SHANGHAI
HOTEL
12
VICKI BAUM
ROMAN VAN NEGEN
MENSEN
«Dat is een lekenstandpunt.»
zei de dokter. «Een autopsie is
helemaal niets huitferingswekkends
het is eenvoudige, zuivere weten
schap, mrs Russell. Het ontleed
mes is zo'n fijn instrument - als
een viool, ik speel zelf viool, ik
weet waarover ik spreek.»
Frank voelde zich onder dit ge
sprek al zieker en zieker worden.
En al die tijd lag daarnaast in die
kamer Bertie Russell met een
schedelbreuk, waarvan die oude
Duitse kletsmajoor niets scheen te
hebben gemerkt. En al die tijd zat
Ruth op hem te wachten, terwijl
hij van haar afgedreven werd als
door een overstroming. En al die
tijd beefden zijn knieën, zodat hij
soms vergat, wat er gebeurd was,
door de inspanning, deze angstige,
onmannelijke knieën tot de orde
te roepen.
«Interessant,» hoorde hij zich
zelf zeggen, toen de dokter zweeg
en er een pauze intrad. Het klonk
idioot. Hij voelde Helen's rug te
gen zijn handen persen, waarmee
hij de stoelleuning vasthield. De
dokter zat tegen het licht en de
hele kamer weerspiegelde in zijn
brilleglazen. Zijn wenkbrauwen
DEEL II
DE STAD
f -~7i~
werden door vele rimpels hoog op
getrokken en zijn grote neus ver
toonde verwijde, slappe poriën.
Frank zag dat alles overduidelijk,
het stond hem tegen en hij dacht
Die Jood...
«U zult wel gelijk hebben dok
ter,» zei Helen. «Niettemin zou
ik -» Een donderslag deed de aar-
de trillen. Een raam, dat dicht was
geweest, vloog in scherven, de mu
ren leken te trillen en de lucht
werd tegen de oren gedrukt, dat
ze er pijn van deden.
«Bommen» zei dokter Hain met
witte lippen. Hij voelde geen angst
maar zijn zenuwen hadden hem
aan de wereldoorlog herinnerd en
zijn hart had een moment stilge
staan. «Men raakt er heel gauw
aan gewoon, na een poos hoort
men ze niet meer - net als de
tram,» zei hij kalmerend.
«Ze komen niet in 't Settle
ment», zei Frank. Merkwaardiger
wijze was er met de explosie weer
wat kracht in zijn knieën terugge
komen. Ruth zal geschrokken zijn
dacht hij. «Ik zou graag even naar
Ruth willen gaan,» zei hij sme
kend tegen Helen. «Ik moet haar
geruststellen».
«Even nog, tot die formaliteiten
geregeld zijn» zei Helen onverbid
delijk. Frank voelde met ontzetting
dat hij aan haar overgeleverd was.
Ze kan met me doen wat ze wil,
dacht hij, de stoelleuning weer tus
sen zijn handen nemend, die weer
vochtig en vuil aanvoelden.
«Buiten regent het bommen en
wij twisten hier over formaliteiten»
zei Helen handig. «Ik zou U wil
len verzoeken dokter, een beetje
rekening te houden met de Engel
se mentaliteit. Dat we schijnheilig
zijn weet de hele wereld. Een
schandaal? in Shanghai, waar het
zozeer op het prestige der Engel
sen aankomt U weet misschien
niet dat de broer van mijn arme
Bertie MP. is? Lijkschouwing -
wat kan bij deze lijkschouwing aan
de dag komen Dat de arme ke
rel op plaatsen geweest is, waar
hij niet hoorde en dingen gedron
ken heeft, die verboden zijn. Waar
om hem niet in stilte naar 't cre
matorium brengen en zijn naam
hoog houden Ik ben zijn weduwe
en draag tegenover de hele fami
lie de verantwoordelijkheid. Ik
moet zijn naam beschermen, dok
ter.»
Dokter Hain stond op en pakte
zijn tas in. Hij had haast, van hier
weg te komen. Die Russel was
dood. Chang leefde nog en moest
geopereerd worden. De dokter wil
de naar zijn belangrijke patiënt te
rug. Helen versperde hem de weg.
«Luistert U nog één ogenblik,
dokter,» zei ze haastig. «Laten we
de kwestie eens van een andere
kant bekijken. Het is U volkomen
't zelfde, neem ik aan, wat het ge
weest is, dat het zwakke hart van
mijn man tot stilstand heeft ge
bracht. Opium hoogstwaarschijn
lijk. Maar voor mij - en de familie
- is het van groot belang, zijn dood
respectabel te maken - wanneer
zijn leven dat al niet was. Van het
allergrootste belang. Bewijst U
ons de dienst, de doodsacte af te
geven op, laten we zeggen een
hartkwaal en spaart U mij verwik
kelingen die tot niets leiden. Wan
neer ik Uw uiteenzettingen goed
begrepen heb, gaat het hierom, dat
bij beroerte een lijkschouwing ge
houden moet worden, doch niet bij
een chronische hartkwaal, die ten
slotte tot de dood leidt. Nu dan
U heeft me een paar dagen gele
den zelf gezegd, dat Bertie's hart
niet gezond was. Ik vraag U niets
verkeerds, alleen een beetje con
sideratie. Ik weet niet of geld eni
ge waarde voor U heeft - maar
daar ik me helaas alleen door geld
dankbaar tonen kan - ik bedoel, ik
zou 't graag aan U zelf willen over
laten, te bepalen hoeveel ik U
schuldig ben, wanneer U mij de
nodige formaliteiten zoudt willen
vereenvoudigen...»
Ze wachtte en hij schudde nog
steeds het hoofd. Ze wist van ma
dame Tissaud van de armoede,
waarin dokter Hain leefde en nam
aan dat in Shanghai alles omkoop
baar was.
«Duizend pond,» zei ze en be
gon de chèque in te vullen. «Dui
zend pond voor een goede repu
tatie. Die arme Bertie» zei ze, dok
ter Hain de chèque ovverreikend.
Hij nam ze weliswaar niet aan,
maar. wees ze ook niet terug.
«Ik moet toch nog terugkomen»
zei hij onbesloten. «Het hangt niet
van mij alleen af. Ik zal met dok
ter Bradley spreken. Wanneer hij
't eens is met mijn diagnose van
hartkwaal en van de lijkschouwing
wil afzien.»
Hij liet de zin onvoltooid, greep
zijn tas en verliet de kamer, alsof
hij op de vlucht sloeg. De chèque
bleef op tafel liggen. Helen lachte
achter zijn rug.
«Dat is afgelopen.» zei ze, diep
ademhalend, toen zijn voetstappen
op de gang weggestorven waren.
Ze hief haar gezicht naar Frank
op, die nog altijd achter haar stoel
stond, verlamd, gehypnotiseerd.
Het was erger dan de vreselijkste
droom. Daarbij trokken er buiten
voortdurend zwarte wolken voorbij
en de lucht was drukkend en ge
laden. Het licht had een gele kleur
aangenomen, waarin Helen's ge
zicht vreemd en hard geworden
v/as. Ze kwam naar hem toe en hij
hield zich strak, om niet naar de
muur terug te wijken, zoals zijn
instinct hem ingaf. «Frank,» zei
Helen zacht, «Frank, nu ben je van
mij. Ik heb je uit die hel gehaald,
nu bestaat er niets anders meer
dan wij beiden - voor altijd.»
Weer sloeg er een bom in, dit
maal verder af. Twee vliegtuigen
met donkere vleugels vlogen dicht
langs de wolken. Helen wierp een
snelle blik naar de deur, waarach
ter Bertie lag. Maar de dode was
doof en dood en geen bom kon
hem meer wekken.
Op de gang, vlak bij de lift,
stond een bank. Dokter Hain ging
daar zitten om na te denken. Hij
legde de zwarte dokterstas naast
zich neer. liet zijn kin op de borst
zakken en drukte de handen tegen
zijn ogen, zoals zijn gewoonte
was, wanneer hij een probleem op
te lossen had.
Duizend pond. Duizend pond.
Genoeg om -naar Amerika te gaan
met Irene, weg uit deze verdoe
menis, terug tot de levenden. Dui
zend pond. Een jaar werk en voor
bereiding, met Irene naast zich.
Duizend pond. Toekomst, werk,
rechtvaardigheid, de enige hoop,
waarvoor hij nog leefde. Duizend
pond...
Bij de portiersloge vroeg hij om
het telefoonboek. «Ik wou het num
mer van dokter Bradley hebben,»
zei hij bladerend.
«Hoe gaat 't met de Grote Ou
de Man vroeg de chef de ré-
ception, de Chines tongval imite
rend. Hain keek hem verwonderd
aan. «Wie vroeg hij afwezig.
Toen herinnerde hij zich pas de
zieke Chang. «Dat is nog onze
ker,» antwoordde hij, verder bla
derend. Waarschijnlijk zal Brad
ley helemaal niet willen komen,
zolang er gebombardeerd wordt,
dacht hij. Hij zal 't wel aan mij
overlaten en dan zal ik de doods
acte opstellen.
De jonge assistent had in een
groot boek zitten zoeken. «We
hebben een aangetekende brief
voor U aangenomen, dokter,» zei
hij. «Wilt U hier ondertekenen?»
Dokter Hain ondertekende en
nam de brief aan. Hij was van Ire
ne. Hij liet het telefoonboek open
geslagen liggen bij de letter B,
scheurde de brief open en las
staande. Hij las hem eens en nog
eens. stak hem in zijn jaszak en
keek weer in het telefoonboek,
zonder een letter te zien, nam zijn
bril af, zette ze weer op, zinne
loos, wanhopig. Pas toen hij de
brief voor de derde maal las, be
greep hij de inhoud helemaal.
Beste Emanuel
Lang heb ik geaarzeld, je deze
brief te schrijven, maar eenmaal
moet het toch gebeuren. Ik geloof
dat je wel zult kunnen vermoeden,
wat er in staat Je moet evengoed
als ik gevoeld hebben, dat we in
deze drie jaar steeds meer van
elkaar vervreemd zijn en dat we
een punt bereikt hebben, waar
geen sprake meer kan zijn van ge
meenschap.
Jij bent naar vreemde landen
getrokken en hebt je aangepast
Ik ben hier gebleven en heb inge
zien, dat Duitsland het enige land
is waar ik thuis behoor en waar
ik leven kan. Ik heb ingezien dat
onze Führer gelijk heeft en ik heb
geleerd in hem en in het Derde
Rijk te geloven. Daarmee is alles
gezegd.
Het was een grote fout, dat wij
getrouwd zijn en we hebben voor
die fout met ons hartebloed be
taald. Ik weet dat je 't mij zult
toestaan, wanneer ik wil trachten
uit de puinhopen nog weer een le
ven op te bouwen, dat overeen
komt met mijn wezen en afkomst.
Jou wens ik geluk in de toekomst
en ik ben er zeker van dat jij met
de eerzucht, de handigheid en het
aanpassingsvermogen van je ras,
het ook in den vreemde ver zult
brengen. Ik heb de echtscheiding
ingediend, die in ons geval zonder
meer toegestaan wordt. Vergeet
me, zoals ik tracht, jou te verge
ten.
Irene
Dat was de brief. Dat was het
eind. Misschien heeft ze gelijk,
dacht dokter Hain. Ik heb me voor
duizend pond willen verkopen.
Handigheid. Aanpassingsvermo
gen I Maar niet zo'n aanpassings
vermogen, dat ik met de moorde
naars van mijn zoon gemene zaak
zou kunnen maken, dacht hij met
een hete. wanhopige, machteloze
woede.
«Zal ik U met dokter Bradley
verbinden, dokter vroeg de as
sistent. Dokter Hain nam zijn be
slagen bril af.
«Neen, zei hij. «Ik heb er over
nagedacht. Belt U eerst sir Kings-
dale-Smith op, van 't Britse con
sulaat. Er is iets gebeurd.»
B.G Chang had zich met zijn
grote vuisten en met verbazing
wekkende kracht tegen het trans
port naar het ziekenhuis verzet.
Daar de Chinese doktoren bang
werden, dat hij zichzelf zou ver
moorden met al die emotie en die
heftige bewegingen, hadden ze
aangeraden, hem voorlopig zijn zin
te geven zonder zijn toestemming
kon hij niet geopereerd worden.
Na het gewonnen vuistgevecht was
de moeilijke patiënt weer in een
soort sluimering of halve bewuste
loosheid geraakt, waarin niemand
hem durfde storen. Spoedig was
hij wakker geworden en had met
grote zachtheid de handen van zijn
zoon gegrepen, die Yutsing hem
ontroerd reikte.
«Ik herinner me,» zei de zieke
na een poos, «ik herinner me héél
duidelijk de dag toen Oudere Zus
ter me voor 't eerst aan 't roer
zette. Wat was ik trots. Ik was
nog niet eens vier jaar, want ik
droeg nog geen vlecht, maar vier
kleine vlechtjes, waar Oudere Zus
ter rode wol doorgevlochten had.
Het was in 't begin van de winter,
vierrokken-weer en ik had er niet
eens één. Oudere Zuster trok mij
haar eigen jakje aan en rolde zich
in de mat. Het was goed werk. Als
ik sterf, moet je goed voor Oudere
Zuster zorgen.»
Vervolgt
Nadruk verboden