DE DENDER Determinerende faktor bij de geboorte van Aalst (2) door Fritz COURTEAUX TENERE - TENRE DENRE DENDER eti Ie vorm on ar 896 thenra 966 Tenera 1050 Thenera 10.88 Thenre-monde (fr. Termonde) lijl 1096 Thenre-munde jae 1127 Tenre-mont 1185/90 Theneram (acc.) 1199 Thened (gen.) 1212 Tenrebelle (Denderbelle) ma 1219 Le Tenre 1223 Thenremonde sga zeri ksa bu Bi hee scrii ellic doi ikozi H regi irgel en. I -ellic >-kor In de 13e eeuw begint de overgang T-D 1223 Denre 1224 Denremonde maar toch nog 1244 Lewe super Teneram (Denderleeuw) 1271 Houtem Tenerae (Denderhoutem) Begin 14e eeuw: de D zegeviert. 13.26 op de Denre 1343 Denrehoutem 1343 ende der Denren 1344 op Denrehout (te Erembodegem) 1360 in de Denrestrate Langzame inschuiving van de d. 1379 Over Dender bi den Rosen 1379 in de side der Denderen 1379 Denderhoutem 1380 ant Denrestraetken bi der Sterren 1380 int Denderstraetken 1380 in de Denderstrate 1380 te Denremonde weert 1380 Denrehoutem 1405 ter Denren waert 1408 Denrehoutem maar verder in de 15e eeuw ter Dendren weert gaet in Dendremonde. In de schrijftaal bleef de tweede «d» bewaard in het dialekt wordt ze uitgestoten als gevolg van «n» voor «d». In het Aalsters is Dender steeds mannelijk. Het is een taalkundig verschijnsel dat Jong-prehistorisch toponiemen de aanvangsletter T uit de gallo-romeinse tijd vervingen door D. Voorbeelden Tamera - DemerThila - Dijle Truneinae - Drongen Tresleca - Deerlijk Thesledung Desteldonk Torninis - Deurne Tidenbeeken - Diepenbeek; Thilesna - Dilsen Thosan - (ter) DoestTormales - Dor- maal Tornacum - Doornik. Het Frans heeft de T bewaard Tournai, Termonde. WAT BETEKENT ««DENDER» Thenra, Tenera bevat het achter voegsel «are», een watersuffix dat oorspronkelijk een naamwoord was zoals blijkt uit de riviernaam de Aar in Zwitserland. Het hydroni- misch suffix is in het Belgisch pro- duktief geweest maar «are» is overgegaan in «er» Demer, Den der, IJzer (ls-are), leper (Ip-are), Samber (Sam-are), Vesder (Wis- are). Het suffix is over heel West europa verbreid, zodat het in het Belgisch moet behoren tot het pré- Indo-Europees erfgoed. Enkele na men op «are» kunnen zelfs in hun geheel opklimmen tot het Steen tijdperk (aldus Dr Gysseling) zo als Tamare Demer en vermoede lijk Tanare Dender, (cf. Tanaro in Italië). Het prehistorische Tana ra werd gegermaniseerd tot Tana ro. De huidige Franse vorm is ont leend aan het Nederlands. De echt Romaanse vorm bleef bewaard in Tenre, een gehucht onder Ath, als ook in Termode. Volgens een Frans ontdekkings reiziger is Ténéré nog de naam van een uitgedroogde waterloop in de woestijn. Prof. Carnoy leidt Tenera af van het Keltisch Tanargeruchtmaken de, woelige waterloop. Deze ver klaring stemt overeen met de wer kelijkheid, gezien het aanzienlijk verval van deze rivier die midden- en laag België verbindt. Op de kaart van Afrika ligt de streek «Ténéré» in de Sahara ten N van het Tchadmeer. Tussen Té néré en het meer noordelijke Fez- zan treft men talrijke oazen aan die herinneren aan de verdwenen rivier. Men vergete niet dat de Sa hara eenmaal een vruchtbaar ge bied was en misschien zelfs de wieg van de mensheid I Da Franse schrijver Roger Fri- son-Roche ondernam verscheidene kameeltochten tussen 1935 en Het Denderwater van weleer 1950 en vond er overblijfselen van een ver verleden. In het «Verloren Spoor» schreeft hij «Drieduizend jaar geleden ongeveer liet Salo mon de tempel bouwen... Daar voor had hij werklui nodig maar ook kostbare houtsoorten, goed en al die zaken die de karavaandrij vers uit die tijd met hun last-run- deren van de Niger of het Tchad meer gingen halen... Salomon ge bruikte voor dit soort van opdrach ten meestal de vloot van Tyrus. Zijn mensen gingen dan aan wal aan de oevers van de Syrten en belastten de bewoners van de Fez- zan met de lange tocht door de woestijn. De Ténéré was in die da gen ongetwijfeld nog niet uitge droogd er waren oazen, zodat men zonder bezwaar kon reizen volgens een oude tekst vond men om de andere dag water...» En verder: «Precies op de .plek waar we hier zitten wijzen de markoe- ba-pollen er op, dat wij boven een onderaardse rievier zitten.» OUDE EN NIEUWE DENDER Er zijn te Aalst twee waterlopen die van in historische tijden de naam dragen van Oude Dender. De ene -officieel de industriële arm geheten - liep achter Zeihof (oud-hospitaal) en Begijnhof. Het is bij deze waterloop, sedert 1963 gesloten, dat Aalst geboren werd. De andere Oude Dender, ook Moutmolenwater geheten naar de moutmolen die erop draaide bij het huidige huis Seps, loopt langsheen het goederenstation an de Hoge Vesten, dwarst de Molendries en mondt uit aan de Houtkaai als overdekte arm. Waar een «OUDE» Dender is moet ook een «NIEUWE» Dender zijn. Waar loopt die Deze gegraven waterloop volgde de huidige Iweinstraat en zwenkte dan naar de Werf toe. Hierdoor kwam de burcht in een waterbocht te liggen wat de strategische waar de vermeerderde. Bij de Werf werd het water kunstmatig opge houden voortaan kon daar het waterpeil geregeld worden om de raderen van de molens aan de Mo lenstraat in beweging te brengen. Tussen deze waterafsluiting en de arm van de huidige Iweinstraat ontstond nu een kleine binnenha ven, duidelijk merkbaar op het plan van Sanderus (1641). Waarschijnlijk had het graven van deze arm een politiek doel, daarom menen wij de uitvoering ervan te plaatsen in de tijd van de opbouw van de burcht, d.i. ge durende de tweede helft van de 11e eeuw. Vergeet niet dat onze Heren afstamden van het Gentse geslacht en dat het graven van waterlopen ze al vroeg bekend was. Het was toch Victor Fris die schreef dat aldaar de Ketelvest in 941 gegraven werd om de Schelde te verbinden met de Leie, maar ook om het gebied van Sint-Pie tersabdij te scheiden van het Gent se portus. Bij de grote kanalisatie van 1768-1771 werd de arm van de Iweinstraat met het spui gedempt. Begin okt. 1972, bij verbouwings werken van de Glucoseries Réu- nis op de (vroegere) Iweinstraat werden de grondvesten blootgelegd van het spui zandsteen .en grote kareelstenen (meppen). Een ge metste onderaardse goot verbond de (vroegere) Oude Dender met de huidige Dender en volgcfe het tracé van de Iweinstraat. Even voorbij de Zeeberg werd de Den der doorgetrokken tot aan de Iweinstraathierdoor ontstond een tweede gedeelte van de «nieuwe» Dender deze kwam nu in verbin ding met de «oudere» nieuwe Den der, de sektie Iweinstraat-Sint An- nabrug. En daarom sprak men in 1781 over de «Coupure» en over «de nieuwe kaye».

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1974 | | pagina 3