Nieuws- en Ankoncenblad. Eerw. heer Garnier PASTER DAENS Prijs per nummer 10 centiemen. Vierde Jaar Nr 39. Zondag 50 September 1894. BRIEF BRIEF DE STAD NINOVE ABONNEMENTEN De prijs er van is fr. 3,50 's jaars voor iedereen, voorop te betalen. Men kan, ten allen tijde, inschrijven bij D. ANNEES- SENS, Drukker-Uitgever, te Ninove, aan den hoek van het Stadhuis Al wat ten bureele gedrukt wordt, en wat eene annonce bevat, zal, op aanvraag, kosteloos in het blad opgenomen worden. ANNONCENPRIJS Per drukregelGewone 15 centiemen Op 2d' blad 25 centiemen Dikwijls herhaalde bij overeenkomstRe- klamen 1 fr. Inzending der Artikelen en Annoncen uiterlijk donderdag avond. Het recht annoncen of artikels te weigeren, wordt voor behouden. Handschriften worden niet terug gestuurd. VAN DEN Parijs, 26 September, 1894. Mijnheer de hoofdopsteller en geliefde konfrater, De kiezing van Aalst ligt ons nauw aan het hart, en nauwer dan eene andere, uit oorzaak harer belangrijkheid en omdat het onze plicht is de dwalingen tegen te werken. Ook hebben wij besloten u wekelijks, uit Parijs, eenen brief te zenden waarin wij zullen trach ten alle misverstand te doen verdwijnen voor de oogen van uwe katholieke lezers, opdat zij niet zouden kunnen denken dat priester Daens een der onzen is en dat hij onze lee ring volgt. Van den kant van dien ouden Jesuit is het eenigszins slim te doen veronderstellen dat hij van herte verkleefd is aan de eendracht der priesters die hun leven opofferen om het evangelie te verkondigen aan de werkende en lijdende klassen. Maar hij moet waarlijk naief (onnoozel) zijn (om geen ander voord te ge bruiken), indien hij zich scheinheilig weg in beeldt dat wij onze rangen voor hem zullen ontsluiten en hem ontvangen als eenen apostel. Hij is misschien wel 'nen apostel, maar, un bon apóire, tie feilen apostel, en indien hij dat woord niet goed verstaat, zullen wij hem de puntjes wat op d'i's zetten. Daarmee beginnen wij. j M. Woeste en He Mun. Daens en Caoaret. In de Fransche Kamer zetelt een dappere en manhaftige kristen, een onzer beste rede naars; zijn naam is graaf de Mun. Gansch verkleefd aan de katholieke werken, verdediger van al wie op aarde lijdt, altijd be reid om op de tribune zijn geloof te ver dedigen en om de ziel van onze kleine kin deren te beschermen, graaf de Mun ook ont moette op zijnen weg eenen Daensmaar die Daens, helaas ook een priester, en zijn naam was Cadoretwas ten minste een man vol talent, terwijl de ware Daens geen ander ta lent bezit dan eenen onmeetbaren en misplaat- sten hoogmoed. Graaf de Mun dus ontmoette 'nen Daeijs, die hem dierf aanranden, om scheuring te brengen onder de katholieken, tot groot genoe gen van allen die niet willen noch van God noch zijn gebod. In den beginne was iedereen verwonderd, verstomd, diep verontweerdigd; maar het duur de niet lang, men schooi de rangen dicht en de algemeene roep wasWeg met Cadoret Al de katholieke schrijvers die zich het welzijn van den Godsdienst en van het vader land ter herte trekken, stelden ten dienste van Graaf de Mun hunne pen en hun woord, om den aardigen apostel te ontmaskeren, hij die de verrader was van zijne politieke vrienden en van zijne geestelijke broeders. De strijd was hevig, vurig, hardnekkig, maar wij behaalden een schitterenden zegepraal, en Cadoret viel door de mande. Zijne eigene familie verloochende hem, zijne medebroeders verachtten hem, en zijn Bisschop, die ook een dappere was en die nooit zoo ge doogd hebben dat zijn gezag zou miskend worden, liet hem weten dat er een einde moest komen aan die droeve schandalen, en hij brak hem af, zonder omwegen, zonder drift en ook zonder zwakheid. Zoo doende gaf hij een schoon en groot voorbeeld aan allen. Iedereen weet hier dat de verrader Cadoret een vcrstooteling werd en dat het overige van zijn leven moest boeten voor eenen oogenblik van dwaling cn hoogmoed. Ah, de hoogmoed, de zonde van Lucifer, hoeveel kwaad reeds heeft hij niet gesticht en hoeveel menschen heeft hij reeds in het ver derf gedompeld En zeggen dat het dikwijls en veel de groot ste domkoppen zijn die aangetast worden door die wreede plaag, welke men hoogmoed noemt en welke dikwijls eindigt in een zothuis. De uitstekende Staatsminister Woeste be vindt zich bij u in hetzelfde geval van onzen DE Mun. Dappere kristen, uitmuntende rede naar, gansch verkleefd aan de katholieke wer ken, verdediger van al wie lijdt op dees aarde, altijd bereid om zijn Geloof te verdedigen en de ziel der kleine kinderen te vrijwaren, zóó ook is M. Woeste. Hier te Parijs zegt men altijd dat uw Woeste de Belgische de Mun is, en dat onze de Mun de Fransche Woeste is. Maar ook, is de achtbare heer Woeste het levend afbeeldsel van onzen grooten en edelen Graaf de Mun, den lieveling van Z. H. den Pauszijn die twee mannen de roem en de eer van hun wcrderzijdsch vaderland vervult onze de Mun in Frankrijk de groote en edele rol van M. Woeste in Belgenland, gij hebt, helaas, ook een droef en akelig afbeeldsel van onzen Franschen Don Quichotte Cadoret, en die Belgische Don Quichotte is pater Daens! En nog, een onzer vrienden protesteert ter wijl ik deze woorden neerschrijf, en hij zegt dat Daens nog alleenlijk geen Don Quichotte is, maar een gemeene Sancho Pan?a En diezelfde vriend voegt er spotsgewijze bij dat Don Quichotte Cadoret te velde trok tegen de Mun op zijn uitgemergelde ca jut Rossinante, terwijl Sancho Panga Daens kruipt op 'nen schurftigen cn gepelden ezel. Nu dus, dat Sancho Pan9a Daens schrijlings op zijnen ezel zit, springen wij op ons krijgs paard en breken wij eenige lansen tegen het sproteling van den onsterflijken jonker van den ridder met zijne droeve figuur. De echte Sancho Pan5a, alhoewel klapziek, eenvoudig en dom, was nogthans begaafd met eene gezonde rede en hij beschouwde altijd de zaken onder hunnen praktischen en werke- lijken kant; de Belgische Sancho Panfa, hij, och arme, is totaal ontbloot van de hoeda nigheden van zijn model, en hij verkoos de politiek voor zijne beminde van Toboso. Laat eens zien. Priester Daens zegt zich kristen demokraat. Dat is valsch, dubbel valsch. Een kristen demokraat is deze die niets an ders beoogt dan de belangen van onze arme landbouwers zij die het land bevruchten door hun zweet en hunnen arbeid -, van onze be hoeftige werklieden, zij die zich afmatten en zich afslooven voor het brood var: hun talr:;\ hvj» y; r!*"*»/l;e. i.vJ: van het onkruid der bitterheid te zaaien order de onterfden der aarde, die, in de plaats van ze optehitsen tegen de andere standen der maat schappij, hun herinnert dat God hier iedereen geplaatst heeft volgens de schikkingen van zijne Voorzienigheid, tevens het bevel gevende niet van op te staan, maar van zich aan zijnen hei ligen wil te onderwerpen, en de moeielijkhe- den van dees leven te aanveerden, wetende dat er na dit leven een beter zal komen dat alles zal herstellen en beloonen. 't Is hetgeen 1ttij doen, 't is te zeggen dat wij helpen en ondersteunen, maar wij wach ten ons wel, de grove fout te begaan van tweedracht en misnoegdheid te zaaien en van de politieke moeilijkheden te verergeren. Priester Daens integendeel, hij de hooveer- dige, roept uit met zoete stemboer en werkman, mijne broeders, komt tot mij leent mij uwen rug, langs daar zal ik in de Kamer kruipen. En het is de waarheid, die priester, die niets was, die buiten dienst is, zei tot zich zeivenniets ben ik, maar iets moet en wil ik worden..., door arglistige kabalen en lage kuiperijen. En dan is hij begonnen met de mee tingen op en af teloopen, arm aan arm met geuzen, en aangemoedigd d^or het handgeklap van het schuim der samenleving. Hij is be gonnen met de driften te vleien van het volk, met de lage neigingen op te wekken van de kleinen (hetgeen een maatschappelijk schelm stuk is), met de begeerten van ae armen aan te hitsen, en de steunpilaren ommetewerpen der maatschappij. E11 dat werk wordt verricht door eenen priester Het schijnt dat hij zeggen durft dat, van het oogenblik dat Monseigneur van Gent hem niet wederhoudt, Hij hem goedkeurt en aanmoe digt. Groote God welke schaamteloosheid en welke vermetelheid Wij hebben de eer gehad van te schrijven aan Z. H. den bisschop van Gent en van Hem te zeggen dat wij krachtdadig protest aantee- kenen tegen dat ongehoord en walgend schan daal, en wij zijn verzekerd dat er in het bis schoppelijk paleis van Gent een bisschop is die bedroefd is, die zucht, die weent, en die meer dan eens per dag bidt Heer, vergiffenis houd dien verwoestenden wolf tegen die mijne kudde verscheurt Hoe wilt gij dat een priester, die loopen is gegaan en die zijnen rug keerde naar twee groote Heilige, stichters van twee kloosteror des, zou ootmoedig genoeg zijn en gehoorzaam genoeg om eerbied over te houden voor zijnen den. en voor wat ons betreft wij gaan aan den '.-rijd eene wending geven die veel tranen zal d ien vloeien en veel spijt zal verwekken. Monseigneur, het welzijn van uw bisdom eiscjht eenen maatregel die alle treffelijke lie den eerwachten sedert lang. Ah0 zekerlijk, veel is er te doen voor de werkl-nde klasse, maar om te gelukken zijn er geeoc Daens noodigDat zijn ruziestokers, dal zijn huichelaars Gij, katholieken van het arrondissement Aalst, la^t a niet om den tuin leiden door dien hoo- veerdige.; zendt hem terug naar zijne roeping laat u niet misleiden en bedriegen door eenen onbekwame. Pater is hij niet kunnen blijven, eet. verachtelijke vertegenwoordiger zou hij wegja. jjegt met onsLeve Woeste, leve zijne ka tholieke lijst Weg met Daens Ja, kiest voor Woeste en geheel de katho lieke lijst en leert Daens en zijne kwakzal- verskliek een dansken met Irommel en trompet. Aanvaard, enz. Dr Ervoan d'Horzer, priester, opsteller. En nogthans indien de bisschop zijnen moed niet neemt in zijne twee handen, indien hij, in de plaats van te luisteren naar zijn hert en nog te aarzelen om met den banbliksem eenen priester te raken die zich moedwillig in den strijd werpt als onbezonnen en driftige scherpschutter, ruiten zullen er gebroken wor- Priester Daens heeft te Meerbeke verklaard dat hij geen Redemptorist geweest is. Maar hij is twee maal Jesuiet geweesteens negen jaren lang cn eens voor twee dagen. van Aalst, 26 September 1894. Mijnheer de Uitgever, piet om u te overtuigen, (gij 7 'pmrenon- cn'r.|-ar voj-r c voor 't oogenblik nog ai talrijk zijn >.r at uwe gazet voor niets krijgen. 1 bj zij: onrechtveerdig jegens mij. r. .1 enkel bewijs G I spreekt van mijne Meeting te Geerards- ben gij neemt al uwe inlichtingen in - en gazet welke gij noemt de oneer der Bel gis' ie -'rukpers, Het Laagste Nieuw, gelijk gij spc sgewijze zegt. Welnu, die gazet welke, volgens u, dagelijks liegt en lastert, gij neemt ze als Evangelie aan en volle waarheid, als zij u dienen kan om mij aan te randen. Ik zou dan op die Meeting niets gedaan hebben dan op M. Woeste uitvallen.... maar M. Anneessens, dat is volstrekt valsch. Ik heb op die Meeting ons programma ver klaard en verdedigd, ik wilde bijzonderlijk de E+enr. Vertegenwoordiging verdedigen, maai de: aanvallen en de beleedigingen der socialis ten hebben mij niet toegelaten het laatste deel mijner redevoering uit te spreken. ïs dat eene schande voor mij Maar zie, hetzelfde is nog gebeurd deze week te Verviers aar. eenen katholieken priester en redenaar. Zult gij hem daarom ook schand vlekken en bemodderen En de zaal waar hij sprak te Verviers, wordt daar ook soms niet gedanst .Maar niet te vreden met Het Laatste Nieuws als volle waarheid aan te nemen, als 't kan dienen tegen mij, vervalscht gij nog die gazet. Enfik bewijs dit: Gij zegt eerst Een priester, in eene her berg, tusschen pot en pint gezeten tusschen liberalen, socialisten en katholiekenDe twee eerste woorden drukt gij in vette letters, het woord katholieken in kleine letters Waarom dat verschil gemaakt M. Anneessens? Gij gaat nog verder 'Gij herneemt de vorige regels en drukt jAjj priester.... te midden van pot en pint, 'g- tusschen liberalen en socialisten... Nu zijn de katholieken verdwenen en ik katholieke priester bevind mij alleenlijk tus schen liberalen en socialisten, waarmede ik verbroeder.... Maar M. Anneessens, aldus schrijven dat is slechte trouw en valschheid. Ziehier de waarheid Ik heb eene openbare Meeting gehouden te Geerardsbergen voor elkeen.... cn was 't, ge lijk gij schrijft, in een danskot Maar, Mijnheer, de kantonale Landbouw waar vele en voorname katholieken deel van maken, houdt in die zaal zijne groote zittingen. Waarom altoos twee maten en twee gewich ten Weet gij dan niet dat er te Aalst lokalen zijn, waar 't puik der katholieke bewaarders vergadert, en dat er daar dikwijls wordt gedanst, ja zelfs Bals Masqués gegeven in den heiligen tijd van den Vasten, om niet te spreken van andere tooneelen die nog meer ergernis heb ben veroorzaakt Gij verwijt mij dat ik in herbergen ga spreken en in zalen waar ei zeer zelden wordt gedanst. Maar wie is er de schuld van Ik had vcriedeu week te Lede een zeer ka tholiek lokaal gevraagd en zonder de minste moeite bekomen, 's Anderdaags, Zaterdag, kreeg ik een briefjeE. H. Daens, Ik laat U met eerbied weten dat ik uw geöerd voorstel niet kan aanveerden. En ga eens vragen op die gemeente, M. An neessens, wie bij de bazin is geloopen en haar heeft gedwongen door bedreiging van broodroof ons haar lokaal te ontzeggen. Ik ben dan gedwongen geweest de Meeting te houden in de zaal Flora, treffelijke en def tige herberg, waar er éénmaal of tweemaal 'sjaars, met de kermis wordt gedanst. En de Pharizeörs, die ons alle katholieke lokalen hebben ontnomen, beginnen dan te kermen en te huilen dat ik mijn priesterkleed bemodder in danskoten Maar het vlaamsch volk is rechtvaardig en klaarziende, en het schandvlekt de laffe hui chelaars die zulke comedie spelen. Aardige zaak Om mij te veroordeelen spreekt gij alleenlijk-van de plaatsen, waar ik meeting houde, en van sommigen mijner aanhoorders. Wildet gij met zulke maat onze grootste mannen meten, zelfs den Apostel der Heide nen, den H. Paulus, zoudt gij moeten schand vlekken. Gij weet immers dat hij eens te Athene sprak op den Areopagus, en welk was daar zijn gehoor? Het schuim der Heidensche Maatschappij, godvergetene en zedelooze philosofen, verwil derde en verbeeste slaven, menschen die bijna niet meer wisten dat er een God of een zede- wet bestond. Is 't eene schande voor den Apostel aan die diepgezonkene heidenen de waarheid ver kondigd te hebben? Maar, zult gij zeggen, l^ebt K'-.ij 't die vergadering van jhberalejt en Ja, Mijnheer en gansch den grond mijner redevoering was getrokken uit het Evangelie en den brief van den Paus over den arbei dersstand Rerum novarum. Waarom rept gij daar niets van, M. An neessens? Is 't niet omdat gij in gansch mijne rede voering niets vindt dat berispelijk is Maar gij zegt dat ik daar verbroederde met geuzen en socialisten Schoone verbroedering Ik ben door dc socialisten beschimpt ge weest, belecdigd en bedreigdeen heer dien ik niet kende en aan wien ik gelukkig ben in 't openbaar mijne dankbaarheid te betui gen, heeft mij beschermd en geleid in eene naburige herberg om aan den drang der woe lende socialisten te ontsnappeneen weinig later heeft hij mij vergezeld naar de statie waar de socialisten de Caramagnole dansten. Moet ik dien edelmoedigen heer misschien beloonen met smaad en ondankbaarheid Neen, Mijnheer, dat is mijne zienswijze niet. Zou ik misschien moeten dankbaar zijn aan de katholieke politie dier stad die niets heeft gedaan om de orde te handhaven, of aan de bewarende katholieken die gekomen zijn om de meeting te storen, en waarvan één heeft laten hoorendat de toestand van 'X volk niet kan verbeterd worden Rampzalig woord, dat meer vooruitgang doet maken aan "de socialisten dan al hunne ophit singen Ik heb de verderfelijke leerstelsels van 't socialismus weerlegd en bestreden, maar ik haat en verfoei de socialisten nietik aanzie ze als verdwaalde broeders die weleer m het Evangelie cn in de Christene Kerk de redding zullen zoeken, en ik geloof met den grooten bisschop van Amerika, Mgr Freland, dat men de menschen niet halen mag uil liefde tot God. Ik zou nog veel moeten zeggen maar uit deze regels zullen uwe lezers gemakkelijk oor- deelcn dat al uwe beschimpingen valsch zijn en ongegrond. Nog een woord Op heel de eerste bladzijde van uwe gazet sleurt gij mijn priesterkleed door de modder, en na al die beleedigingen en beschimpingen eindigt gij met te verklaren dat gij mij niet onweerdig acht van den biechtstoel, predikstoel of het heilig altaar! Ziet gij dan niet M. Anneessens, dat gij zelf door deze laatste woorden al uwe voorgaande beschuldigingen te niet doet. Ik vergeef u, als pricstsr en als christene, maar eens dat de politieke driften zullen ge koeld zijn, zult gij betreuren, gij, een katho lieke man en een bediende der hoofdkerk van Ninove, mijn priesterkleed besmeurd en belas terd te hebben. Gij zegt wel dat ik door Fransche priesters cn Mijnheer Garnier in den ban ben ge slagen, maar g:j weet toch wel dat ik in de Katholieke Kerk maar eenen wettigen overste en rechter heb, den bisschop van Gent. En die eenige rechter van al de priesters van ons

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Stad Ninove | 1894 | | pagina 1