Vraagt overal den Export Zeeberg DE JUBELFEESTEN Een Schitterend Verloop der Brouwerij Vander Schueren. Proeven is zich overtuigen van kwaliteit en smaak BIJVOEGSEL AAN DE LIBERAAL ZONDAG 25 JULI 1937. Nummer 30 DERDE BLADZIJDE van de Koninklijke Harmonie «Les Vrais Amis Constants» (Vervolg) vroegere jaren, de muziekkunst uit alle krachten te hebben bevorderd. Wist zij niet van in de eerste jaren van haar bestaan, in 1817 reeds, een eersten prijs voor muziekuitvoeringen te veroveren Kende zij niet als muziekleider een vooraanstaand muzikant en kunstenaar Benoit De Clerck Wist zij niet door het inrichten van talrijke festivals, kunstconcerten en muziekwedstrijden de belangstelling voor de edele muziekkunst te wekken In den huidigen muziekleider h. Fer dinand Coessens heeft de Oude Garde een zoo toegewijden als ervaren en be kwamen bestuurder. Aan hem heeft zij in een tijdverloop van ruim dertig ja ren groote onderscheidingen en lauwe ren te danken. Het bestuu» en de muzikanten we ten daarbij «hun chef» naar waarde te schatten. Hij aanvaarde hier voor zijn lange verdienstelijke jaren onzen op rechten dank. Spoort de Koninklijke Harmonie «Les Vrais Amis Constants» haar werkende leden tevens niet aan zich in de mu ziekkunst te bekwamen Zijn 'Jaarbij bij de jongste muziek wedstrijden, in onze Stedelijke Muziek- akademie weer geen bewijzen van ge leverd Dit door ons werkend lid den h. G. Verhulst, die naast, den eersten prijs met onderscheiding, de regee- iingsmedalje bekwam. Dit, geachte heeren, zijn maar enkele onbetwistbare aanhalingen, waarmee het huidig bestuur het verleden trouw heeft voortgezet. En kon het anders, wanneer wij aan ens hoofd hadden Een voorzitter als de h. Jozef Chevalier, die alhoewel onze taal niet volledig machtig, van 1927 af tot in 1934, met toewijding en taktvol onze vereeniging wist te leiden en nauwe vriendschapsbanden onder de leden wist te bewerken Kon het anders met een voorzitter, thans eere-vcorzitter als de h. Odilon Van der Schueren, die van den minsten trap in het leven der Oude Garde, ten slotte het voorzitterschap waarnam, die aan de maatchappij grooten bloei heeft bijgezet en die alhoewel uit het aktie- ve leven van onze vereeniging, nog steeds den vooruitgang er van blijft be trachten Kan het anders, dat die traditie trouw werd voortgezet met een voorzit ter als de h. Gaston Camu Daarstraks press hij '_e werking van z'jn bestuursleden, van zijn muzikan ten en van de leden van het Feestko- miteit. Maar bescheiden als wij hem kennen, vei mindert hij zijn eigen groo te verdiensten. Maar wij, zijn medewerkers, weten wat e®n kracht wij aan onzen sympa thieken voorzitter hebben. Nadat hij met nauwe stiptheid het sekretariaat waarnam, kwam hij in uiterst moeilijke omstandigheden aan het hoofd van de Oude Garde. Geen voorzitter als hij, wist met zul ke vriendschappelijkheid, maar tevens met gezag de vereeniging te leiden. Dag in, dag uit, maanden en jaien is hij op de bres om den groei en bloei van zijn geliefde Oude Garde te bevorderen. De Oude Garde is met een groot deel van zijn leven vergroeid. Waarde Voorzitter, Van deze gelegenheid maken wij ge bruik om U te zeggen hoezeer wij Uw voorzitterschap waarUeeren, hoezeer Uw bestuursleden U genegen zijn, welke achting uw muzikanten, zonder één uitzondering, ten Uwen opzichte ge- oe^en. Bij deze honderdvijf tig-jarige vie ring paste het dat wij Uw leiding prij zen. Op dezen dag van blijde feest stemming, Waarde Voorzitter, wouit naar uw wensch het oude spreekwoord onbetwistbaar bewaarheid La Garde ne se rend pas Mijnheeren, Met den innigen wensch, die ons al len bezield, met het verlangen nog lan ge jaren onzen geachten Voorzitter in ons midden te hebben, verzoek ik U uw glas te heffen op het nooit genoeg ge prezen voorzitterschap van den h. Gas ton Camu. HIJ LEVE LANG... Knetterenjd applaus van al de aanwe zigen onderlijnde deze prachtige toe spraak en was aldus een bewijs hoe de leden van de Oude Garde hun ljverigen Sekretaris en hun geliefden Voorzitter weten te waardeeren. VOORZITTER HEER GASTON CAMU VEREERD MET EEN HOOGE ONDERSCHEIDING Tijdens het verlcop van het feest maal stroomden waarlijk de telegram men van gelukwenschen en sympathie betuigingen toe. Plaatsgebrek belet ons ze hier allen op te sommen. Een toch heeft een bijzondere betee- kenis. De h. Gustaaf De Stobbeleir gaf lezing van volgend telegram, waarmee bekend werd gemaakt, dat de h. Gas ton Camu tot Riddex in de Kroonorde benoemd werd. Deze blijde tijding, zoo onverwachts, bracht de feestzaal in een atmosfeer van geestdrift ten opzichte van Voor zitter Camu, die de gelukwenschen van allen mocht in ontvangst nemen. Het feestmaal, zoo schitterend inge zet, en dat opgeluisterd werd door kunstzangeres Mej. De Keukelaere, kunstzanger H. Baert en een strijkje onder leiding van den h. Frans Van Cauwenberg, verliep even schitterend. Het was met spijt dat de dischgenoo- ten de zaal verlieten, maar een kunst- concert gegeven door de liberale Har monie van Lessen, riep hen op de Groo te Markt, waar onder leiding van mees ter Karei Walpot, onze Waalsche Vrien den uit het taalgrensstadje de bewon dering van honderden toeschouwers af dwongen door hun eenige muziekuit voering. Lang nog bleef Zondag avond, 4 Juli, de feestvlag wapperen, lang nog bleef bij de deelnemers de feeststemming van deze herdenking. HET SLOT DER JUBELFEESTEN EEN UITSTAP Maandag, 5 Juli werden de jubelfees ten besloten met een uitstap van de muzikanten, het bestuur en de leden aan de leden herbergiers. Op dezen uitstap, die op vreugdevolle wijze verliep, zijn nog nauwere vriend schapsbanden tusschen bestuursleden en muzikanten samengesnoerd. Uit dezen uitstap is nogmaals geble ken hoe gansch de Oude Garde één vriendschapsvereeniging is, waar be stuur en muziekkorps elkaar waardee ren en genegen zijn. De Koninklijke Harmonie Les Vrais Amis Constants heeft op schitterende wijze haar honderd vijftig-jarig be staan herdacht. Gesterkt door de lalgemeene hulde en vriendschapsbetuigingen zal zij de voetstappen van haar verleden drukken in de tweede eeuw van haar bestaan. Dat de «Oude Garde» leve. A COTE'S VAN BIJ EN NA DE JUBELFEESTEN Het is onvermijdelijk dat bij zulke jubelfeesten als deze door de «Oude Garde» ingericht, er bij de feestvier ders coté's» gebeuren en er «vluch ten» genomen worden. Maar d'Oude Garde bestaat ook maar ééns honderd vijftig jaar. Want, zegde steeds een liii Bij een volgende vie ring, deze van twee honderd, dan... groeit er al lang... Zoo vertelt men dat tijdens het feestmaal de meeste «poffers» aan de tafel van de oudjes de lucht in gevlo gen zijn. Dat het Feestkcmiteit nog altijd de toelage moet uitbetalen voor het zoo prachtig en welgelukt kermisprogram- ma, uitgevoerd op de kiosk, 's Maan dags 's avonds. Dat het oudste lid van de Oude Gar de daarvoor zijn «bon» bij den stads ontvanger mag afhalen en reeds een «engagement» voor de kermis van 1938 mag afteekenen. Dat er sprake is bij een volgende uit stap met de muzikanten «spekkassers» door een specialist te laten bakken. Dat de koorafdeeling terug wordt in gericht. Dat er reeds een examen werd afge nomen in de Zoutstr, het «betalend, be stuurslid», schitterend is geslaagd en als «chef» kortelings wordt aangesteld. Dat leden van het bestuur voor het volgend Ceciliafeest zelf het fruit zul len koopen en reeds een akkoord sloten met een fruithandelaarster, Dat feestvierders nog zouden voort- gefeest hebben, maar alleen uit respekt voor hun «jongstgeboorne» in de heel late uurtjes naar huis trokken. Dat er een onderkomiteit bij de Oude Garde wordt gesticht, waarbij alleen de «anciens» worden aangenomen. Als voorzitter reeds werd «Mr August» met zijn sekretaris «Mijnheer Jean» aange steld. Dat de «anciens» reeds hun plaats voor binnen vijftig jaar hebben bespro ken aan de feesttafel. Men zegt dat... Alleen de Oude Garde zulke feesten kan inrichten. AL. PLECHTIGE OPENING DER ZES DE HANDELSFOOR Verleden Zondag had de plechtige opening plaats der zesde Handelsfoor. Het stadsbestuur, met het feestkomi- teit en de genoodigden, vergaderden in het Stadhuis om 10 uur, vanwaar ze samen met het muziekkorps der stede lijke vrije brandweer aan het hoofd, vertrokken. De Hr. De Ridder, Voorzitter van het Feestkcmiteit, hield de openingsiede die we hier laten voigen Mijnheer de Burgemeester en Heeren Schepenen. Heeren van het inrichtend Comiteit. Heeren Exposanten. Mevrouwen, Mijne Heeren, Het is ons vandaag een driedubbele Vieugde, de zesde Handelsfoor van onze goede Stad van Aalst te kunnen ope nen. Wij zijn er in de eerste plaats ver heugd cm in onze hoedanigheid van lid der Bestendige Afvaardiging van onze Provincie Oost-Vlaanderen in dewelke Aalst niet alleen onder oogpunt van be volking, maar ook onder dit van de handels en industrieele bedrijvigheid, de tweede plaats inneemt in de rang orde der gemeenten. De Bestendige Af- vaanJiging spaart geen inspanning om •bij te dragen tot den bloei van de nij verheid, bron van voorspoed en wel stand. Het is voorzeker waar dat de Piovin- cie niet het aangewezen lichaam is om voor een gunstige tolpolniek te zorgen, om, dank zij de bedrijvigheid der con sulaire agenten, nieuwe afzetgebieden in het buitenland aan onze handels en nijverheidslui te verzekeren. Dat is de taak van de Regeering. De Provincie kan echter haar eigen we gennet verbeteren, zij kan bijdragen tot de verbetring en de uitbreiding van het technisch onderwijs, zij kan haar sym pathieken steun-verzekeren aan onder nemingen als deze welke wij heden be groeten, en wij gelooven dat op dit ge bied de Deputatie van Oost-Vlaande ren haar vollen plicht begrijpt en het mogelijke doet om technisch geschoolde krachten aan de nijverheid te bezor gen, om haar wegennet te verbeteren. Ook als gewezen Schepene van Open bare Werken der stad Aalst, verheug ik mij ten zeerste over de opening der Handelsfoor. De stad Aalst zal in de eeistkomende maanden aanzienlijke verbeteringen kennen op velerlei ge bied. De overneming door den Staat van de «Maatschappij van den Den der», zal het mogelijk maken den Den der te verbreeden en te verdiepen, nieuwe kaden aan te leggen, moderne bruggen te bouwen en de onooglijke ouderwetsche bruggen van St-Anna en van den «Zwarten Hoek» te doen ver dwijnen. Dank zij de bemoeingen van het Ste delijk Bestuur en de tusschenkomst van den dienst voor opslorping der werkloosheid, zal onze stad zich in af- zienbaren tijd mogen verheugen over een pompstation tot zuivering der wa ters van den Dender. De tramlijn zal Aalst rechtstreeks met Brussel verbinden. Zij zal geëlec- trificeerd worden en door het midden der stad loopen. Talrijke straten zullen gekalseid of herkalseid worden. De Ous- en Sisegembeken, die de handelswijk van de Kooistraat herhaaldelijk teis terden, zullen overwelfd worden. Tal rijke andere maatregelen liggen ter studie. Al deze schoone werken zullen han del en nijverheid van dc stal en de streek grootelij ks ten goede komen en ik, ben dan ook, gelukkig de leden van het College, alsmede de Heeren Leden van den Stedelijken Raad, hier welkom te heeten en hen geluk te wenschen voor hun initiatieven. Ten slotte is het mij ten zeerste aan genaam en vereerend, als Voorzitter van de Stedelijke Feestkommissies, in richters van deze Handelsfoor, te mo gen fungeeren en deze Foor te mogen open verklaren. Bijzonder aangenaam is deze taak, omdat het thans bewezen is, dat de groote krachtinspanning, welke de Feestkommissie zich sedert jaren ge troost, niet te vergeefsch geweest is, dat handelaars en klein-nijveraars, ja, ditmaal ook de groot-industrie begre pen hebben, welk nut het aanbieden der eigen koopwaar, het voorstellen van eigen fabrikaat, biedt in het midden als hetgene waarin wij ons bevinden, waar gelegenheid is om relaties te ver stevigen en uit te breiden, het groote publiek van de degelijkheid van het produkt te overtuigen, de nering te ver ruimen. Enkele jaren geleden, was ook aan ons de taak opgedragen, de Handels- foor te openen. Wij leefden allen in een bedrukte stemming. Er was geen schijn van lichtpunt aan den gezichteinder. Wij drukten ons toen uit als volgt Wij leven in een tijd van algemeene ekonomische ontreddering, waaruit voor alle landen is gekiemd, de betrach ting door eigen middelen te gemoet te komen aan de eischen van het eigen volk en de produkten van vreemden oorsprong te weren, door een herme tisch afsluiten der grenzen. Niet aan ons hier te onderzoeken hoever deze «nationale ikzucht» hpt algemeen eko- nomisch herstel in den weg staat. Wij stellen enkel het feit vast. Een land als het onze, met zijn dichte bevolking, zijn tekort aan landbouwprodukten, dat ten slotte is aangewezen, te leven van de opbrengst zijner industrieele voort brengselen, is, door den tarievenooiiog het kind van de rekening geworden. Thans Mevrouwen en Mijnheeren; is de toestand minder somber. Er is in de wereld en ook in dit land een nieuwe bedrijvigheid waar te nemen. Wij we ten wel, dat middenstand en klein- industrie ons terecht zuilen opwerpen dat de noodtoestand bij hen slechts op papier geluwd is. De zwaai-industrie gaat echter goed, wij willen hier niet onderzoeken aan welke herbewape- nings- of andere oorzaken dit te wijten is. Wij hopen echter, dat deze gunstige conjuctuur weldra haar goeden invloed zal laten gelden op den standing van den kleine man, tot meerdere bate van handel en klein-nij verheid. Wij kunnen niet verdacht worden, hen die den koers van den Staat bepa len in het gevlei te willen komen. Wij drukken hier echter de vurige hoop uit, dat de Eerste-Minister moge slagen in de opdracht die hem ten deel viel en dat hij er de mogendheden er zal kun- hen van overtuigen, dat de wereld een groote familie uitmaakt, een ekono- misch geheel daarstelt welke alle autarchie uitsluit. De lage landen bij de zee hebben al- t.jd de oceanen doorkliefd en de vruch ten van den arbeid hunner volksgenoo- ten winstrijk geruild tegen de produk ten van andere naties. Wij zijn op vrijhandel aangewezen. Wij moeten van vrijhandel leven .De tolmuren zijn onze expansie noodlottig. Onze zonen moeten leven van den eigen arbeid. Wij zijn geen volk van renteniers. De groote les die wij getrokken heb ben uit deze sombere krisisjaren is, dat het werkelijk levend kapitaal van een volk is, zijn verbondenheid, zijn werk kracht. Wij zijn allen bewust geworden tenslotte één te zijn in vreugde en nood. De eenvoudige arbeider begrijpt vandaag dat zijn welstand en toekomst afhangt van welvaart, van handel en nijverheid, de krisis bewees dat, als het slecht gaat in de industrie, het ook slecht gaat voor den arbeider, de krisis bewees dat ons leven een schakel is, dat wij samen hebben te leven, te werken, om buiten twist en tweedracht, in rechtvaardige verdeeling van winst en voordeel te overwinnen. Handelstentoonstellingen mogen niet enkel een commercieel doeleinde heb ben, maar moeten in de eerste plaats een triomf van samenwerking, van het één zijn, van de scheppingskracht van een volk. Mevrouwen, Mijnheeren, Stellen wij in dien zin de Handels- fCOi. Ik hoop dat de talrijke zaken welke de heeren exposanten zullen afsluiten, een nieuwen spoorslag zullen zijn om altijd beter te doen, om altijd schooner produkten op de markt te brengen. Deze handelsfoor overtreft al de vo rige in uitgestrektheid en degelijkheid. Het aantal exposanten is in hoeveelheid en degelijkheid merkbaar gestegen. Wij zijn de eersten om er ons over te ver heugen. Wij danken allen die hebben bijgedragen om deze handelsfoor te doen slagen. Mevrouwen, Mijnheeren, Ik heb de eer de zesde Handelsfoor voor geopend te verklaren en dank U voor het vereerend bezoek. Na deze pittige rede sprak de Heer De Stobbeleir, Schepen, namens het Stadsbestuur en drukte zich uit als volgt De Aalstersche gemeenschap be kleedt ontegensprekelijk een merk waardige plaats in de Belgische ekono- mie. Onze stad was daartoe aangewezen door hare voordeelige ligging en hare waterverbinding met Antwerpen. De bijzondere eigenschappen van haai' ijverige bevolking, zoowel hare werkersbevolking als hare werkgevers maakten het mogelijk zich die natuur lijke voordeelen ten nutte te maken. Aalst is een bosch van fabriekschou- wen, onder wiens schaduw de klein- nij verheid, zich trots alle moeilijkhe den wist te handhaven. Produkten van de Aalstersche nijver heid zijn over de gansche wereld ver spreid en, hoe paradoxaal het ook moge schijnen, in Aalst en in het Aalster sche zelve, waren en zijn er nog velen onbekend. Door het inrichten van de opeenvol gende handelsfooren in onze stad, werd aan iedereen gelegenheid geboden deze te laten kennen aan de circa 50.000 be zoekers. En ik ben zoo vrij, mijn spijt uit te drukken, dat de Aalstersche groot-nijverheid, op een paar uitzonde ringen na, nog niet genoeg het belang van onze handelsfoor inziet, want zeke re maatschappijen zagen wij vertegen woordigd in Brussel en elders, op han delsfooren, tentoonstellingen en die zouden wel, al was het maar om het zeer lofwaardig pogen der inrichters te steunen, ook hier mogen vertegen woordigd zijn. Want, het is ten slotte niet meer vol doende, te produceeren, zelfs aan lagen kostprijs een degelijke kwaliteit voort te brengen, men moet de produkten verkoopen aan verbruikers en hiervoor moet meri ze in de eerste plaats het pu bliek laten kennen. De Handelsfoor biedt hieromtrent de gelegenheid voor Aalst en zijn hinter land. En ieder nijveraar en handelaar is op dit oogenblik bewust dat een de gelijke publiciteit moeilijk te kiezen en nochtans hoogst noodzakelijk is, alhoe wel zij niet onmiddellijk de tastbare gevolgen heeft als weerslag op het han- delscij fer. Doch, de kans dat de publiciteit hier in de Handelsfoor wel doelmatig is en een zekere terugslag moet vinden op den handel der exposanten, ligt in het feit dat het Aalstersche centrum niet alleen eeri ideaal centrum is van pro dukten maar ook van verbruikers de verbetering van een levensstandaard onzer werkersbevolking, verbetering die eenieder met de meeste voldoening be groet, de in vergelijking met andere hier ten onzent worden betaalt, maken dat Aalst en het Aalstersche een zeer interressant clienteel of afzetgebied daarstellen. En dat zal wel de reden zijn, dat zoovele deelnemers van bui ten de stad, hunne produkten hier ko men ten toon stellen, want een han delsfoor biedt tenslotte dit groot voor deel, dat zij de verbruikers onmiddel lijk in contact stelt met de apparaten, goederen en eetwaren die ter plaatse kunnen worden nagezien, beproefd en geproefd en waarbij dan de fabrikan ten, praktisch en tastbaar, al de voor deelen die hunne produkten karakteri- seeren, aan de verbruikers kunnen uit een zetten. De handelsfooren zijn van dit stand punt gezien, wel een noodzakelijkheid geworden en de Heeren van het inrich tend Comiteit verdienen dan ook al on ze lofspraak om hun initiatief en de onschatbare diensten die zij aan de be volking bewijzen. Ik had mij voorgeno men geen namen te noemen doch, de naam Kelders mag ik niet verzwijgen. De Heer Alfred Kelders is de ziel van de Aalstersche Handelsfoor. Het inrichten ervan kost aan onze sympathieke vriend veel werk en een reuzenmoeite en hij doet dit alles met die groote belangloosheid die hem trou wens karakteriseert. De stad Aalst is zijn Handelsfoor aan den Heer Kelders verschuldigd en hij verdient hiervoor den lof en erkente lijkheid van de bevolking. Het financieel sukses der Handels foor laat hem trouwens toe, te zamen met de Heeren van het Feestkomiteit, andere feestelijkheden in onze stad in te richten, als de karnavalfeesten en dit zonder de stadfinanties te zeer te moeten aanspreken. Ieder feest is altijd een sukses ge weest, omdat Mijnheer Kelders en zijn collega's het geheim ervan kennen. Ieder feest lokt massa's volk naar onze stad, tot groot profijt van de nering- doeners in het algemeen. Daarom ook, zég ik aan Mr. Kelders en aan de Heeren van het Comiteit, in naam van het Stadsbestuur, mijnen welgemeenden dank. Ik wensch ook dat de collectieviteit, de Aalstersche gemeenschap uit die groote verscheidenheid der produkten die te koop worden aangeboden, nut kon trekken, dat alle takken der bevol king, zoowel verbruikers als voortbren gers er voordeel zouden bij genieten, dan zal de Handelsfoor haar dubbel doel bereikt hebben. Het Stadsbestuur zal elke poging steunen waaruit de algemeenheid der Aalstersche bevolking voordeel kan trekken. Gansch zijn streven ligt in den geest wasscammms^xm^^.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Liberaal | 1937 | | pagina 3