Eurska, hij is gevonden
De kiezingen.
Aan priester Daens.
Priester Daens.
Kiest aan voor die katholieke he.-ren die
sedert meer dan 20 jaren het katholiek volk
vertegenwoordigd hebben, die van de katho
lieke Kerk aanveerd en aangenomen zijn ge
weest als hare voorstaanders en verdedigers,
die overal aldus aanzien en ontvangen worden
door de pastoors en de priesters, mannen van
gezag, verstand en talenten, die willen en kun
nen uwe intresten verdedigen, mannen die ge
woon zijn te strijden en die in de Kamers ge
zag hebben en zich doen aanhooren, mannen
die hun woord kunnen doen niet alleen bij de
onwetende buitenlieden maar voor de groote
wereld. Kiest niet voor de Roelanders die nooit
iets gedaan hebben, die nooit iets zullen kun
nen doen, bij gebrek van talenten, gezag, ge
tal, die geene overtuiging hebben en alleen door
nijdigheid en geldzucht gedreven zijn die
eenen valschen naam dragen, die willen voor
katholieken doorgaan terwijl zij de katholieke
partij in den grond willen booren, die niets
zijn dan volksverleiders, volksbedriegers. Wacht
u van die valsehe profeten, eerlang zal men
zien wat er onder hun schapenvel verdoken
Hij is gevonden, de groote held, de vierde
kandidaat der volksfoppers
Na aan al de deuren der eerlijke heden
van ons arrondissement aangeklopt te hebben,
na vijf en twintig blauwe schenen te hebben ge-
loopen, na hunnen toevlucht vruchteloos tot
gekende liberalen te hebben genomen, hebben
de volksfoppers dan toch bemerkt dat hunnen
haring aanbrandt en zijn zeewaarts, (een gun
stig voorteeken voor de katholieke partij,)
afgetrokken om een vierde slachtoffer te
zoeken
Waarom heeft de groote aanvoeder die plaats
niet verkregen Waarom niet de gevierde huis-
houkundige, de vermaarde doktoor
Geheim
Nu, zij hebben hem toch gevonden. De fiere
Roelanders, die altijd boffen op eigen mannen,
op eigen bestuur, durven zoo vermetel stout
zijn aan de gunst van onze kiezers eenen
vreemdeling voor te stellen zij willen eenen
kaakslag geven aan het volk van hun arron
dissement. -
M. Planquaert is de vierde kandidaat
Maar hoor ik vragen, wie is die groote heer?
Van waar komt hij Welke titels heeft hij
om hier te Aalst aan eigene mannen, aan
oude vrienden, den zetel in dc Volkskamer tc
durven betwisten Waarom zijn de Roelanders
dien onbekende gaan opzoeken
Hoe kiezers, gij kent den vermaarden, den ge
leerden Planquaert niet
D:e heer is nijveraar, zegt Klokke Roeland;
en hij past volkomen, op roelandsche wijze,
de grondbeginsels toe van het kiesprogramma
van 't Ninofsche scheurmakerskliekje.
Omdat hij nij veraar is, moet hij wetgever
worden die zal natuurlijk belang vinden in
het maken van maatschappelijke wetten. Of
de werklieden dat verguld pillenken gaan slik
ken daarvoor stel ik mij niet borg.
M. Planquaert komt dus uit het noord». 11.
van Zomergcm, verre, verre van hier; 't 1-'
gelegen, dat dorp, in de omstreken van Waer-
schoot.
En zijne titels
't Is een mislukte kandidaat voor de pro-
vinciekiezingen van dit kanton.
En den man, die de stemmers van Waer-
schoot wandelen zonden, dien willen de Roe
landers aan de vrije kiezers van 't land van
Aalst opdringen Den man dien men te Waer-
schoot als onbekwaam en onweerdig aanzag,
om in den gouwraad de belangen zijner eige
ne streken te verdedigen, dien durven de volks
foppers aanbieden aan ons, die hij niet kent,
die hem niet kennen en die wij hier slechts
gezien hebben, om het volk op te hitsen tegen
hunne overheid, den werkman tegen den werk
gever, den landbouwer tegen den eigenaar
Hij kon in den gouwraad niet zetelen, en
hier te Aalst zou men hem naar de Kamers
sturen
Hij kende zijne eigene streek niet, en hij
zou ons arrondissement van Aalst kennen
Wij nemen geerne aan dat hij de werklie
den van zijne fabriek kent, dat hij op het
strengste genomen, hunne belangen en die
zijner nijverheid kunne verdedigen dat kan er
nog door. Maar die verwaandheid, de belangen
van onze boeren, van onze werklieden te be-
hertigen dat is een pilleken dat de kiezers van
't land van Aalst nooit zullen aanveerden.
Moesten de Roelanders daarvoor zoo lang
zoeken, op alle deuren gaan aankloppen, zelfs
bij liberalen bellen
Is het misschien maar om een vierden man
te hebben, 't Geeft verf om te het gelooven.
Gedurende eenige dagen gaat M. Planquaert
de gevierde held worden, want op alle tonen
gaat Roeland hem bezingen van Zondag reeds
heeft hij het aangekondigd cn zijn lofdicht
ligt gereed, maar de kiezers zullen den i4deo
dien lieer bij zijnen flankaert trekken en hem
toeroepen
Gij zijt door geenen poll aangeduid; de kie
zers en hebben u niet opgezocht, u niet uit
uwen winkel getrokkengij zijt een vreem
deling, een onbekende en gij moogt het blijven
voor het arrondissement van Aalst. Zij alleen
die geschreven hebben dat elk weet dat
eigen mannen hebben voor bestuurders, eene
zaak is van het opperste belang, die man
nen zijn het, die u als een slachtoffer zijn
komen vragen.
Welnu de kiezers zullen het grondbeginsel
van Roeland toepassen en het blad den kaak
slag geven dat het verdient van alzoo met
zijne princiepen te zijn op krukken gespron
gen.
Wij willen hier, lijk Roeland 't zegt, M.
Planquaert, eigen mannen, die ons kennen en
die wij minnen, spijts de scheurmakers, en die
sedert zoo lange jaren ons volle vertrouwen
genriten.
Weinig kicschheid moet gij hebben M. Plan
quaert.
Reeds van April 1893 waart gij dc gevierde
man van Roeland en op het einde alleen denkt
men op u. Geenen anderen heeft men kunnen
vinden, blauwkens heeft men genoeg geloopen
en eindelijk toch, met den nijper op den neus,
komt men u eene plaats aanbieden op de lijst
van scheurmakers, die Tncr van tweedracht
leven en de katholieke partij in ons arron-
dissemt bevechten.
Kunt gij uwe makkers vergeven niet aan
stonds op u te hebben gedacht, u zoolang mis
kend, uwe uitstekende verdiensten niet ge
waardeerd te hebben
Waarom hebt ge hun niet gezegd, dathon-
derde volksbonden u eene eervolle plaats op
hunne lijsten hebben aangeboden Hun de
streken niet opgesomd waar gij zonder strijd
gekozen kon worden
Ach 't is waar, men heeft nergens van u
gewild en wij, wij vrije mannen van 't land
van Aalst, wij zouden van u' willen, van u,
een vreemdeling
Nooit
Roeland heeft gezegd: Blijf op uw kot!
De toekomende kiezingen zijn op den dag
van heden het voorwerp van" een algemeen
gesprclc. Zoowel in de hut van den nederig-
sten bedelaar als in het paleis van den rijksten
prins wordt de uitslag van deze met den groot-,
sten geestdrift afgewacht. Alle middelen en
pogingen worden van beide partijen aangewend
om m deze te gelukken. De kristene d-no-
kraten bijzonderlijk stellen gansch hun leven
ten pande om hun doel te bereikenwat
moeite geven zij zich niet, welke slapelooze
nachten brengen ze niet door, om het volk
in te planten dat ze van God gezonden zijn
0111 dc boeren en het werkvolk gelukkig te
maken dat na de kiezing de fortuinen zullen
verdeeld en dat groote werken zullen aange
vangen worden zij beloven alles wat in den
hemel is, en nog meer wat er niet in is.
Klodde Roeland schrijft dat de krislené de
mokreten met de socialisten, hunne princiepen
uit ééne en dezelfde bron putten Hewel, dan
zijn het broeders, dat is onbetwistbaar?
En welke is de slechtste van die twee
broeders
Dit bewijs is zeer eenvoudig De socialisten,
alhoewel zeer slecht, en 'hunne princiepen
gansch ongegrond, trachten ten minste hun
doel op eene klare en rechtstreeksche manier
te bereikende deniokraten, onder den naam
van kristene, even als een wolf in lammervel,
slepen op de bedriegelijkste wijze de ongeleerde
mcnschen mede,i en maken er een werktuig
van 0111 hunne zotte verwaande droomen te
doen verwczentlijken ziedaar liet verschil. En
ik zeg dat degene, die dergelijke deniokraten
ondersteunen, enkel uit persoonlijke wraak of
afgunst handelen, tegen den eenen of anderen
wclhebbenden burger of rijke, en niet uit hoofde
van rechtvaardigheiden dat iemand die eer.
zierken rechtzinnig bloed in het lijf heeft, die
een weinig vaderlandsliefde in het hart draagt,
onmogelijk die mannen in hunne dwaze han
delwijze kan volgen.
Dat dc zoogezegde kristene deniokraten volks
foppers 'zijn, dat blijkt dagelijks uit al hunne
schriften, uit al hunne meelingen, uit al
hunne werken kilogrammen papier zou men
kunnen beschrijven, moest men die -cake* var.
hun begin breedvoerig uitleggen, doch, verge
noegd wij ons met te zeggen dat het nogmaals
blijkt uit de zaak de Harlez, uit het ver-
schillig drukken van hetzelfde nummer, enz.
enz., tc veel om te melden.
Het doel van die mannen is in de Kamers
te komenrepresentant worden. Die dwaas
hoofden droomen zoowel in den dag als in den
nacht; immers, wanneer men ze ziet, zijn ze
altijd met de gedachten in de Kamers.
Men vraagt soms waarom zij het recht niet
hebben van representant tc worden even als
anderen Daarop antwoorden wij eenvoudiglijk:
Omdat de verdiensten den voorkeur moeten
hebben
t Dat ware toch eens jammer dat M. Woeste,
een Staatsminister, M.M.DeSadelcer, Van Wam-
beke, Dierickx, mannen die de belangen van
het land op meesterlijke wijze verdedigd heb
ben en nog zullen verdedigendie blij kei van
kennis en moed gegeven hebben zouden moe
ten achteruit wijken voor 'nen Pelsmaeker,
'nen Backer, 'nen paster Donche, drij kwak
zalvers, drij zeeveraars, die nog nooit iets
verricht hebben of kunnen verrichten, die ver
laten worden van al wat deftig is, zoowel
van liberalen als van katholiekendie de dor
pen afloopen met een vanbuitengeleerd vertel-
selken dat ze op alle kermissen en in aile
kroegen waar een weinig volk bijeen is, uit
kramen, cn dat enkel dient om eerlijke lieden
te lasteren en ongeleerde mcnschen op te hit
sen en te misleidendie op alle gemeenten
van kant gewezen worden, uitgeplakt en uit-
geschuil'eld, wanneer zij hunne venijnige pillen
komen aanbiedenen zulke kwispels zouden
dc zetels van onze representanten willen in
palmen Oh, dan zouden wij diep te betreu
ren zijndan was ons arrondissement laag
vervallendan zouden wij blozen, alswanneer
wij zouden moeten bekennen dat wij er in
woners van zijndan zou het later, dat heden
voorbeeldig is, in de bladen der geschiedenis
gekenmerkt staan als een voorwerp van spot,
verachting en onwaardigheid.
Daar ziet men de drie schaamtelooze leuge
naars in hunnen vollen luister aan 't werk,
om ccnen balvcn gek aan te werven die zich
met hun op rang wil stellen. Katholieken, li
beralen, socialisten zelfs, van allen worden zij
van kant gewezen, omdat hun plan te valsch,
te dwaas en te kleingeestig is.
Eindelijk biedt zich een verdwaald schaap
aanPlancquaert, een ongelukkige buisdra-
gcr die onmogelijk in den gouwraad kan
geraken, zal in ons arrondissement komen
representant spelen Dat ware oprecht schande,
indien zulks moest gebeurenmaar wij zullen
hem hier als naar gewoonte met eene kolossale
goot aan zijn gnaar Zomergem sturen.
Klokke Roeland schrijft dat de ganschc pro
vincie zal jubelen cn feesten, wanneer ze 't
geluk zal hebben Plancquaert als representant
te mogen zien.
Heeft men ooit zulke dwaasheden gehoord
Immers, het vat geeft uit wat het in heeft I
Dus zijn de vier inpalmers van onze repre-
sentantenzctelsPelsmaeker, Backer, Planc
quaert en paster Daens.
Wie is M. Pelsmaeker
M. Pelsmaeker is eenvoudiglijk een jongen
die uit hoogmoed zijne levensbaan misloopt.
Dc zoon van brave ouders nogthans, die met
medehulp van rijken en burgers, zijne studiün
heeft voltrokken in de hoogeschool van Leu
ven, en er het diploma in wijsbegeerte en let
teren heeft bekomen. Dit alles zag iedereen
met veel genoegen aan. Maar welk is zijn dank
jegens zijne weldoeners Hij bespot ze, hij
bespuwt en beschimpt ze op de schandigste
wijze; hij heeft ze niet meer noodig; zijne
werken zijn dom en lafhertig, hij is verloren;
zijn hoogmoed heeft hem verslagen, hij ligt
als dood ter aarde.
Zonder moeite zou hij tot zijn doel gekomen
zijn, had hij vooreerst willen blijken geven
van kunde en talentmaar helaas hij heeft
gedacht dat de lauweren hem in het politieke
leven zoo mild wierden toegezwaaid als in het
studentenleven nu is hij voor ecuwig verloren.
Hij zou veel beter gedaan hebben, gezien zijne
geestesgestcltenis, zich toe te leggen op een
ambt van telegraphist of klerk aan den IJze-
renweg. De studie van advokaat was voor
dien jongen eene zeer slechte baan, en het is
zeer te vreezen dat, gezien zijne hoogmoedige
hersens, hij nog eerst tc Gheel dan represen
tant zal geraken.
Backer is een boer van Denderhautcm, die
veel beter zou gedaan hebben van boer te
blijven dan advokaat te worden, en iedereen
tot last te dienen zooals hij nu doetmaar
de hoogmoed heeft hem ook in hoogere sfe
ren gelokthij is ook verdrukker van boer
en werkman en tracht ook, even als Pelsmae
ker, uit een andermans beurze te leven en de
groote Jan te maken, enfin de eene is den
anderen waard.
Dan hebben wij Plancquaertveel kun
nen wij van hem niet zeggen, omdat wij hem
niet kennenenkel besluiten wij datSoort
zoekt soort. En daar wij reeds de levenswijze
van de anderen kennen, hebben wij niet noo
dig deze van Plancquaert op te zoeken
als men den eenen kent, kent men den an
deren. Met wie men verkeert, wordt men vereert.
Ten vierde hebben wij pater Donsj, de groote
chefWie ooit van Luther of Calvin gelezen
heeft, kan zich een klein gedacht maken van
het leven van M. Daenshij weet ook niet
van welk hout pijlen maken, en zou bijgevolg
willen 4000 franken in de Kamers gaan ver
dienen. Hij is ook een volksfopper; is't geen
schande? een priester, die immer liet woord
der waarheid en der kristelijke liefde op de
lippen zou moeten dragen, hij durft ook het
ongeleerde volk op den dwaalweg brengen, en
zijn heilig kleed in het midden van zwalp en
braspartijen verslijten.
Oh, M. Daens, wat is het schande; gij, als
een apostel van Christus, die geroepen zijt om
zijn heilig woord te verkondengij maakt
misbruik van de zending welke uw Godde-
lijken Meester u heeft toevertrouwd, gij ge
bruikt zijne leering tot uwen eigen intrest;
gij zijt een waggelende steunpilaar der Kerk.
Waarom volgt gij 't voorbeeld niet van al
uwe medebroeders
Is misschien, volgens u, uw verstand te ver
boven het hunne verheven 't Is misschien
daarom ook dat ge moet representant zijn
Daar is uwe plaats niet M. Daensuwe plaats
is in een klooster van boetvaardigheid, speel
daar representant.
Zoodus ziet men dat die vier kandidaten-
representanten, opstellers van Klokke Roeland
zijneen blad dat zoo min als Vooruit of
Laatste Nieuws iemands achting geniet.
Dat Klokke Roeland een twistzaaiend blad is,
en niet geschikt om in handen van weinig
geleerde menschen te komen, dat is onbetwist
baar.
Men hadde beter gedaan, in plaats van het
art. 47 der grondwet te herzien, het art. der
vrije drukpers te veranderen, dan zouden wij
van die twistzieke bladen ontslagen zijn, en
zou weder de liefde, de eendracht en weder
zij dsche eerbied in het land heerschcn.
E«n werkman.
Een vriend schrijft voor ons het volgend arti
kel. Alhoewel met opzet opgesteld in eene een
voudige taal is het rijk aan gedachten en aan
bewijsvoeringen.
Volgens het gejammer en het getier van
onze tegenstrevers zijn onze gezegdens geene
wederleggingen van den armzaligen rimram
dien zij aan 't volk wijsmaken als evangelie
om het des te gemakkelijker te kunnen mis
leiden. Volgens hen doen wij niets anders dan
de personen aanranden, maar zij vengeten er
bij te voegen waar het geschreven staat dat
wij geen recht, ja den plicht niet hebben van
te onderzoeken wie wel die mannen zijn die
ons komen vragen van voor hen te stemmen,
die van 't volk een brevet afbedelen van be
kwaamheid en van wcerdighwd.
Zouden dan de kiezers niet weten mogen
aan wie zij, door hunne stemmen, de belan
gen van liet Land en voornamelijk van ons
arrondissement toevertrouwen
Wij zouden niet mogen zeggen wie zij zijn
Een priester staat aan het hoofd van de
lijst onzer vijanden, en wij zouden aan dien
priester niet mogen zeggen wij weten stel
lig dat gij van uwe geestelijke overheid geene
zending ontvangen hebt om volksvertegenwoor
diger te wordenWij zouden niet mogen
zeggengij zijt een scheurmaker, gij zijt
een twistzoeker onder de katholieken Wij
zouden niet mogen zeggen gij onteert en
bevuilt uw kleed door de middelen die gij
gebruikt Wij zouden niet mogen zeggen
gij bestrijdt de katholieken met, in herber
gen en danszalen, de stemmen te gaan afbe
delen van allen die, als gekende cn openbare
liberalen en socialisten, een groot gevaar zijn
voor Godsdienst en samenleving
Wij zouden niet racer mogen zeggen: «gij,
priester, zijt een der meest bevoegde gene
raals van een kamp dat vijandig is met onze
geestelijkheid.
Meent M. Daens scheut vrij te zijn, hij die
alle mogelijke middelen gebruikt en de on
eerlijkste 't eerst om zijne tegenstrevers te
bekampen
Het volk begint klaar te zien in al de lis
ten en uitzinnige beloften die hij het doet.
Neen, neen, Mijnheer, de kiezers willen nim
mer bedrogen worden door al uw gezwets en
fopperij. Het volk hoort geerne de waarheid
zeggen uit den mond van den priester, maar
ook heeft het een volmaakten afkeer van hem
indien het hoort en ziet dat hij het op den
verkeerden weg zou willen brengen. Het volk
is te verstandig om niet te gevoelen dat gij
een gevaarlijk spel wilt spelen en dat er ach
ter uwe zoogezegde kristene volkspartij iets
anders schuilt dan ware volksliefdehet begint
te verstaan dat gij er enkelijk op uit zijt u
een positieken te maken in de wereld, beter
dan dat dat gij vroeger hadt in uw klooster,
of 111 de nederige bediening van onderpastoor
ot leeraar van onze bisschoppelijke gestichten.
Rechtzinniger zoudt gij zijn indien gij dierft
rechtuit zeggen wat gij vooraf wilt. Ja, waren
er geene 4000 franken vast aan de plaats van
volksvertegenwoordiger, uwe gewaande volks
liefde zou weldra naar de weerlicht vliegen.
Gij zijt reeds 55 jaar, het is te zeggen oud
genoeg om door uw voorgaande te kunnen be
wijzen dat gij waarlijk het volk bemint.
Maar, waar zijn uwe werken, die moeten en
kunnen doen zien dat gij het volk bemind hebt
Als kloosterling hebt gij den moed niet ge
had het volk te onderwijzen in zijne plichten.
Gij zijt te lui geweest om zelfs de kinderen
van liet volk op^te leiden en er nuttige me
deburgers van te maken. Uw voorgaande zegt
genoeg wie gij geweest zijt, wat gij achterna
loopt en wat de kiezers voor het toekomende
verwachten mogen van uwe zotte en schuin-
sche beloften.
Neen, neen, Mijnheer, al wie u kent, en u
va 11 nabij kent, oordeelt u en zal u nog be
ter oordeelcn in het vervolg.
Gij wilt de les geven aan al de priesters
die u vroeger telden in hunne rangen gij wilt
het gedrag afkeuren, gij en uwe aanhangers,
van verstandige wetgevers cn staatsmannen
zooals M. Woestegij wilt de. les geven aan
uwen bisschop die den dag van heden nog
zoo goed is voor u; gij schaamt u niet de
woorden van den Paus zeiven verkeerd uitte
leggen, gij die in uwen hoogmoed en ver
waandheid en gansch tegenstrijdig met den
raad van den Paus, het volk opmaakt tegen
den rijke en zóó het de gevaarlijke en op
roerige beweging der socialisten aanleert. Wat
zijt gij dus te beklagen 111 uwe dwaze onder
neming, wat zijt gij verblind van niet te zien
en te gevoelen dat gij door uwe uitzinnige po
gingen de vriend zijt geworden van Ansecle
en zijne aanhangers, de socialisten. Ja, wij
berinnen van meer tot meer te gelooven dat
wij ons geenszins bedrogen hebben wanneer
wij vroeger gezegd hebben dat uwe hersenpan
gescheurd en geslagen was en dat het waar
blijft hetgeen een priester, een echte volks
vriend ons van u geschreven heeft.
Gij schuilt u onder de soutane of kleed van
priester Pottier, maar welke vergelijkenis is
er te maken tusschen u en professor Pottier?
Gij wilt dat niet weten, Mijnheer, maar die u
kennen cn priester Pottier kennen weten ge
noeg dat gij zooveel aan hem gelijkt als 11e
puit aan 'nen os. Maar let op; gij hebt de
labels of gedichten van Lafontaine gelezen de
puit in zijne verwaandheid wilde zich bij het
zien van den os, zoo dik maken als den os
hij blaasde zich op tot zoo verre dat hij open-
berste. Eh wel, zegt de fransche dichter, zoo
zijn er in de wereld velen die niet wijzer zijn
dan de puit. E11 ik geloof dat gij onder die
velen wel zijt.
K. Neipper.
Wij ontvangen den volgenden brief van
priester Daens. Paster Daens heeft nog zijn
goesting niethij wil absoluut dat wij eens
zijn kleed opheffen en met hem te werk gaan
gelijk men handelt met de kleine kinderen.
Hewel, toekomeden Donderdag zal De Ka
tholieke Klepel zijn gotjen eens verwarmen.
Wij weigeren stellig de laatste regelen van
den brief over te nemen, en, eer wij antwoor
den, willen wij weten wat dc Klodde van Ni-
nove en de kommeer van Aalst er zullen va»
gezegd hebben.
Aalst, 3 October 1894.
Heer Uitgever van
De Stad Ninove
Ik zal kort zijn en klaar en de rede alleen
laten spreken.
Dat uwe lezers oordeelcn.
M. Anneessens,
Speel op het orgel in uwe kerk van Ninove,
om God te loven gelijk gij schrijften
bemoei u niet met Priesters te oordeelen of te
veroordeelen.
Dat is uwe zending niet noch uw recht.
Ik heb maar eenen wettigen Rechter in de
Katholieke Kerk, den Bisschop van Genten
die eenige wettige Rechter heeft mij niet af
gekeurd noch veroordeeld.
Gij zegt dat ik door mijnen Bisschop niet
aangemoedigd wordt in mijnen strijd voor de
Christene Volkspartij.
1-Ieb ik dat woord aangemoedigd wel ooit
uitgesproken, M. Anneessens
Ik heb gezegd en ik herhaal voor de twin
tigste maal dat onze Bisschop de Christene
Volkspartij nooit heeft afgekeurd noch ver
oordeeld.
Hebt gij het nu verstaan
Onze hoogste overheid blijft onzijdig in den
politieken twist waarvan wij de oorzaak niet
zijn. Had de Bewarende Partij te Aalst ge
handeld gelijk te Gent, te St. Nikolaas, te
Verviers en zelfs te Luik, Aalst zou het be
treurend schouwspel van twist onder de ka
tholieken aan 't land niet opleveren.
Maar elkeen weet het, den dag nadat ons
programma was uitgegeven, werden wij uitge
scholden voor Volksfoppers, schelmen, deug
nieten