Librecht's apocaly ps
Arriagakwartet
nog niet befaamd,
wel begaafd
Verheugend verrassend
Derde middagconcert
gevleugelde stemmen
BB—
De dappere held
Folklore
Nieuwe Gazet van Aalst 23 december 1983 15
«Al die tijd was mijn lichaam een huis geweest waarin veie individuen
hadden gewoond».
Na heel wat omzwervingen in de wereld van de literatuur schijnt
Julien Librecht eindelijk een zekere rust gevonden te hebben, een
loutering en tevens een keerpunt in zijn leven, een leven dat over
heerst werd door jeugdfrustraties, pijnlijke psychische gespletenheid
en de druk van de dagelijkse werkkring.
Zijn laatste roman «Apocalyps-een» is £)e geesten
hier een overluigend bewijs van. Tijde[|s de grQle vluch, nemen de geeslen
De nu 47-jarige auteur debuteerde in
1959 met de dichtbundel «Poseidon-
spel». Achteraf volgden nog in 1969
«Septembemachten» en in 1983 «Akte
van liefde».
Alhoewel Julien Librecht in wezen een
dichter is, gooit hij zich tussen 1970 en
1980 met een verbijsterend elan in de
jeugdliteratuur.
In die tien jaar ontstaan vier boeiende
jeugdromans, waarin, naast het zo nood
zakelijke avontuur, een sterk sociaal
engagement schuilt.
Het skript van «Than de Vietnamees»
werd in 1969 bekroond met de «Letter
kundige Prijs van de provincie Oost-
Vlaanderen».
1973 wordt echter een eerste stap tot vol
waardige bevestiging van zijn schrijvers
schap met de roman «De Zwarte Zielen».
Met deze roman plaatst Julien Librecht
zich in een ruk tussen onze grote heden
daagse romanciers.
In 1971 behaalt het skript van dit boeiend
boek de «Letterkundige Prijs van de pro
vincie Oost-Vlaanderen voor de roman».
De auteur schijnt zijn stijl gevonden te
hebbeneen meeslepende verteltrant
waarin de kontradiktie van het leed van
de kleine man en het epos van de verdo
ken .driften mekaar als tegenpolen be
strijden en ook opheffen.
Therapie
Maar schrijven blijkt een therapeutische
noodzaak te zijn voor deze getormen
teerde auteur.
In de herfst van zijn leven gekomen ont
staat, bijna als een totale verlossing,
«APOCALYPS-EEN».
Heel het boek is een aangrijpende kreet
naar verlossing, naar een afschudden van
«zovele geesten» die jarenlang zijn leven
bepaalden.
Een man van middelbare leeftijd ont
vlucht zijn vrouw. Slechts gewapend met
schrijfmateriaal en een Browning ver
trekt hij naar het zuiden.
Hij wil weg, alleen zijn, afrekenen met de
geesten die zijn hoofd bevolken, «le gout
du Midi» in zijn bloedbaan opnemen en
hopen dat hij als een gezuiverd man kan
wederkeren.
In een reeks ontroerende brieven schrijft
de man naar zijn vrouw (die hij ondanks
zijn vlucht, echt lief heeft), over zijn
strijd met zijn verleden.
Op een dikwijls hallucinante wijze rekent
de man achtereenvolgens af met de ban
gerd David, met de dwerg Lazarus, met
zijn mens Adam en met zijn stakkerd
Job.
Tegen de achtergronden van Toulouse,
Saint-Jean-de-Luz, Maravillas en
Madrid, ontrolt zich, als in een film van
Fellinni, zijn gefrustreerde leven.
van de Angst, de Wase geesten, de dorps
geesten en de geesten van het Walhalla,
voelbaar bezit van zijn bestaan.
Het wordt een ware exodus, een niet afla
tende strijd, een ware Apocalyps.
De bange kinderjaren tijdens de oorlog,
de verschrikkelijke ervaringen van de
collegetijd, de alledaagse bekrompenheid
van het dorpsleven en de desolate jaren
van de adolescentie vormen de rugge-
graat van dit meeslepende boek.
Sterke hoogtepunten van literaire vertel
kunst vormen de delen «de bangerd
David» en «de dwerg Lazarus».
«De mens Adam» is mischien iets minder
raak getekend en ondanks dat «de stak
kerd Job» schijnbaar op de achtergrond
staat, vormt het laatste gedeelte de aan
loop tot het briljant weergeven van wat
de auteur zelf «zijn mystieke dood»
noemt.
Na iedere bevrijding van één zijner kwel
geesten schrijft de man zijn diepe roerse
len neer in een reeks brieven aan zijn
vrouw.
«Lieve beste,
mijn liefde voor jou blijft oprecht...
Maar tevens vraag ik je Om begrip van
mijn toestand.
De vlucht was noodzakelijk en onaf
wendbaar geworden.
Al de schimmen die leefden in mijn
hoofd en in mijn hart, hadden zulke
afmetingen aangenomen, dat ze uitge
groeid waren boven mijn krachten en
boven mijn bewustzijn... (pag. 6)
Uiteindelijk, na het episch gevecht,
beleeft de man een soort «mystieke
dood» en is hij getuige van zijn eigen
wedergeboorte. De verlossing is een feit.
De hoogste berg is overwonnen. Het
diepste dal doortrokken. De hel is uitge
brand
Lieve beste,
Ik had de mystieke dood bereikt en dat
stemde mij zo rustig. Lichamelijk kon
mij niets meer gebeuren en alle schimmen
waren voorgoed verdwenen in de nacht
van het Walhalla.
Mijn hele toekomst kon ik in handen leg
gen van de grote eenzame. Ik kon
opnieuw onder de mensen komen, ik kon
opnieuw naar je toe» (pag. 137)
De Apocalyps is voorbij.
De man keert terug naar zijn geliefden.
De roman van Julien Librecht blijkt in
één ruk geschreven te zijn, rijk aan taal
en rake sfeerschepping, originele symbo
liek en psychologische, intrinsiek mense
lijke, achtergronden. «APOCALYPS-
EEN» is een ontroerend en diepmenselijk
relaas waarin wij ons allemaal, op één of
andere wijze, herkennen.
«APOCALYPS-EEN» (138 blz.) is een
uitgave van het Davidsfonds en is ver
krijgbaar in de boekhandel tegen
265 BF.
Wie de auteur Julien Librecht echt wil
leren kennen, MOET dit boek lezen.
Norbert DE WINNE
1883, 3 mei 2 uren in de namiddag getuigt agent van politie Van der Steen Frans te
Aalst, op de permanentie het volgende...
...dat hij heden rond 12 uur gekomen was in het veld te Aalst St -Job genaamd,
hoezenkouter tot het bewaken der veldvruchten, alwaar hij bemerkte dat een
manspersoon en eenen kleinen jongen bezig waren met klavers en ander groen
sel af te snijden op het veld gebruikt van Beekman franciscus, landbouwer en
herbergier, dat hij tot deze plaats naderde waarop de twee persoonen voorts
gingen den grooten persoon drager van eenen zak en voorschoot gevuld met
klavers, dat hij deze beide volgde tot op het grondgebied van Nieuwerkerken.
alwaar hij hun bereikte en vraagde, hoe zijn naam was, waarop deze persoon
antwoorde mijn naam is Lievens Dominicus en ik woon in de huizen van Van der
Heyden op Nieuwerkerken, dat hij alsdan vraagde waarvan hij drager was,
dewelke hem antwoorde, het is graan en klavers' en een open mes in de hand
houdende voegde hij er bij «eer dat gij mijnen zak zult mede dragen zal ik U omver
steken» en terzelvertijd hem twee achtereenvolgende steeken in de richting van
den buik toebracht, welke steeken hem geene kwetsuren hebben veroorzaakt als
alleenlijk het mes in gedrongen door zijne frak en broek en onderbroek, het welke
wij bestadigt hebben waarvan hij (agent) zijn sabel uit de schede trok om zich te
verdedigen en hem drij slagen op het hoofd toebracht waarvan hij aan de oor
gekwetst is.
Dat niettegenstaande dezen persoon weigerde aan te gaan hem zeggende al
vloekende «ik zal u eerder omversteken, dan dat gij mijnen zak zult mede dragen,
en altijd dreigde te steken met zijn mes in de hand, doch den agent om verder
ongelukken te vermijden terug was gekeerd.
Arbeid en Kunst met «een Inspekteur voor U»
Verheugend omdat Barbara dan toch schijnt af te stappen van de trein der
gemakzucht en met deze produktie wat méér brengt dan louter con
sumptie toneel.
De Rederijkerskamer St. -Barbara Arbeid en Kunst met een inspekteur vraagt
belet» (van J. B. Priestley).
Voelbaar was het; verrassend zelfs voor
een Lea Temmerman en een Mariette
Niet dat dit stuk van Priestley nu onmid
dellijk een hoogvlieger kan genoemd
worden; daarom is de dramatische uit
bouw van deze genre-psychologische-
thriller te oubollig en de tematiek te goed
koop. Bovendien leek mij de vertaling op
zijn minst gebrekkig. Stroeve zinswen
ding en onnatuurlijke stop- en andere
woorden die weinig zuid-nederlands
aanvoelen. Maar toch nog goed om een
interessante voorstelling uit te werken,
vooral als dit gebeurt onder de leiding
van een Roger Bolders. Zijn regie was
merkbaar van bij het vroege begin waar
bij vooral de strenge bewegingstechniek
van de vertolkers opviel. Ditmaal geen
onzinnig geloop, geen onverantwoord
gesticuleren, maar een koele, statische
waardigheid. Gediend door een perfect
decor - zowel naar ontwerp als naar
uitvoering werd iedere verplaatsing of
beweging functioneel aangewend om het
gebeuren te ondersteunen. Alle vertol
kers droegen zichtbaar de stempel van
de regie in hun uitermal e beheersd spel-
concepteen pluspunt.
Wel viel ons, vooral, en nogal evident in
het eerste gedeelte een al te nadrukke
lijke spreekwijze op. Waarschijnlijk werd
hierdoor het vreemde van het gebeuren
een ietsje te zeer benadrukt. Globaal ge
zien een toch opgemerkte, goede regie
van Bolders die hiermede bewijst dat, als
de regie het werkelijk wilt en de vertolkers
van enig talent blijk geven, het resultaat
voelbaar is.
De menselijke stem is een mooi instrument, als het goed bespeeld
wordt. Het Gents vocaal kwartet heeft dat tijdens het derde middag
concert overvloedig bewezen. Vier mensen, stuk voor stuk aktief in
de operawereld, besloten samen kamermuziek te zingen. Herman
Streulens begeleidt hen op pianoforte.
Moreels. De eerste omdat ze ondanks
een zeer beperkte ervaring getoond
heeft meer in haar mars te hebben dan
oorspronkelijk verwacht kon worden. De
vordering die ze gemaakt heeft was op
vallend en zorgde voor een meer dan
verdienstelijke vertolking van Sheila. De
tweede verraste ons dan weer met een
goede interpretatie van de moederrol.
Na dertig jaar afwezigheid mag dit gerust
een prestatie genoemd worden ondanks
het feit dat zij wel eens voor een traag
spel ritme verantwoordelijk was
Niet verrassend waren de mannelijke
rollen hoe kan het ook De ondervin
ding van een Theo Van Gijseghem is ge
kend en voldoende gewaardeerd door
alle Barbara fans. Mark De Cock bewees
eens te meer zijn opvallende plankvast
heid en gestyleerde nonchalance. Van
zijn kant viel Paul Seghers uitermate mee
dank zi] een beperkt uiterlijk vertoon
maar een dieper innerlijk beleven van zijn
roléén van zijn betere prestaties. Ten
slotte Norbert De Sutter, zeer goed en
zonder twijfel één der meest befaamde
der jongeren in Barbara's castmogelijk
heden.
Volhouden, Arbeid en Kunst, opdat we
nog meer verrast en verheugd zouden
worden. (N.S.)
«Pro Arte» is iets apart. Marcel Coppens eerst, zijn verjongde ploeg nu, timmeren al
jaren bescheiden en bijna onopvallend aan een weg waar ze, zonder kompromissen te
sluiten met zichzelf of zonder te teren op goedkoop succes, authentieke muziek laten
horen en eigen mensen stimuleren. Het wordt hun niet steeds in dank afgenomen.
Dinsdag werd weer eens het bewijs geleverd. Ik geef toe, de winter is een boeman.
Maar wat misdeed Brahms En waarom bezorgt het begrip strijkkwartet ons koude
rillingen
En toch... Hei Arriagakwariei verdiende
beter dan een halfvolle stadsfeestzaal.
Het bestaat uit talentvolle mensen, Vla
mingen nog wel, behalve dan Marjeta
Korosec, die Dirk Vermeulen vervangt,
ooit laureate was van de koningin Elisa-
bethwedstrijd en met haar Slavisch tem
perament de anderen in haar elan mee-
De meeste vocale kwartetten zijn van de
hand van de heren Haydn, Mozart en
Schubert. En wie oordeelt op het eerste
gehoor en besluit tot eenvoud, heeft
gelijk en ongelijk. Mijn vriend F.C. zit al
een tijdje met zijn neus en zijn stem in die
kwartetten van Haydn en heeft pas sinds
dien ontdekt hoe elke inval, elke adem,
elke versmelting op de enig juiste plaats
valt. Bovendien is de eenvoud waarvan
hier sprake van het verraderlijke soort,
de eenvoud nl. van wat af is en waarop
het kleinste vlekje vloekt.
Het kwartet dat bestaat uit Anne Van
.Outryve, Anne-Marie Rogiest, Philippe
Van Isacker en Waldemar Zabarylo lijkt
goed op mekaar ingespeeld en hecht veel
belang aan de stemming die de liederen
kleurt. Soms hoor ik in de baspartij een
lichte hang naar het theater en er zijn een
paar momenten dat de tenor wat bleek
uitvalt, maar de vaart van het geheel en
het intense beleven wissen die foutjes uit.
Hoe Haydn zijn stemmen weet te geven is
mijn ervaring uit de repetities voor zijn
oratorium «Die Schöpfung». Dat hij een
onbevangen geloof had spreekt uit twee
geestelijke liederen. Dat Horatius'
levensdevies 'Pluk de dag' hem aan het
leven deed kleven blijkt uit de drinkliede
ren, afgesloten door het geestige 'vom
Wasser wirst du stumm'.
Schubert ervaarde vreugde en verdriet
totaal anders. Haydn bekijkt ze vanop
afstand als troffen ze een ander, Schu
bert ondergaat ze. Bij Haydn is de melo
die heldernieuw, Schubert zoekt afwisse
ling en modulatie. Het resultaat is dat de
ene ontspant, de andere ontroert.
In de wereld van de Italiaanse opera staat
Rossini bekend om zijn geestigheid, zijn
gulzigheid en zijn zoeken naar effecten.
Zijn kattenduet is daar een berucht
staaltje van. Sopraan en mezzo-sopraan
buigen, plooien, kronkelen hun stem om
de dieren na te bootsen. Succes alom.
De echte meester in de parodie sluit het
concert af. Dat Mozart via dubbele
bodems niet terugschrikt voor kritiek
is ons bekend door intrige en citaten uit
«Figaro's Bruiloft». Meesterlijk ook is
de karikatuur van de adel in Leporellos
kataloog-varia uit «Don Giovanni» en in
de figuur van Papageno. «Das Bandel» en
«Caro mio druck und schluck» die we nu
te horen krijgen zijn pareltjes van gees
tigheid, geschreven vanuit de losse hand
en geschonken als bruisende champagne.
(W.D.B.)
1883 den nacht van 15 op 16 april. De nachtwakers Witterick en Matthieu dienen klacht
in tegen de genaamde Huylebroek Emmanuel omdat...
.de genoemde de nachtrust der geburen stoorde en op bun verzoek van zich te
stillen hun antwoordde... maak mij een proces-verbaal als gij durft, gij zult er
mede moeten lachen ik vaag er mi/n klaan, gij mooght doen wat gij niet laten
kunt...
(spelling werd behouden)
pakt. Vlamingen dus, kan dat wel goed
zijn
Het programma ziet er al evenmin popu
lair uit. Turina Nooit van gehoord,
meneer. Arriaga Die staat zelfs niet in
mijn XYZ. Glazoenov Dat is toch die
kleurloze Rus En Brahms Dat zal wel
te maken hebben met de herdenking van
zijn geboortejaar.
Een avond vol kwartetten dus. Je kan het
niet genoeg herhalenuitgepuurde
muziek. Geen trucjes, geen leugens, niet
bij de componist, niet bij de vertolkers.
En die kunnen het. Ze zijn pas sinds 1980
samen maar lijken al een eeuw bij elkaar.
Zo sterk is hun zin voor samenspel en
evenwicht, zo afgewogen elke stem, zo
genuanceerd het geheel.
Turina's «Oracion del torero» is bijna
picturaal. Het geroezemoes van het volk
dat wacht rond de arena wisselt af met
het smeekgebed van de stierevechter.
Aandrang en gedempte angst vloeien
ineen. Het kwartet geeft het ons terecht
mee als een impressie.
Marjeta Korosec, Ivo Lintermans, Mare
Tooten en Luc Tooten huldigen hun
naamgever met het derde strijkkwartet in
Es. Juan Crisostomo de Arriaga werd
slechts twintig jaar. Zijn werk heeft de
zwier van Mozart en de onrust van de
jonge Beethoven. Soms klinkt contra-
puntisch kantwerk, dan weer broeit de
hartstocht.
Er zijn orkestklanken die naar een
bepaald land wijzen. Sibelius' muziek
draagt de ziel van de Finse meren, Sme-
tana kan alleen uit Bohemen komen,
Glazoenov is een volbloed Rus. Hij is ons
vooral bekend door een aantal symfo
nieën die wij lyrisch maar wat eentonig
vinden. Maar hier komt de verrassing
van de avond, zijn interludium in modo
antico uit «Noveletten» nr 3. Met grote
sonoriteit schildert het Arriagakwartet de
zwaarmoedigheid van de Russische ziel.
Het geheel klinkt zo bewogen en door
voeld dat het je bij de keel pakt. En zo'n
momenten zijn zeldzaam.
Brahms ziet er zo ontoegankelijk uit dat
men met een soort afstandelijkheid naar
hem gaat luisteren. Zijn muziek is
immers niet van aard om er direkt ver
liefd op te worden. Ze eist aandacht en
blijkt die ook te verdienen. Terwijl
Arriaga ciseleert, hakt Brahms. Zijn
strijkkwartet opus 51 nr 2 bevat oer
kracht en tederheid, hartstocht en Stoï
cijnse beheersing.
Het quasi menuetto heeft symfonische
allures en je hoort door de klank van het
individu de stem van de groep. De finale
kent het deinen van de zee, de kracht van
de storm, de glimlach van antieke beel
den. «Frei aber einsam», dacht Brahms
bij deze compositie, een kort zinnetje,
rijk aan gevoelens, door het Arriaga
kwartet getekend met een bewogenheid
die het hart van de stugge Brahms zal
hebben vertederd. W.D.B.