DE BOSCHGEUS In en rond de Kamer. De Cecil iaïeesten. Brievenbus. Loopende Nieuws. Briefwisseling NINOVE. Uil Erembodegein. maar ook wel in staat zijn van op hun nen poot te spelen. In 't kort, de jaarwedde toegestaan aan de bisschoppen en hunne medehel pers bedraagt 318,600 fr. Onze lagere geestelijkheid, die slokt 6,045,000 fr. op, terwijl het person nel der hervormde godsdiensten op het budjet staat voor 94,000 fr., en dat der joden voor 26,700 fr. De heeren priesters kosten ons dus zooveel als de heeren rechters, en als 100,000 ouderdomspensioenen Wat de onkosten betreft voor het bouwen van gestichten voor zinneloo- zen, van gevangenissen en kerken, (dat alles staat bijeen,) die onkosten beloo- pen 1 miljoen 950,000 fr. Zooals men ziet, de heeren klerika- len gaan er breed naartoe, in ons.... godvreezend Belgenland Dinsdag en Woensdag verga derde de Kamer om de bespreking van 't adres der troonrede te eindigen op bevel van generaal Woeste verwierp de katholie ke meerderheid, al de amendementen voor gesteld door de minderheid, zoowel de een making der kieswettenen 't verplichtend on derwas als de amendementen voorgesteld door de liberalen en socialisten om een beter pensioen aan den armen afgesloofden werk man te verschaffen. Al de democraten van drie ellen voor nen frank, aten hun woord en bevestigen zoo de woorden van Woeste Kiesbeloften tellen niet. Zelf de Volksvertegenwoordiger half en half M, Theodoor onthield zich by de stemming voor de eenmaking der kieswet ten en 't verplichtend onderwijs en bekrach tigde zoo onze gezegdens van verleden week. Donderdag begon de bespreking der begrooting van's lands middelen. M. Ber- trand, socialist, spreekt eene belatgryke redevoering uit. Hij doet uitschynen, dat de werkende klas zich te weinig kan voeden door de verhooging der levensmiddelen. Daardoor zijn de werklieden verplicht paar den vleesch te eten en zelf honden vleesch. In Vilvoorde werden in 1908, 298 paarden geslacht en in 1909, 505 1 Vi-y<lag voortzetting der bespreking den begrooting van 's landsmiddelen. M. Hambursin, liberale volksvertegen woordiger van Namen, vraagt dat men de grenzen zou open zetten voor de magere beesten uit den vreemden en wordt daarin ondersteund door 't socialistisch kamerlid M. Wauters. Neemt ook het woord M. Verheyen, libe raai kamerlid van Antwerpen die de belan gen van de schippers verdedigd. 't Was dit jaar volle gala in De Oude Garde met de CeciliaTeesten. Waarom Wel gansch de Maatschappij vierde te dezer gelegenheid hunnen ieverigen Voorzitter, den heer Odilon Van der Schueren, omdat hy sedert vijf en twintig jaardeel maakt der fanfaren Maatschappy Les Vrais Amis Constants, en ook omdat hij vereert werd met 't Leopoldsorde. Maar beginnen wy met 't begin. Volgens loffelyke gewoonte werden de Ceciliafeesten des Zaterdags avond geopend met een puik Concert, gegeven door de Fan faren in haar lokaal Concordia. Dit concert bewees dat De Oude Garde 't pad van den vooruitgang blyft bewandelen, dank aan den goeden wilder spelende leden en aan de kunst en den taaien wil van den muziekoverste den heer F. Coessens. Vele leden waren aanwezig, maar toch niet genoeg; 't is de plicht voor allen de werkende leden en hunnen bestuurder aan te moedigen. 's Zondags voornoen, naar ouds gebruik, deed de fanfaren, gevolgd van bestuurs- en eereleden en begunstigd door redelijk goed weder, een wandeling door de straten der stad en liet hare schoonste pas redoubles, weergalmen. Daarna had de jaarlyksche al- gemeene vergadering plaats en werd er een glas geledigd op den voorspoed der maat schappij. 's Avonds om 51/2 uur zaten 140 bestuur-, eere- en werkende leden, in de beste stem ming aan den disch. Ooze achtbare volks vertegenwoordiger, die het zich als een plicht aanrekend, 't jaarlijks banket der o Oude Garde by te wonen, werd by zyn binnentreden in de zaal, dapper toegejuicht. Al de leden lieten zich spijzen en'dranken goed smaken. By 't nagerecht stond de secretaris, de heer Cömeille van Branteghem recht en schonk den jubilaris, den heer Voorzitter Odilon Van der Schueren, een verguld eere metaal in naam van gansch de maatschappy. Heel de zaal brak in applaus los en wanneer de stilte weerom heerschte sprak nogmaals de heer secretaris als volgt c< Acht dagen geleden, liep de blyde mare der vereerende onderscheiding welke onze Voorzitter te beurt viel, namelijk zyne benoeming als Ridder der Leopoldsorde. Heden aanzien wy het als een duurbare plicht, den man te herdenken die aan het noofd onzer maatschappy staat. U den lof maken van Hem is overbodig, U zyn goeddoen en zyn werken herhalen is onnoodig. Wy kennen Hem door die wer ken, door zijne opoffering, door zijn goed doen. »Wij minnen Hem hartelijk vooral hetgene Hy reeds voor de maatschappy gedaan heeft. O, ja, goede Voorzitter wy minnen U uit fansch de kracht onzer ziel. Wy zyn U ankbaar, want Gy zyt de goede steun onzer maatschappij. Herinnert U, Gy oudere Werkende- en Eereleden, de genegenheid van onzen Voor zitter, en Gy jongere, zyne verkleefdheid en zijne gedurige opofferingen. Gedenkt U dat Hy altyd bereid geweest is om de maat schappij te doen vooruitgaan, om ze uit ne telige toestanden te halen. Alles deed Hy voor de maatschappij voor dewelke Hy reeds 25 jaren gestreden heeft, om die niet te laten kwijnen. Hy is onze steun in wel en wee, in tegenspoed zooals in zege, en daarom brengen wy" Hem hier wel verdiende huideen eeren wij Hem. Ter gelegenheid van die welverdiende vereering, heeft Hy menigvuldige brieven en kaarten van gelukwenschen ontvangen, talrijke bloemengarven zyn Hem toege stuurd geweest, maar woorden vliegen, bloemen verwelken, de Sympathie alleen, die die betuigingen uitlokken Dlyft. Dat de leden onzer maatschappy niet on verschillig gebleven zijn aan die vereering, hoef ik U niet te zeggen. Ook heeft het be stuur niet geaarzeld deze betooging ter zyner eer op touw te zetten, en eenen oproep te doen tot de leden om Hem een blijvend bewys onzer Sympathie, onzer erkentelijk heid te geven. Ik vervul dus hier de eervolle taak in aller naam het woord te voeren. Namens de Fanfarenmaatschappij Les Vrais Amis Constants, geachte Voorzitter, bied ik U dit geschenk aan als een blijk onzer innige genegenheid, onzer erkentelijkheid, als een blijvende bedanking vooral het nut tige, het goede dat Gy in ons midden zoo overvloedig gedaan hebt dat het U soms de genoeglijke, ae gelukkige stonden herinnere, welke Gy hier in ons midden gesleten hebt en een gedurig aandenken onzer goede Sym pathie voor U weze. Blyft wat ge zyt, een trouwe en voor beeldige Voorzitter. Blyft voortaan voor de maatschappij,wat die vrouw voor hare kinderen is, zy is eene beschermster. Bescherm Gij ook, beste Voor zitter, het kind dat ge zoo lief hebtzy ont rukt haar kroost aan de woeste baren, ont rukt Gy ook de maatschappy aan al de ge varen die haar zouden kunnen bedreigen, aan al de orkanen die over haar zouden kun nen woeden. Wees zooals zy die hare kinde ren verdedigd, de goede verdediger onzer Fanfaren. Daar is het zinnebeeld van UW karakter Moed, opoffering, getrouwheid en bescherming. By 't eindigen van die aanspraak en wan neer het doek viel van 't bronzen kunststuk, viel er eene grootsche ovatie den sympathie ken en gevierden Voorzitter te beurt. De symphonie speelde Waar kunnen wij niet beter zyn a en 't Nationaal lied. We zijn er vast van overtuigd dat nog lange jaren, de zoete herinnering van die spontane huldebetuiging, den jubilaris zal bij blijven. De heer Odilon Van der Schueren, diep bewogen, en ook met een traan in de oogen, dankte nu al de leden voor de blijken van oprechte genegenheid en verkleefdheid hem door allen geschonken. Nu werden nog drie werkende leden ge vierd, namelijk de heeren Jan Wauters, Valery Delpierre en Odilon Panné, alle drie sedert vyf en twintig jaar spelend lid drie oude, standvastige leden, die met hart en ziel de Fanfaren verkleefd zyn en tot toon beeld der jongere geslachten mogen dienen, gelyk het den Voorzitter zoewel zegde. In wel en wee zyn ze immer a De Oude Garde getrouw gebleven en nimmer hebben zy ge twijfeld aan.de eindelyke zegepraal hunner duurbare maatschappy. Het klein geschenk, dat de heer Voorzitter hun in naam der maatschappy overhandig de, zal hun de beste herinnering doen behou den van huD jubelfeest. Nog velen namen 't woord op 't banket. De heer Rens, die ons in eene sierlijke en verhevene taal den politieken toestand van 't land deed kennen en die den heer Odilon Van der Schueren gelukwenschte, voor de eer die hem thans te beurt vieldan nog de heeren Gustaaf Leveau, Ferdinand DeClercq, Achiel Brys, Josse Van Opdenbosch en ande ren, die allen den Voorzitter huldigden en ook dronken op den voorspoed, den bloei en den vooruitgang der liberale partij. Tot laat in den nacht duurde 't feest. 90. ofde Belgische Vaderlanders TEN JA RE 1580, door J. J. M O K E Vrij in de Volkstaal overgebracht. 0 Jongeling, zegde hy tot Frederik, wan neer deze vry recht stond, alles is tusschen ons gedaan Nogthans, ik wil niet dat de soldaten der politie u hier vinden. Volg mij. Frederik aanschouwde hem met minach ting zonder te willen antwoorden, en tot Baudouin naderende die nog geknield zat vriend, zegde hy, gij lydt en 't is voor my dat gy in dit noodlottig hais gekomen zyt. De minister verhief het hoofd zyn voor hoofd was helder en de kalmte zyns gewe- e n gaf aan zyn gelaat eene uitdrukking van volkomene gerustheid. Myn zoon, ant- o ordde hy 't was niet uit bezorgheid voor u maar 't was om eene plicht te ver vullen. De boschgeus stond roerloos eenige stap pen van hen verwijderd. Het roodachtig geflikker der fakkel, dat zijn gelaat van op en neer verlichte, scheen zyne opengebla zen neusgaten en zyne benende lippen meer te doen uitsteken. Wat wederhoudt er mij dat ik ze niet doode zegde hij bij zich zel ve, dewyl hij een oogslag wierp op de helle- baarde die voor zyne voeten lag maar die gisting van woede duurde stechts een 00- ganblik hij verwonderde zich welhaast aan hunne minachting gevoelig geweest te zyn, hy die zich over der menschen haal verhoovaardigde. Hij richtte zich naar het diepste des ker kers en eenen ijzeren ring vastgrijpende bracht hij een breeden steen in beweging, welke de opening eens geheimen doorgang verborg. I^angs hier, riep hij toen. Kom bei den hier, ik wil u redden. Wat my aangaat, antwoordde Baudouin op strengen en plechtigen toon, gij kent myne voornemens, zy zyn onverandelyk, zoolang er maar van my alleen sprake is. Slaat gy rechts in, ik zal den linker kant verkiezen geeft gij den voorkeur aan den linkorkant. ik zal rechts opslaan. Nooit zullen onze voeten dezelfde weg betrappen. Welnu, riep de geus uit, dat uw bloed op uw hoofd terug valle want ik heb u aan het gevaar willen ontrukken Een ander wezen dan gy zal ons redden, indien wy belooven gered te zyn, hernam Baudouin want hy had in Frederik's blik prachtige liederen werden gezongen door de neeren Ernest Ladeuze en Jan van Steen- winkel kluchten, kooren, solos op altos en andere instrumenten werden gezongen en gespeeld en de huisvrouwen goten al de ioffieop wanneer de laatsten altyd dezelf de den aftocht bliezen. Maandags om 't eerste deel der Cecilia feesten te sluiten, deed de Fanfaren, na haar traditionneel avondmaal, een toertje rond de stad, gevolgd van een zee van jongvolk, dan zend en zingend. En nu tot in de maand Januari, allen naar Le Barbier de Séville. Vr. L. te Aalst-Mylbeek.Een der plagen van Egypten was de Sprinkhanen. Die fret ten alles op. Voor't oogen blik, zullen die gasten van St. Job u nog wat overlaten 1 Zyt dus gerust 1 Vr. V. te RessegemJa 'tis dezelden Pal er die gy in de statie Burst verleden vrydag gezien hebt. Maar dien dag was Tiestjen Pispot van functie, 't was spectie en hy was gelast met de chantenellen ofte schidwachten van plaats te veranderen. Men kan toch geen twee heeren dienen Wat zijn officieel costuum aangaat, de Bur gemeester is er tegen, wegens den ambras op de te Déums, ze willen allen den eersten stoel, (decreet van Messidor). Met die offi- cieele mannen doet men niet wat men wil PIUS, PAUS, wat krijgt ge nu nog in uw onfeilbare sterre? Onze geestelijkheid zou nu aan 't hoofd niet meer mogen staan van al de maatschappyen uit gevonden om met allemans centen kiezers te koopen I Waar zyn uwe zinnen Tot wat zullen onze E.E. H.H. dan dienen 't Zou dus zijn van adieu blomkool- en witloofbon den, adieu geiten- en kieken bonden, adieu dikke vooien, adieu mest stoffen Maar, Heilige Vader, kent ge onze Vlaamsche Herders niet? Wie zal nu de hengsten keuren, de stieren floderren, de bokken streelen, wie zal 't eeremedalje over den nek steken van onze fiere voort- teelers Denkt ge nog, 0 naive H. Vader, dat onze E.E. H.H. zich nog in 't. minste be kreunen met de leering van hunnen Godde- lyken meester. Zoete leering, zoo troostvol voorde armen, voor de verdrukten, wat zyt ge geworden door de schuld dier politiekers. In Christus naam. worden de machtigen der wereld verdedigd, de armen verpletterd, en het kruis, weleer eens het zinnebeeld der hoop in lijden en smart is nu de steun der grooten en der verdrukkers. H. Vader, zyt voorzichtig, van in 't kleinste pastoryken tot in 't rijkste Bisschoppelyk Paleis hoort men grommelen. Onlangs, een hooggezalve Prelaat wiens gedacht men vroeg nopens de Encikliek der 1* Communie, sloeg zijne hei lige oogen ten hemel, stak zijne gewyde handen omhoog en murmelde O gena dige Heer, wees nwe kerk indachtig, open toch de oogen van onze Paus, en als 't vol strekt niet zyn kan, hewel, sluit ze hem liever maar.... voorgoed Het schrikbe wind heerscht in de Pupilleschool! Geen en- -r kei onderofficier zou het rA nog wagen zich in eene liberale herberg te toonen, men ware terstond op het zwart boeksken geschreven I Naar den Beestenhof met muziek, daar feesten geven, dat mag zyn, politiek mag men doen als het klerikaal is. Dat zal niet bly ven duren, daar zullen andere banden springen, als 't dossier zal kompleet zyn. Ah, de flamakkers, de krui pers 11 IlUnsdagavond, ty- dens de beraadslaging van den gemeenteraad zag de markt zwart van 't volk! Wat was er gaande, waar in stelden onze Aalstenaars zulk belang? In 't benoemen van de.... grafmaker I Ze wilden absoluut seffens we ten wie het genoegen zou gehad hebben (1.50 per put) hun onder de groene sargie te steken 1 Proficiat 1 men zegt dat hij genoemd is met 13 stemmen. Akelig 1 akelig 1 En Florensken Meganck, wat zegt ge daarvan Benoemd, de V geestige man, tot concier- "V ge of huisbewaker van den Aalsterschen Tir ook gezegd Schietbaan, waar men onze jongens leert met kogels schieten als de marbollen tyd uit is 1 Goed gedacht, voorwaar, voor onze gemeente raadsleden van aan dat postjen een mu- ziekant te zetten. La musique adoucit les moeurs zegt de franschman. En als ken gelezen dat de jongeling ook het inzicht had in de kelder te blijven. Een ander wezen en wie dan welk an der wezen dan ik God zegde de minister, met den geestdrift eener overdrevene godsvrucht. Volgt dan uwe loopbaan, hernam Jere- mias op spottende toon. Indien gy gelooft dat er een God is, en dat hy over u wake... Ellendeling onderbrak Baudoin met af schuw kuntgy er aan twyfelen Waarom zou ik liegen, hernam de bosch- geus, met doffe stem en boosaardigen blik Mijn troep is dezen nacht verrast en vernie tigd geworden en ik Vlaanderen ontvluch ten. I)al Baudouin, zwak speeltuig eens ydel droombeeld 1 het dan wel wete, Jeremias heeft nooit aan iets ander geloof gehecht dan aan de wraak I Waarom dan, lage bedrieger, hernam de minister, voor de eerste maal verbitterd, waarom heb gy dien heiligen naam onzer kerkonteerd Waarom heeft uw heilig- schennende mond zoo vele vervloekingen uitgesproken Omdat het de beste middel was om in myne plannen te slagen, hernam Jeremias en hy glimlachte pynlyk. Gy weet het, er onze dappere krygsmannen, zullen disku- teeren over Chefis de garnezon, taketik, stratezie en andere groote oorlogswoorden zal Florensken zynen strijker uithalen en de gemoederen tot bedaren brengen Met zy nen strykstok, met zynen leiren van leiren Ion leiren 1 Proficiat, Florent 1 wy dringen nogmaals aan om zich het werk aan te schaffen van de heer Petrus Daens. getiteld PRIESTER DA ENS, zijn leven, zijn lijden. o Een echt standaertwerk geschreven in den eenvoudigen trant, den schryver eigen. Het geeft wonderwel, op gedocumenteerde wyze den politieken strijd weer van 1904 en volgende jaren en de hatelyke vervolgingsmiddelen der kleri- kalen die hun eeuwig tot schande zullen aangerekend bly ven. Een nieuw werk van den heer Plancquaert komt te verschynen. Het draagt voor titel Jan Vleuilnx. Het geeselt, op eene echt bloedige wyze de handelingen der Vlaamsche priesters tegenover brave Chris- tene menschen, maar die zich niet gedwee willen onderwerpen aan hunne politieke heerschappij. Ziehier wat schryver zegt op titelplaat Niet de godsdienst maar de katholieke leiders vormen mindere rassen. De katho lieke kerk is eene harde stiefmoeder zy be loont de kinderen die haar getrouw bly ven gewoonlyk met miskenning en vernedering, met achterlykheid en minderwaardigheid, dikwyls met armoede en verval, somtijds met de dood. Het is een boeiend verhaal uit den tyd van de opkomst der Christene Demokraten in Vlaanderen. Men voelt dat de schry ven er van opgebracht is en geleeft heeft te midden van dezen die hy zoo meesterlijk geeselt. Men kan zich het boek aanschaffen bij C. Moeyaert, Coupurelei te Brugge tegen 2,25 fr. Het is ook ter lezing in de kostelooze bibliotheek van 't Willemsfonds, ingang Leopoldstraat, alsook o Het Leven van Priester Daens. Ziehier eenen brief die Mr den Baron van den Minister ontvangen heeft en waar van ons kopie is geworden Waarde Heer Baron, Dank voor deVolksgazetdie ge my gestuurd hebtongelukkiglyk 't geen ge schryft is maar al te waar, 't millioen dat beloofd was aan bedienden van Posten en Telegrafen kunnen wy niet geven Treinwachters en Hoofdtreinwachters ook kunnen wy niets meer toestaan onder ons gezegd, er is hier niets dan krot in de kas fe moogt ook niet vergeten dat we al ons est moeten doen om ons vrienden uit de kloosters niet te misnoegen, zooniet zyn we seffens den berg af. Ik reken op u om in uwe streek en om liggende de statiemannen nog wat zeep aan hunnen buik te stryken Mundus vult decipi de menschen willen bedrogen wor den. Vergeet nooit dat spreekwoord. Onder ons en myne beste groeten. DE BROKKELIE. Brussel, den 8 December 1910. Zooals wy aangekondigd hebben had, hier verleden zondag namiddag de onthulling plaats van het grafmonument door de be volking van Ninove opgericht ter verheer lyking van den koenen dood van den politie agent Karei HAUTA1AN, Deze plechtigheid was indrukwekkend. De stoet werd gevormd vóór het Stadhuis alwaar, achter de stadsfanfaren, de leden van den Gemeenteraad plaats namen. Talryke afvaardigingen van de politie van omliggende gemeenten en steden zyn bloemen op het graf komen neerleggen. Gedurende de toespraak van den Heer Dr Behn, in naam van het stedelyk Bestuur had de onthulling van den grafsteen plaats. Het monument is prachtig in zynen een voud. Het opschrift prykt in een bronzen kunstplaat, door een klimoprank omkransd, en waarin tevens het stadswapen gebeiteld staat. Wy brengen hier hulde en voegen ons by de dankwoorden welke de heer schepen Behn in zyn reden richtte tot de uitvoerders van dit statig gedenkteeken. Op het kerkhof werd het woord nog ge voerd door M. K. Roelandt, in naam der stedelyke politie, en door M. P. Daens, volk» vertegen woordiger. Wy laten hier de redevoering volgen door den heer H. Dr Behn uitgeproken MIJNHEEREN, Verscheidene maanden zijn vervlogen, sedert de schrikkelijke gebeurtenis, waarin onze geachte aeent HAUTMAN zijn leven liet voor zijne medeburgers en nog altijd staat daar voor onze oogen het tooneel van het akelige drama waarvan hij het slachtoffer was, nog even levend hebben wij de gedachtenis bewaard was een tyd dat ik den afgoden wierook offerde. Myn oogen gingen open, en de wereld veroordeelde my ik wilde vrij en onafhankelyk leven, en de smaad achter volgde my. ik verwyderde my en werd op myne vlucht achterhaald ik verborg my en werd in myne schuilplaats ontdekt. Toen trok ik met moed gewapend te velde en betaalde den haat met haat. voerde den oorlog tegen het fanatismus dat vervolgde. Maar welk mensch ook had met een afge vallen priester vyandig aan alle godsdienst, willen aamenspannen Ik heb ondervonden dat het in den naam van God was, dat ik er kon in gelukken het kwaad te stichten en ik heb my van dit masker uwer geloofs leer bediend Boudouin was buiten zich zelve. Die man welke noch de uitscheldingen, noch de be dreigingen de rust stoorden of de stille gela tenheid niet hinderden, kon geen enkel woord dulden dat tegenstrijdig aan de grondbeginselen zyner geloofsleer was. Monster riep hij uit, ik zal u ten minste dit masker afrukken I ik zal u voor eenen huichelaar, eenen leugenaar, eenen afgod doen uitroepen I Ik raad u iit niet, hernam Jeremias on verschillig. Het vertrouwen dat de menigte in my heeft is grooter dan gy wel denkt gy zoudt uwen val bewerken met my te van dien braven jongen vol wilskracht, vol moed en vol zelfopoffering. De tragische omstandigheden, waarin die laffe manslag geschiedde, de koene houding die hij aannam tegenover zijn gevaarlijken aan rander en die het gevoelen van zijn plicht deed zegevieren boven"dit van het zelfbehoud, dit alles is hier met zijne teraardebestelling op in drukwekkende wijze vei kond geworden. De ontroering echter scheen niet te willon bedaren, Zoo zeer waren de gemoederen ge schokt hij dien wreeden slag dat do openbare erbarming zich dadelijk uitstrekte over de weduwe en het weesje, welke die gruwlijko ramp zoo brutaal temidden der menigvuldige gevaren van 't leven had geworpen en uit eigen beweging, spontaan, eischte het volk eene maatschappelijke herstelling. Er werd gedaan wat kon en moest gedaan worden aan vrouw en kind werd een behoorlijk pensioen toegestaan, dat hen ten minste buiten het be reik van den dringenden nood zou stellen. Doch hierbij nog had de dankbare bevolking van Ninove geen vrede het wdde dat zulk zeldzaam voorbeeld van manhaftige helden deugd werd vereeuwigd. Neen,HAUTMAN,uw edel gedrag mocht niet zoo spoedig worden uitgewischt uit den geest zijner tijdgenoten. Wat zeg ik 1 moest voort leven bij onze verste nakomelingscnap, welke den naam van den nederigen dienaar, die sich tot den heldenstand wist te verheffen, met im mer levendigen eerbied herinneren zou, De wil van 't volk is thans geschied 1 daar rijst voor U het prachtig gedenkteeken dat te vens de herinnering wezen zal van HAÜT- MANS heldenmoed en van de dankbare veree ring, waarmede de bevolking van Ninove en omliggende zijn duurbaar aandenken hoeft be waard. Statig rijst de strange arduinen zuildaar voor onze blikken op en roept ons de onwrikbare wilskracht te binnen van den kloeken hoogstal- tigen man dien wij thans komen vereeren, ter wijl rondom de bronzen plaat waarin de dank bare hulde onzer gansche bevolking onuit- wischbaar gebeiteld staat, zich de sierlijke kroon van klimop heenslingert, als zinnebeeld zijner onverwelkbare verkleefdheid aan zijn plicht, als zinnebeeld ook onzer diepe gehecht heid aan zijne gedachtenis. Allen, die in deze smartelijke omstandigheid hebben meègewerkt, om op zulke treffende wij ze de algemeene erkentenis te vertolken, stuur ik hier in name van hot stclehjk bestuur onzen besten dank, onze vurigste gelukwenschingen Onzen dank aan de bevolking van Ninove en den omtrek, die eens te meer het bewijs heeft gegeven, hoe diep bij haar die twee schoono burgerdeugden, menschenliefde en erkentelijk heid, zijn ingeworteld. Onze hartelijkste gelukwenschen aan do Scheppers van dit prachtig gedenkstuk aan den kunstvollen bouwkundige den lieer Van den Hende en zijn uitstekenden Kunstvriend den heer Verbanck, die dezen ruwen steen zoo wonderbaar door ons aller diepste gevoelens hebben weten te bezielen, en ook aan de zeer bekwame uitvoerders van hun heerlijk kunst werk de heeren A. Van Belleen David Robert die zoo volmaaktelijk die bezieling hebben be grepen en teruggeven. En U duurbare HAUTMAN, zeg ik voor 't laatst een roerend vaarwel Thans verlaten wij U, nog immer met bonepen harte, ja, maar toch met de troostende voldoening van den vol brachten plicht. Het verslag; over liet tooneelfeest verschoven tot een volgend nummer. Onlangs werd op verzoek van den kazak- keerder, het zoo wijd vermaarde redactie- comiteit onzer dompers in buitengewone zit ting bijeengeroepen. Een halve uur na het gestelde uur word de zitting geopend door den voorzitter, die zegt dat er drie punten aan de dagorde staan. 1' punt: ruzie en verwijtingen ontstaan tusschen ons ka tholieken en het schrijven hierover in de liberale Volksgazet. Is er iemand zegt den voorzitter die hierover 't woord vraagt. Do kazakkeerder vraagt het woord Mijnheeren, zegt hij, gij allen hier tegenwoor dig weet nog de ruzie ontstaan tusschen mij en mijn tegenstrever, nochtans ook een katholiek (dezen er ook tegenwoordig beziet hem met oogen alsof hij hem wilde verscheuren) ge weet ook dat het er nogal gespannen heeft, en dat wij elkander heel schoon hebben afgeschilderd. Nu, mijnheeren, dit alles was voorbij, wel waren wij vijanden, maar toch dacht ik dat dit alles onder ons zou gebleven zijn, zonder dat de liberalen er iets zouden van geweten heb ben. Maar zie, den Zondag daarop volgende komt een vriend bij mij geloopen en hij zegt mij Weet ge reeds Menheer dat uwe ruzie in de Volksgazet van vandaag al staat, juist felijk het er gegaan heeft. Ik antwoordde ont- ennend, en vroeg aan mijn vriend mij zoo gauw mogelijk de"liberale gazet te halen, wat ij dan ook deed. Overdenkende, mijnheeren, wie dit alles zou hebben overgebriefd,bon ik tot het gedacht gekomen dat het niemand anders kon zijn, dan een gekende liberaal die langs achter was gekomen, toen wij juist elkander zulke hevige verwijtingen toebrachten. (Zijn tegenstrever beter gekend onder don naam van komeer, ter zijde tot een vriend): Wist hij, dat, niet die liberaal, maar ik zelf het gedaan heb, wat zou er hier nog omgaan. De kazakkeerder voortgaande vraagt do toe lating dien liberaal cons ferm te mogen afran selen in de Volksstem, maar allen roepen te gelijk er niet te zullen in toestemmen, er zijner aie zegden, ge moest het maar niet gedaan heb ben, dan zou het er niet in gestaan hebben En dan zegt de kazakkeerder op droevigen toon Mijnheeren, op die wijze wordt het leven voor mij onuitstaanbaar De liberale familien beschuldigen. Het volk kent u slechts door uwe redevoeringen het heeft my aan het werk gezien en mijne bul heeft meer indruk op hem gemaakt, aan al uwe leerspreuken. Gij moogt het overigens eens beproeven. Ik ducht voor u niet 1 En gy, heer Frederik. mits gy de vryheid welke ik u aanbood en den schat welker ik voor u bewaakte weigert, vaarwel 1 het zal u moeite kosten, om zonder my uwe Ade- laida terug te vinden Bij het uitspreken dezer woorden barst hy in eenen langen schaterlach uit. daalde in den geheimen doorgang en trok achter zich den steen, welke er den ingang van sloot. Frederik door die laatste woorden terneèrgeslagen, wilde zïch vooruit werpen op zyne stappen, om hem den uitleg dier geheimzinnige taal af te persen; maar hij kon den steen welke hem den weg afsloot niet bewegen de geus bezat ongetwyfeld het geheim om het deksel vastte leggen. De jongeling en de minister bleven bei hen verstompt staan de eene voor de ver vloekingen en de koele snoodheid van Jere mias, de andere voor het lot dat zyne Ade- laida scheen beschoren te zyn. Zy lieten het hoofd moedeloos hangen, en smartelyke gedachten folterden hunne ziel maar noch ae eene, noch de andere hield zich met het gevaar op, waarmede zy nog bedreigd wat ren. Wordt voortgez

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1910 | | pagina 2