Toegang voor vreemden verboden (1)
ien tweede stedelijk «kerkhof
in de toekomst
«Ik ben geen racist maar».»
30e jaargang nr 42 zaterdag 2 november 1974
Redaktie en Beheer - Schoolstraat 26 - 9300 AALST
HET BONTE
UITGANGSLEVEN
IN DE
STREEK
Tel. 21.41.14 10 fr het nummer
DE KLIENT IS KONING
Nee, ik ben geen racist,, maar
't allemaal gemakkelijk zeggen.
De kliênt is koning. Een die kliênt
dat is hier de jeugd uit de streek.
Ik heb toen maar het voorbeeld
gevolgd van andere patrons.
Overigens, de ouders zijn door
gaans doodbang dat hun jonge
dochters gaan dansen in een gele
genheid waar er veel «vreemdelin
gen» komen.
Het doet allemaal denken
aan de oude historie van
de «jongens van Liedeker-
ke», veertig, vijftig jaar
geleden.
Die hadden ook de reputa
tie van vechtjassen op ker
missen, dancings enz.
Vervolg zie bladzijde 3
Voor mijn part mogen ze allemaal komen die «vreemdelingen». Maar
ik ben als het ware wel verplicht geweest zo'n bordje voor het
vensterraam te plaatsen «Verboden aan vreemdelingen Interdit
aux etrangères».
Aan het woord is een uitbater van een café-dancing ergens
in de Aalsterse agglomeratie.
De schade heb ik zelf betaald. Een proces-verbaal laten opstellen...
tegen wie... en dan nog.
Om een of andere reden kwamen ze, vooral uit Brussel, in steeds
groter aantal naar hier uitgezwermd tijdens het weekeinde. Ik heb
een jong kliënteel dat zich hier in alle deftigheid komt amuseren.
Maar zowat een jaar geleden stelde ik vast dat hoe méér Maroka-
nen, Spanjaarden, Turken enz. over de drempel kwamen, des te
sneller verminderden de jonge mensen uit eigen streek. Mijn zaak
ging bijna kapot nadat er ambras was ontstaan tijdens een dans
partijtje. Ik weet zelf niet hoe die begonnen is, maar in een oogwenk
stond de zaal overhoop. Mijn gewoon kliënteel ging op de loop, op
enkele zg. sterke jongens na die zich opstelden tegen een drietal
zuiderlingen.
Het moge de laatste jaren
dan reeds her en der ge
schreven zijn dat de mens
van deze jachtige konsump-
tiemaatschappij liefst zo wei
nig mogelijk wil gekonfron-
teerd worden met het dage
lijks verschijnsel in zijn om
geving, de Dood, het Aalster-
se Kerkhof ofte Stedelijke
Begraafplaats of hoe men
dit oord ook moge noemen,
wordt nog steeds vrij druk
bezocht.
Dit zegt althans de Stedelij
ke Kerkhofbewaker die - met
vier helpers - instaat voor het
onderhoud en de goede orde
van wat voor duizenden aan
de andere grens van dit leven
de «laatste rustplaats» is.
MEER DAN 2 Ha.
Een oppervlakte van ca. 2 Ha.
50 a. het huidige Kerkhof. Hoeveel
graven precies is niet zo maar di-
rekt te zeggen. Er zijn 4.000 «tel
lers», vertelt de Kerkhofbewaker
waarmede in het vakjargon be
doeld zijn de genummerde plak
kaatjes. Maar in feite zijn het er
meer dan 7.000. Gemiddeld per
jaar tussen de 700 a 800 begra
vingen. Een precies door de loop
der jaren bijgehouden register
blijkt niet voorhanden.
RUIMTE
Het «Voor Eeuwig afgestaan» is
ook te Aalst herleid tot 50-jaar
- teken des tijds - maar een nieu
we vraag kan steeds gedaan wor
den voor een volgende periode.
Natuurlijk heeft het te maken met
de beschikbaarheid aan ruimte in
een tijd dat men de grond wel een
andere en meer doelmatige bijal
dien niet winstgevende bestem
ming geeft.
Die ruimte wordt ook te Aalst een
«probleem». Werd het kerkhof en
kele jaren geleden reeds vergroot
dan is dat maar een... voorlopige
oplossing.
Het~is natuurlijk geen acuut pro
bleem, ofschoon dit of een vol
gend stadsbestuur dit dossier toch
eenmaal moet ter hand nemen.
Een tweede Kerkhof destijds ge
pland aan de Rozendreef werd als
dusdanig afgekeurd, wat natuur
lijk de zaak niet vergemakkelijkt.
Want een monderne stadsurbani-
zatie, nietwaar, kan zich geen Ste
delijke Begraafplaats meer voor
stellen in een druk bebouwde en
bewoonde omgeving. Een opvat
ting die in dit land nu eenmaal al
gemeen verspreid is.
Zodat, wellicht ook voor Aalst de
fusie in dit geval een welkome op
lossing biedt.
AALSTENAARS EN
ZIGEUNERS
Voor zover een Kerkhof nog het
lokale Komen en Gaan van men
sen. van generaties weerspiegelt
mogen de Aalstenaars gerust zijn*
In tegenstelling met grotere ste
den, is het Kerkhof alhier er nog
steeds een waar de overgrote
meerderheid Aalsterse burgers
hun laatste rustplaats hebben.
Merkwaardig genoeg, sedert de
vooroorlogse jaren ook voor een
belangrijke Zigeunerstam die waar
hij ook moge zwerven zijn doden
op dit voor hen vertrouwde Kerk
hof ten grave dragen.
Teken van welvaart of wat dan
ook, er worden meer kelders en
grafmonumenten aangelegd.
Men zou het niet durven denken
Maar in dat opzicht betonen de
levenden terug meer zorg.
Als geheel zijn onze kerkhoven er
daardoor niet mooier, niet rustiger
op geworden. In tegenstelling met
bv. de soldatenkerkhoven in West-
Vlaanderen en Limburg. De dui
zenden die er liggen met evenveel
gelijkvormige kruiskens, veel bo
men, planten, overheersend groen
en een stilte die men beluisteren
kan