Jiet Liberaal jSolidarisme.
REDEVOERING
JASPAR
door den Heer
redevoering
Marcel'Henri
ai
uitgesproken in de Kamer van Volksvertegenwoor-
dagers, door dee Heer BEHN
naar aanleiding van de Algemeene Behandeling der
Begrooting van Openbaar Onderwijs.
Minister van Verkeerswezen, uitgesproken in de
Kamer der Volksvertegenwoordigers.
Vergadering van 11 MAART 193 7.
BIJ DIT BLAD BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
BLADZIJDE EEN
PRIJS PER NUMMER 50 CENTIEMEN
VRIJHEID
SOLIDARITEIT
VERANTWOORDELIJKHEID
DE LIBERAAL
NEGENDE JAAR
ZONDAG 28 MAART 1937
W E E K B L
AD DER LIBERALE PART IJ VAN IIET ARRONDISSEMENT AALST.
AANKONDIGINGEN 1.00 fr. per regel (voor kleine) voor groote aan
kondigingen, prijs volgens te vragen tarief. Aankondigingen en artikels
te weigeren is voorbehouden. ALLE toezendingen moeten onderteek end
zijn. RECHTERLIJKE AANKONDIGINGEN 3 frank de regel.
Verantwoordelijke Uitgever
EMIEL VAN LIL, Groote Markt, AALSJT.
DRUKKERIJ Michel BRACKE-DUBOIS
ST- GILLIS - DENDER MO NDE
Voor aankondigingen binnen het Arrondissement Aalst, wende men zich
rechtstreeks tot de Redactie «GRAAF EGMONT», Aalst, Tel. 370, Postch.
Rek. 41.11.44. Voor aankondigingen buiten het Arrondissement Aalst,
wende men zich tot den DRUKKER.
MEVROUWEN, MIJNHEEREN,
Het ligt niet in mijn bedoeling, hier vraag
stukken te behandelen, welko reeds van op de
ze tribune door andere Redenaars werden toe
gelicht. Ik wil er echter op wijzen, dat de lots
verbetering van den lageren Onderwijzer zich
volstrekt opdringt. Zijn toestand als intellec
tueel is even beklagenswaardig als deze van
den mijnwerker en arbeider.
Uit hoofde van het feit, dat de in 1928 voor
het meerendeeld der Staatsbeambten toegepas
te perekwatie, waartoe bij ministerieele be
sluiten werd overgegaan, derwijze de beschik
baarheden had opgeslorpt, dat ze de vooruit
zichten overtroffen, konden de wedden der
onderwijzers slechts in een veel geringere ver
houding verhoogd worden. Aldus kan de maxi-
mumwedde van een gehuwd gemeente-onder
wijzer eener groote stad slechts met het coef
ficient 2.47 vermenigvuldigd worden, wanneer
deze van een regent met 2.73 vermenigvuldigd
werd.
Met een zelfde weddeaanvang in 1927 zal de
ze gemeenteonderwijzer slechts een maximum
van 27,200 frank bereiken en de onderwijzer
van de voorbereidende afdeelingen, gehecht
aan de Rijksmiddelbare scholen, maar een
maximumwedde van 31.000 frank, indien hij
na 1 Januari 1925 benoemd werd en 37.000 fr.,
indien hij voor dezen datum in dienst getre
den is.
Ziedaar een niet te rechtvaardigen declas
seering wanneer men bedenkt, dat beiden in
bezit zijn van een zelfde diploma, dat zij het
zelfde programma onderwijzen, met dien ver
stande echter, dat de Gemeente-onderwijzer
meer prestaties te leveren heeft en dat hij
met een minder uitgelezen schoolbevolking ar
beidt.
Op deze declasseering van het onderwijzend
personeel van den lageren graad, werd in bei
de Kamers en zulks ter gelegenheid der be
spreking van de perekwatie-wet, in Juli 1928,
door talrijke Redenaars gewezen. Ook werd
door veel bewuste, de rangvermindering be
treurd.
Verscheidene opeenvolgende Ministers heb
ben dit eveneens naar aanleiding van een
onderhoud met syndikale afgevaardigden er
kend, zich immer beroepend op begrootings-
moeilijkheden, om de oplossing van deze
kwestie te verdagen.
Intusschen hebben de op elkander volgende
regeeringen zekere onrechtvaardigheden,
waarvan andere Staatsbedienden het slacht
offer waren, weer goed kunnen maken. Ik
meen zelfs te weten, dat thans nog de moge
lijkheid wordt overwogen om de maximum-
wedde der onderwijzers van de toepassings-
scholen, van 31.000 fr. tot 37.000 fr. op te voe
ren.
Ik veroorloof mij dan ook aan den Heer Mi
nister te vragen, dat hij aan het betrokken
personeel de zedelijke voldoening zou schen
ken en dat hij, dank zij de onbetwistbare ver
betering van den financieelen toestand, de
zich opdringende volledige herklasseering ten
minste geleidelijk zou verwezenlijken.
Het spreekt van zelf dat in den loop der
laatste jaren deze voorafgaande deklasseering.
de vertraging in de verhooging en het vooruit-
loopen op de verlaging in vergelijking met het
index-cijfer van de levensduurte, des te ge
voeliger gemaakt lieeft. De vermindering van
de verblijfs- en de gezinsvergoedingen, is heel
wat moeilijker te dragen, wanneer men reeds
de wedde niet trekt, welke noch met den
maatschappelijken rang, noch met de belang
rijkheid van deze te vervullen taak overeen
stemt. Daar het om algemeene maatregelen
ging. hebben de onderwijzers er zich bij neer
gelegd.
Dit sluit echter niet uit, dat zij het slachtof-
ferfer van eenzijdige maatregelen zijn. De be-
stuursvergoedingen, welke volgens het aantal
geleide klassen op een vast bedrag van 2.400,
3.600 en 4.800 frank waren vastgesteld, werden
vervangen door scholen van 1400 tot 2.100, van
2.200 tot 3.300, van 3.000 tot 4.500 frank in
acht en twintig jaren.
De door de schoolhoofden ondergane de-
flatieverminderingen waren veel zwaarder dan
deze van de andere ambtenaren met gelijke
wedden. Het hoeft wel geen nader betoog, dat
deze uitzonderingsmaatregel, de onderwijzers
ten zeerste ontmoedigd heeft. Ik ben dan ook
van oordeel, dat de toestand volkomen moet
verholpen worden.
Door een ander besluit werd uitgemaakt, dat
voor het toekennen van periodieke verhoogin
gen, geen rekening meer zou gehouden worden
met de diensten, gepresteerd vóór den ouder
dom van een en twintig jaar, door de lagere
onderwijzers en onderwijzeressen, en vóór den
ouderdom van negentien jaar door de onder
wijzeressen van de Froebelscliolen, die na 1
Juli 1935 in dienst getreden zijn. Eens te meer
weze er nadruk op gelegd, dat een dergelijke
achteruitstelling in zake loopbaan, voor geen
enkele andere reeks van Staatsbedienden be
staat, Door deze beslissing wordt slechts een
geringe besparing verwezenlijkt en daarenbo
ven werpt ze een soort van smet op den goe
den naam van het onderwijzend personeel. In
dien bij den aanvang hunner loopbaan, de on
derwijzers drie jaar in plaats van een, op een
minimum-wedde moeten blijven staan, welke
reeds maar al te gering is, dan lijdt het geen
twijfel, dat velen onder hen vaarwel zullen
zeggen aan een zoo weinig winstgevende be
trekking. Ook hier druk ik bij mangel van een
onmiddellijke herklasseering den wensch uit,
dat de regeering een impopulairen maatregel
intrekke, waarbij de begrooting slechts met et
telijke duizenden franks verlicht kan worden.
Voor de belanghebbenden, die vóór Juli '35
in functie traden, heeft de eerste regeering
Van Zeeland deze vertraging in de loopbaan
willen stopzetten en de verworven rechten
herstellen. Hoe het ook zij, het is betreurens
waardig dat de betrokkenen, de in 1935 ge
staakte verhoogingen nog niet terug gekregen
hebben. Thans nog moet het mogelijk zijn, 'n
credietvermeerdering van vier of vijf millioen
in de begrooting te voorzien, noodig om de
schade te herstellen, welke door verdienstelijke
jonge onderwijzers geleden werd en wier stof
felijke toestand uiterst pijnlijk is. Afgezien
van het feit dat de onderwijzers heel zelden
het geluk hebben, even snel als de andere
agenten van den Staat benoemd te worden,
wordt hun daarenboven nog een andere scha
de berokkend, doordat de periodieke verhoo
gingen niet in aanmerking genomen worden
voor den gedurende de interimperiode vol
brachten militairen dienst. Tegenspoed volgt
op tegenspoed en het ligt dan ook voor de
hand, dat dit handicap, de aanwerving van
degelijke elementen moeilijker zal maken.
In verband met de kwestie aangaande de
wedden van het onderwijzend personeel, be
treur ik ten slotte de dagenlange vertraging in
de uitbetaling ervan en dit gebeurt telkens
wanneer ze, hetzij naar aanleiding van perio
dieke verhoogingen, hetzij uit hoofde der aan
passingen voortvloeiend uit de schommelin
gen van het index-cijfer geweigerd worden.
Weliswaar weten de belanghebbenden heel
goed, dat de dienst, belast met de uitbetaling
der wedden, al het mogelijke doet, maar niet
temin is het onaangenaam hierbij te moeten
vaststellen, dat zekere beambten somtijds eerst
de betaalbaar gestelde maandelijks verschul
digde wedde ontvangen, wanneer de andere
ambtenaren reeds over deze van de volgende
maand beschikken. Indien, volgens het geval,
dc periodieke verhoogingen in Januari of in
Juli toegekend werden, zooals dit trouwens
voor de andere agenten het geval is, dan zou
de helft van de in Januari verzamelde bedra
gen, naar de maand Juli kunnen overgedragen
worden. De onderwijzers zouden er hun gading
in vinden, een oorzaak van mistevredenheid
zou verdwijnen en de betalende dienst zou
niet meer in kennis gesteld worden van talrij
ke klachten waaraan hij, spijts derzelver ge
grondheid, geen gevolg kan geven.
(Vervolg toekomende week.)
DE ONDERGROND VAN HET
LIBERAAL-SOLIDARISME
De XlXe eeuw was het tijdperk van den
grooten bloei der liberale partijen over de we
reld. De gedachten van Vrijheid, Gelijkheid
en Broederlijkheid die ze verkondigen waren
gegroeid uit den dubbelen bodem van het
Engelsch economisch liberalisme en de Fran-
sche omwenteling. Het eerste heeft geleid tot
de krachtige industrialiseering en den rijkdom
van West-Europa de tweede is de grootste
stap sedert tientallen eeuwen naar de ont
voogding van den menschelijken geest.
Doch geleidelijk werden de princiepen van
Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid door
de groote historische poütieke partijen van
hunne werkelijke beteekenis beroofd.
De verwording der VRIJHEIDSGEDACHTE
en haar uitsluitende aanwending ten bate
van het eigenbelang hebben anderzijds geleid
tot de opeenstapeling van reusachtige fortui
nen aan den eenen en tot de verproletarisee-
rlng der massa's aan den anderen kant.
De GELIJKHEID der burgers, die onder
meer het afschaffen van de voorrechten van
den adel beoogde, werd op de spits gedreven
en leidde tot den klassenstrijd die alle ver
schil tusschen de maatschappelijke standen
wil uitwisschen. Marx, de theoreticus van het
socialisme, verkondigde als een axioma dat
elke verdere industrialiseering leidde tot een
verdere trusteering en tot de samentrekking
der geheele economie in enkele handen, om te
komen tot de uitschakeling en verpauperisee-
ring der burgers- en arbeidersklassen.
De geschiedenis heeft bewezen dat die leer
valsch was. Maar eens die stelling geponeerd,
was het uitroepen van den strijd op leven en
dood tusschen de bezitters en «les damnés de
la terre» maar een tweede, logische stap.
De BROEDERLIJKHEID tot het uiterste ge
dreven, leidde tot overdreven groepsfanatisme,
die alleen de broederlijkheid onder de aan
hangers van een bepaalde geloofsgemeenschap
huldigde. Aldus verviel de broederlijkheid
door de klerikale partij gepredikt, in een eng-
geestige groepssolidariteit, die de leden van
andere groepen bestrijden met fanatisme,
dwang en broodrooverij.
Broederlijkheid en Gelijkheid op de spits
gedreven, deugen evenmin als onbeteugelde
vrijheid.
Vandaar de noodzakelijkheid om de traditio-
neele leer aan de behoeften van een verande
rende beschaving aan te passen.
Die aanpassing leidde tot het LIBERAAL-
SOLIDARISME steunende op de drie peilers
VRIJHEID, SOLIDARITEIT en VERANT
WOORDELIJKHEID. De uitwerking van deze
beginselen heeft geleid tot dat prachtig ver
jongd en hernieuwd programma voor de
werklieden, de middenstanders en de landbou
wers, dat wij gerust durven plaatsen naast de
opbodpolitiek der katholieke en socialistische
demagogen.
HOOFDSTUK III
LIBERAAL-SOLIDARISTISCHE
OPBOUW
Wie zou durven loochenen dat de liberale
leer het menschdom uit de middeleeuwsche
slavernij heeft gered Wie weigert te erken
nen dat ze de geesten heeft ontvoogd Zelfs
haar verstoktste vijanden geven dat toe.
En juist omdat wij bewust zijn van het
waardevolle in die leer durven wij wijzen op
haar gebreken ontstaan door misvorming en
verkeerden uitleg.
De menschen willen de politieke vrijheids
gedachte al te zeer volgens hun persoonlijk
belang uitleggen zonder rekening te houden
met de plichten welke die vrijheidsgedachte
medebrengt. De solidariteit, het gemeenschap
pelijk belang, werd over het hoofd gezien
met andere woorden, de eerbied van ander
mans vrijheid en andermans belang werd ver
waarloosd. De ongebreidelde vrijheid heeft het
gebrek aan solidarisme in een klaar daglicht
geplaatst.
De hernieuwde vleugel van onze partij wil
juist in de eeuwige liberale leer het solidaris
me ontwikkelen. Welbegrepen vrijheid en soli
darisme vullen zich aan. Er is maar tegenstel
ling tusschen gemeenschappelijk belang en het
egoisme of zelfzucht.
In den grond der zaken is het LIBERAAL-
SOLIDARISME de GULDEN MIDDENWEG
tusschen de «laissez faire, laiser passers-poli
tiek, en de vele Solidarismen met facistischen
inslag.
HOE STAAT HET
LIBERAAL-SOLIDARISME
TEGENOVER HET SOCIALISME
De marxistische leer erkent slechts het be
staan en de verdediging der werkliedenklasse.
Het is waar dat we in de laatste tijden een
zekere socialistische belangstelling zagen voor
den kleinen burger, voor den neringdoener.
Maar die sympathie is niet onbaatzuchtig. De
socialisten weten dat zij medehelpen om den
middenstand naar den ufgrond te stooten
door hun ophemeling van' het cooperatiewe-
zen. Zij hebben den haat van den midden
stander op zich getrokken. In feite bestaat bij
de socialistische partij nog steeds de klassen
haat hun princiep «Eigendom is diefstal»
hebben hun leiders wel is waar verloochend,
en alleszins voor zichzelf niet toegepast, maar
hun volgelingen worden nog steeds tegen de
burgerij opgezweept. Waar het socialisme kans
ziet om alle macht naar zich toe te halen is
het even dictatoriaal als het Italiaansch of het
Duitsch solidarisme.
In Rusland werd bijvoorbeeld het beoefenen
van den godsdienst door hen onmogelijk ge
maakt en in Spanje wordt, telkens er een so
cialistische stembus-overwinning behaald
wordt, een algemeene beeldstormerij, een kerk
brandstichting en een uitmoording van geeste
lijken begonnen.
Aan het socialisme vraagt het LIBERAAL-
SOLIDARISME zijn sectarisme onder alle
vormen en ook zijn klassenhaat te laten va
ren.
ONZE HOUDING TEGENOVER DE
KATHOLIEKE PARTIJ
Aan deze kan eerst en vooral verweten wor
den dat zij moedwillig godsdienst en politiek
heeft dooreengemengd en verward om ziele-
drukking te kunnen uitoefenen. De Kerk werd
verpolitiekt en de politiek werd geclericali-
seerd. Het is alles koek één deeg geworden
De Kerk mag nochtans slechts een belang
op het oog hebben het heil der zielen, terwijl
de politiek gesteld is op het beheeren der tij
delijke belangen der Staatsburgers. Die door-
eenstrengeling is oorzaak dat de volksmassa de
schuld der sociale mistoestanden op den rug
der politieke en verpolitiekte geestelijkheid
heeft geladen daaraan is de massale geloofs
afval in ieder land en de huidige geloofsver
volging in Spanje te wijten.
Daarenboven is de katholieke partij even
absoluut en sectair als de socialistische. Ze er
kent en ze duldt geen ander dan het solida
risme harer eigen geloofsbelijdenis.
Wij, Liberale Solidaristen, huldigen daaren
tegen de gelijkhéid der gevestigde godsdien
sten omdat anders van geen algemeen solida
risme kan spraak zijn. 't Erkennen van de ge
lijkheid van eeredienst is trouwens een vorm
van den eerbied van de gedachte en van het
vrije onderzoek daar het evenmin mogelijk is
de menschen hetzelfde godsdienstig beginsel
als hetzelfde politieke credo te doen aanvaar
den.
In zijn stellingname tegen het socialistische
zoowel als tegenover het katholieke exclusivis
me komt het Liberaal-Solidarisme te voor
schijn als de vijand van alle sectarisme, van
allen haat, als een voorstander van de verzoe
ning, in dc vrijheid, van alle standen en eer
biedwaardige meeningen op godsdienstig, mo
reel of filosofisch gebied.
Een andere oplossing huldigen om te komen
tot het algemeen solidarisme is mogelijk
doch die oplossing steunt op geweld- en onder
drukkingsmethoden zooals we het experiment
kunnen waarnemen in een drietal Europeesche
landen, met de treurige gevolgen die wij ken
nen haat, broedermoord, de ijzeren vuist, in
andere woorden de Dictatuur, of ze nu weze
een sacristiedictatuur zooals in Oostenrijk, een
klassedictatuur met Staatsmonopoiium zooals
in Rusland of een Nationalistische dictatuur
met rasverafgoding zooals in Duitschland en
Italië.
Wij wenschen Vlaanderen en Belgie te spa
ren van dergelijke oplossingen.
In de redevoering die ik de eer heb gehad,
den 27 Januari 1.1. in den Senaat uit te spre
ken, heb ik het economisch belang doen uit
schijnen van de groote vraagstukken die zich
bij het Ministerie van Verkeerswezen opdrin
gen. Heden zou ik U meer bijzonder willen on
derhouden over de bedrijvigheid van mijn De
partement op het gebied der vraagstukken van
sociaal belang, die even scherp naar voren tre
den.
De vraagstukken zijn van belang, indien
men bedenkt, dat meer dan 200.000 personen in
dienst van de ondernemingen van openbaar
vervoer staan en dat, anderzijds, al de arbei
ders in het algemeen belang hebben bij een
rationeele inrichting van het gemeenschappe
lijk vervoer.
De bedrijvigheid van het Departement van
Verkeerswezen strekt zich uit tot een reeks ge
bieden, die ik elk afzonderlijk zal beschouwen.
evenwel op gewezen dat vermeden moet worden
dat door die werken de rechtmatige belangen
van de bewoners der Rogierplaats, als die der
hotels, handelshuizen, enz. geschaad worden.
Doe uw blad open en leg er het vijvocgsel
in, dan zult U gemakkelijk het vervolg vinden.
Alle bladen zijn aangeduid met eerste, tweede,
derde, vierde, vijfde en zesde bladzijde, van
boven.
1) DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER
BELGISCHE SPOORWEGEN.
GROOTE WERKEN.
De Nationale Maatschappij is binnen het
kader van de Algemeene Regeeringspolitiek, ver
der gegaan met de uitvoering van een pro
gramma van groote werken, die zoowel uit het
oogpunt van haar exploitatie als uit dat van
een onbetwistbaar algemeen belang gewettigd
zijn.
Die werken omvatten inzonderheid
1) De versmelting van de twee stations te
Oostende en het omleggen van dejijn van
Thourout
2) de verplaatsing van het station Brugge
3) de inrichting van het station Antwerpen-
Noord
4) de opheffing van de overwegen te Gend-
brugge, Houdeng-Goegnies, Saint-Ghislain, Zin-
nik, Marcinelle en Cornillon (Luik).
De totale uitgaaf wordt geraamd op meer
dan 100 millioen frank, waarvan ongeveer 50
t.h. ten laste van de Nationale Maatschappij
komen, terwijl de andere helft door den Staat
en andere organismen gedragen wordt.
Voorzien wordt dat de werken te Antwerpen-
Noord tegen einde 1938 zullen voltooid zijn, en
de andere tegen einde 1939.
De Nationale Maatschappij is dit jaar, zoo
als in 1934 en in 1935, begonnen met de uit
voering van een programma tot verbetering
van de sporen, waarbij inzonderheid de ver
nieuwing van 100.000 kubieke meter steenslag-
ballast voorzien wordt.
.Zij is voornemens een programma van mo
derniseering van 600 stations uit te voeren.
NOORD-ZUID VERBINDING
De werken der Noord-Zuid verbinding wor
den verder voortgezet. Dit vraagstuk werd uit
voerig besproken. De Minister van Verkeers
wezen moet niet redetwisten over de wet, maar
heeft in opdracht ze te doen eerbiedigen.
Voorzien werd
1) Het bouwen van een garage van ongeveer
5.000 m2 oppervlakte boven de tunnel en onder
het peil der straten. Die garage zal dienst doen
als schuilplaats tegen eventueele luchtaanval
len.
Dit is een wijze maatregel op het oogenblik
dat van alle kanten aan de Regeering en aan
dc Openbare Besturen gevraagd wordt om de
passieve verdediging voor te bereiden
2) Het inrichten van een prijskamp voor
architecten voor de inrichting van het station
Brussel-Zuid en van de wijk van het Zuidsta
tion in den zin der urbanisatie.
De verbinding dringt twee vraagstukken op
1) Een vraagstuk van technischen aard, dat
opgelost schijnt te zijn
2) Een vraagstuk van esthetiek en urbanisa
tie.
URBANISATIE
Men heeft Belgie voorzien van een heele
reeks afschuwelijke stations. Er bestaat geen
enkele reden opdat een station niet een kunst
monument zou wezen. Ik heb persoonlijk kun
nen vaststellen, dat dc architecten, die aan den
prijskamp voor de inrichting van het Zuid
station en voor de urbanisatie van de omrin
gende wijk hebben deelgenomen, zich laten
leiden door voorbeelden van moderne kunst die
ons door een reeks andere landen gegeven
worden.
De Verbinding, die van Schaerbeek tot aan
het Zuidstation gaat, is voor ons een gelegen
heid om een nieuwen weg in het centrum van
Brussel aan te leggen.
Wij moeten de dingen groot zien. Ik zoek
naar de noodige juridische middelen om op die
nieuwe verkeersader den artistieken stempel
van onzen tijd te drukken. Wij moeten in het
centrum der hoofdstad een architectueel ge
heel hebben, dat de inspiraties van onzen tijd
waardig is.
Een caophonie van stijlen moet vermeden
worden. Geen Louis XV nevens een modern
gebouw, geen gebouw met zes verdiepingen ne
vens een villa. De XVIIIe eeuw heeft aan onze
stad het prachtig geheel gegeven dat gevormd
wordt door de Hertogeiijkestraat, de Konink
lijkstraat en een gedeelte der Wetstraat. Men
moet eerbied hebben voor de oude steenen,
maar op voorwaarde dat zij noch ellende, noch
ziekte, noch een verfoeilijke hvgiëme verwek
ken. Om te leven is lucht en licht noodig.
Niet genoeg werd er op gewezen, dat de in
het hart van Brussel uitgevoerde werken af
schuwelijke krotten hebben doen verdwijnen.
Ik heb die wijken, welke thans bijna ver
dwenen zijn, Inzonderheid de wijk der Celle-
broedersstraat, enz. en der Fachecostraat, per
soonlijk kunnen bezoeken liet was een gru
welijk anti-hygiënisch iets.
Wat in den beginne als een echte ramp werd
beschouwd, zou voor de stad een verfraaiing
en een nieuw sieraad kunnen zijn. Er dient
Onder den impuls van de Regeering heeft de
Nationale Maatschappij een neele reeks her
vormingen van socialen aard ingevoerd.
A. Ten gunste van haar personeel.
1) Afschaffing, voor de werklieden, van het
inhouden van loon voor de eerste drie dagen
ziekte.
2) Verbetering van het regime der dienston-
derbrekingen en vermindering van den omvang
van den arbeidsdag.
De Paritaire Commissie, waarvan ik te dien
tijde het voorzitterschap heb waargenomen,
heeft besloten tot de afschaffing, in de mate
van het mogelijke, van de diensten met nacht
onderbreking waarvan de omvang 10 uren over
schrijdt, tot de afschaffing van de 3de onder
breking in sommige diensten en tot de af
schaffing van de onderbrekingen van minder
dan 60 minuten tijdens de twee eerste en de
twee laatste diensturen.
Dit vergt eenigen uitleg voor de maand
Juni waren de spoorwegarbeiders, onrecht
streeks door hun werk, tot 12 uren aanwezig
heid gehouden, wat naar mijn meening onbe
twistbaar een misbruik was.
3) Aan het rijdend personeel en aan het per
soneel der overladingskaaien worden vergoedin
gen toegekend wanneer de omvang van den
nachtdienst nog 10 uren overschrijdt.
4) De Nationale Maatschappij heeft pogin
gen gedaan om de afwezigheid buiten hun
woonplaats van de werklieden, en bijzonder van
die wier betrekking opgeheven werd, tot 12 uren
te beperken.
5) Toekenning van een vergoeding van 5 fr.
per dag aan de wegens opheffing van betrek
king verplaatste werklieden, wier afwezigheid
nog meer dan 12 uren bedraagt en die buiten
hun district van aanwerving gebezigd worden.
6) Verscheidene vergoedingen, waarop ver
minderingen toegepast, werden terug op het
grondbedrag van 100 t.h. vastgesteld voor an
dere vergoedingen werd de verminderingscoëf-
ficient van 25 t.h. of 20 t.h. op 15 t.h. gebracht.
7) Het jaarlijksch verlof der werklieden werd
van 6 tot 8 dagen verhoogd.
8) De wet van 8 Juli 1936 op 't betaald ver
lof werd toepaselijk gemaakt op de tijdelijke
bedienden.
9) Opneming van de geboekte berichtbestel-
lers van meer dan 21 jaar in normale betrek
kingen voor volwassenen. Ten behoeve van die
bestellers werd een bijzonder examen van aan
gestelde ingericht.
10) Het minimumloon werd tot 32 fr. ver
hoogd.
11) Toepassing van het regime der voorloopi-
ge werklieden, die buiten hun district en in een
anderen dienst werken, op de in tijdelijke be
trekkingen gebezigde voorloopige werklieden.
12) Boeking van de voorloopige werklieden
Oud-Strijders, zoomede van de
werklieden die sedert ten minste
openstaanden post van het vast
kleeden.
13) Verbetering van de weddeschaal der re-
kenplichtigen, aangestelden, machinisten, elec-
triciens.
14) Wederinvoering van sommige, vroeger op
geheven betrekkingen, zoodat aan candidaten
bureelonderhoofd of bureelhoofd, die wegens
gebrek aan openstaande plaatsen in het hoo-
ger kader zich van alle bevordering verstoken
zagen, een benoeming tot een hoogeren graad
kon verleend worden.
15) Verhooging van het aantal kostelooze
reiskaarten voor de gepensionneerde bedienden
en weduwen en toekenning van reiskaarten aan
nieuwe categorien gepensionneerden.
16) Toekenning van een kostelooze reiskaart
per jaar aan de kinderen van 4 tot 21 jaar van
de gepensionneerden die kostelooze reizen ge
nieten.
17) Toekenning van een kostelooze reiskaart
per jaar aan de gebrekkige kinderen of weezen
van meer dan 21 jaar, alsmede aan de weezen
van 4 tot 21 jaar wier ouders kostelooze reizen
genoten.
18) Herziening, op grond van de laatste wed-
deschalen, van de pensioenen van ambtenaars
en beambten en van de pensioenen van wedu
wen en weezen verleend voor 1 September 1926.
19) Verhooging, tot 30 t.h. van de gemiddelde
wedde der 5 laatste jaren, van het minimum
van het pensioen der weduwen en weezen van
ambtenaars en beambten.
20) Hervatting van de aanwerving, door mid
del van wedstrijden, van sommige categoriën
bedienden (aangestelden, klerken, technici).
B. Ten gunste van de arbeiders die niet
tot de Nationale Maatschappij behoorden.
Ook het lot van de arbeiders die niet tot de
Maatschappij behooren, maar op eenigeriei wij
ze tot haar in betrekking staan, werd verbe
terd
1) Toekenning van een vermindering van
75 t.h. aan de werklooze werklieden en kan
toorbedienden die zich, volgens de aanwijzin
gen van een arbeidsbemiddelingsdienst, voor
een nieuwe betrekking moeten aanbieden bij
werkgevers die buiten de woonplaats van de
werkloozen verblijf houden.
2) Invoering voor de beperkte abonnementen
van een nieuwen rooster, waarvan de prijzen
evenredig zijn tot den geldigheidsduur.
3) Uitbreiding van het voordeel der week
abonnementen tot sommige categorien van
werklieden die hiervan uitgesloten waren.
4) Verleening van 35 t.h. vermindering aan
de kantoorbedienden en werklieden van een en
dezelfde inrichting die zich ter gelegenheid
van de Jaarbeurzen per groepen van ten min
ste 5 personen naar Brussel begeven.
C. Faliclteiten verleend aan degenen die
voorloopige
jaar een
kader be-