Zondag 15 Januari 191.1
Prijs 5 centiemen het nummer
Zesde Jaargang Nummer 3
Zeer belangrijk Bericht.
Luisterrijk Avondfeest
Een artikel van
Dr Van Cauteren
Eene Werkstaking.
Algemeene Belangen.
Eene vraag.
Miljoenendans.
Oneerlijk werk.
VOLKSGAZET
LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
VAN HET ARRONDISSEMENT AALST
j Gewone 15 centiemen J
j Reklamen 75 centiemen J
Dikwijls te herhalen annonccn, prijs volgens overeenkomst
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel.
Prijs der Annoncen
per drukregel
AALST, li JANUARI «Oil.
Onze achtbare Volksvertegen
woordiger de heer RENS, houdt
alle EERSTE ZATERDAGEN
DER MAAND, van 10 tot 11 1/2
uren 'smorgends, zitting in het
lokaal der Liberale Associatie
Graaf van Egmont, Groote
Markt, Aalst.
De andereZaterdagender maand,
zal op dezelfde uur en in 't zelfde
lokaal, een der hoofdmannen der
Liberale partij zich ter beschik
king houden der kiezers.
LIliERALE WERKMANSKRING
Lokaal Concordia, o Schoolstraat Aalst.
op Zondag 15 Januari 1911,
te 6 uur 's avonds stipt,
te geven door de Tooueelkring
De Blauwe Ster van Erembodegera,
en de medewerking
van de Syrnphoniekring
Door Eendracht Grootvan Aalst.
PROGRAMMA
De Bocrenkommandant Scheepers
Drama in 2 bedr. door Felix Copis.
o—
Aanspraak door den Heer
Voorzitter Guttaaf Lerenu.
o
O Die Vrouwen
Blijspel met zang in 1 bedr. door 0. De Bruyn.
De Syrnphoniekring zal de volgende
«tukken opvoeren 1. Les Baisers, Valse,
J. Strauss. 2. Gavotte Espagnole,
A. Berghs. 3. Boon*4 Chance, Mazurka,
J. B. Katto.
Deuren open le 5 uur. Gordijn te 6 uur.
o
De Leden mogen dit feest by wonen, met
een Dame huns huisgezin», mits 15 centie
men per persoon en drager te zijn hunner
lid kaart
Personen vreemd aan den Kring mogen
met toelating van 't Bestuur dit feest by wo
nen mits 1 frank imkomgeld te betalen.
Voorbehoudene plaatsen met vrijen
ingang zijn den dag der vertooning te be
komen, ten lokale c< Concordia, van 10
tot 11 uur voormiddag, aan 40 centiemen.
Kinderen onder de 12 jaren worden
niet toegelaten.
van Zele.
o
Wc willen nogmaals onze lezers
een prachtig artikel ter lezing geven,
geschreven door den moedigen Libe
ralen strijder Dr VAN CAUTEREN
van Zele, zoo hard met heel zijn huis
gezin vervolgd en gebroodroofd, omdat
Hij met de domperskiiek niet meeheult.
Het artikel is geschreven als ant
woord op een schrijven verschenen in
een klerikaal bladje De Welvaart.
't Is eene goede brok literatuur dat
met veel belangstelling zal gelezen
worden.
Mr CLAIRON.
Wie een greintje gezond oordeel bezit,
vat evengauw het wankelbar® van den
grondslag waarop ge, in het artikel my be
treffende, uwe bewijsvoering tracht te ves
ten. Om my met rayn zeiven in tegenspraak
te kunnen brengen, gaat ge niet min dan
een twintigtal jaren achteruit en ge
waagt ge dus van gedachten en meeningen
welke ik vouruit zette, op dertienjarigen
leeftyd Zeg my, M. Clairon, bezit men od
dien ouderdom eene politieke overtuiging r
Kan de jongeling, die volkomen ontwetend
is van de wederwarigheden des levens kan
de kolegiaan, die de wereld alleenlyk bekfj-
ken mag door die vensters van 't klooster
waar men hem opgesloten houdt, in volle
bewustheid van zaken verklaren dat hy
klerikaal, liberaal of socialist is P Deelt de
leerling niet immer, blindelings, de ziens
wijze van den meester Ge bekend zelf dat
wy, ten tyde dat we samen op de banken
van 't. kollege zaten, tegen sommigen onzer
evenmenschen haat en ny'd koesterden en
hun by gelegenheid, uit de vensters van
het gesticht onze verachting toewierpen
zonder zelfs te denken dat dit gevoelen on
zer onweerdig was en in rechtstreeksche
tegenstelling met de princiepen welke men
ons had ingedreveu. Waarom haatten wy
die lieden, die we zelfs niet kenden, tenzij
omdat de oversten hen onder zulke zwarte
kleuren afschilderden en hun inzichten
leenden zoo boos en zoo slecht dat wy
onwillekeurig huiverden by 't verhaal van
vat geschieden zou ijidiea ze ooij 't beheer
der ö'f 't bewind van 't land in hand
kragen
Neen, M. Clairon, de jongeling, de kolle-
giaan denkt niet door zich zeiven, handelt
ï-iefc uiteigen beweging 't is een automaat,
ten werktuig in de handen der bestuurders.
Alleenlyk wanneer men 't werkend leven
is ingegaan en zich, met het rypere ver
stand des volwassene, van den waren toe
tland der zaken heeft kunnen vergewissen,
alleenlyk dan vormt men zich eene politie
ke overtuiging en deze staat des te vaster
dat ze aan eigene studie en overleg ontspro
ten is. Men verloochent.zich zelvenniet met
te verbranden wat men, in de blinde onwe
tendheid der kinderjaren, zelfs met vurig
heid aanbad maar verzaken aan de prin
ciepen die men eens in volle bewustheid
van zaken, als man, als burger, aankleefde
dat is kazakkeerdery en dat wordt zelfs
meineed wanneer men tegenover eene poli
tieke party verbintenissen aanging of, als
gekozene een eerewoord aan zijne kiezers
verpandde.
En wilt ge nu weten, Mynheer Clairon,
hoe het kwam dat, na 't verlaten van 't kol-
legie, ons beider levenswegen zoo gauw en
zuo" wyd uiteenliepen Ge weet en ge be
kent hoe nauw de belangen van ons vlaam-
sche volk my altyd aan het hart gelegen heb
ben. Nog immer bekommer ik mij om het ze
delijk verval dat ik dagelijks rondom mij
bestatigen moet, vooral by dezen die tehuis
liooren in de lagere standen der samenleving
aan welke ik zelf ontsproten ben nog im
mer ben ik overtuigd dat de heropbeuring
onzer moedertaal machtig veel tot de herop
beuring van ons volk zou bijdragen. Doch
onze vlaamsche bevolking lydt niet alleen
lijk aan die zedelijke kwaal die men het
frariskiljonism noemtzij wordt ook ge
teisterd door eene kwaal van stoffelyken
aard: 't pauperism 't Is te zeggen die
sociale armoede, zoo diep en zoo uitgestrekt,
die zoo hevig zweert met Vlaanderen® alom-
gekende kristelykheid, die gansche ge
zinnen dwingt van saam te wonen in
koten zonder licht en zonder lucht, blootge
steld aan zedelyke zoowel als aan lichame
lijke besmetting die moeders dwingt van
7, 8, 9 jaar roekeloos prys te geven aan 'tge
vaar van een langdurig en ongezond werk
die duizenden vaders verplicht van jaarlyks
voor weken en maanden hun kroost en hun
dorp te verlaten om onder de brandende
zonne van Frankryk, in dagenlangen sla
venarbeid, de enkele honderde franken te
verdienen die hun gezin, binst den winter
voor honger en gebrek moeten vrijwaren.
En toen ik de oorzaak naging van die
ellende waarvan ik dagelyks getuige was,
dan moest ik onveranderlyk tot de gevolg
trekking komen, dat zy te wijten was aan de
pliqiitige nalatigheid van het klerikaal
landsbestuur en aan de eigenbaat van man
nen, die men nochtans immer voor ons had
opgehemeld, en die, ondanks de onverdeelde
heerschappy, die ze sinds eeuwen op Vlaan
deren uitoefenden, dien allerbedroevendsten
toestand lieten bestaan omdat ze by de ar
moede en de onwetendheid van ons vulk be
lang hadden. Belang, ja, en daarom hield
men den vlaamschen dorpeling van de
bronnè van welvaart het onderwijs
verstoken, want werd de ploegslaaf beter
wetend dan kon hy niet meer, zooals vroe
ger, naar willekeur worden bedrild,en week
de armoede onder den welkdanigen invloed
van den leerplicht, dan kon ze niet meer als
voorwendsel dienen om den armen man in
zijn billykste recht te krenken on hem alleen,
ter ontlasting der ryken de vervulling som-
miger plichten op den nek te schuiven.
En toen ik, rechtzinnig bekommerd om de
lotsverbetering myner diep vervallene me
deburgers, hun een hand wou toesteken om
ze op te beuren uit den poel van diepe ellen
de waarin ze, hulpeloos, lagen rond te woe
ien en dat ik hen beseffen deed dat er voor
hen alleenlyk redding zou opdagen wanneer
eene meer demokratische regeering 't be
wind van 't land in handen zou hebben, dan
werd ik de meineedige, de godsdiensthater,
de godverloochenaar! Men had inderdaad
die party die zich tegenover den armen
man aan zulk een schandig plichtverzuim
vergat en hem zoo stiefmoederlijk behan
delde, vereenzelvigd met den godsdienst,
met den godsdienst die, benevens de broeder
min en de naastenliefde, de toenadering der
maatschappelijke standen huldigt. Hadde ik
tot den minderen man willen gaan, zooals
velen wier geloof niet verder reikt dan hun
ne ikzucht, om hem te paaien niet den ma-
geren troost dat de armoede eene schoone
deugd is, om zynen rechtmatigen zucht naar
een beter lot te dempen onder de belofte dat
voor al het geleden leed en de doorstane
armoede een beter leven zou hebben na den
dood, dan ware 't wel geweest, maar hem
leeren dat de betrachting van den hemel
geenszins belette dat hy zich, door wettige
middelen een beter loon, een zachter leven,
een onafhaakeiyk bestaan verschaffe. dat
kon, dat mocht niet, en daarom werd ik ge
smaad en gebanvloekt, vervolgd en gebrood
roofd ik was de vogelvrije op wien elk naar
hartelust zynen haat mocht koelen.
En thans dat men my, om wille myner
denkwijze en om wille myner gehechtheid
aan de volkszaak, gekrenkt in al wat my
kostbaar en duurbaar is, dat men my belas
terd heeft en belogen, dat men my getroffen
heeft in den persoon myner vrouw en myner
vier kinderen, thans durft gy schrijven
Zoo ge nog wat moed bezat en wat karak
ter, we zouden u zeggen keer terug 1 Tar-
tufe Kluchtspeler Een uwer partygenoo-
ten van Zele schreef nagenoeg hetzelfde en
wilt ge weten wat ik hem antwoordde.
Ziehier
Welaan, ga voort, ga voort met my en
de mijnen te treffen zooveel ge maar kunt
ga voort met onder bedreiging schreiende
mqedeys ep"Bteryefiide ouderlingen aati mtfrne
Kuip te doen ve'rzaken ga Voort met dè
meDschen wys te maken dat in mynen per
soon de booze geest hunne huizen binnen
treedt. Tracht, in een woord, den eed ge
stand te bly ven welken gy gezworen hebt,
ons van armoede 't geboortedorp te doen
ontvluchten. Doch meen niet dat ge mij
daarom een duimbreedte van den afgeba-
kenden weg zult doen afwijken. Tusschen
ons is het op leven en dood Voor wat mijne
kinderen betreft, die zal ik derwyze trach
ten op te voeden dat zy eens 't begonnen
werk huns vaders kunnen voortzetten, en
moest, onder uwe vervolgingen, by mynen
dood het vaderlijk erfdeel weggebrokkeld
zyn, dan zal ik hun toch, als erfdeel, den
afkeer kunnen overlaten voor eene party
die zich door snoodheid en misdaad recht
houdt en onder wiens medigvuldige slacht
offers zy telt
Dr VAN CAUTEREN.
Twintig duidend koolmijners te Se-
raing en omstreken staken het werk.
Men zegt dat de koolmijnbesturen
ten gevolge van het in voege komen
sinds ien Januari lest, der 9 uren wet,
hunne reglementen van inwendige orde
veel hebben verzwaard en ze daardoor
de uitwerksels die de laatst gestemde
wet, ten voordeele der werklieden moet
hebben, willen tegenwerken.
Indien het zoo is dan hebben die be
stuurders totaal ongelijk en dan begrij
pen we dat de werklieden in staking
zijn gegaan. Het recht van in werk
staking te gaan is een recht dat den
werkman bezit en dat hij moet uitoe
fenen wanneer er tegen alle recht
vaardigheid en tegen alle wettelijkheid
inbreuk wordt gemaakt op iets wat
hem eerlijk toekomt.
Zoo 't schijnt hebben de stakende
mijnwerkers vooral eer het werk te
verlaten, te vergeefs alle minnelijke
middels gebruik om tot eene overeen
komst te geraken en zoo ook moet het
zijn.
Wanneer geschillen ontstaan tus
schen de algemeenheid der werklieden
en den patroon, dan is het plicht van
eerst de gegrondheid dier gechillen
van weerzijden rijpelijk te onderzoe
ken en dan moeten de werklieden
vooraleer in staking te gaan eene
minnelijke overeenkomst trachten te
bekomen. Alle rechtgeaarde werkge
vers kunnen niets anders doen dan die
overeenkomst te bewerken.
Degene, tzij werkman of werkgever,
die zich daaraan onttrekt en tegen alle
rechtvaardigheid en tegen alle gezond
oordeel iets weigert toe te geven,
kan niets dan ongelijk bij iedereen
halen.
In alle besturen, zoo van 't land dan
van provincie en gemeente, moeten zij
die aan 't hoofd ervan staan als aller
eerste plicht voor oogen hebben de be
langen van iedereen op eene rechtzin
nige en onpartijdige wijze te verdedi
gen indien die bestuurders zich zei -
ven als eerlijk willen aanzien, indien
ze 't vertrouwen willen verdienen dat
het kiezerskorps hen gaf, indien ze de
achting van hunne politieke tegen
strevers en van alle ingezetenen wil
len waardig zijn, dan moeten ze in al
hunne bestuurdaden, alle bijzondere
belangen van kant laten, dan mogen
ze in hun beheer, noch rechtstreeks,
noch onrechtstreeks, hunne intresten
en 't profijt van hunne vrienden en
kozijntjes niet meer beminnen dan dat
van Jan en alleman 't is in tegendeel
een plicht bij hen, een plicht van
kieschheid, een bewijs van bestuurlijke
en tevens politieke eerlijkheid, en ook
een bewijs van belangloosheid, van te
vermijden dat het volk, zou kunnen
zeggen of vermoeden tengevolge van
zekere bestuurlijke beslissingen, of
door 't uitlokken van stemmingen we
gens zekere niet genoeg bestudeerde
openbare werken, dat niet alleen de
intrest van 't algemeen werd in acht
genomen, maar dat neven die intrest
ook 't belang bestaat van eenige goede
vrienden, kennissen, familieleden en
nog andere.
Een oprechte goede bestuurder die
zijn mandaat rechtzinnig ten opzichte
van iedereenwil uitoefenen, een
beheerder die de hand gerust op zijn
geweten wil leggen en zonder zelfver
wijt zijnen weg wil gaan, zorgt altijd
dat degene van wien hij zijn mandaat
ontving, dat de massa, dat alle inwo
ners klaar en duidelijk zijne daden zou
den kunnen nazien, onderzoeken en
beoordeelen en wanneer dan die be
stuurder, hij weze minister, lid der
bestendige deputatie of schepen, bewust
van zijne verantwoordelijkheid, voor
stellen te doen heeft in 't belang der
algemeenheid, dan is het een aller
eerste plicht voor hem aan de vertegen
woordigers van land, provincie of ge
meente, aan de gekozenen van 't volk,
zoowel aan tegenstrevers dan aan
vrienden, alle noodige en uitgebreide
inlichtingen te verschaffen die hen toe
laten zullen in volle kennis van zaken
over de gedane voorstellen te oordee-
len, om als gevolg daar aan eene
stemming uit te brengen in overeen
komst met het oordeel dat ze zich zul
len vormen.
Doch, dat gaat ongelukkiglijk zoo
niet in België op gemeentelijk gebied
bij voorbeeld is het alleen in de groote
steden, die meest allen door antikleri
kalen bestuurd worden, dat er voor de
bespreking van voorgestelde openbare
werken onder andere, aan de gemeen
teraadsleden, de noodige uitleggingen,
eijfers, plans en alle andere ophelde
ringen worden gegeven, op die wijze
kunnen die raadsleden met kennis van
zaken oordeelen en stemmen in klei
nere steden en gemeenten geven de
klerikale bestuurders zich al die moeite
niet Eenige algemeene beweegrede
nen, twee of drij groote sommen wor
den vooruitgezeten zonder veel ver
deren uitleg wordt de zaak geklonken,
want de klerikale meerderheid volgt
gedwee en stemt zonder onderzoek de
voorstellen. Zoo komt het dat eene
stad of gemeente soms kolossale schul
den heeft en dat de lastenbetalers maar
altijd mogen afdoppen zonder veel nut
voor 't algemeen.
't Algemeen welzijn voor sommige
klerikale bestuurders dat komt maar
op den 2ea rang. Als de intresten van
hunne vrienden of naastbestaanden,
maar verzekerd zijn
Voorbeelden zijn niet ver te zoeken.
In de laatste bespreking van den gemeen
teraad werd onder andere door M. Moyer-
soen en my het volgende gezegd
M. De WindtGy moogt uwe te kor-
ten der buitengewone begrootingen niet
dekken met het overschot der gewone be-
grootiogen.
M. MoyersoenTot wat moeten wy
onze overschotten aanwenden. Dat moet
ge eens aanduiden.
En De Volksstem, de gazet van MMoyer
soen, voegt er by Dat xoas fijn gelapt
Dat was er garisch nevens gelapt want
dat antwoord van M. Moyersoen is totaal
in tegenstrijdigheid met zyne gezegd ens
en zyne verklaringen van voorgaande jaren.
't Is vast dat. als de stad op hare gewone
of huishoudelijke rekening van 1909 een
overschot heeft van 20329,48 fr. zulks te
danken is aan de 56000 fr. nieuwe lasten
die ze in 1909 meer ontvangen heeft dan vo
rige jaren, tengevolge van den 6 per cent,
die door de katholieken werd gestemd. En
de stemming van den 6 percent werd in de
gemeenteraadzitting van 29 December 1908
aoor M. Moyersoen noodig geacht en gewet
tigd voor twee oorzaken* namelyk de
vermeerdering der noodwendigheden van
Godshui ten en Armbureel en van 't On
derwijs.
De heer de Bethune ook verklaarde alsdcin
dat hy die lasten vermeerdering stemde
omdat het was ten voordeele van Godskui
zen en Armen.
En M. Moyersoen, schepen van finan
ciën volgens 't verslag der zitting, door de
katholieken gedrukt en alsdan in heel de
stad rondgedeeld, verklaarde uitdrukke
lijk
Het Schepencollegie stelt dus voor eene
bijgevoegde belasting van 4 te stellen
op het cadastraal inkomen (met den 2 per
cent die al bestond was samen 6 per cent
«locli slechts voor ecnen termijn
van 3 jaren. Indien de gemeenteraad
alsdan bemerkt dat deze belasting niet
meer noodig is, dient de vernieuwing der
machtiging niet meer gevraagd te wor
den. Alles laat toe te hopen dat van dit
buitengewoon middel zal hunnen afgezien
worden, daar vrij op dit tijdstip al het te.
hort der burgerlijke Godshuizen sullen
vereffend hebben en daardoor mindere
toelagen aan dit gesticht zullen moeten
geven
Bovendien zal het nieuw kontrakt
voor de openbare verlichting in voege ge
komen zijn en onze uitgaven merkelijk
verminderen en zal de laatste jaar-
dooding van 9600 fr. der leening met de
stadsspaarhas vervallen.
Voor 't jaar 1911 voorziet de Schepen van
finantiën op de begrooting van gewone jaar-
lyksche ontvangsten en uitgaven een over
schot van 24800 fr.er zal dus voor 1911
van den 6 per cent overblijven 24800 fr. en
daaraan is volgens M. Moyersoen geen
oogen blik te twijfelen.
Me dunkt dus dat, om aay zijne vërklarirfg
I Van 29 Décémber 1908 getrouw te blijven
en aan de lastenbetalers een bewijs te geven
dat zijne verklaringen gemeende n recht
zinnig waren, dat de Schepen van finantiën,
ten minste toch mocht voorgesteld hebben
van te rekenen van dit jaar den G per cent
op 5 per cent te brengen of eene verminde
ring voor 't algemeen der eigenaars van
13300 fr. dan zou er hem nog op zijn
huishoudelijk bestuur overgebleven zjjn
ongeveer fr. 11500
En als nu binnen een of twee
jaren de stad aan de spaarkas
jaarlyksch geen 9600 fr. meer zal
moeten betalen 9600
En als de 6000 fr. uitgaven
der openbare verlichting zullen
verdwijnen 6000
Dnn zal er aan M. de Schepen
op zijn huishoudelijk bestuur
ongeveer overblijven fr. 27100
Waarmeê hy dan nog eens 1 per cent zou
kunnen afschaffen zoodat de lastenbeta
lers eindelijk maar 4 per cent zouden be
talen.
Indien M. de Schepen Moyersoen zoo
handelde dan zou hij zijn woord houden.
Had ik dus zulk groot ongelijk wanneer
ik aan M. de Schepen zei dat hy de uitgaven
voor de openbare werken met de overschie
tende gelden van zyn huishoudelijk bestuur
niet mag betalen 't antwoord dat hy my
zoo fyn lapte (volgens de Volksstem) ge
tuigt dat hy aan zijne vroegere verklaringen
weinig belang echtdat is weinig rechtzin
nig van zynen 't wege.
Wat zouden de lastenbetalers daarvan
denken
Alb. DE WINDT,
Gemeenteraadslid
Staticmannen, wanneer het soms ge
beurd dat gij, bij het uitoefenen van
uwen dienst u kwetst of beseert, dan
zal het klerikaal staatsbestuur vitten,
pezeweven en onderzoek op onderzoek
doen om den nederigen werkman, in
ziekverlof, op halve daghuur te kun
nen stellen.
Luistert eens hier het Staatsbe
stuur werpt met volle grepen de mil
joenen weg.
In het park van Tervueren was het
Staatsbestuur voornemens prachtige
kunstwerken uit te voeren en er eene
soort van Koloniale Wereldschool te
stichten.
De kredieten werden door de Kamers
gestemd, de plannen opgemaakt, de
bouwmaterialen bestelJ. Maar in eens,
halte la De werken reeds in volle
uitvoering worden stilgelegd en opge
zegd en het gouvernement is verplicht
geweest 7 miljoen schadeloosstelling
aan ondernemers en leveranciers te
betalen
En de heer de Smet de Naeyer ver
klaarde in de zjtting van den Senaat
van 29 December dat het gouverne
ment meer dan 20 miljoen heeft ver
spild aan begonnen werken, waarvan
de kredieten regelmatig waren ge
stemd, maar die men vervolgens in
den steek heeft gelaten.
En de beruchte tunnel te Laeken,
om de zotte grillen van den ouden
koning te voldoen, heeft 8 miljoen ge
kost en dient tot niets, men kan hem
verhuren om er kampernoelies in te
kweeken
Van den eenen kant een haartje in
zeven klieven, als het den nederigen
werkman geldt, en van den anderen
kant lichtzinnigmiljoenen verknoeien
Het jaar is uit en weg de abonne
menten op de weekbladen moeten
hernieuwd worden. Telken jare, op
dit tijdstip, zien wij hoe de pastoorsga
zetten, bekommerd over het behouden
hunner lezers dezen waarschuwen te
gen de lezingen die zij slecht noemen.
Aan de gaaien en onnoozeiaars, die
zich laten wijsmaken dat er buiten
de pastoorspartij geen goed kan bestaan
wordt weer ernstig, heel ernstig de les
gespeld eens te meer wordt hun
herinnerd dat het groot kwaad is, i et
te lezen dat door de geestelijkheid vtr
boden wordt te lezen. De katholieken
mogen niets weten van hetgeen tegen
de pristersgezegd en geschreven wordt.
Men mag op straffe van doodzonde,
niet trachten te weten wat er, in dé
vrijzinnige bladen gezegd wordt dat
mag hoegenaamd niet zijn. Alleen
mag men zich abonneeren op bladen
die door bisschoppen goedgekeurd zijn,
en die, mits geldelijken steun van
kloosters en rijke kwezels, onze Bel
gische geestelijkheid be-wterooken en
ophemelen