Zondag 17 September 1911
Prijs 5 centiemen het nummer
Zesde Jaargang Nummer 38
Zondag 1 October.
Pensioenbond van Aalst.
M. Daens. HI. Hons.
De Kloosters.
Puntjes op <le 1.
DAAROM
SI. Daens. til. <leRelluine.
Iels uil de Volkswil
Hunne kandidaten.
VOLKSGAZET
LIBERAAL DEMOCRATISCH WEEKBLAD
Abonnementsprijs 3 fr. voor de stad en den buiten voorop betaalbaar
Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten
voor de stad, ten kantore van het blad, Groote Markt, 1, Aalst.
VAN HET ARRONDISSEMENT AALST.
a Gewone 15 centiemen i,,,!,,»,»)
Prijs der Annoncen j Reklamen 75 centiemen j L B
Dikwijls te herhalen annoncen, prijs volgens overeenkomst
Vonnissen op de derde bladzijde, 2 Irank de regel.
Aalst, i*i September t91i.
Inhuldiging der Vlag van den
Ouderlingen Bijstand Eerbied en
Recht voor Allen, afdeeling 'van
den Liberalen Werkmanskring te Aalst.
Die vlag wordt den Onderlingen
Bijstand geschonken door den Eere
voorzitter GuSTAAF LEVEAU.
Denzelfden dag inhuldiging der Vlag
van het Verbond der Liberale Wijk-
clubben der stad Aalst hen geschon
ken door de Liberale Associatie.
Ten 61/2 uren Volksbanket voor al
de leden onzer liberale instellingen en
wijkclubs. Inschrijving 1,75 fr.
Maandelijüsche storting Zondag 17
September in Concordia van 10
tot 11 uren voormiddag.
Door sommigen wordt er naar
't hoofd der liberalen geslingerd, dat ze
jegens den heer Pieter Daens een par
tijhaat voelen en dat ze dien bot voe
ren door laster en verwijtingen. De
Volksgazet lastert en verwijt hem ge
durig, zeggen ze en M. Daens verdient
dat niet want hij heeft veel voor 't volk
gedaan hij spreekt gedurig in de Ka
mers en hij staat altijd op de bres, ter
wijl M. Rens nooit of zelden het
woord voert, dat verklaren de verde
digersvan M. Daens.
Vooreerst we denken niet den heer
Daens te lasteren en te verwijten wan
neer we hem zijn zeven waarheden
zeggen en wanneer we hem zijn laatste
anti-volksgezinde stemmingen en han
delwijze onder den neus wrijven.
Langs nen anderen kant bekennen
wij volgaarne dat M. Daens niet on
werkzaam is, dat zijn klapkraam in de
Kamers gedurig openstaat en dat hij
over alle kwestiën medepraat, klinkt
het niet zoo botst het, maar hij heeft
dan toch geklapt en dat is genoeg voor
de eenvoudige menschen die weinig
redeneren en die denken dat de volks
vertegenwoordigers die meest praten
het meeste nuttig werk verrichten. En
nochtans aan M. Daens verkiezen we
toch nog voor wat de vruchtdragende
werkzaamheid van eenen volksverte
genwoordiger betreft onzen député
M. Rens wel is waar hij komt in alle
besprekingen niet tusschen, hij babbelt
en zeevert niet over alle kwestiën, hij
heeft de pretentie niet begaafd te zijn
met algemeene kennissen, hij stelt zich
niet aan als eenen alweter, maar we
weten toch dat al degenen (en hun getal
is groot) die zich persoonlijk tot hem
hebben gewend, altijd met raad en
daad door hem werden bijgestaan, en,
we weten ook wanneer hij éene zaak
aanvangt, hij in 't voordeel van 'tal-
gemeen er de verwezenlijking in de
wetgevende Kamersvan doordrijft, dat
hij die werkingdoet na grondige studie en
overleg en na zich verzekerd te hebben
dat hij alle opwerpingen die de tegen
strevers van zijn voorstel zouden kun
nen doen, met goedgesteunde en ge
zonde redenen zal kunnen afweren en
bevechten. M. Rens is geen grootspre
ker, hij zoekt niet de populariteit door
het doen van redevoeringen die mis
schien heel schoon zijn en die de kiezers
plezier aan doen, omdat ze over hunne
stoffelijke belangen handelen, maar die
toch maaraltijd woorden blijven, indien
ze niet gevolgd zijn van welgestudeer-
de wetsvoorstellen. M. Rens houdt
noch aan parade noch aan schijn, ter
wijl hij er langs andere zijde prijs aan
hecht zijn mandaat op vruchtdragende
en ernstige wijze te vervullen mis
schien heeft M. Daens een andere ge
dachte over de plichten en de zending
van een volksvertegenwoordiger en
denkt hij dat de manier waarop hij zijn
mandaat uitoefent, beter geschikt is om
hem 't vertrouwen en de genegenheid
der kiezers te doen winnen dat is een
kwestie van opvatting en misschien ook
wel van politieke eerlijkheid. De ern
stige menschen laten we daarover oor-
deelen, doch we bestatigen dat in de
sectien der Kamer, waar alle ernstige
wetsvoorstellen grondig behandeld en
besproken worden, M. Rens reeds me
nigmaal als verslaggever werd aange
duid, terwijl M. Daens sinds hij in de
Kamers fe/e// ,nog NOOIT de eer
aangedaan werd als verslaggever over
d'een of d'ander kwestie aangesteld te
worden. Is dat misschien een bewijs
van zijne algemeene kennissen en van
den prijs dien zijne collegas uit de Ka
mers aan zijne groote bekwaamheid
hechten? In alle geval,'t is weinig ver-
eerend voorde klapzieke M. Daens en
wij zien er ook het bewijs in zooals het
overigens nog al dikwijls gaat, dat de
grootste praters niet altijd de grootste
werkers zijn. Op dit oogenblik weeral
is M. Rens de verslaggever van het
wetsvoorstel dat handelt over den
Huisarbeiddie kwestie strekt zich uit
over de belangen van honderde dui-
Zende werklieden 'tis een der voor
naamste voorstellen betrekkelijk de
arbeidende klas die sinds 1830 in de
Belgische Kamer werd gedaan en onze
liberale volksvertegenwoordiger M.
Rens, omdat zijne kollegas der midden
sectie vertrouwen stellen in zijne ken
nissen en zijne werkzaamheid, werd
als verslaggever dier uitgebreide kwes
tie benoemd. Daarop mag hij fier zijn
en we zijn het voor hem.
Terwijl hij in zijn bureel uren en
dagen lang zal werken en studeeren
ten voordeele van honderde duizende
werklieden, vrouwen en kinderen, zoo
wel van den buiten als van de stad,
zullen er anderen zijn die eenige hol
klinkende en gemakkelijke redevoerin
gen zullen uitspreken, waarmede ze de
lichtgeloovige kiezers en de gapers de
oogen zullen uitsteken en hun vertrou
wen zullen verschalken, om ze allengs-
kens, maar zeker, in de klauwen der
fanatieke en volksvijandige klerikale
partij te behouden.
Tist de Wrijver van Lede heeft dan
toch somtijds gelijk wanneer hij zegt
De wereld wilt gewreven worden.
Er zullen altijd eenvoudige men
schen zijn die dat zullen slikken
Het schoot ons*niet van nut ontbloot, na
de betooging van Leuven, waar de katholie
ke partij liet blykendat ze nog immer bereid
is hare schoolwet door te drijven en aan den
Staat de kosten van het klooster-onderwys
op te dringen, een oogenblik de aandacht
onzer lezers op den geest der kloosters te
vestigen.
Wat het kloosterleven kenmerkt is de
schroom voor den geest der eeuw en de af
keer voor het maatschappelijk leven, de
gedurige bekommering om een bestaan
liernamaals, en het streven naar eene zon
derlinge volmaaktheid, die gansch overeind
staat met wat het gemeen der stervelingen
betrachten.
De eerste kloosterlingen zyn de wereld
ontvlucht om aan de beproevingen en de
bekoringen te kunnen weerstaan. Mits lich
te opofferingen hebben zij aan den gewonen
levensstrijd verzaakt. Zij hebben buiten de
samenleving, eene andere maatschappij ge
sticht, die beweerd heeft zich aan de gewone
regels en wetten to onttrekken meer nog,
die maatschappij heeft zich boven de andere
verheven gewaand, zij is hare tegenstreef
ster geworden en heeft denk-en handelwij
zen aangenomen die in strijd met de hare
zijn.
Wat de klooslergeest bij zijne opkomst
was dat is hy gebleven, niettegenstaande de
tegenstrijdigheden en de schreeuwende on
gerijmdheden welke hu ten toon spreidt.
De afgrond, met opzet door de kloosterlin
gen tusschen hen en de eeuw gegraven, is
nooit gevuld geweest.
De leek, wiens ideaal het is een vry man
te wezen, bevestigt gedurig züne persoon
lijkheid, zijn wil, zijn verstand. Hy werkt
om zyn rechtvaardig deel in de aardsche
goederen te bekomen. Hy verzekert de
voortplanting van zyn geslacht, hy offert
zich aan zijne familie, aan zyn kroost. Hij
bekent lasten en plichten te hebben tegen
over de zijnen, tegenover zijne medeburgers,
tegenover zijn land en de menschheia. Hij
doet het mogelijke om de levensvoorwaarden
hier op de aarde te verbeteren, hy zoekt de
waarheid door de kracht zijner denkvermo
gens, daar waar zy genaakbaar is, door
zijne navorschingen, gesteund op ondervin
ding hy ondervraagt de natuur.
Hij wil dat het recht de persoonlijke ver
antwoordelijkheid tot grondslag hebbe, dat
elk zelf de straf zyner misdaden of de beloo
ning zyner verdiensten drage. Voor hem
moet de vrijheid van ieder mensch geerbie-
digd worden overal waar ze deze van een
ander niet krenkt of do algemeene rust niet
stoort. Zyn ryk is van deze wereld hy stelt
zich ten doel er het lijden te verbannen en er
het welzijn te verspreiden. Zoo is het, wan
neer het een geloovige geldt, dat hy zich in
beeldt aan de inzichten aer voorzienigheid te
beantwoorden en wanneer hy niet gelooft,
zoo is het dat hy denkt zyn plicht te doen.
Heel wat anders is het met den kloosterling
gesteld. Voor hem heeft het leven hier op
aarde hoegenaamd geen belang in begin
sel, ten minste. Het telt voor weinig of niet.
het is gansch ondergeschikt aan het raadsel
achtig leven hier namaals en bygevolg
aanziet hy het lijden en derven op deze we
reld als het opperste goed. Hy staat zyne
persoonlijkheid af, zyn wil, zyn verstand, al
zyne vermogens, wier ontwikkeling aan an
deren zooveel heil verschaft. Hy onderwerpt
zich blindelings aan de regels van zyn orde
en aan het gezag van zijn overste. En zoo
ook bedwingt hy de kracht zyner natuurlijk
ste gevoelens en neigingen Hy erkent geen
familie meer, geen geboortestad, geen ander
vaderland dan zijn klooster.
Familiale-, burgerlijke-, maatschappelijke
plichten bestaan er voor hem niet, niet meer
dan de verplichting zijn geest te vormen en
te ontwikkelen. Hy veracht het huwelijk,
hy veracht de grondregels der zedeleer en
der menschelyke rechtvaardigheid want hij
gelooft aan de weerkeerbaarheid der ver
diensten en beweert eens anders zonden door
den overvloed zijner deugden te kunnen
wegnemen.
Door dat gedurig verkrachten van de ge
zonde rede, vervalt hij in de zonderlingste
gemoedsgesteltenis en paait zich met de or;-
begrypelijkste geloofstelsels, droombeelden
zonder overeenkomst noch samenhang.
Zijne onderwerping is verborgen ydelheid,
een heimelijke overtuiging van overwicht
op de andere menschen die leven op den
mesthoop der eeuw.
Zijne slaafsche onderwerping is slechts
een vorm van den hoogmoed van zijn ras,
want overal doet zijn heerschzucht zich
voelen.
II
In schyn ontrekt hy zich aan de wereld,
hoewel hij hem wil wetten stellenen gedurig
zijn invloed wil opdringen. Hy heeft belofte
gedaan van eeuwige armoede en toch zoekt
hij anders niet dan voor zijn kloosterde ryk-
dommen op een te stapelen, waarvan de
kloosterlingen in gemeenschap genieten en
welke zy tot de bijzondere doeleinden van
de kloosterorde aan wenden
De liefdadigheid zelf is een middel van
werking en dwang want ze is nooit belang
loos, en dient altijd om de gewetens te rich
ten en er dwang op uit te oefenen.
Zijne belofte van zuiverheid is maar al te
dikwijls de dekmantel van schandige onre
gelmatigheden en geheime eerloosheden.
En wanneer, by uitzondering, zyne orde
hem eens toelaat zich met een verdienstelijk
en nuttig werk op te houden, dan is het
maar als eene toegeving aan het mensch-
dom, zonder betrek met de grondregels
van zijn kloosterleven.
Kort.de pater staat tegenover den leek,
zooals het klooster tegenover de wereld.
En wanneer men dan eens de kloosterbe
volking van naby bespeurt dan doet men
spoedig de overtuiging op, dat. ze byzonder-
lijk gevormd is, door het uitschot der samen
leving, mannen die zich aan het leven der
eeuw onttrokken hebben, niet omdat het
hunner onwaardig was, maar veeleer om
dat ze niet op de hoogte ervan waren.
De besten onder hen zijn die bloedende
harten, in (Jen levenstryd gewond, die de
noodige kracht niet bezaten om aan de sla
gen van het lot het hoofd te bieden, en die
dan in het stille klooster eene veilige schuil
plaats hebben gezocht tegen de smarten, de
teleurstellingen, de ontgoochelingen, die
anderen hebben weten te overmeesteren.
Dan komen de onbekwamen, die in het
kloosterleven bijzonderlijk een gemakkelij
ker levensbaan gezien hebben dan deze van
de wereld, eene loopbaan zonder lasten, zon
der zorgen noch plichten, .eene loopbaan die,
in ruiling van afstanden waar zekere ka
rakters zich licht naar schikken, hun toelaat
hun leven in stil niets-doen te slyten en hun,
op den koop toe, de eeuwige gelukzaligheid
verzekert.
Voegt daarbij eenige heerschzuchtigen
aangetrokken door de geheime macht waar
toe dit leven soms diegenen leidt die er hoo-
gere ambten bekomen en do massa der
eenvoudig verachterden, der zwakzinnigen
of fanatieken, welke door vrome invloeden
of door overspannen godsdienstzin naar het
klooster gedreven werden, eenvoudige ver-
stootelingen der natuur, welke men gemak
kelijk aan hunne bijzondere tronie erkent.
De kloosters nu, hebben ten allen tijde aan
hunne winstgevende werkzaamheden van
alle slag, ook het onderwijs gevoegd, omdat
zy, strijdende krachten der kerk, daar een
middel in gezien hebben om het wereldlijk,
wetenschappelijk onderwijs, dat de geesten
niet aan banden legt te bestryden een mid
del om het verspreiden der wetenschap te
stremmen, ze te vervormen en ze aan hare
dogmas te onderwerpen.
Dit toont ons klaar genoeg de onafgebro
ken stryd tusschen wetenschap en godsdienst
gedurende de middeleeuwen en tot op onze
aagen
En de vraag die heden gesteld wordt, is te
weten of het aan die ongezonde en dweep
zieke maatschappij is, in stryd met de natuur
en met de wereld, dat we de vorming gaan
overlaten van den geest, van het geweten,
van het hart der toekomende geslachten, en
ze laten doordringen door haar jammerly
ken geest of de Staat haar gaat betalen
meer nog dan vroeger, om hen de grondstel
lingen te leeren bestryden en verachten
waarop gansch de maatschappelijke orde
berust.
NeenWy vragen de verdwijning der
kloosters niet 1 Het zyn, op den dag van he
den, nuttige keurgestichtenHet is daar dat
tal van individuen, naar geest vervallen en
ontaard, verteeren en, by gebrek aan nage
slacht uitsterven, en zoodoende min kwaad
veroorzaken dan door zich in de wereld te
verbreiden.
Maar wat wy willen,'t is dat die bijzondere
samenleving zich schuil houde in ae plaats
welke ze zich zelve heeft gekozen, dat zy er
leve door hare middelen en de hulp harer
vrienden en bewonderaars en dat ze hare
noodlottige werking niet kome uitoefenen op
onze maatschappij en de jonge geslachten
doordringen van naren verderfelyken geest
en hare ellendige gedachten
Land van Aelst en Werkman gaan
oort met hunnen baas te doen door
gaan als een martelaar, als het slacht
offer der vervolgingsvvoede van de li
beralen.
Nu, het dient gezegd en herhaald,
die bladen, wanneer zij dat zeggen,
wringen de waarheid den nek om
zij schrijven de waarheid zooals de
historische romanschrijver van hun
mengelwerk die, revolvers in de han
den steekt van roovers die leefden ten
tijde van Rubens.
Noch broodroof, noch vervolging is
er gepleegd ten nadeele van M. Daens;
de liberalen hebben niet gepoogd er te
zijnen nadeele te plegen, omdat brood
roof en vervolging klerikale wapens
zijn en geene liberalen.
M. Daens, politieke dagbladschrijver
en volksvertegenwoordiger, is een
man zijne politieke daden en werken
zijn blootgesteld aan de kritiek wil
hij die kritiek ontvluchten hij moet
ook vaarwel zeggen aan de politiek
immers, zonder kritiek geene beoor
deeling, zonder beoordeeling geene kie
zing
De liberalen hebben er zich bij be
paald de politieke daden te bespreken
van M. Daens, zoo als het hun recht
was zij hebben den politieken levens
wandel van dien heer van dichtbij
nagegaan, onderzocht en besproken,
zooals het hun recht was, en zij zijn
tot het besluitsel gekomen dat hij, als
volksvertegenwoordiger, verraad heeft
gepleegd tegenover de volkszaak, te
gen de princiepen van vrijheid, tegen
over vele andere princiepen voor de
welke priester Daens gestreden en ge
leden heeft. Het was hun ontegen
sprekelijk recht zulk besluitsel te ne
men, zooveel te meer daar talrijke
kristene demokraten, en niet van de
minste, tot het zelfste besluitsel zijn
gekomen.
In 't privaat leven van M. Daens
hebben wij niet te treden, ook zijn wij
er buiten gebleven en 't zou ons niet
de minste moeite kosten van hem te
getuigen, dat hij een voorbeeldig echt
genoot en huisvader is en hij in zich
bevat alles wat er noodig is om van
hem een perfecte kwezelaar te maken.
Arabi Pacha.
De XX* Sièclehet orgaan var. het
katholiek ministerie, is eens rechtzin
nig.
In zijn nummer van Vrijdag 8 Sep
tember lezen wij De politiek in
gemeentebestuur, dat is de pest, dat
is 't verval na korten tijd 1
Sinds 39 jaren heeft Aalst een be
stuur dat door cn door politiek is, dat
slechts voor de polit ek leeft en welke
politiek De kleingeestigste, de onbe-
schaamdste, de onverdraagzaamste, de
overmoedigste welke men kan uitden
ken De politiek eener koterie, de po
litiek van mannen die hunne partij
hebben verraden uit hoogmoed, uit
heerschzucht, en vooral uit winstbe-
ijg
Dat politiek bestuur is sinds 1872
aan 't roer in onze stad.
En korten tijd nadien was 't verval
reeds daar. De geldleeningen volgden
elkander snel op, nieuwe lasten^kwa-
men de eene na de andere en de voor
naamste familiën verlieten de stad.
De aankomst van eene liberale min
derheid, in 1903, heeft het verval nog
eenigzins kunnen tegenhouden. Doch,
moest deze controol verdwijnen en de
bokkenkliek weer gansch alleen mees
ter worden op 't stadhuis, men zou
't verval zien hernemen met den dag
want de zegepraal der koterie zou eene
nieuwe vlucht bokkengieren op de
stadskas zien afkomen.
En daarom is 't dat talrijke katho
lieke burgers, wier belangen in gevaar
verkeeren maar die vooral afschuw
hebben van kleingeestigheid, onbe
schaamdheid, onverdraagzaamheid en
overmoed, er aan gedacht hebben
en misschien er nog aan denken met
eenen afgescheiden lijst op te komen
en uit ganscher harte wenschen dat er
eene sterke minderheid de katholieke
meerderheid op 't stadhuis blijve con
troleeren en, als 't nood doet, be
teugelen.
Uit een verslag dat AL Petrus Daens
destij ls in zijn Land van Aalst
liet verschijnen over 't proces onzer
stadskaster Rechtbank te Pendermon-
de, knippen wij 'r volgende
Ontvanger Van den Bossche, als
gij daar op 't Bat kske zit, met
schande, als uw familie wegkruipt in
'ne poel van smart en angst, het is
de schuld van Baron Leo Bethune
door zijn akkumulatie van ambten
het is kolossaal ze spreken van
den Draak met 7 koppen, maar hier
is 't de man met 14 ambten, hij zit
in de Kamer, hij is sekretaris van de
Congo, aspirant-ambassadeur, kom-
missaris of bestuurlid in 8 a 10 naam-
looze maatschappijen, Voorzitter
van den Werkmanskring, hij moet
zijn eigene aanzienlijke cigendom-
men bestieren en dit wilt daarbij nog
Schepene van Aalst zijn. Ci bokko
trop, zegt de Waal, 't is te zeggen
Men kan niet blijven drinken zonder
zat te worden... Met zijn kiezerslijs-
ten kwam M. Bethune aan 't Hof
van Assisen en nu ziet hij zijn stads-
kas in het Dievenkarreken en op het
strafbanksken.
De kloekste en bekwaamste man
van de Wereld kan al d'ambten niet
oppassen die de jonge tengere Baron
bekleedt. Die te wijd gaapt, verrekt
zijn keel.
We begrijpen heel goed, en 't contra
rie zou er veel verwonderen, dat zooals
men ons gezegd heeft, M. Karei baron
de Béthune zijn medekandidaat M.
Pieter Daens in zijn hart niet draagt
en dat hij indien hij kon, hem naar alle
duivels zou wenschen.
Hoe wilt ge dat die mannen elkander
betrouwen en samen iets goeds ver
richten
Een van de verdedigers van den 2d<u katho
lieken lijst schryft in de Volkswilhan
delende over de Gemeentekiezing In alle
geval ik ben toch niet zeer haastig om
over onze stad te spreken. Onze stads-
werkers, och arme, te weinig om te leven
en te veel om te sterven, onze policie is
slecht betaald, men maakt Kemel brug-
gen, krommestraten, men legt kalseiae
langs wegen die geen uitloop hebben en
den Boulevard-wildernis spant de kroon.
De kiezerslijsten, de gaz, de stadskas
zoo arm als Job, ik moet erover zwygen
of De Volkswil ware te klein.
Wie heeft in de Gemeenteraad de belan
gen der stadswerk!ieden verdedigd,
en opslag van hun loon gevraagd
De liberalen!
Wie li- ft don opslag van loon en «le ver
betering van il'-n toestand der policie
bewerkt De liberalen
Wie heeft verbetering der wegenis in het
algemeen gevraagd aan wie is de
vernieuwing op Schaerbeek van het
kalseiken on 't Beekveld te danken
Aan de liberalen
Wie heeft in de Gemeenteraad de nutte-
looze geld verkwisting aangeklaagd
van de kassei die voor 't, fabriek van
den cc Boer looptDe liberalen
Wie heeft de stadsbelangen grondig en
voet per voet verdedigd by de bespre
king van de Gaskwestie? Is het M.
de Bethune Kommissaris van de gas
maatschappij of zijn broêr Wéér,
de liberalen alleen
Wie heeft op 't stadhuis den financieëlen
toestand onderzocht en hem aan de
Aalstenaers blootgelegd De libera
len
De liberalen alleen hebben al die kwestiën
en veel andere behandeld en dank zy hun
is heel de bevolking op de hoogte van den
bestuurlijken toestand der stad.
De mannen van den 2,k" katholieken lyst
weten daar weinig over mèe te praten want
hun gazet zelf vindt het geraadzaam over
al die punten te zwygen.
Hewel onze mannen, de liberalen willen
daar niet over zwygen en wt dagen de
katholieke kandidaten uit met' M. M.
Daensde BethuneGhysselinchx en Ver-
haegen aan 't hoofd, dat ze in een openbaar
debat den geldelyken toestand der stad met
cijfers zouden komen bewijzen dan toch
zullen ze aan 't kiezerskorps doen zien dat
ze op d'hoogte zyn der zaken die ze in den
Gemeenteraad willen gaan verdedigen
Wij lezen in De Dageraad, 't week
blad van Mijnheer den baron Louis de
Bethune
Aan do manier van Poll tc houden en aaa
den keus der kandidaten hangt alles af,
Volksjongens moet men hebben, en geen»
perruchen die uit hunne voilère of van hun
stoksken niet cn komen Is dut. nu een ge.
dacht, moeten gekozen wuiden en naar