DE BOSCHGEUS Openingstaks op de Herbergen. Drie ellen voor nen frank. Afbrekerij. Voor de kleine Bedienden. De goedkoopste loopbaan. Aan de Liberale Burgerij. Turn- en Tooneelkring WILLEMSFONDS. Uit Sottegem. De Weeklacht van hel Pompken. Ziehier de tekst der tarief-verordening van de openingstaks door den gemeenteraad van Aalst gestemd Er wordt eene belasting geheven van 150 fr. maar eenmaal eiscnbaar, ten laste van allen gebruiker eener nieuwe her- berg of drankslytery, 't z\j dat deze ge sticht worden in een nieuw opgericht ge- bouw of in een gebouw, dat nooit gediend heeft of sedert ten minste een jaar opge- houden heeft te dienen tot drankslijterij, (of herberg) o— De taks van 150 franken slaat dus op de febouwen Al de gebouwen waar het nu erberg is zullen nooit de taks betalen, al komt ae zoon of de dochter van den huidigen inwoner of zelfs een geheel vreemde persoon er herberg houden. Al de gebouwen waar het nu geen her berg is, of later waar het sedert een jaar geen herberg meer zal geweest zyn, zullen, als er iemand herberg begint te houden, ge slagen zyn met de taks van 150 franken openingsrecht, eenmaal te betalen. Deze week werd in Aalst het volgende bericht aangeplakt en rondgedeeld. Er wer den ook exemplaren van gegeven in de scholen met verzoek aan de heeren onder wijzers en onderwijzeressen er de aandacht der leerlingen op te vestigen. We laten hier het bericht volgen STAD AELST. POLITIE. De Burgemeester de Stad Aalst Gezien de herhaalde straatschenderijen, en voornamen lijk het moedwillig beschadigen of verbrijzelen der Gaz- en Petrollantaarns, Pompen en andere voorwerpen van open baar nut, het Gemeente toebehoorende Voorkomt eenieder uitdrukkelijk, dat de DADERS van die baldadigheden neerstig opgezocht worden dat zij voor de bevoegde Rechtbanken zullen gedaagd en, naar luid der Wet en de algemeene Politieverorde ningen, zullen gestraft worden, zulks on- geminderd de betaling der vastgestelde schade, DE OUDERS VERANTWOORDE LIJK VOOR HUNNE KINDEREN Verwittigd elkeen, dat dientengevolge eene bijzondere waakzaamheid is ingericht, ten einde de overtredingen bij heete daad vast te stellen. Aalst, den 12 April 1910. De Burgermeester, M.-L. GHEERAERDTS. o— Men heeft gelyk gehad dit bericht ook in de scholen bekend te maken. Het is een mooi specimen" van Vlaamsch, drie ellen voor nen frank. De onderwijzers zullen goed doen den kinderen te doen opmerken, dat het eene straatschenderij is en baldadigheid zulke berichten in zulke taal aan te plakken. Moest een dergelijk bericht in het Fransch worden afgekondigd, met zoo vele en grove taalfouten als in het gewraakte stuk voor komen, de onderteekenaar zou" als ezel en barbaar worden bespot. Voor de Vlamingen steekt het zoo nauw niet, we zyn immers van wege Staat, Pro vincie en Gemeente aan niets beters ge wend van hooger hand wordt de volkstaal vermorst opdat men later kunne zeggen, het Vlaamsch is eene barbaarsche taal. Wo protesteeren tegen zulke straatschen derij en hopen, dat in 't vervolgeen burge meester eener Vlaamsche stad, de aan te plakken berichten zal laten verbeteren door een bevoegd persoon b. v. een leerling der Stadsschool, vooraleer ze te onder teekenen, en dat uit eerbied voor zijne Vlaamsche medeburgers 1! Er zijn lieden in de wereld, die alles altijd slecht vinden in hunne omge ving, in hun ambacht, in hunne nering in hunne partij. Dat zijn afbrekers door 't karakter en dezulken vinden er slechts genoegen in, hunne omgeving zooveel mogelijk last aan te doen en moeilijkheden in den weg te leggen. Wij ontmoeten zulke mannen dage lijks doch verleenen er niet altijd eeni- ge aandacht aan, omdat we best doen ze maar hun eigen gang te laten gaan en ze meestal niet tot onze omgeving behooren. In 't openbaar leven zijn de afbre kers in hun waar element, zagen en vitten is hun eenig doel en de fransche lanteerneman Henri Rochefort is hun patroon deze was beurtelings repu- bliekein, communard, socialist, natio nalist, Boulangist om eindelijk terug naar 't klerikalism over te zwenken, die man moet leven in voortdurende afbrekerij en onhebbelijk bekampen van zijn eigen partij. Wil dat nu beduiden, dat die afbre kers zelve iets goeds verrichten of voor te stellen hebben Volstrekt niet al hun gezaag brengt geen aarde aan den dijk, ze weten het wel, maar zijn tevre den als hun optreden eenige misnoeg den kan 'maken, eenige moeilijkheid kan verwekken, dan voelen ze zich gelukkig, dan alleen denken ze door 't publiek opgemerkt te worden. De afbrekers vinden alles slecht in hun midden, de inrichtingen zijn ver keerd indien zij er niet over geraad pleegd werden, de werken zijn zonder nut wanneer ze niet op hunnen, leest zijn geschoeid, de instellingen zijn waardeloos omdat er alles niet gebeurt naar hunnen zin en verlangen. Het spreekt van zelfs, dat indien de afbreker alles slecht vindt in zijne om geving, in zijne partij, steeds schermt met de woorden ik zal dit, ik zal dat! hij van den anderen kant in bewonde ring staat voor alles wat bij de tegen partij gebeurt daar zijn de voorbeel- digste instellingen (al deugden ze niemendal,) daar treft men opoffering en ijver aan (al is het maar zelf-en baatzucht,) daar ontmoet men slechts mannen van talent, met karakter, met vooruitzicht, (al worden er slechts helden van 't laatste knopsgat bij ge vonden). Het is klaar, dat wij in de liberale partij nu en dan ook van die stelselma- tig-booze of door anderen opgewonden afbrekers ontmoeten die we best kun nen missen en die voorwaar in onze rangen niette huis behooren. Ze kun nen slechts onze nuttige werking be lemmeren, en onze demokratische instellingen benadeelen en dat mag niet zijn. Dat ze heengaan In ons Vlaanderen winnen de kleine be dienden en werklieden van de spoorwegen min dan de Walen, al werken ze even goed en meestal langer. Ze zijn te goed ze kiezen immers toch voor de klerikalen 1 In de ministeries zitten dozynen bureel- ratten te veel, die duizenden uit de kas kna gen, terwijl er anderzijds premiën worden verleend om 't personeel te verminderen aan spoorweg, statie, post en telegraaf. De douaniers en accijnsbedienden znn het slechtst betaald. Hunne taak is moeilijk, en dikwijls onaangenaam, is gevaarlyk. In de Kamers werd gevraagd hun loon eenigs- zins te verhoogen Al de klerikale repre sentanten stemden daar tegen. Zekeren keer vroeg Woeste verbetering voor de douaniers, en als er vier dagen later eene toelage daarveor werd gevraagd stem de Woeste er de eerste van al tegen Minister de Smet de Naeyer hield den spot met hen en noemde hen de heeren van net dorp. De mindere postbedienden, de treinwach ters de briefdragers, de bedienden van den teleloon, al de nederigen bekomen niets dan altyd lastiger werk. Dat zal de klerikalen niet beletten al die menschen te willen wijs maken, dat het hunnen plicht is voor dé klerikalen te stem men. Maar de kiezers worden dat spelleken beu 1 Zy zullen alle hunne krachten veree nigen om de klerikale regeering aan de deur te werpen en een demokratisch, volksgezind ministerie in de plaats te brengen Menige ouders vragen zich af Wat moeten wy toch met onze jongens aanvan gen Om te boeren hebben zy weinig zin een ambacht laten leeren is gemeen en de plaatskensjacht wordt alle dagen erger. Er is hedendaags maar ééne enkele loop baan waarvoor de vraag het aanbod over treft en die past voor elke beurs het is pastoor worden. Uw jongen heeft zyne communie gedaan hy is niet gansch zoo slim als de gezel van Sint-Antoniushij houdt nog al van ter kerke gaan en kruisweg loopen hy draagt misschien al eene flambeeuw of eene banier in de processie. All rightMynheer pastoor zal hem wel op 't collegie doen en voor alles zorgen dat kost u niets dan dagelijks eenige boterhammen by zyne boeken te steken met 5 eens voor een tas koffie. Zes jaar later trekt uw theologant al op Gent af en keert weldra terug met toog en tik. Die moogt ge nog betalen, als go 't geerne doetzyt ge niet gewillig, ook goed er zal wel middel gevonden worden. Weer zes jaar later spreken de neefjes en nichtjes met den grootsten eerbied van «Heer Oom» vooral, wanneer ze hopen er later van te erven als de meid er niet mee door gaat. Intusschen heeft Heer Oom een leventje dat ouders en nabestaanden niet weing be nijden. Om kwart voor zessen kruipt hy uit de kooi en vangt zijne taak aan. Om zeven uren gewoonlijk, by uitzondering om 10 uren voormiddag is allesafgeloopen. Om den tijd te dooden moet hy met de collegas kaarten, rooken, wyndrinken met de boe ren vee verzekeringen, melkeryen, geiten bonden stichten of syndicaten om de winke liers tot den bedelstaf te brengen met de kwezels congregaties en processies inrich ten de klapperyen afzoeken om 't nieuws van 't dorp te kennen kiespropaganda maken en dan schelden op liberalen, vry- denkers en socialisten om zyne gal te ontlas ten en zijn kostelijke gezondheid te bewa ren Welk eene taak, beminde lezers, welk veel bewogen leven En daarvoor wordt hy rijkelijk betaald 1. uit 's lands kas 2. uit de gemeentekas 3. uit de dioceane kas; 4. uit de kas der kwezels en kwezelaars, die daarmee een onverstoorbaar eindeloos geluk meenen te koopen 1 En als die man versleten is zonder ooit gewerkt te hebben, betaalt hem de Staat nog eens uit 's lands kas een vet pen sioen, waarvoor hy geenen enkelen penning heeft moeten storten, terwyl de arme wroe- ters moeten leggenom jaarlijks, na 65 jaren zwoegen, NEGEN CENTEN DAAGS te trekken. In de Kamerzitting van 7 April 1910 heeft de liberale volksvertegenwoor diger M. Masson de klerikalen op meesterlijke wijze afgegeeseld, hij heeft hunne onverdraagzaamheid en hunne dweepzucht aan de kaak gesteld en tevens klaar bewezen dat hunne zoo gezegde vrijhei.dsmin slechts •huiche larij en leugen is, want de vrijheid van denken onder andere vondt nooit erger en grooter vijanden dan de klerikale partij. En wij houden er aan hier den oproep te herhalen, die den heer Masson bij 't eindigen zijner rede tot alle libe- len richtte M. Vandervelde heeft een oproep aan ïjne vrienden gedaan. Ik ook ik doe oproep aan mijne vrienden, ik richt me tot de burgerij, die thans mis schien te veel twijfelachtig of onver schillig; is geworden dank aan haar stoffelijk welzijn en genot maar dat e oppasse De welstand waarvan \e geniet, de voorspoed waarbij fe baat vindt, hangt veel meer af van 't vrij onderhoek, dan fe wel denktDe openbare rijkdom heeft ich alleenlijk kunnen ontwikke len en f ich over heel de wereld ver spreiden, den dag wanneer de men schel ij ke geest het aloude juk der school- sche wijsbegeerte heeft afgeworpen, wanneer de mensch vrij heeft kunnen denken en wanneer een bekende filo soof heeft mogen feggen Ik $al alleen- lijk gelooven hetgeen men mij bewegen heeft waar te ijn Die wijsgeer was Descartes, leerling der Jesuiten. De moderne samenleving \al slechts blijven bestaan door 't mid del waaraan ^e haren rijkdom verschul digd is Dat is 't vrij onderhoek, de vrijheid van gedachte, de$e vrijheid staat thans op het spel en ten kostte van alles moeten we haar redden l We geven die woorden ter overwe ging aan onze vrijzinnige burgerij Help U Zelve. Ter gelegenheid der XIV* Verjaring AVONDMAAL ten lokale Concordia op WOENSDAG 4 MEI 1910 Men schryft in ten lokale, aan 2,50 frank per persoon, ten laatste tot den 28 April. Afdeeling Aalst). Vernieuwing der Bibliotheek te Nieuwerkerken. Heden ZONDAG, 17 APRIL, te 6 uur 's avonds, bij Mevr. W* Van Sande, Dorp, Nieuwerkerken Voordracht Liederavond ter gelegenheid van de Vernieuwing der Bibliotheek. De toegang is vrij voor iedereen. —0 PROGRAMMA: 1- Welkomgroet door de Juffrouwen van de liederavonden. 2. Een Lied te zingen door Juffr. Adèle Wildforster. 3. De Moeder voor te dragen door Juffr. Helene Van Damme. 4. Wiepeliedje door de Juffr. Julia Costers, Elza Sterck en Julia Van Audenhove. 5. Huwelijkswensch door den heer Jan Bruyndonckx. 6. x) Bellotteken b) Het Liedeken van de Min c) Vivan ons Piottekens door de Juffrouwen van de Liederavonden. VOORDRACHT Over het Nut van het lezen. door den heer Achille Bry's. Van het Kosterken te zingen door al de toehoorders. HET BESTUUR. Schoolstrijd. (Vervolg). Het nieuw tijdvak dat in het jaar 1884 aan ving, overtreft het voorgaande in alles wat ver drukking, broodrooverij en bedreigingen aan gaat, en de groene paus Woeste mocht terecht zeggen dat er zou gegrijnsd en geknarsetand worden. Na den val der Liberale Regeering in 1884, werd de wet van 1879 afgeschaft en door de dweepzuchtige fanatieke ministers Jacobs en Woeste veranderd. Luidens art. 4 der nieuwe schoolwet van 1884 mochten de gemeenten het onderwijs van den godsdienst en dat der zedenleer aan het hoofd stellen van het programma van alle of van eenige hunner lagere scholen. Dit onder wijs werd gegeven in het begin of op het einde der schooluren; de kinderen wier ouders zulks gevraagd hadden waren niet verplicht dit godsdienstig onderwijs bij te wonen. Willen onze lezers zich de moeite geven dit artikel 4 van de wet te vergelijken met dit van 1879 in ons voorgaande schrijven voorkomende, dan zullen zij aanstonds bemerken dat, op godsdienstig gebied, de katholieke wet van 1884 weinig afwijkt van de liberale wet van 1879. Er valt enkel dit verschil aan te stippen dat onder de liberale wet van 1879 de gods dienstlessen buiten de schooluren moesten ge schieden, terwijl onder de klerikale wet van 1884 die godsdienstleer binst de schooluren moest plaats vinden. Wij zijn dan ook overtuigd dat de klerikalen alstoen iets anders dan de godsdienstleer in hun schild voerden en wel namelijk het doen aan nemen, door de gemeenten, van de vrije katho lieke scholen die zij onder de wet van 1879 had den opgericht en in't toekomende nog zouden stichten, om des te beter het officieel onderwijs in de grond te boren. Immers, het onderhoud dier scholen viel hen al te zwaar 't Is dan ook met het oog op dat punt, dat de wet van 1884 op zoo'n jezuïetische wijze werd aaneenge flanst, dat vele volksvertegenwoordigers de ware toedracht der wet, die zij stemden, niet begrepen. Hier de uitvluchtsels van die wet uiteendoen, ware in al te veel bijzonderheden treden doch krachtens die wet werden hp.nderden en hon derden scholen gesloten en afgeschaftonder wijzers en onderwijzeressen werden aan de deur gezet en van de 27 Staatsnormaalscholen bleven er slechts nog '3 bestaan, waar dan nog een zeer beperkt getal leerlingen aanvaard worden. Wil dat nu eigenlijk zeggen dat er te veel scholen waren Neen, want uit eene tabel die wij hierna laten volgen, blijkt dat, in 1883, door de Regeering erkend en ondersteund waren 8338 officieele onderwijsgestichten -47 klerikale onderwijsgestichten terwijl in 1905, na twee en twintig jaren kleri kale overeersching, de officieele scholen waren gedaald tot 752-4 de klerikale onderwijsgestichten <1525 en sedert is het aantal vrije katholieke scholen nog merkelijk toegenomen. En gy De leenmannen des heeren d'Agua van Quekelborne en degene der heeren geburen naderen links. Wel, God is groot en Hy alleen ver dient den naam van Heer Gy hebt geene wapens, myne broeders Wy hebben moed, antwoordden de dry hervormden. Stapt in dezen boot, her nam Jeremias, hun met den vinger eene kleine aan land liggende sloep aanwijzende en maakt u van de roeiriemen meester. Zy gehoorzaamden. De hoofdman en Fre- derik alleen vooraan de menigte gebleven, bezageB elkander eene wyl stilzwijgend. Hunne gesteldheid was waarlijk hooploos voor hen hadden zy de kruisboogschutters van Brugge, talryke uitgelezen troep die hen den weg afsloot. In de veronderstelling dat zy er in gelukten die wel uitgeruste mannen te doen achteruitdeinzen, vonden zy rechts en links twee ontzaggelijke leger benden. De aftocht was afgesneden. Men moest zich zelfs verwachten welhaast langs achter overvallen te worden, en het klein getal gewapende mannen, hunne vermoeid heid, ae verwarring der wagens en vrou wen, maakten den tegenstand by na onmo gelijk. In dezen akeligen toestand, nam Jeremias, met ernst, den by bel die aan zijnen sluier hing om er raad in te zoeken maar Frede- Er waren in 1883 1905 Staatsnormaalicholen 27 13 Vrije normaalscholen 0 41 Gemeentescholen 4787 4538 Aang. klerikale scholen 10 2611 Officieele adultenscholen 2710 2079 Klerikale adultenscholen 23 1998 Officiêele bewaarscholen 814 899 Klerikale bewaarscholen 14 1875 De Regeering is er dus in gelukt de officieele scholen, hare scholen, te verminderen met bijna 8OO onderwijsgestichten en zij heeft daaren tegen 652 5 klerikale scholen naast en boven de hare gesteld. Wij zeggen: BOVEN HARE SCHOLEN GESTELD en bewijzen het, want in meer dan 1500 gemeenten zijn geene officiêele meis- esscholen of jongensscholen meer. AI die scho en werden afgeschaft door fanatieke gemeente raden met de goedkeuring der katholieke Regecring. En natuurlijk, wanneer het er op aankwam scholen af te schaffen, bleven onze Sottegem- sche klerikalen ook niet ten achter. Zoo zien wij dat onder het burgemeesterschap van wijlen Louis Van Lierde, op 6 Oktober 1884, de katho lieke gemeenteraad van Sottegem besliste 1) de afschaffing der gemeentelijke meisjes school met 40 leerlingen 2) de afschaffing der gemeentelijke bewaar school met 40 leerlingen 3) de Jufvrouwen De Kover en Remue, res pectievelijke onderwijzeressen in de meisjes school en in de bewaarschool, op wachtgeld t« stellen 4) de heer Cyrille Devos, hulponderwijzer op straat te werpen zonder wachtgeld, zonder ae minste vergoeding En nochtans, wist de heer Cyrille Devos zich allerbest van zijne opvoed kundige taak te kwijten. Wij, onder anderen, oud-leerlingen van nem, kunnen erover vol doende oordeelen. Voorwaar, een proper werk vanwege de ka tholieke vrome en broodroovende gemeente raadsleden van dien tijden dat alles ten voor- deele der plaatselijke nonnenschool die jaarlijks uit de gemeentekas de mooie som van 3000 fr., zegge drie duizend frank, weet te trek ken, en gedurig zit te likkebaarden, om nog dieper hare palmen tot meerder eere en glorie van den schoolstrijd in 't schotelken te steken. (Vervolgt). Och, menschen hoort myn droeve klachten Ik lyd zoo'n eindelooze smart, Ik zucht bij dagen en by nachten, Mij rest geen druppel bloed in 't hart Ach, wilt myn klachten toch aanhooren En luistert naar myn treurig lied, Ik ben voor 't ongeluk geboren Ik moet verroesten van verdriet. Ik sta hier reeds zoovele weken Alleen, verlaten en kapot, En op de kosten blyft het steken, Stad heeft geen stuiver in heur kot. Ik sta hier reddeloos verloren, Ik ken geen enkle vreugde meer Ik ben voor 't ongeluk geboren, Ach, wie geeft my myn armken weer. De stad heeft goed 't bericht te plakken, Dat aan de kinderen streng verbiedt Mij stuk te slaan of te bek,... ken Geen bengel die my nog beziet. Wat droevig lot is my beschoren Ik slijt myn tyd in druk en ly - lk ben voor 't ongeluk geboren De Schepen stapt me styf voorby 't Was vroeger toch een ander leven, lk schonk aan allen 't frissche nat, En 'k mocht eenieder 't zijne geven Want niemand dronk by mij zich zat. Wie kwam zoo al mijn vreugde storen En sloeg mijn harte vol van schrik Ik ben voor 't ongeluk geboren Ach, Stant, geef my nen arm van blik. Helaas, hoe lang nog zal het duren, Want is myn pyn oneindig groot, Met my lijn ook al mijn geburen 't Is d'eengen troost in mynen nood. Voor hen heb ik mijn arm verloren. Nu zuchten wij hier al te gaar, We zyn voor 't ongeluk geboren De Schepen is en blijft barbaar I De Pontstraat herhaalt in koor Wy zijn voor 't ongeluk geboren, De Schepen is en blyft barbaar. Bovenstaande droevig liedeken was ons ingezonden toen de mare liep, dat het Pompken der Pontstraat gerepa reerd was. Waarop de vertrouweling van 't ongelukkig pompken ons dezes laatste ontboezeming inzendt Waartoe dient toch myn bitter klageD, Ik heb myn armken nu wel weer Maar'k leef voortaan toQh droeve dagen, Ik ken.geert lust. geen vreugde meer. Myn laatste hoop komt MEN te smoren, Myn arm ligt aan een ketting vast 11 Ik ben voor 't ongeluk geboren. 'k Wou dat die ketting andren pastt' 1! rik legde de hand op het boek en wederhield bem. Het heilig schrift, zegde hy, voor by- geloovige godsdienstige oefeningen, is eene awaasheid en eene heiligschennis. Maar luistert naar den raad van eenen man die heden wil sterven sterven en zyne nagedachtenis met oneer overlast laten om u allen te redden. Dc leenmannen myns ooms en de milicie van Brugge zyn nog niet aangekomen. Storten wy als de bliksem op die kruisboogschutters die nu alleen ons den weg afsluiten. Wy zullen vervolgens trachten de brug over te keeren langs den kant waarde Bruggelingen ze moeten over trekken en ons een schutsel maken van onze wagens tegen hunne vuringen. - Maar de lieden van den heer d'Agua De jongeling wierp vooralle antwoord al sidderende, de oogen op des geuzen bijl breng niet een enkele om zonder volstrekte noodwendigheid, mompelde hy met eene by na onverstaanbare stem. Reken op myn woord, hernam Jere mias met trotschheid gy hebt my goeden raad gegeven ik zal hem als man ten uit voer brengen. Wordt voortgezet of «Ic llelftisclie Vaderlander* TEN JARE 1580, door J. J. M O KE Vrij in de Volkstaal overgebracht. 0— Het getal aan den nieuwen godsdienst aangekjeelde sektarissen was ten anderen aanzienlijk genoeg in dit deel van Vlaande ren men mocht op hunne ondersteuning rekenen. Zy trokken inderdaad, zooals zy het ont worpen hadden die brug over maar eene onvoorziene hinderpaal deed zich vervolgens voor. 't Was onmogelyk in het midden dier landstreek te geraken, zonder de groote eigendommen te betreden welke het mach tig huis van Gruthuyse langs dien kant be zat, en de wanorders welke de bende van Jeremias in de omstreken verwekt had, de den alle menschen op hunue hoede zyn. De wegen werden bewaakt door de militie van het schoon dorp Oostcamp, door de ver. kleefde leenmannen des heeren van Grut. huyse en door een goede troep tot den kryg afgerichte mannen welke die rykeedalman er heen gezonden had. Men moestop den oever der vaart blijven en langs de duinen voortstappen, tusschen het water en de rot- terachtige weiden die zich op den linker oever uitstrekten, en die door breede en diepe grachten doorsneden waren. De menigte voelde, niettemin, al het ge vaar harer gesteldheid niet, en meende een nieuw voordeel te behalen, bij eiken afstand welken zij tusschen haar en des heeren van Bakkerzeele's ruitery stelde. Degene der boeren die reeds den oorlog gezien hadden bukten het hoofd maar zy zwegen om hunne lotgezellen niet te verschrikken, en 't vertrouwen dat zy hadden in de hulp van Hem die alles vermag, matigde hunne onrust. Frederik alleen, de grootmoedige Frederik, beefde toen hy het gevaar zag waarin al die ongelukkige boeren zich gin gen werrten. Wat zullen wy doen, zegde hy aan Jeremias, indien de militie van Brugge, zooals wy het te vreezen hebben, ons te gemoet komt Wij zullen stryden. En indien wjj de nederlaag hebben Jeremias wees met den vinger tot de aarde. Maar zouden wy niet beter doen met op onze stappen terug te keeren Onmogelijk, de vijanden z(jn reeds in bezit der brug welke wy overgetrokken zyn. Er staat ons niet te doen dan vooruit te gaan tot dat wy op den linker kant eenen veiligen weg vinden. Eene baan links 1 herhaalde met af schrik de jongeling. (Die weg leidde voorby zyn ooms kasteel). Moed, zegde Jeremias, hem by de hand grijpende, God zal den Israëlieten redder verwekken vervoegt u met de voorwacht. Het is nu de gevaarlijkste post. Zij stapten met snellen tred nevens de wagens en heel den troep vrouwen, kinde ren en grijsaards, die voortdurend zongen, maar met eene gesmoorde stem en z(j ge raakten aan het hoofd der vluchtelingen op het oogenblik dat eenige hervormden der omstreken in aller haast toesnelden. Vlucht 1 riep de eerste hun opeenigen afstand toe keert op uwe stappen terug De militie van Brugge is op de been. Wy mogen niet terug wyken, ant woordde de geus koel weg. Langs waar komt de militie Van den anderen kant der vaart, her nam de protestant. Dit is voldoende en gy, brave man, wat nieuws brengt gij aan De kruisboogschutters der stad zyn reeds op den dijk.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1910 | | pagina 2