v/A^
EMEN
157
het ARP^r|ÖJSS
RAAL,DEMOCRATISCH WEEKB
Zondag 9 October 1909
Prijs 3 centiemen het nummer
Vierde Jaargang Nummer 40
Voor Taal en Vrijheid.
Willemsfonds
Liberale Werkmanskring.
KIEZERSLIJSTEN.
Stad Aalst.
De Hoop der KIerikalen,
3 BANKET
Weg met tie rijken.
I
Reklaamschrij vers.
Abonnementsprijs: 3 fr. voor de stad en den ouiten voorop betaalbaar
Men abonneert zieh op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, i, AALST.
15 centiemen
Prijs der Annoncen: j en 75 centiemen Per drukregel
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst.
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank
AALST 2 OCTOBER 1999.
Zondag, 3 October, ten 6 uren 's avonds
zgl de Tooneelkring Voor Taaien Vrijheid,
op Stadsschouwburg van Aalst opvoeren
De Scheiding, oorspronkelijk drama in
4 bedrijven en 5 tafereelen, door J. Toussaint.
«-
De kos'telooze boekerjj van het Willems
fonds gevestigd in Graaf van Egmont,
Groote Markt, te Aalst, ingang langs de
Leopóldstraat, is open alle zondagen van
10 1/2 uur tot 11 1/2 uur voormiddag.
Kieuwerkei-ken De kostelooze
boekerij (onderafdeeling van het Wil
lemsfonds), gevestigd b\j den vriend Adam,
Kwalestiaat, is alle zondagen open van 7
tot 8 uren 's morgends.
Afdeeling Onderlinge Bijstand
Eerbied en Recht voor Allen.
Alg emeene Vergadering op ZONDAG 3
OCTOBER 1907, ten 41/2 ure namiddag,
op boet van 10 centiemen, voor de leden
betalende aan bode Aelbrecht Eduard by
Josef De Neef, Sint Janstraat. 9.
Voor de leden betalende aan bode August
Van der Poortenbij Emmanuel De Meers
man,Si. Camielstraat, 94.
Afdeeling Onderlingen Bijstand
Liberale Vrouwenvoorzienigheid,
ALGEMEENE VERGADERING op Zondag
10 Oktober te 3 uur namiddag, ten lokale
Concordia.
Orde van den dag 1. Verslag over de
rekeningen 2. Inrichting van Vooi drach
ten 3. Benoeming van een afgevaardigde
by het Hoofdbestuur des Krings 4. Belang
rijke mededeelingen.
De Kiezerslijsten voor het jaar,
1910-1911 van de steden en gemeenten
van-het arrondissement Aalst, liggen
ter inzage van 't publiek ten bureele
der Liberale Associatie, Groote Markt,
Aafst, waar de liberale vrienden zich
kunnen overtuigen, of zij op de Kie-
Z'Tsijsten zijn ingeschreven, met het
getal stemmen waarop zij recht heb
ben, en ook inlichtingen kunnen geven
over personen die er met te veel stem
men zouden op voorkomen.
Het Bureel der Liberale Associatie
gelast zich het noodige te doen om
aan liberale vrienden hun recht toe
te kennen.
Het Bureel is open alle dagen der
week van 9 tot 12 ure voormiddag,
alsook den Zondag morgend van
10 tot 12 ure.
Stichting van een
Onpartptgen Bond
DER
Handelaars, Neringdoeners
en Ambachten.
o
De onderge teekenden doen een warme oproep
aan al de belanghebbenden de Voordracht bij
te wonen, welke zal gehouden worden op
Zoudag :t Oktober a. h. om 2 1/2 uren
namiddag, in het Landbouw Cornice, Keizerlijke
plaats, door M. Emiel VAN HAVER, onder
voorzitter van den Onpartijdigen Bond voor
Handelaars en Neringdoeners der Stad-
Sipt-Nikolaas.
ONDERWERP
De kleine Burgerij in de Toekomst.
l De kracht der Vereeniging.
De inschrijvingen als lid van den Bond zullen
aldaar gedaan worden. De bijdrage is voor-
lodpig vastgesteld op 1 fr. per jaar.
Degenen die zouden belet zijn de Voordracht
bij te wonen kunnen van beden af hunne bijtre-
igenoemde ont-
Lodewijk. De
ding sturen aan een der hiernagenoemde ont
werpers M.M. De Bisschop
Ryck AlfD'Hoir Prosper, Jacobs Leo, Kel
ders Alfred, Panné Odilon, Roggeman Alfons,
Van Bièsen René, Van Calenbergh Robert,
Van Haver Leo, Van Molle Guibert en Van
fjcliuylenbergh Constant,
De echos van 't congres van Meche-
len hebbenover 't geheele land, de
ontboezemingen der hoop laten weer
galmen, welke de klerikalen stellen in
de aanstaande kiezingen.
Moest men hen gelooven, dan zou
de oppermacht geheel en al in handen
blijven der klerikale partij, niet alleen
in de eerstkomende kiezingen maar
zelfs voor een nieuw tijdperk van 25
jaren, hetgeen haar toelaten zal in
1934 het 50-jarig jubelfeest te vieren
harer heerschappij over het Belgische
volk.
Maar.... de schoone schilderij, welke
de klerikalen tot eigen voldoening
zich voorschilderen is niet zonder
schaduwen en 't is M. Woeste, de
hoofdman der klerikale wetgevers van
't arrondissement Aalst, die de taak
op zich heeft genomen op de schadu
wen en vlekken te wijzen die de schil
derij bederven.
M. Woeste in plaats van alles mooi
en rooskleurig te vinden met zijne
discipelen, ziet alles zwart en somber.
Het algemeen stemrecht, dat hij mei
de uiterste hardnekkigheid heeft be
streden, boezemt hem geen vertrou
wen in. M.Woeste steunt op de onder
vinding en in den loop van zijn leven
heeft hij er kunnen over oordeelen
waar 't volks-stemrecht naartoe leidt.
Ook heeft hij niet geaarzeld een em
mer koud water te kletsen op de bran
dende verklaringen of liever de poche
rijen zijner politieke vrienden hij
heeft niet geaarzeld op het gevaar te
wijzen dat de klerikale partij bedreigt
met de kiezingen van 1910, hij heeft
klaarlijk laten verstaan dat de heer
schappij der reactie versleten is en
het land er genoeg van heeft. In andere
woorden M. Woeste oordeelt de toe
komst wanhopig voor het klerikalism
en bijgevolg hoopvol voor de antikle
rikalen.
Het stortbad aldus met volle geweld
neergespoten over de godvruchtige
vergadering van Mechelen was zoo
koud, dat dë achtbare heer Cooreman
het noodig geacht heeft er tegen in te
werken en zijn collega M. Woeste
heeft uitgemaakt voor Jeremias van
den ouden-dag Jeremias der afge
leefdheid (Jeremie de la décrépitude)
woorden welke door de klerikalen op
eenparige toejuichingen werden ont
haald.
Welnu, wat de pochers der rechter
zijde er ook over denken, we deelen
de meening van M. Woeste. Zij vol
gen het voorbeeld na van den struis
vogel, die wanneer hij den vijand niet
meer ontwijken kan, de oogen sluit
en den kop in het zand der Woestijn
duikt, om het gevaar niet te zien.
M. Woeste ziet het, hij voorspelt het
einde.
Indien in 1910 de klerikale meer
derheid niet is omvergeworpen, zal ze
toch voorzeker nieuwe verliezen lijden
en de 8 stemmen meerderheid van
1908 zullen nog verminderen, zoodat
er geene of schier geene klerikale
meerderheid meer zal zijn.
Het algemeen stemrecht in Belgie
volgt daarin het voorbeeld van het
algemeen stemrecht in Frankrijk. In
dat groote land heeft het algemeen
stemrecht 50 jaren noodig gehad om
zich zeiven bewust te worden, om het
rechte pad der vooruitstrevende demo
cratie te vinden. Gedurende 25 jaren
en langer zelfs, heeft het algemeen
stemrecht in Frankrijk de meerder
heid gegeven aan de reactionnairen.
Dit lange tijdperk van reactie heeft
voorgoed de oogen geopend der fran-
sche kiezers, die sedert 25 jaren bij
elke kiezing de klerikalen gevoeliger
nederlagen toedienen, eene altijd groo-
tere meerderheid geven aan de radi-
kale democratie en bepaald de oude
J reactionnaire macht hebben vernie-
tigd.
In Belgie is elke kiezing een stap
geweest op den weg des vooruit gangs
en geen enkel oogenblik hebben wij
eene terugwijking moeten bestatigen
der antiklerikale krachten. De lessen
der geschiedenis, welke M. Woeste
zoo goed kent als wie ook, zijn daar
om te bewijzen, dat de toekomst in
Belgie behoort aan de antiklerikale
partijen.
Indien het waar is dat de kiezing
van 1910 voor het klerikaal goeverne-
ment, geen volledig Waterloo zal
wezen, absoluut waar is het dat de
klerikale regeering ten laatste in 1912
vallen moet de bestendige vooruit
strevende beweging en de vermeerde
ring der bevolking in de nijverheids
arrondissementen waarborgen aan de
antiklerikale partijen de meerderheid
zoo niet in 1910 dan toch in 1912.
Jules RENS,
Vol ksvertegenwoord iger
ZONDAG, 31 OCTOBER
te Gent,
NA DE JAARLIJKSCHE
ALOEMEENE VERGADERING
van het WILLEMS-FONDS.
Inschrijving 3,50 fr.
De inteekeninglyst ligt in het lokaal
c< Graaf Egmont, Groote Markt, en wordt
gesloten op Zaterdag, 23 October.
De Leden van de Aalstersche Afdeeling
worden vriendelijk, maar dringend verzocht
zoo gauw mogelijk de lijst te teekenen. We
hopen dat het aantal deelnemers dat ver
leden jaar zeer aanzienlijk was ditmaal
nogmerkelyk zal toenemen.
Weg met de rijken I Weg met het kapi
taal, is zoo dwaas en stom, als de kreet zou
zyn weg met de ellende weg met den
arbeid
Maatschappelijke toestanden kunnen niet
op een hanafceeren gewijzigd worden. Nie
mand kan voorspellen wat de samenleving
worden zal, welke vormen zy in latere
tijden zal aannemen en nu reeds een vorm,
een theoretische vorm der maatschappij als
een dogma, als een onfeilbaar redmiddel der
menschheid aanpreèken is eene groote dwa
ling.
De geschiedenis leert ons wat die vormen
waren in vroegere eeuwen en hoe ze in
loop der tijden ten gevolge der evolutie dei-
der menschelijke beschaving langzamerhand
veranderden. Nu nog is de vorm der maat
schappij niet overal dezelfde, en de toestand
van sommige volkeren herinnert nog aan
wat de samenleving geweest is in 't begin
der geschiedkundige en zelfs der voorhisto
rische tijden.
De oervolkeren waren jagers, nomaden,
horders, landbouwers enz. en met de evolu
tie der volkeren, de vermeerdering van het
getal bewoners, de nieuwe uitvindingen
ontstonden meer behoeften en veranderden
de maatschappelijke toestanden, volgens het
midden waarin zich de volkeren bevonden.
Van die maatschappelijke toestanden kun
nen wy door de stuaie der geschiedenis en
der aardkunde een denkbeeld hebben, van
de toestanden der toekomst weten wy niets,
omdat we niet vooruitkunnen bepalen welke
nieuwe ontdekkingen, werktuigen de le
venswijze en onderlinge betrekkingen der
menschen wyzigen zullen.
Van heên tot morgen een geheel nieuw
maatschappelijk stelsel invoeren is geheel
onmogelijk. De socialist Jaurés beweerde
het tegendeel, doch het was maar bluf I
Clémenceau de radikaal daagde hem uit een
voorstel van collectivistische inrichting van
den staat neer te leggen en Jaurès blyft in
zjjne schelp.
We moeten ons dus houden aan de toe
standen waarin wjj leven, met alles wat ons
omringt, met de pogingen welke bestendig
worden gedaan om op gebied van uitvindin
gen en voortbrenging vooruit te komen.
Gewoonlyk beoordeelen de menschen
elkander slecht de werklieden denken in
't algemeen dat de ny veraars, de bazen niets
of weinig verrichten in hun vak en niet
zelden wordt het zoo gezegd. En toch ziet
rond in ons arrondissement hoevela ryken
treft men er aan die den naam parasieten
waarlijk verdienen en in vadsigheid hun
leven slijten, terwijl er honderden zijn die
hun kapitaal dikwyls in zwaren arbeid ge
wonnen, wagen in eene nyverheid. in een
handel, in eene onderneming.
Hoevelen zijn er niet die van 's morgends
tot 's avonds bekommerd en bezorgd moeten
zjjn over hunne zaken, over uit te voeren
bestellingen, over mededinging, over de
prys van grondstoffen en produkten en on
der allerlei tegenspoeden en moeilijkheden
gebukt gaankapitalisten die onder de
bekommernissen gebukt gaan, en die wer
ken als slaven.
Hoevelen hebhen wij er rondom ons in de
laatste twintig jaren niet zien ten onder
gaan, en tot den geringsten stand vervallen,
zy en hunne kinderen en hynne familie,
ondanks hunne bedrijvigheid en hunnen
arbeid.
Hoevelen zyn er niet, die nuttige instel
lingen begiftigen, die door hunne bijdragen
werken helpen tot stand brengen welke nut
tig zijn voor de werklieden die zelfs in
hunne nijverheids- of handelsgestichten
maatregelen nemen om het stoffelijk bestaan
hunner arbeiders te verbeteren.
Waarom dan huilen Weg met de rijken
alsof al wie aan anderen werk verleent, de
grootste der vijanden is.
Lang nog zullen er rijken en armen zyn,
ondanks geroep en getier.
Maar al te dikwyls ook worden de arbei
ders door sommige lieden verkeerd beoor
deeld.
Moest men die lieden gelooven dan zou er
van het werkvolk niets te bekomen zyn
de werklieden trekken zich de belangen van
hun baas niet aan, ze zijn onverschillig,
stellen geen eer in hun werk en velen be
trachten maar een ding den dag uit te
maken
Doch waarom zulks op de algemeenheid
toepassen p Zijn er ook niet vele nijveraars
en ondernemers die hunnen voorspoed en
den bloei hunner nijverheid of onderneming
aan de schranderheid en de oppassendheid
van hunne werklieden te danken hebben,
kennen we in onze omgeving niet vele per
sonen die zich van eenvoudigen arbeider tot
handelaar of nijveraar hebben opgewerkt
zijn ze niet talryk de werklieden, die na
hunnen arbeid nog willen leeren om ver
standiger te worden en de klove te dempen
die hen van de meer ontwikkelden verwy-
derd houdt, en zyn ze niet talrijk de werk
lieden, die voor jaren lange oppassendheid
een onderscheidingsteeken dragen waarop
ze fier mogen zyn.
Hoevele zijn er niet, welke bezorgd met
het heden en de toekomst zich aansluiten bij
maatschappijen van Onderlinge Bijstand om
niet af te hangen van de openbare liefdadig
heid, en by de Pensioenbonden om in hun
nen ouden dag niet geheel zonder middelen
te zyn. Ja, dezen geven daarin het goede
voorbeeld aan het grootste deel der burgery
welke aan die instellingen onverschillig
bleef, al kunnen ze haar ook groote dien
sten bewyzen.
Zy die uit princiep blaffen tegen de werk
lieden doen verkeerd. Soms hoort men zeg
gen de werkman heeft het beter dan de
baas, als zyn arbeid gedaan is, heeft hij zich
om niets meer te bekommeren, terwijl de
baas geen oogenblik rust heeft en steeds
met bekommernis in het hoofd zit.
Maar de werkman heeft ook bekommer
nissen, hij heeft een huisgezin, zijn loon is
te gering om te worden wat hij in den zin
heeft, enz. enz. en die bekommernissen zyn
des te grooter, naarmate hy te min tyd heeft
te wijden aan zyn gezin, aan de zorg voor
zyne toekomst, aan zyn onderwijs, vermits
over 't algemeen de werktijd te lang is.
Kort, zy die zoo spreken zouden als ze
kiezen mochten, heel zeker baas worden in
plaats van werkman.
Wanneer men zoo alles op den keper be
schouwt moet men erkennen, dat de huidige
sociale vorm niet zoo spoedig zal verdwij
nen kapitaal en arbeid zyn onontbeerlijke
factoren der voortbrenging en nog lang dus
zullen er kapitalisten en werklieden zyn,
maar de verhouding tnsschen beiden zal en
moet met den vooruitgang beter en zachter
worden, want kapitalisten en arbeiders
afzonderlijk zyn onmachtig.
Kapitaal en arbeid zyn even hoog te schat
ten.
Weg met de rijken I of Weg met de
armen I beteekent daarom eigenlyk niets.
Er bestaan misbruiken doch de algemeen
heid is voor die misbruiken niet verant
woordelijk. Slechts zy die hun invloed en
kapitaal te danken hebben aan 't bestaan
dier misbruiken, doen alles opdat ze niet
vreedzaam verdwijnen zouden, of opdat ze
door de onwetendheid der massa zouden
blijven duren. Dat stijft hunne eerzuchten
doet de zaakjes floreeren.
Ie
Parasieten der samenleving treft men aan
op de hoogste en laagste sport der samen
leving het zijn de wezenlijke slempers
van den high-life, de hommels die door de
klerikalen in allerlei sinekuren zijn gemof-,
feld, de rabat-cols der ontucht, de niets
doeners van den turf, de charlatans die op
de misbruiken en de domheid azen en de be
delaars van beroep.
Door de schreeuioers der sociale lapzal-
verij worden dezen echter min hard geval
len dan ernstige nijveraars of werkzame
burgers niet zelden hangen ze aan den
sleep dier parasieten en vinden er hunne
boridgenooten bij.
Arme werklieden zijn 't, die naar de nooit-
jemeende, berekende ophitsingen en uitval-
en luisteren der parasieten van den socia
len vooruitgang en niet zien hoe die para
sieten slechts bombast verkoopen in hun
eigen voordeel, gelijk de klerikalen gods
dienst versjacheren om hunne heerschappij
te handhaven.
Een voor een moeten de misbruiken wor
den uitgeroeid. De eene verdwijnen van
lieverlede, de andere moet men uitroeien,
omdat misbruiken even als alle oude ge-
bruiken ingeworteld zijn, en volgens som
migen zelfs noodzakelijk.
Dat gaat evenwel niet glad van de hand,
en t lijdt soms veel last om een einde te stel
len aan een misbruik, waarvan het nadeel
door allen wordt erkend, de uitroeiing door
allen gewenscht b. v. het alcoolism.
En in den schoot zelfs der party van de
wereldhervormers, die in een ommezien
(volgens ze de snullen wijs maken) het on-
dermaansch tranendal in een paradys zullen
herschapen, kunnen ze 't niet eens worden
over de eenvoudigste punten van hun pro
gramma.
In verschillende wereld congressen
van t socialism werd beslist, dat het socia
lism niets gemeens kan hebben met andere
partijen en toch zien we socialisten minister
worden in l< rankryk, te zamen met radi-
kalen. We zien zelfs te Gent den hoofdman
der socialisten eert verbond sluiten met de
klerikalen, met het eenig doel een schepen
zetel te bemachtigen, die 6000 franken
s jaars opbrengt aan den titularis, den acht
baren heer Anseeie.
soc'os' liberalen hebben
die 6000 franken zoolang opgestreken. Dat
is waar en de socialisten tierden genoeg dat
net een schande was, een walgelijk mis-
bruikdoch als 't een misbruik was,
waarom schaffen ze 't niet af Nu strijkt
Anseeie de 6000 ballekens op en vindt het
niet meer walgelijk verre van daar, het*
komt zoet binnen 1
W as t dan de moeite waard van titularis
te veranderen O 1 die misbruiken 0 de
eenvoudige werklieden 11
't Vervolgt.
De prospectus van den winkel waar men
de vermicelle en de politiek in pakskens
verkoopt hetzelfde etiket dragend, heeft er
een nieuwen reklaamschrijver op gevonden.
Hij voldoet aan al de vereischten en zijn
eerste artikel verschijnt, juist den dag op
welken in de Volksgazet, het recept, der
reklaamschrijvers- en schreeuwers wordt
opgegeven.
De nieuws schryver van de prospectus zal
byval hebben, immers het zweet en het
bloed ontbreken er niet en dat is, zeiden we
immers, liet aqua viva waarmee de sociale
kwakzalvers, alle dwaasheden en overdrij
vingen in zeker middel doen slikken.
De nieuwe redacteur moet evenwel op zijn
tellen passen, want het valt al dadelijk in
'toog dat hij nog niet in zyn element is;
hij moet, alles wel ingezien, behooren tot de
goei liberale burgerij waarvan hij een vier
tal personen zijn schichten zendt. Het is al
even opmerkelijk, dat hy van advokaat
Polka weet te vertellen, hij moet met dien
man op goeden voet hebben gestaan en ge
danst.
Hy wordt in het prospectus gelast met
eene nieuwe rubriek de burgerij, omdat
er al reklaamschrijvers genoeg zijn voor de
kapitalisten. Voorde burgery van Aalst en
in t bezonder voor de liberale burgery was
er nog geen Neronu is hy er en ge zult
de goei liberale burgers weldra een voor
een opgepaald zien staan in den socialen
circus, om er tot levende toorts te dienen
voor het proletariaat.
De nieuwe reklaamschrijver begint (a tout
seigneur tout honneur) met de parvenus tot
welke hij wellicht behooren moet. Op dezen
moet hy dus eerst kabassen met zweet en
bloed.
Hij kent er verscheidene Een die zijn
pijlkas doet dragen als hij naar den Bastiaan
gaateen die huizekens heeft, een dig
- »S3R.
new-wd
O—