Zondag 12 Hwl 19^
Prys 5 cenliemen hiel nummer
Zesde Jaargang Nummer H
Onpartijdige Bond
De Gek van 's Gravenhage
Burgers en Werklieden
leest en overweegt
Kamerzitting van Dijnsdag.
DE VOLKSGAZET
LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
YAN HET ARRONDISSEMENT AALST.
Prijs der Annoncen j «nüemen i per drukregel
Gewone 15 centiemen
Reklamen 75 centiemen
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 frank de regel.
AALST, II MAART 1911.
van Neringedoeners en
Ambachtslieden der Stad Aalst-
Afdeeling o AalstVoorwaarts.
Luisterrijke opvoering van
Drama in vijf bedryven.
Ter herinnering des honderdjarigen ge
boortedag van Vlaandei ensgeioaardeerden
Tooneelschrijver II. Van Peene.
o—
Het stuk zal gespeeld worden door de
voornaamste Kunstenaars der drie grootste
tooneelkringen onzer stad
Het Land van Riem
Voor Taal en Vrijheid
De Catharinisten.
De tooneelschikking, by zonder verzorgd,
zal allerprachtigst zijn. Ruim honderd
personen zullen ten tooaeele verschynen.
Het beroemd orkest der Rubens-Cantate
zal deze buitengewone opvoering opluis
teren.
—o
Er zullen twee opvoeringen zyn
a/ Den Zaterdag 18 Maartom 7 ure
Galnveidooning
b/ Den Zondag 19 Maartom 3 ure
Volksvertooning.
Op Halfvasten. BOERENBAL in
«Concordia.
Een scliandnllge toestand
te Aalst.
We schreven hier verleden week
dat het volstrekt noodzakelijk is een
openbaren geneeskundigen dienst in
onze stad in te richten voor kinderen
en onwetende moeders. Het is een
meyischlievend, sociaal, hoogst noodza
kelijk werkdat verre moet verheven
staan boven alle politiek en waarbij alle
partijen, ponder onderscheid, {ich gul
len aansluiten.
We verwachten'dan ook zoohaast
mogelijk dat ons gemeentebestuur, dat
de belangen van de algemeenheid
moet behartigen, de hand aan het
werk zal slaan om dergelijke instelling
in het leven te roepen.
Over het nut van dien dienst langer
uitweiden, zat wel overbodig zijn we
hebben er in ons vorig artikel genoeg
over gehandeld en de gevolgen ervan
aan gegeven.
Maar ik vrees dat we zullen moeten
blijven wachten
We zeiden dan ook hoe bij veel werk
lieden lotsverbetering zich oplost in
den zuiveren strijd om loonsverhoo-
ging, dien we voorzeker dringend
vinden en ten volle bijtreden, en
zich weinig of niets bekommeren om
een hooger ontwikkeling, een dieper
voelen, een hooger beschaving, en
en stipten ook terloops aan dat er
nog velen {ijti die noch lezen noch
schrijven noch rekenen kunnen, er
bijvoegende dat de eerste schuld
niet te zoeken valt bij de arbeiders
zelf, maar wel bij het katholiek
staatsbestuur, dat niets gedaan heeft
om de werklieden te onderwijzen, om
het peil van de algemeene beschaving
te doen stijgen, ten einde des te beter
die arme onwetende massa onder den
knout van het kleriko-kapitalisme te
doen vallen.
Helaas wij zelf, die nochtans den
droeven staat van het onderwijs ken
nen, hadden nog te hoog gerekend en
moeten thans een toestand in het dag
licht stellen, die oprecht wanhopend
en wraakroepend is.
En die erbarmelijke toestand heerscht
in ons gezegend stadje Aalst
Gedurende het jaar ïgio hadden
hier 232 huwelijken plaats en
slechts 169 meisjes konden hun
handteekening zetten voor den
Schepene van den burgerlijken
stand, 't is te zeggen dat, hier in
de zoogenoemde verlichte twintig
ste eeuw, zeven en twintig per
honderd meisjes van ALLE onder
wijs verstoken zijn, zelfs zoodanig
dat ze niet eens bekwaam zijn hun
eigen naam te schrijven.
En die statistieken zijn niet verzon
nen door ons ze zijn officieel.
Zeven en twintig op honderd toe
komstige moeders dus, die niets, heele-
maal niets kennen van het eenvoudig
ste geestesleven en zieleleven zeven
en twintig per honderd, die in onze
wereld een afzonderlijke wereld vor
men zeven en twintig per honderd,
die geen enkele gemeenschap hebben
met de algemeene, zelfs met de sim
pelste beschaving zeven en twintig
per honderd, die in ons midden dus
leven als dieren, en nochtans menschen
zijn en geroepen worden om kinderen,
de leden van de toekomstige maat
schappij op te voeden.
We hebben hier te Aalat een
broeinest van domheid en zede
loosheid, dat afgryzen verwekt.
En let wel op, dat we hier te doen
hebben met het jonge geslacht, de
jeugd van twingtig jaar, die de edele
bloem zou moeten zijn van de alge
meenheid. Helaas We vinden slechts
eene rotte plant, die niets dan stank
in de buurt verspreidt.
En die erbarmelijke toestand werd
in leven geroepen, groot gebracht,
onderhouden en verergerd door onze
katholieke regeering en ons fanatiek
klerikaal stadsbestuur.
Sedert meer dan een kwart eeuw is
de eenige bekommernis vanwege de
klcrikalen het heele onderwijs te niet
te doen en den geest en de ziel van
den mensch te dooden.
O we weten wel dat ze zullen be
weren de grootste propagandisten te
zijn van het onderwijs, dat ze zullen
uitbazuinen zooveel en zooveel scho
len met hun zoo winstgevend geld
opgericht te hebben Maar, dan heb
ben we de eenvoudige vraag te stellen
Welk onderwijs verstrekt ge in uw
scholen En hoe durft ge beweren de
verdedigers te zijn van onderwijs, ver
mits ge niet kunt wegnemen dat er in
lyio zeven en twintig per honderd
meisjes gevonden worden, die nog
niet eens de pen knnnen vasthouden
En die schuld, die loodzware schuld
weegt op u alleen, daar gij en gij al
leen hier het onderwijs in handen
hebt
Ware deze toestand niet oprecht be
droevend tot weenens toe, we stelden
voor een revue te spelen over onder
wijs en opvoering in onze stad, met
den achtbaren schepene als hoofdrol.
Neen het ware te afschuwelijk, te
ijselijk spottend
En we kennen het maar niet genoeg
herhalen dat die twintigjarigen onwe
tende meisjes moeder zullen worden
en de toekomst van een groot deel van
ons volk in handen hebben.
Kom, laat het ons zeggenOns
stadsbestuur is het onbekwaamste dat
er bestaat de luiheid en de onwe
tendheid bekleeden er de hoogste plaats.
Onze stadsregeering is een getrouw
afgietsel van het goevenement zelf
een systematisch tegenstrever van den
Zoo hoogst noodzakelijken leerplicht,
een niet-uitvoer en van dringende
openbare werken, een nijpenden finan-
tiëelen toestand en duistere rekeningen,
kozijntjeswinkel voor openbare en niet
openbare plaatsen, alsook voor uitba
tingen die echte uitbuitingen wor
den, en intusschen een stokstijve on
beweeglijkheid, die onwrikbaar iedere
demokratische hervorming stremt.
Arm AalstEr wordt een of-
fleiëele moord begaan op uw
volk Gf] zyt de stad van de
hongerloonen en van de grofste
onwetenheld Z
Zoo wil het immers uw klerikaal
stadsbestuur Er is iets rot op uw
stadhuis.
Gaat ge dien toestand langer dra
gen Indien ge niet krachtdadig op
treed om te verjagen de kliek, die daar
huist, en aan den schandpaal rondge
dragen wordt het heele land door,
dan zijl ge totaal rijp voor de algeheele
slavernij.
En dat zijt ge nog nietVrijheid en
Vooruitgang wilt ge. Op, dus, man
nen van de oppositiepartijen Er moet
een duchtige aanval geleverd worden
tegen die droeve figuren, die onze
stad naar den zedelijken ondergang
helpen
Oktober Is nahf] I Bereidt u
voor I
lievige incidenten.
't Ministerie Geklopt.
De zaak van MUISEX.
Uittreksel uit het beknopt verslag.
De heer Wauioermans. In de oogen
der katholieke gezinnen is deze zuster nog
slechts eene weggeloopen non. (Tegenspraak
links.)
Men kan zich vergissen over zyne roe
ping doch dergelyke vergissing verwekt
niet noodzakelijk eene heldin. De geestelij
ken die hetgeestelyk kleed dragen, over
laadt gy met mispryzen werpen zy dit
kleed af, dan richt gy hun standbeelden op.
(Rechts Zeer wel 1)
De heer Masson. Wij verdedigen ze
tegen uwe vervolgingen.
De heer Wauwermans. Ware zuster
Angela non gebleven gy zoudt, naar ik gis,
hare school en haar zelf met minachting be
jegend hebben
De heer Masson. Toe dan
De heer Wauwermans. Hebt gy niet
personen opgehemeld, die het geestelyk
kleed hadden afgeworpen, omdat de gelofte
van kuischheid hun zwaar viel (Hevige
uitroepingen links en aan de uiterste linker
zyde.)
De heer Vandervelde. Ziedaar de gif
tige bedekte aantyging 1
De heer Hubin. Vuile jezuïet 1 (Ge
rucht.)
De heer Terwagne. Vrouwenbeleedi-
ger (Aanhoudend gerucht.)
De heer Vandervelde Schande (Luide
onderbrekingen op de liberale en socialis
tische banken.)
Kreten aan de uiterste linkerzyde, gericht
tot den heer Wauwermans Tot de orde,
tot de orde
De heer Wauwermans. Uwe schijn
bare woede...
De heer Persoons. Gij beleedigt vrou
wen
De heer Wauioermans. Toen de heer
Vandervelde hier zegde, dat van eerstaf
zuster Angela laoeielykheden had met den
onderpastoor van het dorp, en zich beklaag
de over de al te talryke bezoeken, die hij in
het klooster bracht... (Herhaalde onderbre
kingen door liberalen en socialisten. —Tot
de orde Tot de orde
De heer Terwagne. Ge zyt een vrou-
wenbeleediger 1
De heer Hubin. Ge zyt een walgelyke
jezuiet(Lawaai).
De heer Wauwermans. Wanneer
men goed weet hoe men zich heeft vergist,
moet men zorgen dat anderen niet het slacht
offer zyn van de dwaling, welke men zelf
beging... (Het rumoer houdt niet op aan de
uiterste linkerzyde. Tot de orde 1 Tot de
orde 1)
De heer Hubin. Mynheer de voorzitter,
ik zeg tot den heer Wauwermans, dat hy
een walgelyke jezuiet is.
De heer Destrée. Vindt gy dat parle
mentair
De heer Wauwermans. Gy hebt my de
les niet te spellen en uwe beoordeeling laat
*iny onverschillig.
De heer Hubin. Ik begryp dat gy u
vereerd acht door de laffe bedekte aanty
ging, die zoo even uit uwen mond is geko
men. Maar de heer voorzitter zou my tot de
orde moeten terugroepen. (Rumoer).
De heer Voorzitter. Zoo hevig is het
lawaai, dat het bureel niets verstaat.
(Getier. De heer Hubin verlaat zyne
plaats, treedt op den heer Wauwermans toe
en doet, als spuwde hy hem in 't gezicht,
hem toesnauwende Walgelyke jezuiet 1
De rechterzyde springt op en protesteert
krachtdadig).
De heer Polet. Dergelyke handelwijze
kan niet geduld worden (Het getier is ten
top gestegen. Rechts, kreten: Aan de
deur aan de deur
De heer Moeyersoen. Een collega aldus
in 't gezicht spuwen, dat mag niet worden
geduld.
De heer Bologne. Vrouwenbeleediger I
De heer Voorzitter. Zoo hevig is het
getier, dat het bureel niets verstaat.
De heer Janson. Gedekt door de parle
mentaire onschendbaarheid, heeft de heer
Wauwermans eene vrouw beleedigd. (Het
lawaai duurt voort).
De heer Voorzitter. Stilte, heeren. op
dat het bureel zich kunne inlichten.
Mijnheer Wauwermans, hebt gij u te be
klagen over de houding van een collega P
De heer Wauwermans. Zooals ik de
zaak opvat, heb ik my niet te beklagen.
De heer Van der Linden. Gy hebt on
gelijk.
De heer Hoyois. Zeer wel I
De heer Wauwermans. Dergelyke be-
leedigingen onteeren enkel de beleedigers.
De heer Troclet. Gy hebt voor geen cent
opvoeding(Gerucht).
De heer Woeste, (beroep op het regie
ment). Sedert zeven en dertig jaar ben ik
lid van deze Kamer nog nooit gebeurde
hier een zoo erg feit, als hetgeen daar even
plaats had.
Dö heer Terwagne. De heer Verhaegen
deed vroeger hetzelfde.
De heer Woeste. De heer Hubin is uit
zijne bank gesprongen en spuwde den heer
Wauwermans ln 't gezicht. Ik vraag den
heer voorzitter of hy het niet gepast acht te
handelen De toepassing van de straf, door
het reglement bepaald, zou beantwoorden
aan het gevoelen van de Kamer.
RechtsEn van het land (Verzet en
kreten, links).
De heer Woeste. Ik vraag den heer Voor
zitter of hy niet van meening is, dat artikel
35 van ons reglement dient te worden toege
past op den heer Hubin (Zeer wel I leven
dige goedkeuring, rechts).
De heer voorzitter. Door den heer Woeste
heb ik de hoogst laakbare daad van den heer
Hubin vernomen. Ik stel dus voor, op den
heer Hubin de censuur toe te passen, met
vermelding daarvan in het proces-verbaal.
(RechtsZeer welzeer wel
De heer Hubin. Er zyn zekere vormen
van parlementaire beraadslaging waaraan
wy ons Dooit zullen onderwerpen. (Uitroe
pingen, rechts. Aan de uiterste linker
zyde Zeerwel!) Wy, de armen, wy heb
ben Dinsdag laatst, geleden wanneer onze
vriend Vandervelde ons het martelaarschap
eener arme vrouw vertelde.
En nu komt de heer Wauwermans deze
ongelukkige vrouw in hare innigste gevoe
lens krenken. (Links Zeer wel zeer wel I)
De kloosterlingen beschouwen hunne ge
lofte van kuischheid als hun heiligste punt.
Welnu, de heer WauwermaDS doet laffe
aantygingen om eene onwettelykheid te
verdedigen. (Toejuichingen aan de uiterste
likerzyae en Zeer wel
Het is eene laffe daad, omdat, wanneer
het eene vrouw geldt, men haar ongestraft
mag aanvallen.
De heer Waumermans. Welke be
dekte aantyging deed ik (Protestatiën aan
de uiterste linkerzyde.)
De heer Destrée. Heb dan toch den
moed voor uwe woorden in te staan
De heer Wauwermans Wat heb ik
gezegd (Gerucht.)
De heer Tewagne. Gy hebt gezegd,
dat de beloften van kuischheid tot last wa-
ren aan nonnen die van hare roeping af
zagen.
De heer Wauwermans. Ik heb u ge
zegd dat men dikwyls het geestelijk kleed
afwerpt om ontslagen te worden van de be
lofte van kuischheid. (Onderbreking, links.)
De heer Antoon Delporte. Men zou u
tot de orde teruggeroepen hebben, indien
wy hiereenen voorzitter hadden.
De heer Hubin. Ik wil de bedekte aan
tyging, die walgend is, niet herhalen. Ieder
van ons heeft den zin gevat, en allen wa
ren wy verontwaardigd. (Ja Ja
De heer Masson. Zeer wel 1
De heer Hubin. Dit voorschoond voor
zeker mijne daad niet...
Dc jieer Neujean. Zeer wel
De heer Hubin. Doch ik kon my niet
bedwingen. Ik kon niet weerstaan aan
myne woede. Ik heb den heer Wauwermans
behandeld zooals hy het verdiende doch dit
verstaat hij niet 1 Men moet het reglement
te buiten gaan om zich door hem te doen
verstaan. (Tegenspraak rechts.)
Zoo ik mijn gevoelen heb doen kennen,
dan is het niet om de beslissing te ontwy-
ken die de Kamer tegen my nemen kan. Ik
geef toe, dat het parlementair stel niet
vooroorlooft te handelen zooals ik deed,
doch het laat den heer Wauwermans ook
niet toe te handelen zooals hij deed. (Links
en aan de uiterste linkerzyde zeer wel I)
De heer Voorzitter. De volgende dagorde
werd ingediend door de heeren Masson en
Vandervelde
«De kamer, er hare leedwezen over uit
drukkende dat de gemeenteoverheid afstand
deed van hare rechten in handen der geeste
lijkheid en dat hare vertegenwoordigers
werkeloos bleven tegenover de kwellingen,
waaraan de hoofdonderwijzeres blootstond,
gaat over tot de orde van den dag,
De heer - Schollaertminister van weten
schappen en kunsten. Deze dagorde gaat
de bevoegdheid der Kamer te buiten. De
Kamer is niet bevoegd om de gemeenteover-
heid te laken want deze is eene andere
macht. De Kamer heeft het rechtde Regee
ring te laken, maar ik denk dat de uitleg
gingen, welke ik verstrekte, zonneklaar
bewyzen dat er my geen verwyt hoege
naamd is te doen.
Ik kan enkel iets doen, namelyk de mis
bruiken beletten welke men my aanklaagt.
Welnu in onderhavig geval heb ik ze on-
middelyk beteugeld.
De dagorde kan dus niet gestemd worden
en ik stel er de voorafgaande quaestie te
gen. (De stemming
RechtsDe naamafroeping
De heeren Pirmez, Woeste, Verhaegen,
Petit, Hoyois,JMabille, Melot, VanCauwen-
bergh,Tibbauten Bruynincx staan recht.
(Gedurende de naamafroeping verlaten
het meerendeel der leden der rechterzijde de
zaal.)
De voorafgaande quaestie wordt ver
worpen met 72 steramen tegen 14. (Luid
ruchtige toejuichingen links.)
Antwoorden ja
De heeren Giroul, Hambursin, Horlait,
Hubin, Camille Huysmans, Louis Huys
mans, Hymans, Janson. Jourez, Lambillote,
Lampens, Lemonnier, Léonard, Lorand,
Mansart, Maroile, Masson, May, Meche
lynck, Meysmans, Monville, Mullendorff,
Neujan, Neven, Nolf, Ouverleaux, Ozeray,
Pepin, Persoons, Pirard, Rens, Schinler,
Terwagne, Thooris, Troclet, Van Dam me,
Vandervelde, Van de Venne, Vandewalle
Van Marcke, Verheyen, Warocqué, Wau
ters, Allard, Anseele, Asou, Augusteyns
Berloz, Bertrand, Boël, Bolonge, Braun,
Brenez, Buisset, Buvl, Buysse, Caeluwaert,
Capelle, Cavrot, Claes, Cocq, Dauvister,
Debunne, Antoon Delporte, Delvaux, Dera-
blon, Denis, Destrée. Feron, Fléchet,
Franck en Furnémont.
Antwoorden neen
De heeren Woeste, Bruynincx, Helle-
putte, Hoyois, Huishauwer, Mabille, Melot,
Petit, Pirmez, Schollaert, Tibbaut, Van
Cauwenberg, Verhaegen en Nerincx.
De heer Voorzitter. Wy moeten nog
uitspraak doen over de dagorde van de hee
ren Masson en Vandervelde.
Rechts Hoofdelyk stemmen (Gerucht)
De heeren Rosseeuw, Tibbaut, Van Cau-
wenberghe, Bruynincx, Mabille, liaem-
donck, Woeste. Hoyois, Begerem en de
Kerchove d'Exaerde staan recht.
De dagorde wordt aangenomen met 70
stemmen tegen 13 en 1 onthouding. (Luid
ruchtige toejuichingen, links, en aan de
uiterste linkerzyde, Geroep Ontslag
ontslag 1)
Antwoorden ja
De heeren Giroul. Hambursin, Horlait,
Hubin, C. Huysmans, L. Huysmans, Hy
mans, Janson, Jourez, Lambillotte, Lam
pens. Lemonnier, Léonard, Lorand, Man-
sart, May. Mechelynck, Meysmans, Monvil
le, Mullendorff, Neujean, Neven, Nolf,
Ouverleaux, Ozeray, Pepin, Persoons, Pi
rard, Rens, Schinler, Terwagne, Thooris,
Troclet, Van Damme, Vandervelde, Van de
Venne,Vandewalle, Van Marcke,Verheyen,
Waroqué, Wauters, Allard, Anseele, Asou,
Augustyns, Berloz, Bertrand, Boël, Bolo
gne, Braun, Brenez, Buyl, Buysse, Caelu
waert, Capelle, Cavrot, Claes, Cocq, Dau
vister, Debunne, Antoon Delporte, Delvaux,
Demblon, Denis, Feron, Fléchet, Franck en
Furnémont.
Antwoorden neen
De heeren: Hoyois,Huyshauwer, Mabille,
Raemdonck, Rosseeuw, Schollaert, Tibbaut,
Van Cauwenbergh, Woeste, Begerem,
Bruynincx, de Kerchove d'Exaerde en
NeriDcx.
Onthoudt zich
De heer E. Royer.
De heer E. Royer. Ik onthield m(j, by
afspraak met den heer Böval, daar ik dacht
tot na 5uur in het assisenhof opgehouden te
zyn.
Motie van orde.
De heer Hoyois. Ik vraag het woord
(Luidruchtig verzet, links en aan de uiterste
linkerzyde.)
De heer Furnémont. De heer Hoyois
heeft niet het recht te spreken. Hy nam
geen deel aan de stemming. (Gerucht en
aanhoudende woordenwisselingen).
De heer Hoyois. Ik nam deel aan de
twee stemmingen. Uw verzet is dus vol
strekt ongewettigd.
Ik heb enkel het woord gevraagd om te
doen opmerken dat wy daareven een heel
kinderachtig spel bijwoonden... (Onderbre
king.)
De heer Terwagne. Vanwege uwe par
ty 1 Uwe vrienden trokken er van door. Er
zyn meer dan 30 leden der rechterzijde in de
wandelgangen.
De heer Hoyois. ...vermits gy het einde
van eene zitting wildet te baat nemen.
(Neen 1 neen
De heer Voorzitter. Dat is geene motie
van orde. (Links Zeer wel
De heer Lorand. De ministers zelf ver
borgen zich in de wandelgangen.
De heir Furnémont. Ik vraag het
woord voor een beroep op het reglement.
(Geruchten luidruchtige woorden wisseling.)
Men heeft niet het recht den uitslag eener
stemming te bespreken, en ik vraag dus
dat men den heer Hoyois belette te spre
ken dat zal overigens vermyden dat hij
domheden uitkraamt en dat heet ik hem
dienst bewyzen. (Gelach, links.)
De heer Voorzitter. Ik gaf het woord
aan den heer Hoyois, niet wetende wat zyne
motie is. (Links Bravo Bravo Kreten
leve de Voorzitter De heer Hoyois beklimt
het spreekgestoelte. De socialisten zingen
de Marseillaise. Gerucht en onderbreking.)
De heer Hoyois fop het spreekgestoelte).
Ik vraag het woord voor een persoonlyk
feit. (Geroep aan de uiterste linkerzyde). Ik
betreur diep.... (Herhaald geroep. Ge
rucht en onderbreking.)
De heer Troclet, Eerbiedig den voor
zitter, mynheer Hoyois.
De heer Furnémont. Het geldt hier
feen persoonlyk feit; overigens heeft de
eer voorzitter u het woord niet verleend.
De heer Mechelynck. Sluit de zitting,
mynheer de voorzitter.
De heer Hoyois. Ik verdedig hier de
vryheid van net spreekgestoelte, en ik wil
spreken (Aanhoudend gerucht.)
Links De sluiting I de sluiting 1
De heer Horlait. Gy waart al te toege
vend, mynheer de voorzitter.
De heer voorzitter. Het verwondert
my, dat nugü hier meerderheid zyt, gij de
rechten van den redenaar zoo weinig eer
biedigt.
Links en aan de uiterste linkerzyde (al
zingend) Tot morgen 1 Tot morgen
De heer Horlait. De stemming der Ka
mer mag niet worden besproken.
De heer voorzitter. Dat zal ook niet
Doch laat den redenaar spreken.
De heer Demblon. In al wat werd ge
zegd, bestaat geen persoonlyk feit voorden
heer Hoyois.
De keer Voorzitter. Daarmede ben ik