helen
en ging tegenover hem bij de
haard zitten, «De boot gaat om
één uur, namiddag. Ik heb Potter
en Clarkson al gisteravond met de
bagage vooruitgestuurd, om de
hutten wat gezelliger te maken.
Maar Bertie is niet thuisgekomen.
Hij is eergisteravond verdwenen
en waar moet ik hem zoeken Hij
is in twee nachten niet thuis ge
weest. Ik mag onder geen omstan
digheid schandaal maken in de En
gelse kolonie. Wat moet ik doen?»
«Je wilt misschien liever niet de
internationale politie op de hoog
te brengen. Het zou 't verstandig
ste zijn. Ik geloof wel dat die ke
rels discreet zijn.» zei hij onzeker.
Hoewel de hele kwestie hem tegen
de borst stuitte en hij ervan walg
de in de onfrisse aangelegenhe
den van de Russells betrokken te
worden, vervulden Helen's tegen
woordigheid, haar stem, haar ma
nier van het haar weg te strijken
of haar benen te kruisen hem toch
weer met dezelfde emotie.
Helen stond op om hem koffie
in te schenken. Ze liep achter
Frank langs. Hij dronk snel een
glas ijswater. «Zo zullen we je
man niet vinden,» zei hij streng
«Ik moet Morris opbellen, mis
schien is hij in de club en weet
raad.»
Hij ging naar de telefoon en
deed een paar minuten grote moei
te ,een gesprek tot stand te bren
gen.
«Nu?» vroeg Helen, toen hij
vloekend de hoorn neerlegde.
«Die telefoonkerel in de club
zal mij opbellen, als 't lukt,» zei
hij en bleef bij het venster staan.
«Je ontbijt, Frank,» zei Helen
zacht.
«Dank je, geen honger,» ant
woordde hij. «Waarom ga jij niet
gewoon op de boot, en vertrekt,
zoals 't plan was?» vroeg hij. «Dat
is mijns inziens het beste. Als je
man er niet bijtijds is. dan is dat
zijn zaak. Misschien komt hij wel
regelrecht naar de boot Wat
denk je?»
Helen bleef bij de schoorsteen
staan en keek naar hem. «Wat ben
je ongeduldig, om van mij af te
komen, Frank.» zei ze alleen.
Hij wreef zijn handpalmen te
gen elkaar, daar was dat nerveu
ze, vuile gevoel weer.
«Excuseer, waar kan ik mijn
handen wassenvroeg hij. Ze
wees met haar kin naar de open
deur van haar slaapkamer.
Daarbinnen hing Helen's parfum
alhoewel de ramen wijd open ston
den, en lag het brede bed onorde
lijk en dooreen gewoeld. Frank
liep vlug, als door een brandende
kamer, naar de badkamer. Hij
zocht naar zeep en vond een klein
stukje hotelzeep in papier gewik
keld. hij draaide de kraan open
en begon met een gevoel van ver
lichting zijn handen te wassen. Ter
wijl hij ze afdroogde, keek hij ge-
dachtenloos naar de afdrukken
van Helen's natte voeten op de
lichtblauwe tegels. Deze lichte af-
drukjes vertoonden zo'n gracieu-
se holte, dat zelfs dit kleine
spoor nog het stempel van de
schoonheid der vrouw droeg.
Frank glimlachte om die voetspo
ren en de naaktfiguur, die er on
willekeurig uit groeide. Toen hij
de handdoek neerlegde om met
frisse handen de badkamer te ver
laten stond Helen achter hem.
Steeds was de man haar vijand
geweest, die overwonnen en over
rompeld moest worden. Ze kende
alle tekenen, die zijn zwakte ver
rieden. Het spel der aderen aan
de slapen, de kaakspieren, het
plotselingen verbleken, de trillende
neusvleugelsal wenste Frank
haar nu ook nog zo conventioneel
goede reis, ze wist hoe het met
hem gesteld was.
Hij keerde zich om en op
't zelfde ogenblik lagen ze in el-
kaars armen, in een krankzinnige
omhelzing, waarin de hele wereld
verdween en die voor niets anders
meer plaats overliet. Terwijl ze,
ineengestrengeld, op het bed neer
vielen, trilden tweemaal achtereen
zwakjes de ramen en even later
verbleekten de zonnestralen op
de vloer, alsof er onweerswolken
langstrokken.
Helen was de eerste die uit de
regenboogkleurige nevel opdook,
waarin ze verzonken waren. Ook
Frank ging rechtop zitten. De ra
men dreunden weer.
Ik geloof dat het begonnen
is zei Frank
«Ja vroeg ze
«Het schieten zei hij. Ze
keek hem uitvorsend en afwezig
aan en glimlachte even over zijn
pogingen, zijn haar in orde te
krijgen. Er waren bewegingen, die
bij alle mannen dezelfde waren,
die in dezelfde situatie verkeerden
Ze trok zijn zakdoek uit zijn borst
zak en drukte die tegen haar lip
pen. Een paar bloedvlekjes kleur
den het linnen.
«Wat nu vroeg Frank.
«Nu moest er een bom inslaan
en ons meenemen,» zei Helen bij
na zingend.
«Waarom juist nu?» vroeg
Frank, hoewel hij het antwoord
wist.
Vervolgt
Nadruk verboden