AALST
Voor de
Landbouwers
van 18 Jan
1937
TWEEDE BLADZIJDE
mogelijk maken van de nijverheid, die
in ongunstigen toestan'i verkeert ten
den den kostprijs verminderen, den
gevolge van overdreven lasten. Zij zou-
uitvoerhandel bevorderen, den huur
prijs van het geld verminderen en de
levensduurte doen afnemen.
Bij elke beraadslaging over de be
grooting van financiën verdedig ik de
zaak der burgers, die weggevoerd wer
den tijdens den oorlog. Ik hoop, dat
men hun eindelijk recht zal laten we
dervaren.
In 1924, heeft de heer Pirenne hun
belangen verdedigd tusschen den hr.
Pirenne en den Duitschen Staat is een
overeenkomst tot stand gekomen,
waarin nl. bepaald wordt dat d<e Duit-
sche regeering erkent een bedrag van
24 millioen frank schuldig te zijn, te
verdeelen onder de lastgevers van den
heer Pirenne dezen zouden van alle
verdere eischen afzien.
Die toelage werd onder de 47,957 on
derteekenaars verdeeld. Doch, een hon
derdduizendtal andere weggevoerden
hadden geen kennis van die procedure
en ontvingen niets. Ziedaar een
schreeuwend onrecht. De regeering
heeft tot plicht aan de burgerlijke weg
gevoerden, die niet onderteekenden,
een som uit te keeren gelijk aan die,
die aan de anderen werd toegekend.
Niet één Minister van Financien heeft
de gegrondheid van mijn zienswijze
ontkend. De heer Houtart heeft mij
doen weten, dat dienaangaande een
wetsontwerp werd opgemaakt de heer
Renkin verklaarde mij, dat de regee
ring verplicht was het onderzoek van
het ontwerp te verdagen tot een gun
stiger tijd aanbrak. Verleden jaar.
antwoordde mij de heer Max-Léo Gé-
rard, dat de kwestie der vergoedingen
aan de weggevoerden voor het verlies
van colli zijn gansche aandacht gaan
de maakte.
Daar men nooit de gegrondheid van
die eischen en de mogelijkheid om ze
in te willigen, heeft betwist, besluit ik
er uit, dat die menschen eerlang vol
doening zullen krijgen.
Ik vestig de aandacht van den Mi
nister op de belangen van de bejaarde
gepensioneerden van het onderwijs.
Het is treurig wanneer men ziet hoe
traag de aanpassing van hun pensioen
vordert. Hoelang zullen die bejaarde
menschen nog hun aangepast pensioen
kunnen trekken
Elke week worden tientallen onder
hen door de dood weggemaaid. Het is
treurig te moeten bedenken dat zij het
niet mochten beleven dat hun rechten
werden erkend en dat hun materieel
toestand werd verbeterd.
Men ziet niet goed in waarom geen
enkel aangepast burgerlijk pensioen tot
op heden werd uitbetaald, terwijl de
militaire pensioenen grootendeels zijn
vereffend. Die toestand duurt sedert
ongeveer negen jaar.
De herziening, door het Rekenhof,
van de oude pensioenen vordert traag
en moeilijk. Indien het personeel on
toereikend is, moet het vermeerderd
worden.
Ware het niet mogelijk de herziene
pensioenen nu reeds uit te betalen en
de pensioenen van de oudsten in jaren,
eerst te onderzoeken Ik verzoek den
Minister naar de mogelijkheid uit te
zien om het werk te bespoedigen. Hij
zal er, daar ben ik zeker van. er cp
staan zoo spoedig mogelijk voldoening
te schenken aan die oude lieden, die
een daad van rechtvaardigheid: ver
wachten. (Toejuichingen bij de libera
len
centiemen te verminderen en dus te
brengen op 20 opcentiemen. Dit be
duidt voor die kategorie belastingschul
digen eene nieuwe vermindering van
157.500 fr., wat ontegensprekelijk de
koopkracht van het grootste deel van
die menschen moet vermeerderen, wat
dus rechtstreeks ten goede moet ko
men aan handel en nijverheid.
Voor wat de Aalstersche nijverheid
aangaat werd van hooger hand de be
lasting op de beweegkracht gebracht
van 12 fr. per eenheid Paarden Kracht
op 12 fr. per Kilowatt en daar 1 een
heid P.K. gelijk staat met 0.736 Kw.
wordt hier de nijverheid bevoordeeligt
met 26 t.h.
Dit is de reden waarom 1937 een klei
ner cijfer voorziet als 1936, terwijl an
derzijds logischer wijze de heropleving
van de nijverheid ons hier ook een
meerdere inkomst moest bezorgen.
Met de 20 opcentiemen meer te ont
lasten op wedden en loonen, ontlasten
wij, in verhouding met de cijfers van
vorige jaren de bevolking voor een to
taal van fr. 420.500.--
plus 157.500.—
gewonen dienst fr. 3.000.000.—
is voorzien voor de straten
650.000.—
voor landbouwwegen
400.000.--
voor rioolen en borduren
4.000.000.-
voor onteigeningen
5.000.000.—
voor rioleeringswerken en
zuivering van wateren,
overwelving van Hoezebeek
en Ziebegembeek
of samen fr. 13.050.000.—
of samen 578.000.—
DE BEGROOTING
De heer Burgemeester opent de ver-
gadering om 8.15 u. De raad is voltallig.
De sekretaxis bracht verslag uit over
de laatste vergadering, dat zonder op
merkingen werd goedgekeurd.
Daarna verleende hij het woord aan
de Heer DE STOBBELEIR (Schepen
van Financies). Zijn rede
Mevrouwen en Mijnheeren,
De begrooting 1937 werd u ter hand
gesteld bij middel van de formulieren
voorgeschreven en ter beschikking ge
steld dcor het Provinciaal Bestuur en
ik ben ervan overtuigd, dat die formu-
len er veel zullen toe bij gedragen heb
ben om aan de Raadsleden toe te laten
een klare kijk te hebben over de be
grooting zelve.
Zooals voorgeschreven werd als ver
trekpunt genomen de afgesloten reke
ning van 1935 en de goedgekeurde be
grooting voor het jaar 1936.
De rekening '35 voorzag nog een som
van 1.498.430,53 fr. als te innen ont
vangsten, maar voorzag ook een som
van 3.420.089,63 fr. als nog te betalen
uitgaven. Om dit verschil in evenwicht
te brengen, heb ik rekening gehouden
van de meer ontvangsten dan hetgeen
voor de begrooting 1936 voorzien
was en voortspruitende uit de herop
bloei van handel en nijverheid.
Een eventueele herziening van de
cijfers van 1936 is trouwens ook voor
zien in de begrootingsformulieren voor
1937 door het Provinciaal Bestuur ons
ter hand gesteld, en ik heb er aan toe
gevoegd voor meerdere opbrengst
Op mobilienbelasting fr. 160.000.—
Op grondbelasting 170.855.21
Op bedrijfsbelasting 720.000.—
Op cedelbelasting geheven
in andere gemeenten 150.000.—
grondbelasting, mobiliënbelastmg en
bedrijfsbelasting, inplaats van 160 op
centiemen zooals de laatste jaren.
2) Met basis 40 opcentiemen op de
speciale belasting op wedden en loonen
in plaats van 50 opcentiemen.
3) Dat de belasting op dienstboden,
balcons en logias, poorten en hekken
volledig werden afgeschaft.
Deze verminderingen beloopen geza
menlijk tot de som van 420.500,00 fr.
en verdeelen zich als volgt
Grondbelasting fr. 160.000.—
Mobiliënbelasting 3.400.—
Bedrijfsbelasting 132.000.—
Wedden en loonen 79.000.—
Dienstboden 7.100.—
Balcons, logias 8.000.—
Poorten en hekken 31.000.—
Samen
fr.
420.500.—
Te samen fr. 1.200.855.21
Die herziening liet toe, rekening hou
dende met het vermoedelijk boni op
1 Januari 1936 en het te kort van de
laatste begrooting 1936, de nog te doe-
ne uitgaven van de rekening 1935, be-
loopende tot 3.420.089,63 fr. zooals hier
boven gezegd, in evenwicht te brengen.
Er bleef dan nog enkel over de toe
lagen van het Gemeenschappelijk
Fonds te storten aan de Commissie van
den Openbaren Onderstand en die in
1935- niet in de rekening en in 1936
niet in de begrooting zijn voorzien
niettegenstaande die rekening en die
begrooting goedgekeurd werden door
de overheid en die respectievelijk be
liepen tot 229.333,00 fr. en 270.537,00 fr.
't Zij 499.870,00 fr. te zamen.
Hadden wij deze twee schadelijke
posten niet gehad, de huidige begroo
ting die verleden Vrijdag in de Ver-
eenigde Sekties werd besproken en
sluit met een boni van 476.010,91 fr.
zou sluiten met 'n BONI van 476.010,91
plus 499.870,—
of samen 975.880,91
Dan wil ik er TJ in de eerste plaats
attent op maken, Mevrouwen en Mijne
Heeren. dat de begrooting '37 werd op
gemaakt
12 Met basis 150 opcentiemen voor
Als het huidige Schepen-College in
April 1935 werd samengesteld werd on
getwijfeld van dit vierledig Schepen-
College verwacht
Een strenge kontrool over de stads-
zaken
Een goed doordachte bezuinigingspo-
litiek
De gezondmaking van de finantieele
toestand van de stad.
Ik ben overtuigd, dat de Raadsleden
die deze begrooting bestudeerd hebben,
zich hebben vergewist, voor wat de
ontvangsten betreft eenerzij ds en
Hoofdstuk 16 «schuld» in de uitgaven
anderzijds, van rationeel beleid en
normaliseeren van de toestand door het
omzetten van de leening met bij zonde
ren en verders de omzetting van onze
leeningen van korten op langen ter
mijn.
Anderzijds werd, voor wat de uitga
ven betreft, niet aan kleinzielige be-
zuinigingspolitiek gedaan.
Er werden aanzienlijke sommen voor
zien voor het herstellen en onderhou
den der stadsgebouwen en straten.
Verders brengt de vermeerdering der
loonen en wedden aanzienlijker uitga
ven meê.
In de rubriek Gemeenteschuld werd
een som van 350.000 fr. voorzien voor
de jaargelden en dooiingen die de uit
voering moet toelaten van belangrijke
openbare werken en verbouwen van
noodzakelijke stadsgebouwen.
Alvorens verder te gaan, wil ik de
bijzondere aandacht van den Raad ves
tigen op het feit dat de verschillende
kategorien van belastingschuldigen bij
deze begrooting gading vinden.
De eigenaars zoo groote als klei
ne genieten een vermindering van
10 opcentiemen.
De handelaars, neringdoeners, mid
denstanders, in één woord, AL 'de vrije
beroepen worden ook met 10 opcentie
men ontlast.
De belasting die het zwaarste weegt,
namelijk de belasting op wedden en
loonen, wordt ook met 10 opcentiemen
vermindert.
Gezien het batig slot van 476.010,91
frank van deze begrooting, hernieuw ik
mijn voorstel gedaan verleden Vrijdag
in de Vereenigde Sekties, de belasting
op de loontrekkenden nog met 20 op-
Verder gehoor gevend en volledig ak
koord zijnde met de wenschen uitge
drukt in de sektievergadering van Vrij
dag 1.1., ben ik akkoord te voorzien
4.000 fr. voor de tooneelmaatschappijen
als vergoeding aan die maatschappijen
voor gebrek aan gebruik van het Stads
theater. Verders 12.250 fr. voor aan
koop van een vleugelklavier dat van de
Feestzaal niet mag worden verwijderd
en waarvoor de maatschappijen, die
feesten inrichten op de Feestzaal, en
indien zij een klavier noodig hebben
een huurprijs zullen betalen.
Blijft nog 75.000 fr. voor meerdere
doodingen voortvloeiende uit het feit
dat 1.000.000 fr. meer zouden worden
voorzien in de buitengewone begrooting
voor onderhoud en leggen van straten
en nog 600.000 fr. voor de onteigening
van de gebouwen gelegen rond het
Stadstheater.
Van die nieuwe cijfers rekening hou
dende sluit deze begrooting op den ge
wonen dienst met een BATIG slot van
222.260.91 fr.
Het is ontegensprekelijk dat met een
dergelijke begrooting, de kastoestand
in 1937 merkelijk zal verbeteren wat
voor de buitenstaanders en de leveran
ciers van de stad, het vertrouwen in
onze stad zal versterken.
Het is wenschelijk dat, willen we
dien toestand nog verbeteren, een en
gere verstandhouding zou bestaan on
eer het personeel van onze stadsdien
sten.
Ongetwijfeld zou het sneller goed
keuren van onze begrootingen en reke
ningen door de hoogere besturen veel
gemak, maar ook heel veel gelegenheid
om met meer juistheid en stiptheid te
werken meê brengen. Maar voor wat de
stadsdiensten zelf betreffen, indien we
de stad willen besturen zooals het be
hoort, moeten sommige diensten wor
den heringericht, moet het werk in de
bureelen beter worden verdeeld, moe
ten de mandaten regelmatig worden
opgemaakt en de sommen overeen
stemmen met die voorzien in de be
groeting, mogen de voorziene kredieten
niet meer overschreden worden, moet
er een hoofd zijn die met takt de lei-
ring in handen houdt van de verschil
lende diensten hier in ons stadhuis ge
vestigd.
Het Schepen-College zal zijne ver
antwoordelijkheid nemen om maatre
gelen te treffen om daaraan gevolg te
geven.
Schenken wij thans, gedurende enke
le oogenblikken onze aandacht aan de
Buitengewone Begrcoting die dit jaar
aanzienlijke sommen voorziet.
Tot heden heeft de stad Aalst nog
niets genoten van de honderden mil
joenen franken die werden uitgestoken
door de Staatsdiensten om werken en
verbouwingen te laten uitvoeren, met
het oog op de werkloosheidsbestrijding.
Een programma van -uitvoering van
openbare werken werd opgemaakt en
het stadsbestuur wil trachten voor 1937
en volgende jaren zooveel mogelijk van
die toelagen te kunnen gemeten. En
zoo komt het, dat in de verschillende
hoofdstukken van onze Buitengewone
Begrooting groote semmen zijn voorge
dragen, om op alle gebied aan het Ste
delijk Patrimonium, aan ons Stadsbeeld
en aan ons Stadsleven, een heel ander
uitzicht te geven.
De opsomming der verschillende wer
ken vindt gij in de uitgaven van onze
buitengewone begrooting.
In de ontvangsten zijn vermeld in de
verschillende hoofdstukken de subsidies
welke wij van den O.R.E.C. of de ver
schillende betrokken Ministeries hopen
te ontvangen en dit voor een gezament-
lijk bedrag van 9.040.500 fr. Verders
onder Hoofdstuk 7 «Leeningen» is in
geschreven de som van 13.801.000 fr.,
zijnde het totaal bedrag van de tus-
schenkomst van de stad voor de uit
voering van verschillende werken. Zoo
als reeds gezegd zijn de doodingen
voorzien in de gewone begrooting.
Het geschatte bedrag der uit te voe
ren werken beloopt tot een totaal van
21.241.500 fr.
Terloops meen ik er te mogen op wij
zen, dat buiten de sommen voorzien in
den gewonen dienst, er in den buiten-
De Buitengewone Begrooting liet een
batig slot van 944.316,26 fr. De ver
schillende voorziene toelagen en lee
ningen beloopen in hun geheel tot
23.426.650 of een totaal van 24.370.966.26
frank tegenover de uitgaven van de
buitengewone begrooting, rekening
houdende van de 62.139,76 fr. die nog
te vereffenen bleven van vorige dienst
jaren tot een bedrag van 23.978.086,67
of een batig slot van 392.879,59 fr.
Het Bestuur van de stad Aalst, met
eene begrcoting op zich zelf genomen
voor 1937, voor den gewonen dienst tot
een bedrag in inkomsten en uitgaven
van circa 20.000.000 fr., dient be
schouwd en uitgevoerd als het beheer
van eene groote handelszaak en waar
van wij op dit oogenblik de beheerders
zijn.
Ik meen, dat wij den weg zijn inge
slagen dat onze bevolking van de zwa
re lasten waaronder zij gedurende ja
ren gebukt ging, trapsgewijze van ver
mindering zal kunnen genieten. Ik
breng hulde aan de leden van het
Schepen-College, 'die met de meeste
welwillendheid hebben meegewerkt aan
elke politiek van opbouw en gezond
making.
Ik ben de Overtuiging toegedaan, dat
de toestand welke ik de eer had voor
te dragen, uwe goedkeuring zal weg
dragen en tegelijkertijd uw vertrou
wen en dat van de gansche Aalstersche
bevolking.
De heer Deprez (soc.). Deze vreest,
dat De Stobbeleir, de begrooting welke
sluit met een batig saldo, voor eigen
partij zal uitbuiten en acht het goed er
even aan te herinneren aan de toe
stand van vroeger, waar het toenmaals
College verplicht geweest is de verhoo
ging der opcentiemen te stemmen.
Daar er een boni is, doet hij na
mens zijn groep volgende voorstellen
1) 50.000 fr. meer voor wintersteun
en melkuitdeeling aan behoeftige kin
deren
2) Loonsverhooging aan de politie en
betaalde overuren
3) Meer toelagen voor openbare wer
ken
4) Toepassen der syndicale barema
voor de stadswerklieden
5) De ondernemers van openbare
werken zouden -aan hun werklieden
geen minderwaardige loonen mogen
betalen.
Mw Gravez (V.N.). Verklaart, dat
er voor openbare werken de som van
21.000.000 fr. voorzien is voor het ver
nieuwen van straten in alle wijken,
voor het verbouwen van stadsgebou
wen waaronder Handelsrechtbank,
Stadhuis, Slachthuis, enz.
Voor het vervangen van de barakken
door goedkoope woningen 600.000 fr.
Verder zal er aangevangen worden
met het nieuwe Atheneum, Stads
schouwburg en Zwemkom.
Mr Bocqué (V.N.). Verklaart zich
akkoord om de belasting te verminde
ren en zegt, dat het de vroegere ver
hooging is die nu de vermindering toe
laat.
Hij zegt aan De Stobbeleir, dat de
vermindering op zijn verantwoordelijk
heid is, voor wat betreft de toekomst.
Mr Bastiaans (Kath.). steunt het
voorstel van Deprez, maar zegt, dat
zulks in de Sekties had moeten bespro
ken worden en niet in de openbare
vegadering.
Mr Danckaert (K.). Zegt, voorwat
betreft de wintersteun, hij aan ver
schillende steden inlichtingen heeft
gevraagd.
Voor een medisch toezicht in de
scholen, had hij een schrijven gericht
naar den Raad, maar deze heeft hem
niet gevolgd.
(Mr De Stobbeleir protesteert.)
Mr De Stobbeleir (Lib.). Mr Danc
kaert moest hiervoor de berekeningen
gemaakt hebben, om die desnoods in de
begrooting te kunnen inschrijven.
Aan Deprez herinnert hij eraan, dat
destijds de socialistische bladen hulde
brachten aan de liberalen, omdat ze
alhoewel toen in de oppositie al de
noodige kredieten en leeningen stem
den.
Met wat de Soc. voorstellen betreft,
kan hij zich niet akkoord verklaren,
omdat het gemakkelijk is wanneer er
een boni is, met nieuwe uitgaven voor
de pinne te komen. Hij verklaarde ver
der dat hij dan ook met voorstellen
kon opkomen en het overschot wegma
ken. Alleen kan hij het betalen der
overuren der politie aannemen.
Mr Moyersoen (Kath). verklaart,
dat het overschot te klein is om goed
te besturen en om reeds met uitgaven
op te komen.
Daarmee is de algemeene bespreking
ten einde en er zullen enkel eenige ar
tikels afzonderlijk besproken worden.
Mr Callebaut (Kath.) Vraagt
waarom er in de begrooting maar
150.000 fr. voor de vakschool is inge
schreven, in plaats van 160.000 zooals
was overeengekomen.
Mr De Stobbeleir (Lib). verklaart,
dat er absoluut geen akkoord was. De
Schepenen Moyersoen en Danckaert,
hebben zich in de sekties akkoord ver
klaart met een toelage van 150.000 fr.
Mr Moyersoen (Kath.) bekent,
dat hij zich akkoord heeft verklaard
met 150.000 fr. maar denkt dat er in de
toekomst naar middelen zullen moeten
uitgezien worden om de toelage te ver-
hoogen, want, het vakonderwijs wordt
voordeeliger als het middelbaar onder
wijs.
Mr De Neve (V.N.) vraagt voor de
mutualiteiten inplaats van een toelage
van 55.000 fr., 110.000 fr.
Mr De Stobbeleir (Lib.) verklaart,
dat met een meerdere toelage aan de
mutualiteiten dit geen verlichting zal
zijn aan den openbaren onderstand.
Mr Lauwereys (Soc.) steunt voor
wat betreft de sociale voorzorg, het
voorstel van Deprez.
Mr Cornelis (Lib.) zegt, dat de
melkuitdeeling een algemeene regie!
moet zijn en niet aan zwakke kinderen
alleen, ten einde geen stempel te zet
ten op di$ kinderen.
Vraagt verder het voorstel De Neve te
onderzoeken.
Na nog een weinig dickutie wordt de
begrooting in haar geheel ter stemming
gelegd en eenparig goedgekeurd.
Bij gebrek aan plaats, zal het verslag
over de andere punten der dagorde toe
komende week verschijnen.
Men beweert, dat de liberalen voor
onze landbouwers niets doen. Wij geven
hier, ten titel van staaltje, de rede uit
gesproken in de Kamers, door de libe
rale Volksvertegenwoordiger, VAN
GLABBEKE.
De Heer Voorzitter. Het woord is
aart den Heer Van Glabbeke.
De Heer VAN GLABBEKE (op het
spreekgestoelte). Mijnheeren, mid
den al i; e levenskrachten der natie, ver
dient de landbouwer eene allereerste
plaats. Ik bedoel natuurlijk eene aller
eerste plaats om van de gunsten der
regeering te genieten. Nochtans, in wer
kelijkheid gaat het anders de land
bouwer staat op de eerste plaats om
uitgebuit te worden en van zijn duur-
gewonnen spaarcentjes beroofd te wor
den. In andere woorden de spreuk «De
boer zal 't al betalen», blijft nog steeds
in de mode.
Niemand zal betwisten, dat de toe
stand op den buiten, verre van schit
terend is. De laatste daling van den
frank heeft daartoe veel bijgedragen,
door het stijgen der inkoopprijzen van
20 tot 25 ten honderd, wanneer de ver
koopprijzen in evenredigheid deze stij
ging niet volgden.
Tijdens de laatste jaren werd, door
den Staat, eene soort politiek der min
ste krachtinspanning gevolgd. In plaats
van aan het landbouwvraagstuk eene
nationale oplossing te geven, werden
politieke redmiddelen gebruikt. Onze
landbouwers wist men te paaien met
protectionistische maatregelen, contin-
genteeringen, zekere toelagen en hiel
en daar wat premiën waarvan meesten
deels de groote landbouwers genoten
hebben.
Onze landbouwer moet op de hoogte
worden van den vooruitgang welken op
den vreemde verwezenlijkt wordt, en
dit kan slechts geschieden door een de
gelijk landbouwonderwijs.
't Is dus met overtuiging, dat ik kre
dieten voor het landbouwonderwijs zal
stemmen. Nochtans moet ik bekennen,
dat het officieel landbouwonderwijs on-
vc.i.oende ingericht is en ik wensch in
het bijzonder de opmerkzaamheid van
den achtbaren Minister van Landbouw
te vestigen op het feit, dat er, in stre
ken welke, zooals het Veurne-Ambacht,
het Diksmuidsche, de kantons Nieuw-
poort en Gistel, uitsluitelijk van land
bouw en veeteelt leven, er geen enkele
landbouwschool bestaat. Die toestand
moet veranderen. Onze landbouwbevol
king heeft landbouwonderwijs noodig.
Zij is niet genoeg op de hoogte der mo
derne methoden van uitbating. Mijne
streek is een der belangrijkste des lands
onder landbouwopzicht. De stad Dixmu-
de, als landbouwcentrum bekend, ware
ontegensprekelijk lie gepaste plaats
voor het inrichten eener landbouw
school. Dit zou in onze streek de groen
ten teelt grootendeels bevorderen. D.t
ware overigens zeer gegrond, daar wij
langsheen de kust, tijdens de Zomer
maanden, in onze badsteden, een over
groot verbruik van groenten hebben.
Zelfden toestand geldt insgelijks voor
wat betreft het fruit en de bloemen.
Het staat vast, dat in ons land, de
landbouw slecht is georganiseerd en dat
de contingenten, waarmee men nu den
landbouw tracht te beschermen nood
lottig zijn én voor den landbouwer én
voor den verbruiker. Uit de statistieken
blijkt het immers, dat bedoelde contin
genten jaarlijks voor meer dan twee en
half miljard op den Belgischen verbrui
ker wegen.
(Zie vervolg 3de bladzijde.)