De Kartels en de Concentratie. TROELALA, HET BLAD VAN HET O. F. ZATERDAG 13 OCTOBER 1945 (Verschijnt om de 14 dagen) 12' JAARGANG Prijs per nummer 2 fr. Nr. 13 DE LIBERAAL Verantwoordelijke uitgever M. L. D'HAESELEER, Graaf Egmont Groote Markt AALST -Telefoon 1215 VRIJHEID SOLIDARITEIT VERANTWOORDELIJKHEID Alle briefwisseling en bijdragen te sturen naar Redaktie Churchilllaan, 23, Aalst. De Liberalen koncentreerden NIET, NOCH met de V. N. Vers. NOCH met de Rexen. Zij koncentreerden ook niet met de Socialisten. MAAR de Katholieken, DIE koncen treerden NIET met de Liberalen, MAAR met de V. N. Vers en REXEN, de verra ders van ons land en volk en de uitmoorde- naars van ons volk. De Katholieken van AALST en van het ARRONDISSEMENT manifesteerden en propagandeerden met V. N. Vers en met de Rexen. Na de eerste meeting in de Rink, dansten M. Petrus Van Schuylen- berg, de katholieke Volksvertegenwoordi ger, arm aan arm over de Markt met Bert D'Haese, de V. N. V. senator. Zij kwa men nadien terug en gingen een glaasje drinken in het Katholieke Middenstands huis waar zij plechtig werden ontvangen door M. Bessems, de voorzitter van de katholieke Middenstanders. Het was God en eenen pot. Nadien zagen en hoorden wij de muzie- ken van de katholieke Harmonie en van het V. N. V. en van het Groen Kruis, allen samen in eenen stoet. En op de Groote Markt om te eindigen, de VLAAM- SCHE LEEUW Die Vlaamsche Leeuw dat was niets, zelfs hadden die meneeren hunnen hoed maar neergehaald. Maar neen. zij MOESTEN ZOOALS de V. N. Vers en Rexen, den Hitlergroet, de groet van Heil Staf De Clercq brengen. Dat mag toch zeker wel eens aan de hee- ren katholieken herinnerd worden. Wij zijn niet zoo verstandig als Pierlala, want die kent en die weet alles. Hij kan meê spreken van den Weerstand, van de Solidariteiten, van de Politieke Gevangenen, van alle Stadszaken, van de Schoolkwesties, van de Kinderverlamming, van de Eere-Burgers, van alles en alles en nog wat. Wij, arme sukkels, moeten ons bepalen met wat wij gezien en bestatigd hebben en wat wij be leefd hebben. Eene zoete herinnering is soms niet slecht. Weet Pierlala dat bij die heeren die met den arm gestreken op de Markt binst het spelen van de Vlaamsche Leeuw dat de HH. Moeyersoen, (met uitzondering van den Baron), de Eemans en die waren in groot getal, de Bosteels, sommige Heeren De Wolf, Moens. Verders Schelfhout, De Hert, Borremans, De Schaepdrijver, De Vis, en natuurlijk AL de priesters en onder pastoors erbij. Vergeten we niet de Gee- rinckxen, de Keymeulens, de Bastiaensen, de Danckaerten, en de Collegegasten. Enfin het was het puik, met het half puik en het opgejaagd en verplicht wit, half-wit en vooral veel zwart goed dat in die mach tige concentratieoptochten meestapten. En plezier dat zij hadden... De overwinning was aan hen... Zij meester zijn... de katho lieken, de V. N. Vers en de Rexen. Het zou een echte, onvervalschte Breughelsche Vlaamsche Kermis worden. Het was eene marche forcée... Maar ze kregen een pak meê. Al onze verontschuldigingen als dat soms Pierlala wat kan ergeren, maar wij zullen ons nog vermaken aan de lieflijke woorden die zij gebruikten om elkander wit te was- schen tegen de aanvallen van de liberalen. En dan het geweld om bij de Duitsche overrompeling de meesters te zijn met de zegevierende V. N. Vers op het Stadhuis te Aalst. En dan de zegekreten van Bastiaens, Callebaut en Danckaert. En dan den Zondag 3 September 1945, 's namiddags te 5 uur, als de Duitschers hier nog waren, het nieuwe geweld om de blijde intrede te doen in het Schepencollege. Wij gaan er nog plezier aan beleven. Van Glabbeke toch wel nen ergen krawat. Pierlala, Pierlala, hoe gaat gij die stukken kunnen bijeen rapen Pierlala en Troelala hebben elkander in de beste verstandhouding verlaten na el kander gulhartig te hebben toegeroepen A plus tard. Sans rancune en a titre de revanche TROELALA. Pierlala heeft ons den eeregroet ge bracht. Bedankt.maar wij hechten er weinig belang aan. Als terechtwijzing voor deze week slechts dit Pierlala is van oordeel dat het feit van te zeggen dat de katholie ken aan opbouwende politiek doen en als bewijs daarvan de opmerkingen van M.den Baron aan M. Van Acker overdrukken en dan dat mooie gebaar van dat koppig paard met die 3000 Kos kolen aan zijn achterste, dat feit alleen is volgens Pierlala AAN PERSOONLIJKHEDEN DOEN EN AAN PRIVAATZAKEN Arme Pier... Wees gerust, wij zullen U met denzelf den bascuul wegen. Over enkele dagen was Pierlala gewel dig lastig. Hij liep mijmerend door de stra ten en kijk, ten einde raad, komt hij terecht bij Troelala. Het moest van zijn hart, hij was mistevreden over de benoemingen van de MINISTERS VAN STATE. Naar Pierlala zijn bescheiden meening was er nu toch niemand in gansch België, ja zelfs in gansch de wereld die er een oogenblik zou durven aan twijfelen hebben dat Mijnheer den Baron, de leider van de katholieke rechterzijde van den Senaat, de waardige opvolger van Chalen Woeste, ook Minister van State zou worden be noemd. En 't was mis. Pierlala kon maar de reden niet gissen en Troelala wilde zijnen vriend Pierlala geen verdriet aan doen. Hij wilde geen olie op 't vuur gieten en zelfs naar de reden niet gissen. Hij konstateerde wel dat er kerels bij waren die in de katho lieke partij slechts de derde en vierde viool speelden, dat de nieuwe benoemingen ge gaan waren aan meneeren die de reis naar Salzburg hadden gedaan over enkeie we ken, dat ongetwijfeld Mijnheer den Baron alle kwaliteiten bezat om eersten minister te spelen en dat hij daar reeds meer dan eens zijn boontjes had op te week gelegd, dat er zelfs zwanzers waren die bij de laat ste samenstelling van het ministerie de naam van Moyersoen als eersten minister hadden de wereld ingezonden, en zoo meer. Maar verder wilde Troelala toch zijnen vriend Pierlala alle meerdere verdriet spa ren. Maar Pierlala zelf begon dan te rede neeren. Wie mag er daar dan toch die spij kers in den weg hebben gelegd. En ineens vallen zijn gedachten op M. Ludovic. Die heeft het spel verbroddeld. Die heeft binst den oorlog eene benoeming aangenomen die onderteekend werd door sekretaris- generaal Romsee. Dat was die benoeming als lid van de Bankkommissie. En de twee de sekretaris-generaal die de benoeming onderteekende was Plisnier en die werd on langs ook over het hekken gehaald. M. Lu dovic de sympathiekste mensch en zich zelf opdringende voorzitter van de katho lieke partij van Aalst, kan het natuurlijk weinig schelen. Hij heeft de blieken ontvan gen. Als belooning oordeelde Pierlala.want hij werd razend van koleire, krijgt hij na dien nog eene benoeming aan het kabinet van M. Pierlot, (van daar de omvorming van den naam Pierlala naar alle waarschijn lijkheid). Gelukkig voor korten tijd. En Troelala, die zijnen vriend Pierlala niet verder in het verdriet wil storten voegt er aan toe dat hij zich meent te herinneren dat M. Ludovic nadien nog kommissaris werd voor de geteisterde gewesten in de Ardennen. Die laatste benoeming viel in den smaak van Pierlala. Dat komt hem toe. zei hij. Pierlala, pardon M. Ludovic, is ne mensch die op geen franksken moet zien. Hij gaat regelmatig in vacantie en hij is nen hartstochtelijke jager. Het is nen scherpschutter. Het wild dat hij in 't oog krijgt is vertrokken en valt döod aan zijn voeten. Het was dan maar juist dat hij die zoo goed de Ardennen kent, dat hij tot ko- missaris werd benoemd. Hij moest zelfs daarvoor geen enkel deplacement doen.Dat was het eerste profijt. En zoo komt het dat door de onhandige handelwijze van Ludo vic onzen verdienstelijken leider van de katholieke partij nevens de benoeming viel van Minister van State. Het schijnt dat Minister van Glabbeke daar iets heeft aan te zeggen gehad en dat hij zelfs M. Ludovic eens op de vingeren heeft getrapt omdat hij te gemakkelijk zij nen poen wilde verdienen ginder te Brussel. Als dat waar is, dan is Dolfken (Vervolg onderaan kol. 1). Eenmaal heeft De Liberaal een arti kel geschreven over het blad van het O. F. en krak zij vinden dat Staafken zijn gal uitbraakt Zonderlinge menschen nietwaar Reeds een gansch jaar braken zij gal, met of tegen hun goesting. Sedert maanden vervallen zij van in het eene gemeene in het ergere niet alleen tegen zwarten, maar ook tegen weer- standers, die in den weerstand stonden van VOOR dat zij er in stonden. Tegen weer- standers die het uitgeboet hebben in de ge vangenis en die er alles geleden en afgebe ten hebben om de andere weerstanders en de organisatie niet te verraden. En diegenen die er laatst bijgekomen zijn en minst hebben gedaan roepen en schreeuwen het hardst. Voor sommigen is dat goed om hunne begane fouten te doen vergeten en die weerstanders meenen dat zij de meesters van de straat zijn en dat iedereen voor hen moet zwijgen. Er zijn er die weerstander geweest zijn om onze vrij heden te herwinnen en twee van die vrijhe den zijn de .vrijheid van het woord en de vrijheid van de pers. Andere weerstanders meenen dat zij mogen bekladden, alles en iedereen, maar weê als er iets tegen hun ge vel botst. In het O. Fken van 28 Januari 1945. No 13, schrijft onder andere Jules het volgende Op die manier kwamen er dan toch 10.000 kilo kolen op den koer van het stadhuis terecht, die echter zoo rap als de wind in de kelder van ons stadhuis verdwenen. Daarna begon men de ver- deeling de eerste 1000 kilo kwamen in den kelder van den burgemeester, daarna ontvingen de schepenen hun deel en wan- neer alle stadhuiskoppen bediend waren, bleef er geen gram meer over voor de bevolking Tot daar. Dat zijn de echte, lage. gemee ne middelen van nen onvervalschten krapu- leuzen gazettekladder. Die man heeft ge schreven gelijk den gemeensten der politie kers, die voor den eersten keer aan den kop staat van eene nieuwe politieke partij. Eer lijke en serieuze menschen geloven dat niet en met reden. En bij die schepenen die de kolen aan de bevolking zouden hebben ont stolen was dus den weerstander De Stob- beleir begrepen. Het zal althans niet slecht zijn aan de menschen in breede trekken de gebeurte nissen en voorvallen die De Stobbeleir in den oorlog overkomen zijn. in herinnering te brengen. In Augustus en September 1940, als de Duitschers hier dus waren, geweldige dis- kussies in de openbare zittingen van den gemeenteraad met de concentratiegekoze nen van de katholieke partij Callebaut, Bastiaens en Danckaert, die zich reeds de meesters voelden en beschermt door hunne V. N. V, en Rexvrienden. Einde Augustus 1940 werd hem zijne plaats, als oudsten vertegenwoordiger der essence maatschappijen, aan de Belgische Petroleum Unie, ontnomen en dus ook zij ne broodwinning. Zijne opzegging is getee- kend door von Falkenhausen. Hij is ver plicht zijne meid op te zeggen tot wanneer in Juli 1942, zijn vierde kind geboren wordt. Einde September bedreiging door Calle baut aan de poort van het stadhuis hem te doen wegsturen In Oktober 1940 door al de officieren met kommandant Lindner aan het hoofd uit den gemeenteraad gezet en zijn plaats NIET willen verlaten alvorens Lindner zijn naam noemde. Toen zaten Nest jen Van den Berghe, Jef Podevyn en ook Ludovic Moyersoen, achteraan in de zaal te lachen. Ook Nichels moest buiten en de liberaal- socialistische meerderheid was in de min derheid. In November 1940, de eerste van gansch de stad, de twee gestapos VAN DROO- GENBROECK (Antiek) en ISIDOOR BOCQUE, die De Sobbeleir kwamen ver wittigen bij hem thuis te 8 uur 's morgens, dat als hij nog eenmaal iemand dreigde (zaak Edgar De Cock) naar Duitschland in het koncentratiekamp zou terecht komen. In Mei 1941 bestuurslid van het Onaf hankelijkheidsfront, ophalen van gelden voor de gevangenen, enz, Nadien VERANTWOORDELIJKEN voor den sektor en enkele maanden daarop ook nog PROVINCIALEN VERANT WOORDELIJKEN. die te Gent met de afgevaardigden van Brussel samen kwam. Op 20 Juli 1943, te 11.30 uur 's avonds aangehouden. Te dier gelegenheid derde huiszoeking bij De Stobbeleir en NOOIT iets te vinden. Te Gent, 36 dagen zonder bezoek.zonder pakken, zonder rookgerief, zonder leesge- rief. 18 dagen alleen in de strengste EIN- ZELHAFT Na drie maanden, het werk hervat in het Onafhankelijkheidsfront. Sedert Mei 1944 's avonds thuis weg en slapen bij vrienden. Zijn naam was ten an dere vermeld op de lijst van de gijzelaars. De nacht van 14 op 15 Augustus 1944, de nacht van de groote raffel, VIER gesta pos om De Stobbeleir opnieuw aan te hou den voor de groote reis, Dan van 15 Augustus tot 2 September bij andere vrienden gaan inwonen op 50 m. van zijn huis. Op Zaterdag 2 Augustus, als de Duit schers en verschillende zwarten hier nog waren, vermomd naar huis, 's namiddags te 2 uur. Denzelfden avond, te 10 uur, bij hem thuis, vergadering met den betreurden sche pen Pierre Cornelis, Kommandant Buekens Chef van den A. B. en Inspekteur Van Hover om de maatregelen te nemen voor den volgenden dag. Den Zondag morgen, toen de duitschers en de zwarten nog hier waren, TE 10 UUR 'S MORGENS zijnen post gaan herinne- men van schepen- Na de middag, te 3 uur. terug op het stadhuis en te ZES uur voor de laatste maal door de duitschers met nog ZES andere Aalstenaars, met de mitrailjet in den rug. opgeleid naar de St. Annabrug die gesaboteerd was. 's Avonds, van af 9 uur de voorposten uitgestuurd om de Engelschen die aange kondigd waren langs Erembodegem-Ter- joden te gemoed te gaan en als de eerste Engelschen op het stadhuis kwamen te 11,30 uur, was hij den eenigsten vertegen woordiger van den Aalsterschen gemeente raad om de Geallieerden te verwelkomen. In de bank, twee maal een rekening van schuld (compte de nantissement) moeten openen en akties verkoopen, En zulke menschen worden aangevallen en beklad door sommige kerels die zich weerstanders noemen als er zijn die in den MAKIE moesten gaan in verband met eene SUIKERZAAK. En zulke menschen zouden moeten zwij gen voor meneeren die schijnen vergeten te hebben dat zij binst den oorlog twee tot drie uren gingen doorbrengen bij zwarten in de Naarstigheidstraat, in de St. Jan straat, enz. en die nu beweren dat zij daar de boekhouding moesten gaan doen. Nen bediende, hij mag nog onder-direkteur zijn. moet daar de boeken niet gaan houden. Er zijn nog andere gevallen. Voorwaar, het O. F. EN sommige ka tholieken EN Pierlala, hebben elkander menigmaal, zonder het soms te weten, el kander dikwijls de hand gegeven om De Stobbeleir er onder te krijgen. Van andere weerstandleiders, uit andere groepen, die zwarten hebben weggestoken, daar wordt niet van gesproken. Hem onder krijgen, hem doen zwijgen, dat zal moeilijk gaan. Zijn huis trachten in brand steken met es sence zooals in den nacht van 30 September op 1 Oktober en vrouw en vier kinderen de schrik op 't lijf jagen dat gaat. Hem om- verschieten of DOEN omverschieten, dat zal ongetwijfeld nog gemakkelijker gaan. Dat iedereen in verband met de houding en de werking van De Stobbeleir, deze en kele verzen tweemaal herleze Ge klaagt De wereld is zoo slecht Maar zachtjes onder ons gezegd, Wat draagt gij er toe bij Opdat de wereld beter zij En ik sluit DOE WEL EN ZIE NIET OM. Van nen weerstander die dicht bij Staaf stond. Drukk. Wed. J. Van Opdenbosch Co, Gentsche Steenweg, 35-37, Aalst. Tel, 494.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Liberaal | 1945 | | pagina 1