Een Prachtig Programma
Eendracht en Tweedracht
BIJ DIT BLAD BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
BLADZIJDE EEN
PRIJS PER NUMMER 50 CENTIEMEN
VRIJHEID
SOLIDARITEIT
VERANTWOORDELIJKHEID
DE LIBERAAL
'WEEKBLAD DER LIBERALE PART IJ VAN HET ARRONDISSEMENT AALST.
NEGENDE JAAR
ZONDAG 8 AUG. 1937.
Nummer 32
AANKONDIGINGEN 1.00 fr. per reigel (voor kleine) voor groote aan
kondigingen. prijs volgens te vragen tarief. Aankondigingen en artikels
te weigeren is voorbehouden. ALLE toezendingen moeten onderteeksnd
zijn. RECHTERLIJKE AANKONDIGINGEN 3 frank de regel.
Verantwoordelijke Uitgever
EMIEL VAN LIL, Groote Markt, AALST.
DRUKKERIJ Michel BRACKE-DUBOIS
ST-GTT J .TS-DENDERMONDE
Voor aankondigingen binnen het Arrondissement Aalst, wende men zich
rechtstreeks tot de Redactie «GRAAF EGMONT», Aalst, Tel. 370, Postch.
Rek. 41.11.44. Voor aankondigingen buiten het Arrondissement Aailst,
wende men zich tot den DRUKKER.
Men verwijt dikwijls aan de Liberale
Partij, geen programma meer te heb
ben.
Mr COULQNVAUX, de nieuwe jonge
Voorzitter, hééft onlangs te Dinant, in
een zeer merkwaardige rede, op schit
terende wijze, deze beschuldiging te
niet gedaan en het prachtig, stevig en
opbouwend programma der Liberale
Partij uiteengezet.
't Is een steen geweest in het moeras
waar onze tegenstrevers spartelen en de
katholieke landscheurders die niets an
ders meer beoogen dan slechte taalwet
ten te doen stemmen om langs om
meer, Vlaanderen van Wallonië te
scheiden en onze kinderen te beletten,
nog eenige begrippen der Fransche taal
aan te leeren, zijn bij het lezen van de
rede van Mr Coulonvaux, waarlijk ont-
hust geweest.
Wij gelooven dat het onze lezers aan
genaam zal zijn, een breedvoerige uit
eenzetting te ontvangen van dit pro
gramma, en wij zijn overtuigd, dat het
de goedkeuring zal verwerven van al
onze vrienden, want het beantwoordt
aan de meeste eischen van het gemeene
best.
DE BELANGEN VAN DEN
MIDDENSTAND
De Liberale Partij heeft altijd hare
welgemeende medewerking verleend aan
de wetgeving ten voordeele der werken
de klasse, zij was oprecht democratisch
gezind, ten minste zoo oprecht als de
socialisten en de kristen democraten.
Maar het is opvallend, dat de Minis-
teriëele verklaring van 24 Juni 1936,
zeer duister bleef in zake de belangen
der Middenstanders.
Na overdenking ziet men alras langs
den eenen kant de machtige groepee
ring der werkers (vooral de syndikalen)
en aan de andere zijde, machtige groe-
peeiing der kapitalen (trusten, holdings,
naamlooze vennooten, coöperatieven,
nij verheidssyniidkaten, enz.). En de
slachtoffers zijn de millioenen burgers,
tusschen die twee nauw ingesloten.
De middenstand vertegenwoordigt
toch in de nationale ekonomie de be-
standdeelen van eersten rang, een men-
schelijken rijkdom van verstand, zeden,
stoffelijke belangen. Het ware wreed en
onzinnig, ze te ontmoedigen.
Men heeft al te lang gewacht, in te
gaan op de eischen van al dezen, die
geene handwerkers zijn.
De vooruitgang van het proletariaat,
is te danken aan zijne inrichting de
zwakheid van de middenstanden is te
wijten aan het uiteenloopen der inte
resten en de belanghebbenden zelf.
Tot hiertoe is zonder vast systeem,
maar op goed vallend uit, dat de werk
gever eventjes tusschenkwam ter zake
van krediet.
DE BEDIENDEN.
Waarom worden de bedienden, (toch
ook werkers) niet met dezelfde zorgen
behandeld als de overige arbeiders
Waarom bezitten ze dezelfde waarbor
gen en dezelfde voordeelen niet
De Staatsbedienden zijn een andere
belangrijke kategorie van den midden
stand en genieten nog niet van het zoo
gezegde statuut der Agenten van den
Staat. Geeft aan die agenten de zeker
heid van bestaan, benuttigt hun bij
zondere kennissen, beschermt ze tegen
vitterij, verhoogt de voorwaarden van
geschiktheid bij de aanwerving, ontheft
ze van politieke dwarsdrijverijen laat
niet cumuleeren. Al deze hervormingen
met kracht doorgevoerd, zonder achter
docht voor politiek gedoe, kunnen en
moeten van die bedienden nuttige
agenten van den Staat maken, in de
massa der mistevredenen, ja bij de
vijanden van den Staat.
De bestuurlijke hervorming van
Camu moet verwezenlijkt worden
zulks ten spoedigste.
DE KLEINE HANDELAARS.
Het grootste aantal der burgers
den middenstand zijn de kleine han
delaars. Het verdedigen van hun intres
ten is ook de verdediging van de grond-
fortuin van Belgie want als de dag
komt, dat de kleinhandel niet meer
leefbaar is, zal. de waarde der kleine
eigendommen geschokt worden, de
waarborg voor het krediet zal te niet
zijn en de fiscale waarde voor den
Staat zal verminderd zijn.
Wat vragen de kleinhandelaars Een
bescherming tegen de concurrentie van
de machtige warenhuizen, een afdoen
de wetgeving tegen de onrechtvaardige
mededinging, ja, het weren van oneer-
M.
en
uit
lijke of onbekwame mededingers, die
veelal door onachtzaamheid of zwak
heid door het gerecht gered worden en
alzoo terug op de markt komen om
zichzelven te ruineeren of anderen
schade te doen. Het is maar al te recht
vaardig, dat de verbruiker zekere waar
borgen eische van den verkooper, b.v.
professionneele kennis en ondervinding.
Op fiskaal gebied eischt de kleine
handelaar luidop vereenvoudiging.
Wij zijn tegen de voorrechten der
politieke samenwerkende maatschap
pijen.
DE AMBACHTSLIEDEN.
De ambachtslieden verzoeken ook om
wettelijken bijstand evenals de verbrui
ker en het gansche land, die er overi
gens alle belang bij hebben, de hoeda
nigheid der produkten te zien verbete
ren, niet alleen voor den uitvoer, maar
tevens voor de vorming van geschoolde
werklieden, die zonder dat, in een over
bevolkt land, hun brood niet zouden
verdienen. Te veel kleine handelaars en
te weinig geschoolde werklieden.
DE VERZEKERINGSAGENTEN.
Verder zijn het de verzekeringsagen
ten die waarborgen van aanwerving
eischen, het is aan den wetgever, er
voor te zorgen, dat de maatschappijen
aan te lage prijzen onbekwamen en
soms bedriegers aanwerven. De verze
kering is immers een belangrijk deel
van 's lands rijkdom geworden. Hoe dik
wijls komt het voor, dat dezen, die ver
zekeringen aangaan, den inhoud van de
kontrakten niet begrijpen en verschalkt
worden door agenten, die alleen vragen,
zaken te doen.
DE KLEINE RENTENIERS
Blijven dan de kleine renteniers. Dat
is het spaarproblema, die van de natio
nale ekonomie eischt, dat de zekerheid
bestaat voor den ouden dag te kunnen
zorgen, zonder in het minst geschaad
te worden.
Men mag zeggen, dat het spaarpro
blema in zijn geheel blijft bestaan. De
kleine man, weet niet, waar zijn geld
met zekerheid te plaatsen Het sparen
blijft een levenselement van eenieder,
't is de uiting van het instinkt, voor het
menschelijk en sociaal voortbestaan. En
de Staat mag niet vergeten, dat het
sparen van den enkeling, een belang
rijke factor is van zijn eigen bestaan.
De Staat moet vooruitziende zijn. De
eerste bescherming van den spaarder
moet bestaan in een breede hervorming
van het statuut der samenwerkende
maatschappijen nazicht van het ge
bruik der fondsen de bekwaamheid
der beheerders moet nagegaan, alsook
hun verantwoordelijkheid verzekerd
worden en de rechten der minderheden
moeten gewaarborgd wezen.
DE KLEINE EIGENAARS
Is het ook niet noodig te zeggen dat
de ontelbare kleine eigenaars in Belgie,
het recht hebben zich te verzetten te
gen kleingeestige wetten, die hen stille-
kens aan van een deel van hunne goe
deren zouden laten onteigenen. Te dien
opzichte maakt men wel eens misbruik
van wat men noemt «handelseigen
dom».
DE KLEINE LANDBOUWERS
De landbouwmassa eischt maatrege
len opdat de verkoopprijs den op-
brengstprijs zou verminderen.
Maar deze maatregelen zullen niet
altijd afdoende zijn tegen vreemde me
dedinging en invoer. Er mogen langs
den eenen kant geen bevoordeeligden
zijn om langs den anderen kant slacht
offers te maken.
Gelooft men dat zoogenaamde libe
rale beroepen toch ook middenstan
der nooit hulp noodig hebben Eni
nochtans hebben b.v. veel advokaten
het zeer kwaad om te leven. Hier dient
opgekomen tegen zekere zaakwaarne
mers, tegen ingerichte maatschappijen
in zake processen.
Het is opvallend hoe door hun ver
scheidenheid de middenstanders gebrek
hebben aan een vaste groepeering. die
een macht moet zijn en naar welke ge-
luistert wordt.
DE HERBERGIERS
Het geval der herbergiers bekom
mert ons ook ten zeerste. Zij zijn waar
lijk slachtoffers geworden der sluikver-
koopers. De liberale partij strijdt daar
lang reeds tegen, want er zijn immers
meer bedekte dan andere drankhuizen,
ten nadeele der gezondheid. Zulks moet
ophouden. De liberale partij wil een
hevige propaganda Wijven voeren voor
den middenstand, en voor werken zoo
als zij het deed voor de werkende klas.
Den middenstand, verdedigen is voor
de liberale partij een natuurlijken
plicht, omdat daarin vooral de grond
slagen liggen van haar bestaan en
princiepen.
HET EVENWICHT DER FINANCIEN
Behalve dit nieuw plan in hetwelk
onze partij zich een breede toekomst
wil openen, zijn wij verknocht aan het
behoud van het bud jeteven wicht van
'den Staat.
De ervaring heeft bij ons en elders
bewezen, dat het noodig is de uitgaven
te schikken naar de ontvangsten, zon
der dat deze laatste aan het ekono-
misch bestaan der natie mogen scha
den.
NUTTELOOZE UITGAVEN
Het oogenblik is ook gekomen om een
paal te stellen aan het'overdreven fonc-
tionnarisme en aan de vermeerdering
van de bestuurlijke paperasserie. Zoo
bv. kan het Ministerie van Volksge
zondheid wel in een ander opgenomen
worden, om beproevingen te doen.
NOODIGE HERVORMINGEN
Nieuwe hervormingen moeten mid
delen brengen om de uitslagen der
technische onwetendheid van leden uit
het Parlement te doen ophouden. Men
moet den moed hebben het te zeggen.
Het Parlement, zooals het thans be
staat, beantwoordt niet meer aan de
huidige technische noodwendigheden.
Lokale sympathien, populariteit, schoon
praten zijn niet voldoende om goede
wetten te maken en goede hervormin
gen te brengen. Het is dus noodig tech
nische raadgevers te hebben, die onder
opzicht van nijverheid, handel, land
bouw, geldwezen niet van politieke lei
ders afhangen personen die onafhan
kelijk, eerlijk zijn, gesteund door on
dervinding. Dan zal het Parlement, dat
meester blijft, goed Werk doen en het
land op de rechte baan doen gaan.
GEEN ETATISME
De Staat mag niet alles willen behee-
ren. Geen etatisme Geen nationalisa
tie der nijverheden.
Om het even voor ons of M. Vander-
velde het noemt etatisme of socialis
me wij maken geen onderscheid, of het
de Staat zij die zich in de plaats stelt
van den enkeling, of dat het autonome
of zelfbeheeren zijn zulk systeem zal
altijd de bureelratten dekken systeem
dat de Staat verarmt. Daartegen stel
len wij het persoonlijk initiatief vol
verantwoordelijkheden en nagezien
door de wetten.
Wij verwerpen ook den terugkeer tot
om het even welken vorm van middel-
eeuwsch korporatisme, met tyraniek en
politiek karakter.
DE REGELING VAN DEN
KLEINHANDEL
De liberale partij zal gekant blijven
tegen het voorstel Van Isacker over de
regeling van den kleinhandel, omdat
het indruischt tegen het vrije initia
tief omdat het de vrijheid van den
enkeling afhankelijk maakt van groe
peeringen veelal met een politiek doel
en kiesbelang. Dat men de slechte
handelaars bekampe voor wettige mid
delen.
Ziedaar de groote lijnen waarop libe
rale medewerking mogelijk blijft, nog
andere vragen bezorgdheid, zoo de fi-
nantiën der gemeenten.
De lbierale partij wenscht rechtzin
nig samen te gaan voor 't heil van het
land.
De overlevering, het historiek verle
den, in Belgisch belang, de waardig
heid, de rechtschapenheid van de li
berale partij, soms beknibbeld, geven
haar recht op aanzien.
M. Coulonvaux drukt zijn verwonde
ring uit over de enge gedachte van M.
d'Aspremont, volgens welke de partijen
maar waarde hebben naar hun getal
sterkte. Volgens die aardige opvatting
van den Voorzitter der Katholieke Fe-
deratiën zal er dan van de oude ka
tholieke partij niets meer overblijven
dan eene herinnering en dat ze plaats
maakte voor kleine partijen, die tegen
over elkander staan.
Zooals M. Devèze het schreef, willen
wij geen partij van enkelen steun zijn
in 't Goevernement, wij willen er zijn
met een rol, die overeenstemt met onze
verantwoordelijkheid of wij zullen er
niet zijn.
Wij zullen eischen met het herope
nen van het Parlement
1) Dat een bepaald gouvernementeel
programma vastgesteld wordt.
2) Dat dit programma strikt uitge
voerd wordt en zullen geen enkele af
wijking meer dulden,
't Is kort en klaar I
Herhaaldelijk hebben wij in dit blad
gewezen op de noodwendigheid van
eendracht onder onze partijgenooten
ten bate van de liberate gedachte, van
eendracht onder alle Belgen tegenover
de ekonomische en andere nooden van
het land.
Wij waren op verre na niet alleen om
die houding aan te nemen.
Uit alle kolommen van de pers der
groote partijen, uit alle openbare rede
voeringen van gezaghebbende mannen,
luiden sedert meer dan een jaar aller
lei weerklanken van de Belgische leus
Eendracht maakt macht.
Het optreden van den heer V. de La-
veleye, als Voorzitter der Liberale Par
tij. gaf het teeken tot wederzijdsche
toegevingen tusschen Vlaamsch- en
Franschgezinde liberalen, en een nieu
we tijd van beter onderling begrip
scheen aangebroken. Woorden in dien
zin werden gesproken en gedrukt in
menige groepeering, die tot dusver on
verzoenlijk was gebleken, bij voorbeeld
in den schoot der Liberale Asociatie
te Gent.
De beslissende zegepraal door den hr.
Van Zeeland tegen de Rexisten en hun
Vlaamsch-Nationalistische bondgenoo-
ten behaald, versterkte zijn gezag en dat
van de geheels Regeering, en nogmaals
werden vele woorden gesproken en ge
drukt om daar den nadruk op te leg
gen, en het trouw steunen van den
Eersten-Minister in zijn moeilijke taak
werd algemeen aangepredikt.
Dat waren woorden.
Welke daden beantwoorden daaraan
bij de Franschgezinden
Te Gent wordt door anti-Vlaamsch-
gezinde liberalen van den ouden eed,
meestal achter de schermen, gestookt
tegen degenen die niet blind zijn voor
de verdiensten der" Vlaamsche bewe
ging, en nog minder voor haar vooruit
gang onder de volksmassa. Die heeren
en de pers die hun voorkeur, zooniet
hun medewerking, geniet, hebben nog
altijd niet gezien dat, onder hun leiding,
de liberale partij gestatig is achteruit
gegaan in de kiesomschrijving Gent-
Eekloo. Ze blijven bij hun noodlottige
onverzoenlijkheid trots de les der fei
ten. Ook herbeginnen zij, te Gent en
elders, te schermen met de «rechten
der minderheden» en het beruchte
«recht van den familievader» dat hun
toeliet onderhoorige of sociaal onmach
tige familievaders van de vrije keus der
onderwijstaal te berooven, duikt ook
weer op in alle Franschgezinde bladefi.
Hst taalgrens-conflikt te Enghien,
dat eigehfcjk van lokalen aard is en
mits eenige koelbloedigheid gemakke
lijk kan geregeld worden, wordt op ge
weldige wijze opgeschroefd en ge
bruikt om eens te meer de Walen tegen
de Vlamingen op te ruien. De Burge
meester van Edingèn of Enghien is een
held geworden, omdat hij de schending
van de wet aanmoedigt.
En te dier gelegenheid steken alle
Franskiljonsche bladen de krijgstrom
pet, niet alleen tegen de betrokken wet
op de bestuurstaal, maar tegen alle
wetten, die aan Vlamingen en Walen
eindelijk de door Koning Albert beloof
de «gelijkheid in rechte en in feite»
hebben geschonken.
Te Brussel als politiek onverstand
over het land waait, dan komt die vlaag
uit de hoofdstad te Brussel is dezer
dagen een vereeniging ontstaan, die tot
doel heeft den strijd aan te binden te
gen wat die heeren «rimpérialisme fla-
mandiseur» noemen.
Geleerden als Dr. Bordet doen daar
aan mee. Het zijn dezelfde mannen of
anderen van hun aard, die Minister de
Laveleye hielpen doen vallen, omdat hij
niet Franskiljonsch genoeg was. En al
weer laten zich die en andere Waalsche
groepen door Brusselaars en ver-
franschte Vlamingen een rad voor de
oogen draaien.
Aldus de daden van die stichters van
tweedracht, terwijl zij den mond vol
hebben van de eendracht onder alle
Belgen.
Te midden van al dat onzinnig ge
harrewar is, gelukkig, de brief van den
Koning aan Minister Van Zeeland ver
schenen als een daad. Een kalme, vast
beraden, doelmatige daad zij is er toe
in staat, aan vele heethoofden te doen
begrijpen dat hun woorden niet vol
staan om het land en de wereld op
voorspoediger banen te leiden.
Zullen de twiststokers het Koninklijk
voorbeeld, of dat van den Burgemees
ter van Enghien volgen
Om het even
Zij zijn het land niet. En in meer
derheid is ons land een land van ge
zond verstand.
Vrijheid Eerlijkheid
Solidariteit
Deze drie woorden, welke zoo hevig
klinken bij hun uitspraak, zijn toe te
kennen aan onze LIBERALE MINIS
TERS, bijzonder op dit oogenblik voor
onze geachte Heeren Marcel-Henri
Jaspar, Minister van Verkeerswezen en
Mr Denis, Luitenant Generaal, Minister
van Landsverdediging.
Waarlijk.
Is het niet door onze Heer Minister
Marcel-Henri Jaspar, dat gansch het
personeel (fonctionnarissen, beambten
en werklieden) hun verbeternis te dan
ken heeft.
Marcel Henri JASPAR, heeft deze
drie schoone woorden van Vrijheid, Eer
lijkheid en Solidariteit toegepast.
Als VRIJHEID heeft hij toegelaten
dat iedere beambte en werkman van
zijn departement vrij is geweest van
gedachte te mogen veropenbaren.
Als EERLIJKHEID heeft hij bestatigd
dat hun veropenbaring gegrond was en
EERLIJK aangeboden werd.
Als SOLIDARITEIT betoonde hij geen
onderscheid te maken tusschen perso
nen, om hun voldoening te geven aan
hun verlangen.
Hij maakte zich SOLIDAIR, tot een
gansche verbeternis, tegenover zijn on
derdanen.
Is het niet door zijn hardnekkig en
onverpoosd werken, dat in zijn depar
tement een gansche omwenteling is ge
schied, door de verhooging hunner
Jaarwedden, dagloonen, verbeteringen
van reiskosten, bepalende verlofdagen,
een goedkoop verblijf gedurende hun
verlofdagen, voorziening van betere
oude dagen, enz...
Waarbij nu bijgekomen zijn DE
VERMINDERING VAN 50 TOT 75 p.h.
VOOR ALLE REISKOSTEN PER IJZE
REN- EN BUURTWEGEN ONZER OUD
STRIJDERS EN AL DE BURGERS, VER
OORDEELD DOOR DEN VIJAND VOOR
PATRIOTIEKE WELDADEN.
Wat is er nu voorgesteld door onze
heldhaftige Minister van Landsverde
diging, Mr DENIS, Luitenant Generaal?
Onze Geachte Hr MINISTER DENIS,
na reeds verscheidene veranderingen
toegepast te hebben, voor een verdien
stelijker bestaan der Overheden en
Soldaten, heeft op Vrijdag 23 Juli 1.1.
aan de Ministerraad een wetsontwerp
aangeboden, ten einde eene ALGEMEE-
NE HERZIENING DAAR TE STELLEN,
VOOR DE GEBREKKELIJKE OUD
STRIJDERS.
Onze achtbare Minister Mr Denis
heeft begrepen dat verscheidene oud
strijders, reeds vroeger aangetast door
onzienlijke kneuzingen of ziekten, door
de gevolgen van den oorlog, deze zich
nu maar eerst vertoonen.
Zijn aandacht werd ook opgemerkt,
misschien door de menigvuldige vroeg
tijdige verdwijningen van een groot ge
tal dezer oud-strijders, of door een
vroegtijdige onbekwaamheid tot wer
ken.
Mijnheer de Minister van Landsver
dediging heeft ingelijks voor oogen dat:
Vrijheid, Eerlijkheid en Solidariteit, de
kenspreuk der zoo schoone Liberale
Partij, de drie schoonste woorden zijn,
welke de vrede en eenzaamheid tus
schen de Belgische bevolking zal blij
ven behouden en bekrachtigen.
Onze voorzienige MINISTER van
Openbaar Onderwijs, Mijnheer HOSTE,
heeft in zijn departement de 3 schoo
ne woorden van Vrijheid, Eerlijkheid
en Solidariteit ook niet vergeten, daar
de tevredenheid van zijn onderdanen,
zich heeft laten hooren door zijne ver
anderingen.
Wij zijn overtuigd, dat Mijnheer
MAISTRIAU. onze Minister van Justi
tie, het zijne zal bijbrengen om de Li
berale kenspreuk na te volgen, aan de
welke niet te twijfelen zal zijn.,