donetti
DONETTI
laurl Meubelen
■oral Staler
«De wind die maar
niet wou vallen»
L MAN "OEN DpAtik
Luxe dameskleding
d'haese er ik
Cursus oude ambachten start
weldra
Hoofdstuk 5
Kattestraat 62, AALST 053/21 21 36
start zijn promotie aan alle
aanvaardbare prijzen
op de laatste nieuwe
zomerkollekties
huwelij ksreportagen
studio- en publiciteitsfotografie
1 1 I)e grootmeester Engelse interieur
I
1 i. »r a i 11.1> l nrcuL-T
VERCAUTEREN-DESMET
I Molenstraat 26, AALST
quality s 053/210419
16 Nieuwe Gazet van Aalst 8 juli 1983
door de gebroeders Draakmans
Vervolg van ons feuilleton
Korte inhoud voorafgaande
Voor de eventuele lezers (en essen) die niet meer zouden meekunnen met
ons mengelwerk, geven wii hieronder een korte resumee der reeds versche
nen afleveringen des feuilletons.
Hoofdstuk I. Ten kastele Baron de Beaufort de la Ventouse ribbedebbie
Pjotr Petrovitch, de butler, en Kaboel, de windhond hebben de wake Helse
klop op de poorte.
Hoofdstuk II. Ten kastele Pjotr ontdekt plat kind aan de poorte, verder geen
luis Melanie, de pachteres, verschijnt ten tonele Kind en Melle proeven
van «Eau de Vie de la Ventouse» Beiden buiten schot Pjotr hopeloos.
Hoofdstuk III. Ten kastele Madame Sherlock, alias Mie Rijkoorde, duikt op als
leurster maar ontpopt zich als detective Zoekt naar het motief der verdwe
nen invités op de oesterbanketten des barons Besnuffeling der slaapver
trekken met Pjotr.
Hoofdstuk IV. Ten kastele Middelerwijl inbraak zonder beklimming door Cois
Bakkelit en een harnas waarin Flipken IJsbeen Plat kindje wordt gekid
napt, wat zijzelf tevoren hadden afgeleverd Kidnappersbrief Geen los
geld geeist, wel losse parels
Daags na al die verdachte esbattementen ten kastele, waar menig loense
indringer de plak scheen te zwaaien, kreeg een der gebroeders Draakmans een
wonderbaren inval, bijval oogstend bij d'andere fraters.
Hij, die thuis altijd onze slimstte was
geweest (en nog) sprak: «Broeders,
het kasteel kunnen wij momenteel
gerust aan onze laarzen lappen; we
zouden er maar grijzer van worden,
niet wijzer. Toch geloof ik de rode
draad van ons feuilleton bij de staart te
hebben hoewel de kop vol muizenis
sen zit. Al met al, die draad moet alles
zins doorheen d'afspanning der «Vier
Windgaten» lopen. Een dagje pintelie
ren aldaar zal onze geesten ontneve-
len».
Deze bijna geniale tebinnenschieting
viel in geen dovemansoren maar wel in
deze der respektievelijke eega's, wat
meteen de klassieke portie gezanik
opleverde. Desalniettemin stapte het
drietal dapper op, uitgedost op hun
zondags. Arm aan arm, malkanderens
huiselijke narigheden opzij zettend.
Zodra de «Vier Windgaten» in de verte
opdoken was het al dadelijk merkbaar
dat het stamineetje geen mangel aan
trok had. Menig dorstige ziel scheen
er effenaf binnen te vliegen Niet te
f t t
steenberg straat 28 fotograaf
9308 hofstade - aalst (053) 77 os 73
OCVERIENKOMST
NQSJES ÉS JUST MOR TOEVAL* T MOST IENSJ WOOR ZEN
verwonderen, de wind zat in 't juiste""
gat en ontpopte zich aldus tot hand
langer en winnekegel des kasteleins.
Zelfs het kerktorentje, den heiligen
Blasius toegewijd, helde ferm kroeg-
waarts over. De Draakmansen even
eens.
«Welkom, heren in jacquet, aldus
de archivriendelijke kastelein, welke
stalen rossen u edelen ook mogen
bepeddelen, uwe nobele bi of tricykels
kunnen gerust mee binnen. Er zijn
nog genoeg haken vrij aan wand of
plafond. Wat mag het intussen zijn
voor de edelgeborenen ter laving
Sapje uit de kruik, of een wijntje mis
schien Onze Ventouse is aan te
bevelen. Mise au Chateau. Lekker
achtersmaakje als van een caraibi-
schen rum. Onfeilbaar tegen 't wind-
flissijn».
Van een attentievolle verwelkoming
gesproken, dat was er een. De ware
jacobussen der galante manieren
waren nog niet uitgestorven. Toch
verkozen de gebroeders eerder de
kruik, beleefdgaandeweg verwijzend
naar aangeboren oprispingen bij de
minste wijnslok maar stillekens ver
zwijgend dat ze van wanten wisten
inzake Ventousen die naar 't kasteel
roken.
Rijen tooghangers, pinten heffend en
elkander de waarheid oplepelend, ver
borgen nochtans het gebeuren op en
achter de tapkast, waardoor de
hoogstwaarschijnlijk appetijtelijke
waardin niet te beschrijven viel. Aan
de overkant echter kon men een veld
wachter ontwaren die schijnbaar een
helse miserie had bij 't opmeten van
een nis. Het boogstuk bovenaan
leverde hem problemen. Zijn dubbele
meter vertikte het te buigen naar belie
ven wat, na ettelijke pogingen, de man
der wet in zijn wiek deed schieten
«Foert riep hij kortaf en een houte
rige «krak» weerklonk. De kolerieke
képi trok hierop toogwaarts, zelfvol
daan. Een dienstweigeraar was mores
geleerd.
De kastelein kwam aangehold met
kruik en 'glazen. «Sieurs, a.u.b. niet
letten op die stuntelige veldpummel.
Hij moet een procesverbaal opmaken
tegen onbekenden die mijn harnas uit
die nis hebben gerat en in plaats van
dan x of y achterna te zitten blijft hij
hier maar trutselen. Ja, hierboven op
mijne vliering zit nog zo een schoon
geval. Ik verhuur dat namelijk aan een
vrouwmens met pijp en mansbenen.
Een zekere madame Scherlok. Die
leurt en speurt ons dorp nog kapot.
Bekokstooft iets maar wat In alle
geval, de nacht dat mijn pronkstuk
gelangen werd, was madame piep. Op
haar lappen Mogelijk... maar kom...
laat dat' niet aan uwe edele harten
komen... santé
Hoewel een vechtjas aanstalten
maakte om een der wolfijzers of
schietgeweren aan de muur af te
haken ter duel om een vrije stoel, viel
het de broeders op dat een ronde tafel
onbemand bleef. Zij verstoutten zich
dan ook dienaangaande een vraag te
stellen waarop de waard gewillig
inging.
«Dat is de stamtafel der notabelen,
mijne Heren, voorbehouden aan de
dorpsraadsleden, die hier straks de
koppen komen bijeen steken».
«En mogen wij discreet vragen of
die koppen een kleur hebben
«Politiek is hier taboe. Wij trekken
allemaal aan dezelfde kant van 't
zeel».
«Goed, maar dan moet er toch
iemand tegentrekken
Ochgod ja, altijd dezelfde kwispel.
Ne kwaadaardigen herenboer. Sedert
die bij Melanie, barons pachteres, een
blauwe scheen heeft gelopen doet hij
niets dan pjotteren».
«Pjotteren
«Wel, kabassen op den butler van
den baron. Lief afgeschoept, denkt
hij».
«En wie zijn zoal d'andere steunpi
laren
«Geen geheim. Gelukkig hebben
we nog ne goedaardigen herenboer
ook; toch heb ik met die man een
eiken te pellen, wacht maar. Dan onze
pastoor natuurlijk, jovialen eerwaarde
maar wrevelig geworden omdat hij
marbollen in zijnen offerblok heeft ont
dekt hoewel den baron beweert dat
het echte parels zijn, maar de geeste
lijke hangt den Thomas uit. Naast hem
zit gewoonlijk doktoor Windels, die
hier al aan 't kroezen was maar weg
geroepen voor een of ander plat kindje
met de slaapziekte».
«Dat zijn er dan een viertal».
Klopt. Daar komt nog notaris
Langstleefdaal bij. Die heeft echter
zoveel minuten dat hij uren te kort
schiet, dus hij zal weer zijn kat sturen.
Voorts hebben we den baron, maar
die is gaan spelevaren, zeggen ze, en
voor de rest de veldwachter en ikzelf.
Dat is dan acht en ioch zijn we met
negen».
«Is hier dan geen burgervader
«Sla mij nu dood. Die was ik grat
vergeten, de bijzonderste dan nog.
Die komt alleszins hoewel hij zijn han
den vol heeft met zijn volière te vergro
ten».
«Zijn volière
«Eigenaardige man. Kweekt nu een
hele schare stadsmussen op met
zware boerekost. Dat ligt zwaar op de
maag van zijn roodborstjes en zwart-
gele koolmeeskes, die voelen zich ver
drongen en laten hun vleugelkes han
gen. Zijn blauwe peruchen kunnen er
beter tegen en blijven kwiek. Geen
onaardige mens anders. Nee, een
bijeenkomst verzuimen Doet hij
nooit, al kwam er een invitatie uit dat
berucht draeckenhol. Niet verschieten
moest hij hier als eerste binnen
waaien».
Hoe kon de kastelein 't weten Plots
viel iemand met wind, deur en al de
gelagzaal binnen. Daar was ie dan, de
vader der stadsmussen
Niemandallen 't Was Mie Rijkoorde
begod Zonder tuitjeswinkel om den
hals maar wel met zakken onder
d ogen, zaksels die een kwade nacht
verrieden. En zonder boe of ba verd
ween het doodoppe mens achter den
toog waar vermoedelijk een spooktrap
ter vliering leidde. Het hoofd van de
waard schudde zich om en weer, het
idee rondklutsend eerstdaags die pan
tomimemadame haren opzeg te
geven.
De wind gaf het nog niet op en leverde
nog een klant af. Deze keer echter
schrokken de broeders, 't Was toch
niet waar zeker Toet Cois Bakkelit,
de kidnapper des plat kinds De bier-
baas schoot uit: «En gij, droge socis-
selaar, ge moet zeker weer de hele
krans socissen hebben Deze keer
kunt g'op uw kin kloppen. 'K heb nog
andere klanten, hoordet
De Cois zweeg van lieverlede, trok een
zeemzoet gezicht en... de verrassin
gen zijn de wereld niet uit... ging zich
permentig neervleien ter ronde tafel.
Hij was het, de goedaardige heren
boer
wordt vervolgd
Een Initiatief van de Draeckenieren
De oude ambachten, voorgesteld door de Draeckenieren tijdens de Aalsterse Topdag, waren
in dergelijke mate zo'n succes, dat bij het sluiten der werkzaamheden, de leden der
genootschap een zulkdanige hoge graad van vermoeidheid hadden opgelopen, dat, alvorens
op stap te kunnen gaan naar de diverse herbergen, eerst in het Hol geruime tijd moest
worden uitgeblazen. Behalve dan de glasblazer die reeds volledig uitgeblazen was en alleen
op zijn asem.kwam door een stevige Ribbekenspint.
heidsgraad had bereikt dat het op een
gegeven moment aaneenklonterde. Dit
was echter niet van dien aard dat den
legger zich hierdoor, of iets anders, liet
van de wijs brengen, integendeel zelfs.
Hij mocht herhaaldelijk een verdiend
applaus in ontvangst nemen, waarvoor
hij steeds ontroerd en beleefd dankte.
Spijtig dat het Kunstgewrocht op 't laatst
moest worden bijeengeveegd en terug in
de zandzak gedeponeerd om als matière
première te dienen voor latere meester
werken
Er dient ook aangestipt dat een Topdag-
bezoekqr, met het hoofd in de wolken
lopende, in het zandtapijt had getorren.
waarna hij. met de vinger gewezen, van
krommen haas gebarende, stilletjes af
droop en zogezegd naar de vlagge-
waaiers ging kijken
Vele aan-het-kraam toekijkende werklo
zen vroegen of zij geen herscholingscur-
sus konden volgen en verschillende zich
vervelende Brug- en andere Gepension-
neerden werden door hun wederzijdse
echtgenoten aangepord om zich ver
dienstelijk te maken en zo' een of ander
oud ambacht te leren.
Het Stadsbestuur, quasi voltallig aanwe
zig. beloofde bij monde van de Burge
meester. in de toekomst voor nog meer
akkomodatie en geestelijke en morele
steun voor deze volksverheffende Vrije
tijdsbesteding.
De Scheperin van Kuituur en Aanver
wante Aangelegenheden kwam alsdan
met het voorstel voor de pinnen een cur
sus over oude ambachten samen met de
Draeckenieren, in te richten, wat algehe
le instemming genoot.
Na enkele vruchtbare vergaderingen met
veel over en weer gepraat werd met 13
stemmen tegen 2 en 1 onthouding be
sloten te starten met deze kosteloze en
gemengde cursus op maandag 18 juli
en de daaropvolgende maandagen na
dien.
Deze cursussen gaan door in de Brand
weerkazerne die per hoge uitzondering
werd ter beschikking gesteld door de
Plaatselijke Kommandant in samen
spraak met de Schepen van Burgerlijke
Stand en Pompierskweddelen die hier
voor zijn volle gewicht in de weegschaal
legde.
PROGRAMMA
van 19 tot 20 u KLOETKAPPEN
(Kloeten meebrengen)
van 20 tot 21 u.STEENBAKKEN
(braadpan meebrengen)
De Boekbinder is aan 't einden en de
gids geeft de nodige uitleg.
Vooral de Schiptrekker was dermate op
gegaan in zijn getrek dat hij slechts terug
op de been kwam na het spek van de
Spekslager te hebben naarbinnen ge
speeld met krot en mot. Deze laatste zijn
arm woog wel honderd kilo, zoals hij on
omwonden verklaarde en ook de Kloet-
kapper leed aan hetzelfde euvel.
De Pillendraaier die op 't laatst draailings
geworden was bekwam stillekesaan na
verorberen van de 2 peren van de Pere-
meester. Deze nam suizingen waar in het
oor en was daardoor niet op zijn gemak.
De Biersteker kon geen bier meer gerie-
ken en was eveneens zijn kluts kwijt,
waaraan hij zich erg ergerde, terwijl De
Kasseistamper last had van zijn zingel-
beentje.
De Geheimschrijver en tevens Omroeper
zat met een Karnavalstem wat hem danig
de keel uithing, temeer omdat hij zich
onmogelijk verstaanbaar kon maken om
zijn geliefkoosde frisdrank te bestellen.
De Kaarsgieter van zijn kant kon nog met
moeite iets naarbinnen gieten. De Boek
binder zijn.boeken waren allang toe en de
Steenbakker hing het baksel zodanig in
zijn kleren en zijn voeten uit, dat beiden
geen «pap» meer zeggen konden. Ze
kregen dan ook een Ajuinsoepje voorge
schoteld waardoor ze terug op hun spel
geraakten.
Toch was eenieder gruwelijk tevreden
over deze vruchtbare dag alsook over de
lofbetuigingen van het aandachtige pu
bliek, waarvan er velen verklaarden dat
het geen sinekuur moest zijn. wat dit ook
moge betekenen, om zo'n ganse dag in
de weer te zijn met zulke aanschouwelij
ke bezigheden.
Opk de Zandtapijtlegger werd uitbundig
geprezen voor het Kunstwerk dat hij met
zand had gelegd op een tapijt en korte
tijd, zodat de beeltenis was voltooid, ver
voor het voorziene uur Temeer, omdat
door de onstabiele luchtomstandighe-
den het zand een zulkdanige vochtig-