Leven zonder lerken door Honoris STABS. Hier en Daar Ia Januari 1880 stichtte do beroemde reiziger de standplaats Yivi, en het volgende jaar eene tweede te Isanghila.In Mei 1SS1 kwam Stanley te Manyanga, op 225 kilometers afstand van Vivi. Na eene hevige koorts, die hem op den rand van het graf bracht, hernam Stanley zycen tocht en komt in Juli van hetzelfde jaar to Stanley-Pool. Eenigemaanden later stichtte hij Leopoldstad en weiara zond de eerste stoomer zijne brecdc rookpluimen over de boorden vanlloog-Congo. In 't begin van 18S2 ontdekte hij de moren Matoumba en Leopold II, doch eene nieuwo ziekte dwong hem naar Europa weder to kee- ren. Hij kwam naar Brussel en verbleef or eenigen tijd in het Grand Hó tel waar hij het voorwerp der levendigste nieuwsgierigheid was. Op het einde van 1882 keerde hij terug naar Afrika als eersto Bestuurder der Association Internationale. Op 23 Augustus 1883 verliet hij Leopold stad; in November vaarde hij do Arouimi op tot Yambouga. Op 1 December kwam hij te Stanley-Falls en op 20 Januari 1884 was hij te Leopoldstad terug. Op 20 Maart is hij andermaal op weg naar Vivi. Op 6 Juni diende Stanley zijn ontslag in bij de Association internationale en op 10 Juni scheepte hij zich voor Europa in. In 18S6 vertrok Stanley, met toelating vau Z. M. Leopold II, in wiens dienst hij zich be vond, naar Afrika, ten einde er Emin-Pacha ter hulp te komen, welke, na hardnekkige po gingen van Stanley, eindelijk dan ook ontzet cn gered werd. Ziedaar, in eenige algemecne trekken, de levensgeschiedenis van den held, welke Brussel heden de eer zal hebben als gast te begroeten. STANLEY'S AANKOMST TE BRUSSEL Rond de Zuidstatie. 1 ure 25. Binnen de Spoorballo is de burgerwacht van Sint-Gillis, onder bevel van luitenant-kolonel Vanderhaegenop twee rijen gerangschikt. Wijl M. Vanderhaegen echter tevens schepen van Sint-Gillis is, wordt hij als bevelheboer door zijnen kapitein adjudant-majoor Coppens vervangen. De ordedienst is gedaan door den statieoverste M. Cochaux, en M. Cutsacrt, bestuurder van den dienst. liet schepenkollegic van St-Gillis (Vair trés emb...) komt rond half twee in de static. Hoe M. Buis in zijne vuist moet gelachen hebben voor deu schoonen toer welke hij zijne kollegas van St-Gillis gespeeld heeft Men weet dat het Brusselsch schepenkollegie met do vertegenwoordigers des IConings naar de Fransche grens vertrokken is om Stanley welkom te heetcn. Tusschen do leden van het schepenkollegic 45 MENGELWERK VAN DB KLEINE PA TE TOT. van St-Gillis bemerken wi[ MM. De Jaokj bur gemeester, Yan Mecnen, Van der Schriel, Van der Haegcn en Vafelaerts, schepenen. Wij bemerken insgelijks nog MM. Bei-nier, Drion, Hasaert, Page, raadsheeren, alsmede M. Merkx, gemeeutc-sekretaris. Een piket gendarmen houdt langs het tegen overgestelde gaanpad do menigte in bedwang. De ontvangstzaal De Koninklijke zaal der Spoorhallo is prach tig versierd. De wanden verdwijucu letterlijk onuer de prachtige bloemtuilen, palmboomen en andere Oostersohc planten. Waarlijk, M. Peoters, blocmkwceker, welke met do versiering" der zaal gelast was, heeft do meeste eer van zijn werk. De prachtige verzameling azaléas vooral wekte de algemeene bewondering. Ernstig geschil Al spoedig werd de algemeene opmerking ge maakt dat do ordedienst volslagen onvoldoende en allerslechtst ingericht was. Op een gegdvcn oogenblik weerklinkt hetBataulon! Gar Se a vovsDo vertegenwoordigers der drukpers, welke zich vóór de rangen bevonden, zagen links cn rechts naar eene geschikte plaats, Vm waar zij, zonder iemand te hinderen, huimc zending zouden kunnen vervullen. Doch eens klaps dondert het barsch bevel Les représen tant s de la presse, prenez voire position! Licht valt het te begrijpen hoe raar wij allen opzagen bij dit Russisch bevel. Eeu konfrater maakte de beleefde opmerking dat de afgevaar digden der drukpers geene bevelen der burger wacht te ontvangen hadden. Deze even beschei den als beleefde opmerking was voldoende om mijnheer den majoor in ccne heilige veront waardiging te doen losbarsten cn korVif snauwde hij ten antwoord Alles, je vous dis, sinonjc ferai araneer mes hommes. (Ziet dat ge voortkomt of ik doe mijne mannen voorwaarts rukken Als óén man blijven al de dagbladschrijvers pal als do rotsc staan, terecht gebelgd cn in hunne eigenwaarde gekrenkt door dezon onb'c- schoften uitval. De lompe vlegel echter hield er aan te toonen dat hij eerder bij do wilden van Midden-Afrika dan bij beschaafde lieden to huis hoorde, eu gaf bevel ons met do kolf der geweren achteruit te stompen Echt beleefd, echt vriendelijk, niet waar, lezer? Wijl de dagbladschrijvers echter bcjtehaamc lieden zijo, trokken zij zich terug, doch niet spoedig genoeg volgens de meeniug van den verwaanden Rus, want een zijner officieren dreigde op een gegeven oogenblik een onzer konfraters van het Journal de Bruxclles van zijn revolver gebruik tc maken. De maat was vol, doch dank aan de waardige bemiddeling van M. Cutsaert, dienstoverste van het bestuur der spoorwegen, kwam het toch tot geene verdere ergerlijke feiten. Wat beteekcut dit? riep mijn broeder, die verschrikt recktsproug. Paul! Paul! het is van firoekcl die mij komt vermoorden, huilde ik. Houdt den kerkdief aan die uit het gevang gebroken is! kreet mijn broeder. Houdt aan! houdt aan Loopt om do policie! Hij sprong vóór mij om mij te verdedigen, doch alsot er eene schielijke en zonderlinge gedachte in zijn hoofd geschoten ware, wendde hij zich om en begon mij met koortsachtige bewegingen te omhelzen, terwijl hij zuchtte Arme zuster, welke schande valt er eeus- klaps op ouzcu onbevlektcn naam Kwamen die gemoedsuitstortingen bier te minuten konden tegenhouden. Het monster, dat. als razend was, gelukte er na dien korten tijd echter in zijne aanvallers achteruit te werpen en stond juist vóór mij toen Paul zich van mijae kleinoodon eu banknoten had meester gemaakt. Wat wilt gij vau mijne zuster, schurk? bulderde mijn broeder. Zij gaat sterven 1 loeide van Broekel, en hij stootto Paul zoo geweldig tegen do borst dat hij achterover tuimelde. Dan riep hij akelig grijnslachend tot mij Ik zal wel opnieuw, cn dit voor lange jaren, in hel gevang gesmeten worden, maar ik zal mij toch gewroken hebben.Tezelvertijd liet bij zijnen knods geweldig op mijn hoofd neder bonzen. Wat cr verder gebeurde hoorde of zag ik niet meer, want ik was in bezwijming geene ge- waaudo zooals degone van jufvrouw Augcline gevallen. Toen ik tot bewustzijn kwam, lag ik in mijn bed. Ik staarde verbaasd in het rondo cn zag mij nen broeder die, in reisgewaad, bezig stond met eono sigaar tc ontsteken. Op cono tafel lag een zwaar valies. Aan miju bed zat ccno meid uit pas? Geenszins, maar mctteposlaauilo ik als j bot hjrtd> j;0 mij ongetwijfeld verzorgd Lad, buiten mij zeiven was van schrik, gevoelde ik toch dat bij mij haastig ontdeed vau de perelen welke ik rond rnijuen hals droeg, van mijne oorslingers, armbanden en borstspeldik werd gewaar dat zijne banden in mijne zakken tast ten en zag schielijk de portefeuille met bank noten welke ik bij mij had, in zijnen overjas verdwijnen. O! ciie laaggezonken schurk 1 Broederliefde was er in hem niet, maar hij vreesde dat die i want ik gevoelde dat er om miju hoofd ecu doek gebonden was. Hoe gevoelt gij u? vroeg Paul. Ik herinnerde mij oogenblikkelijk het voor gevallene, cn vroeg nog verschrikt Iloo komt het dat ik mij hier bevind Ilij deed oen teeken aan de meid vau tc ver trekken en nadat deze verdwenen was, zegde hij van Broekel werd spoedig door het volk i Indien gij van zin waart zóó tc handelen, waarom juweelcnten' ditgold in de handen van den muo-vastgegrepen en naar het gevang gedaan. Ik liet ge nuj dan in miju boerenstulpjo niet? gingen vallen. heb u haastig in een rijtuig doen dragen dat u Gij leunt er terugkecren, meisje. Aangenaam is liet ons, hier eeno openbare blijk vau hulde to brengen aan M. Cutsaert, alsmede aan M. Cochaux, suit ie-overste, en aan den heer bevelhebber (wij betreuren het zijn naam niet te kennen) uer gendarmerie, wiens gedrag in dezo droevo zaak boven allen lof staat. De aankomst 1 ure 5ü. Ter nauwernood waren de gemoederen tot bedaren of con sissend gefluit kondigde de aan komst van den trein welke de beroemde reizi ger aanvoerde. Tea 1 ure 50 m. stoomt de trein de statie binnen. In het eerste rijtuig bevinden zich M. Buis met het schepenkollegie der hoofdstadin het tweede bevindt zich Stanley met de HIL kapi tein Valck en luitenant Licbaert, do afgevaar digden van 'tHof, alsmede de HIL Jophson, Nelson en dokter Parke, welke het gevolg van den Afrikareiziger uitmaken. Het muziek der burgerwacht heft het Ameri- kaanscho volkslied aan, en- Stanley, kalm en rustig, stapt af. Ziju gebruiud gelaat verraadt wilskracht en karaktersterkte, in zijn blik leest men do uitdrukking vau koon beraad en goed aardigheid. Stanley was eenvoudig gekleed zwart kos- tuura, lichtbruine overjas met bruino ronde hoed. Luidruchtige toejuichingen begroeten den man die gansch de beschaafde wereld in bewon dering bracht. M. Stanley wordt vervolgens naar do ont vangstzaal geleid, waar hij door de gemeente- overheid van Sint-Gillis verwelkomd wordt. Eenige minuten later nam Stanley, met den groot-maarschalk van het Hof, in een open uofrjjtaig plaats dat hem rechtstreeks naar het Paleis voerde. Voor het Koninklijk vorblijf bcvondon zich eon vijfhonderdtal personen die Stanley met geesdnft toejuichen. Ilij antwoordt met den krijgsgroet en ver dwijnt weldra in het Paleis. Hier, punctum! On ne passé pas! - Door een persoon die Stanley te Quóvy af haalde, hoorde ik do opmerking maken dat te Bergen eene opgetogeno menigte den beroem den reiziger luidruchtig toejuichte. Andere incidenten Blijspel. Treurspel. Eenige oogenblikken voor do aankomst van den trein, had er eeu nog al grappig toonecl plaats. Eeu aantal nieuwsgierigen had het bovendek der rijtuigen van eenen in de spoorhal staanden trein stormenderhand ingenomen. De trein had schoon te fluiten als om te zeggenpast op want ik trek er van door, het publiek was gekomen om te zien en wilde en zou zien. Ja maar, do trein werd het gekscheren moede cn op eens VoorwaartsVerbeeldt u den har rewar welke onmiddellijk op het dek plaats had. Gclukkigliik hield het de trein bij deze verwit tiging en konden do zoo hoop geplaatste toe schouwers wederom op vasten boden geraken. Ziedaar het blijspel. Thans het treurspel I Wanneer do trein die Stanley aanvoerde had stilgehouden, wilden de dagbladschrijvers zich naar de ontvangstzaal bleven, doch daartoe moesten zij voor do schrikkelijke horde der wachten van St-Gillis doorgaan. Arrêteson ne passé pas Dat was te kras! Nu bleek het zonneklaar dat er hier met voorbedachten rade op zulko brutale manier te werk werd gegaan. Ook waren do dagbladschrijvers het moede cn, daar zij gekomen waren om hunno zendiDg van verslaggevers te vervullen, wilden zij, on danks de onbeschofte houding der burgerwacht, hunnen weg voortzetten. Dan greep er een tooneel plaats dat alle ge dacht te boven gaat. Do dagbladschrijvers wer den gestampt, geslagen, kortom, erger dan honden behandeld. M. T..., der Itéforme, werd op bevel van een officier door veert'g wachten tc gelijk vastgegrepen; zijne kaart van dagblad schrijver werd afgerukt, zijn hoed ineen gesla gen, zijne kleederen verscheurd eu van ziju lichaam gerukt. Een Engelsch verslaggever van het Emin Comity werd tegen den grond geworpen en met voeten getreden. Zouden de slavenhalers in CoDgo alzoo Riet hunne slaven te werk gaan?... Zonder onderscheid van partij of politieke denkwijze, hebben al do konfraters zich met verontwaardiging tegen zulko barbaarsche han deling verzet, en er in gezamentlijken naam op staanden voet by den heer burgemeester van Sint-Gillis krachtdadig verzet tegen aangetec- kond. Iiopen wij dat een streng onderzoek ingesteld worde, en dat do plegers dezer schandelijke baldadigheden op voorbeeldige wijze zullen gestraft worden. Zeggen wij alvorens te eindigen dat de wach ten met weerzin en blijkbaren walg aan ilc brutale bevolen hunner oversten gehoorzaam den; zij zijn het niet die berispt moeten worden. De officieren alleen hebben schuld aan de aan gehaalde ergerlijke feiten. Eu de gemeenteoverheid De hoeren Do Jaer en andere Van Meoncns wandelden heel statig met hunno gestreepte broeken op het gaanpad, en hadden alleen oogen voor hunno vergulde degeps en verzil verde knoppen. Dccidémcnt c'est me belle those, 1'autorité! Wat zal Stanley een groot gedacht van onze blauwen mededragen ValunTt-n. Belachelijke kluchtspelers. Dg Meester heeft het woord genomen. Al do groote en kleine doktriuairo en radikalo bladen liggen Ik gevoel weinig pijn, Paul, welke schande! Geheel do stad weet nu dat ik, die doorging voor eeno rijke Fransche dame, het wijf ben van oenen kerkdief. Maar, wat hebt gij in het hoofd? Gij staat daar alsof gij eene reis gingt ondernemen. Zuster, wij moeten scheiden, sprak hij koel. Die zaak zal vóór het gerecht komcu cn met die mannen met hunne toga's aan, maak ik niet gaarne kenniswant op het tribunaal van het een ca het ander klappende, zouden er din gen kunnen aan het licht komen dio best ver borgen blijven. Ten andere, de bank welko ik bestuur, kan. niet lang meer blijven bestaan. Ik neem dus deze gelegenheid waar om over zeo te steken, lu der haast heb ik zoo het een cu het ander bijeengesukkeld wat mij ginder nuttig zou kunneu ziju. En nu, vaarwel, zusterke. Ik zou gaarne mot den nachttrein nog vertrekken. Paul, wat moet ik nu gaan doen? kreet ik verschrikt. Caroliontje, het is mijne schuld niet dat ik voor u niet kan blijven zorgen, de omstan digheden willen het anders. Eu bot geld welk gij mij oulnomen hebt? Behoort alleen toe aan uwen broeder, die het u enkel in bewaring had gegeven. Hartelijk dank voor de zore welke gij er voor gehad hebt. Eu waarmede moet ik nu voortleven I Doe onze meubelen verkoopen. Die zullen nog al wat opbrengen. De schuldeischors zullen ze aanslaan. Dit is weeral mijne schuld niet. Paul, gij stort uwe zuster in het verderf. Dc kerel had den tijd om mij tc bestelen, daar de cirkrijdcrs Van Broekel achterna ge sprongen wareu cu hem gedurende een paar Verboden uadruk. naar ons hotel heeft gebracht waar eene meid Dat kan niet meer zijn, men zou mij giu- uw bloedend hoofd hoeft gewasschcn. Ziedaar der niet meer willen aanvaarden. Daarbij, ik .alles wat er gebeurd is iu con uur tijds. llocjbendie armoedige lovenswijze nu niet mce*j gaat het nu 7gewoon Kom, kom, verontrust u niet. Gii zyt jong en schoon en zult wel op de eono of do andere manier fortuin makcu. Wees slim gelijk uw broederen gij zult, even als hij, vooruitgeraken. Vaarwel tot binnen eenigen tijd, want het lot zal ons nog wel eens in dit of geen hoekje der wereld te zamen brengen. En hy nam zijn valies op cn trok wel behagelijk aan zijne sigaar. Paul, hebt go dan geen hart? jammerde ik. Zeker, lief kind, maar wees toch eens redelijk zoudt gij geeme hebben dat men uwen broeder achter de grendels zette Laat mij dan ten minsta wat geld Zoudt gij, die zulko gevoeligo ziel hebt, wel kunnen toelaten dat uw broeder iu Enge land aankomt als een anno duivel zegde de schurk, eu cr lag eeu spotlach op zyne lippen. Gij zijteen onmensch! weende ik. Kom Caroliontjo, het is nu geen tijd om komedie te spelen. Laat my uwe hand drukken tot afscheid Ilij trad naar my, doch ik borg mijne handen onder miina dekens weg en riep hem toe God zal u straffen, ellendige meusch Aan wien go nu denkt, lachte by. Haddo ik er vroeger maar wat meer aan gedacht, ik zou op dozen oogenblik zulk ramp zalig schepsel niet zijn. Paul, heb toch mede lijden met uwe ongelukkige zuster Gij wilt mij uwe hand niet laten drukken tot, afscheid. Foei, dat is niet schoon voor u, kind. Gij zijt vroeger altijd een koppig meisje geweest, en'ik zio dat gy nog altijd grillen hebt. Nu, indien gij op gceno vriendelijke wijze van mij wilt scheiden, kan ilc «r niots aau doen. Slaap welEn do harteloozo kerel nam zijn valies op, knikte mij nog eens spotlachend too en verdween dan uit de kamer, terwijl ik zuchtte Wat moet ik nu weer gaan beginnen (Wordt voortgcccf.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Kleine Patriot | 1890 | | pagina 2