Kiezers van Aalst,
Hebl dank
Willemsfonds.
PEINSIOENBOJND.
Na de bekendmaking
onzer Zegeraal.
Nieuws uit 't stadhuis.
Nieuwskes op
houten kloeïfen.
NINOVE.
ragn ontslag nam, was myn toestand niet
beter dan by myne intrede in het onderwys
de Schoolmeesters van Aalst kunnen door
't gene de klerikalen uwe vette jaarwedde
heeten, oordeelen hoe groot de liefde is der
fanatieken van Aalst voor het volksonder
wijs.
Herinnert Gy U, hoe na het ontslag van
M. Reyniers uwe verdiensten, uwe jaren
lange plichtbetrachting en arbeid schande
lijk door de klerikale stadhuisbazen van
Aalst werden miskend en hoe zii u ten aan-
schouwe van heel de stad vernederden
Maar voor ons beiden, waarde Vriend en
Ambtgenoot, Van den Berghe, is dat alles
voorby, gelijk weldra geheel de meer dan
dertig jaren lange nachtmerrie van het kle-
rikalism voor gansch den lande voorby zal
zyn, en het monster voorgoed verpletterd
zal worden, dat reeds zoo.... zoolang wraak
zuchtig zyne klauwen drukt op het vrijzin
nige volk van telgie.
En trotsch ben ik, ik houd er aan het te
herhalen, dat we thans weer gelijk vroeger
zijde aan zyde staan, dat ge weer myn voor
man zijt als jaren geleden, dat we weer
samen stryden zullen voor volksontslaving
en volksgrootheid, verachtend al den smaad
en beledigingen waaraan wy sinds zoo
ettelijke jaren gewend zyn geworden.
Goed heilwaarde Vriend en Ambtgenoot,
goed heil, neem in onze rangen de plaats,
die u door den wil van't volk is aangewe
zen.
Uw toegenegen Ambt- en Strijdgenoot
J. VAN OPDENBOSCH,
gewezen Onderwijzer, Ondervoorzitter van
den Liberalen Werkmanskring.
Gij allen kiezers die ons uw ver
trouwen hebt bevestigd in de stem
mingen van 15 en 29 October.
Gij allen rechtschapen menschen
van Aalst, die uwe stem hebt geschon
ken aan M. VAN DEN BERGHE
Edw. onzen kandidaat, we bieden U
onzen hartelijken dank.
Het is 40 jaren geleden, sedert de
bevolking van Aalst, de klerikalen
deed voelen, dat de vrijzinnige volks
macht in onze stad, de meerderheid
heeft zelfs wanneer die klerikalen
hunnen haat en wraaklnst botvieren
tegen stadgenooten, die vrij en on-
hafhankelijk willen zijn
Gij allen, waardige Medeburgers,
door knoeirij en bedrog van uwe rech
ten beroofd, vernederd door klerikale
wetten tot menschen van mindere
waarde, maar die met hart en ziel
onzen deftigen strijd hebt mede ge
streden
Gij allen, Vrienden van degelijk
onderwijs, van vrijheid en recht,
die met ons dien onvergetelijken
triomf hebt medegevierd en nog me-
deviereu zult.
We bieden u onzen dank,
Onzen oprechten dank
Laat de dompers raaskallen, brullen
van gramschap, bedreigen met ver
volging en broodroof.
Weldra zal den triomf volledig zijn
Nog eens aan allen onzen hartelij
ken dank.
Namens den Lib. Werkmanskring
De Voorzitter,
Gustaaf LEVEAU.
Namens de Liberale Associatie
De Voorzitter,
Alb. DE WINDT.
Liederavonden voor 't Vrouwvolk
Vrye Ingang voor iedereen.
Maandag 6 November, om 8 uren stipt,
in het lokaal Graaf Egraont Groote
Markt.
0
MANNENKOOR.
Maandag 6 November, om 8 3/4 ure stipt,
in het lokaal Vier Winden. Algemeene
herhaling en aanleeren van nieuwe liede
ren
Zondag, 5 November, van 10 tot
11 uren, storting bij M. Emiel De
Veylder, Café du Centre, hoek der
Kapellestraat en Molenstraat-
Nauwelijks was de uitslag der ballo
teering gekend of van alle kanten kwa
men de gelukwenschen toe by onzen
gekozene, (onbekend alleen door't man
neken van de Volksstem), 's Maandags
was het voortzetting van gelukwen-
schingen, wezenlijke uitdrukking der
gevoelens van de vrijzinnige bevolking
onzer stad. Een aanzienlijk getal rui
kers, korfjes en bloemengarven werden
ons nieuw raadslid aangeboden, zoo
door persoonlijke vrienden, als door ge
buurten, wijkclubs, stad Osbroeck, enz,
Vergeten wij ook den prachtigen zetel
niet te vermelden Hem door de wer
kersbevolking van het kwartier van
den Osbroeck geschonken. Wij laten
{lier eenige dier eenvoudige, doch wel
gemeende uitboezemingen van 's volks
gevoelens, volgen
Uit den Osbroeck
Opgedragen aan den heer
Edw. VAN DEN BERGHE.
Waarde Heer,
Het Kiezerskorps vol vlyt,
Heeft nu beslist bewezen.
Dat de dompers-heerschappy
Nog dient aan het verleden.
Als wy gaan hand in hand
Zal de volksmacht ons geven
D'overwinning van heel het land.
Waarvoor wij zoolang streden.
En nu met volle kracht
Vooruit zonder te beven
Gewerkt met al ons macht
Tot als z'onze rechten geven.
Het algemeen stemrecht,
Waarnaar wy allen streven
Ook Mynheer Van den Berghe
Den moed niet zal opgeven
Maar ook in den gemeenteraad
Er Hem gezonden door ons al
Waar Hy ook met der daad
Ons recht verdedigen zal
En nu komen wij u vinden
En bieden U aan het geschenk
Als ware goede vrienden
Geschonken als een koek,
Door den wijkclub van den Osbroeck.
Nog uit den Osbroeck.
Hulde aan Eduard VAN DEN BERGHE,
den goddeloozen schoolmeester.
Hulde aan Hemdie het werkmanskind
zijne geleedheid gaf.
De bevolking der Stad Osbroeck.
Aalst, 80 Oktober 1911.
Aalst, 1 November 1911.
Aan ons nieuw gekozen en achtbaar
Gemeenteraadslid.
Waarde Heer,
Met volle vertrouwen «yn wy Zondag 29,
naar de stembus getogen, maar met eene
onuitsprekelijke vreugde, kwamen wy den
uitslag der stemming te vernemen immers
onzen alom geachten volksvriend kwam
triomferend uit den slag. Want was de stryd
hevig, des te roemrijker was onze zegepraal.
En het is daarom, geachte Volksvriend, dat
wij op heden hier aanwezig, gedreven door
erkentelijkheid voor uwe aan alle standen
bewezene diensten U waarde heer op onze
beurt een welgemeent proficiat komen aan
te bieden.
En aanvaard tevens dezen nederigen palm
als bezonderen bljjk onzer Hoogachting en
volle vertrouwen in de Toekomst.
Dus in naam der Breedestraat, Jean Jelie
en Noordstraat
Proficiat en lang leve ons Gemeenteraads
lid M. Eduard VAN DEN BERGHE.
Van een oud-leerling.
1) O 1 teergeliefde vader.
Behoeder onzer jeugd,
Wy treden U thans nader
En deelen uwe vreugd'.
2) Reeds vele, vele jaren
Arbeiddet Gjj zeer druk,
Voor ons in jonge jaren
En voor het volksgeluk.
3) Van arbeid zyn uwe haren grijs,
Gy, die geen rust en kent,
En ondanks dit klaar bewys,
Heeft men U toch miskend.
4) Wees welkom hier aan 't bewind,
Met al uwe partygenooten
Gy, zoo vurig toch bemind
Door al uwe bondgenooten.
5) Maar gekozene zytGe thans
Door uwe zonen al te gader,
Uw gelukszon is in vollen glans.
Heil U I o teerbeminde Vader.
Nog van een oud-leerling
uit Brussel.
Ook is het maar eene vergelding die de
Aalstersche mannen gedaan hebben met U
te kiezen na zoovele jaren zwaren arbeid tot
onderwyzing der werkerskinderen.
Moget Gij nog lang leven en moget Gy
ook nog lang den zetel behouden ten einde
de Liberale party te verdedigen.
Uw erkentelijk oud-leerling.
B. D. P.
Van een vriend uit Brussel,
per telegram
Proficiat, Kameraad,
Liberaal werk in den raad.
Voort letting in een volgend nummer).
Onze stadhuisbazen hebben besloten
den gemeenteraad niet meer bijeen te
roepen, voor Nieuwjaar, indien zulks
mogelijk is en dat om M. Van den
Bergh niet te moeten aanstellen als ge
meenteraadslid vóór dien tijd.
't Is M. Désiré De Wolf die M. De
Gheest als Schepen zal opvolgen. De
schepenfrak is de belooning vöor de
intrekking van de zoo luidruchtig aan
gekondigde demissies.
M. Bauwens wordt dus nogmaals
onrecht aangedaan de man is te ge
matigd.
In afwachting der benoeming van
een nieuwen Schepen is het Schepen-
u mum
collegie voltallig gemaakt, volgens de
gemeentewet, door het oudste raadslid
die dan d.d. Schepene wordt.
Het oudste raadslid, volgens de ta-
belle in stadsverslag afgekondigd, is
M. Aug. De Coninck.
Is 't wel deze heer die in 't Schepen
college geroepen is om tijdelijk M. De
Gheest te vervangen P
Hoe de spreekwijzen toch kunnen veran
deren
By 't volk hoorde men vroeger zeggen
't Is naar de kl.... gelyk Schockaert zyn
vlas! Nu, van Zondagavond af, luidt die
spreekwyze, op 't Aalstersch Stadhuis, als
volgt: 't Is naar de kl.... gelyk Schoc
kaert.... zijnen conseljé
Een Snoekje sprak
'k Wil dichter by de zonne komen
'k Verveel m' in 't water toch zoo erg
Ginds hoog,zal 'k klimmen zonderschromen
Het klouterde.... en, het rolde van den Berg
In hun laatste manifest schreven <le bok
ken nagenoeg het volgende Ons kandi-
daatje, dat is gelyk een bieke, het gongt en
het liefkoost, en het lacht van als 't op de
wereld gekomen is tot nu toe. Maar de kan
didaat van de liberalen, brrr.... niemand
heeft hem ooit zien lachen, niemand, uitge
nomen de fotograf die zijn laatste portret
gemaakt heeften dan nog heeft die Myn
heer hem op de kin moeten tikken om hem
eens te doen glimlachen o
Maar zie, nauwelnks was dit manifest uit
gezonden.... of 't klerikaal bieken is begin
nen te grnnzen, en het grijnst nog maar
M. Van den Berghe, die is beginnen te
lachen, hy lacht nog en hy zal blyven
lachen
Wie lacht het lest
Die lacht het best
Als onze bokkenrijders Zondag achternoen,
onder't geleide van den Vaantjesman, den
traditioneelen BOK gingen opsmukken, om
er 's anderdaags een optocht mede te hou
den, bevonden zij dat het stinkend dier door
waterratten was aan stukken geknaagd.
't Was niet meer o Adieu bloemkoolen 1 o
't Was Adieu bokkenstoeren
Nauwelyks zyn de gemeenteverkiezingen
voorby en zie, daar is reeds een handelsman
in Aalst die voorstelt voor de eerstkomende
kiezingen, dat de bokken de biessauciesen
zouden vervangen door kiescigaren.
De man kent zijn partygenoten en weet,
dat zy geene kie2ing kunnen laten voorbij
gaan zonder omkoopery te plegen. Zyn rond
schrijven aan de Aalstersche rookers schynt
niets anders te zijn dan een verwyt, aan de
Aalstersche bokken, omdat zy nagelaten
hebben hunnen kandidaat, met den rook
zyner sterrekenscigaren, in den gemeente
raad te... blazen.
Van H(?)iesen,
Ge zyt ne vielen
Gy doet met uwen snuif én vrouw én bok
ken niezen 1
'k Was Donderdag in een groot dorp van
Vlaanderen en 'k kocht er in een papier
winkel, een kiespotlood, voor 18 centiemen,
een potloodkettingje, voor 10 centiemen, dus
de twee kiestuigjes voor 23 centiemen.
Is 't niet 90 centiemen dat ons gemeente
bestuur er voor betaalt Of 67 centiemen
te veel
Wie is de gelukkige Joos (nen bok, dat
hoeft niet gevraagd te worden) die de kies-
potlooden met ketting leveren mag met
600 per honderd winst.
Wel djeemenis wat was er volk Vrijdag
morgen, in de Sint-Huibrechtsmis Heel de
bokkenparty was er, met jonge wacht en
kiesdravers aan 't hoofd.
Ik vroeg aan een der gewydbroodbakkers,
die aan de lykdeur stonden, waarom die bui
tengewone menigte in die vroege mis.
Ziede wel, Meneer, antwoordde my de
bakker, sinds de kiezing loopt heel de bok-
ken bende als razend. Zy is dezen morgen
Sint-Huibrecht, den patroon tegen de ra-
zerny, om genezing kunnen bidden.
IA* MEMORIAM.
Zondag laatst, om 3 ure namiddag, had
alhier de burgelyke begraving plaats van
onzen diep betreurden vriend, den heer
Modest De Mol, oud schepen onzer
Stad.
Ontzaglyk was de volksmassa, die den
alom geëerden afgestorvene ter laatste rust
plaats begeleidde, wat genoegzaam be
wijst hoe hoog hy stond in de genegenheid
en de achting der Ninoofsche bevolking.
De plechtigheid was grootsch en diep
ontroerend in haar eenvoud.
Op het kerkhof werden twee lykreden uit
gesproken een door den heer Dèsiré De
Bodt, onder-Voorzitter der Maatschappij van
Onderlingen Bystand Vereenigde Werk
lieden van Ninove waarvan M. Modest De
Mol een der stichters en thans nog Voorzitter
was de andere, door M. Leo Van Impe, in
name der verschillende liberale genoot
schappen, in wier schoot Modest De Mol
zich steeds als een der hardnekkigste voor
standers van de vrye gedachte had aange
steld.
Beide redevoeringen die wy hier volgen
laten met een oprecht bewogen gemoed
voorgedragen maakten een diepen indruk
en 't was met een benepen harte dat de in-
fetogen menigte langzaam en sprakeloos
en doodenakker verliet....
Lijkrede uitgesproken door Mijn
heer Desiré De Bodt.
Mijnheer en.
Met benepen boezem kom ik hier een droeven
plicht vervullen, met in naam der maatschappij
van onderlingen bijstend De Vereenigde
Werklieden van Ninove, een laatste en wel
verdiende hulde te brengen aan onzen diepbe-
treurden Vriend en Voorzitter Mijnheer
Modest DE MOL,
Vijftig jaar geleden een halve eeuw be
stonden nog die grootsche gedachten niet die
ons nu beheerschen in ons land was de demo
cratie alléén een ijdel woord, de broederlijkheid
een zuiver beeld; onderlingen bijstand vol
strekt onbekend.
Vijftig jaar geleden werd onze Ninoofsche
bevolking geteisterd door een wreede, ver
schrikkelijke kwaalhonderden stierven en
ellende drong overal door. En zij die het meest
leden, de werklieden, stonden alleen, elk afge
zonderd de verdeelde krachten gingen meestal
verloren.
Toen was er een man in Ninove die begre
pen had, eenvoudig door edelmoedigheid,
wat er in de samenleving ontbrak, die inzag
dat de nederige werkman door ziekte aange
tast, hulp en troost moest vinden.
Edele strekking voorwaarMot eenige vrien
den stichtte Modest DE MOL ten jare 1865
de maatschappij De Vereenigde Werklieden,
die op het huidig oogenblik ongeveer 7U0 leden
telt. Onze diepbetreurde vriend werd bestuur
lid in den tijd van het moeielijk, het nederig
begin; vervolgens Ondervoorzitter in 1872 en
sinds 1895 werd het hem gegeven als Voorzitter
aan de maatschappij immer belangloos de zor
gen te wijden welke hij haar sedert de stichting
onverpoosd als Bestuurlid en Ondervoorzitter
toegedaan had.
Onder dit voorzienig bestuur heeft de maat
schappij het toppunt van haren bloei bereikt,
zoodat men ze ontegensprekelijk beschouwen
kan, als het model van dergelijke instellin
gen.
Mijne heeren, ik blijf van den lieer Modest
DE MOL het beeld behouden dat hij mij te
aanschouwen gaf op de laatste vergadering der
maatschappijop zijne Üppen zweefde een
minzamen, tevreden glimlach.
Het was of hij een laatsten blik wierp op zijn
edel werk. Hij kon met oprechte fierheid op
het verleden staren, op den langen afgelegden
weg waar hij wel is waar, zwarte stonden be
leefde, maar ook toch zoo veel teedere gevallen
van getrooste liefde, van gelaafde pijn, van
reine broederliefde voor den evenmensch,
En Hij wist dat Hij op ons aller erkentenis
mocht rekenen.
Erkentelijk zijn we U dierbare Vriend dit
getuigt de overgroote volksmassa hier rond dit
graf geschaard om U op dit plechtig oogenblik
met een laatsten afscheidsgroet te vereeren.
Waarde Vriend, uw aandenken zal ons nim
mer verlaten. In onze harten blijft U een stand
beeld opgericht als aan de verpersoonlijking
der menschelijke goedheid en der belanglooze
verkleefdheid aan het ideaal der wederzijdsche
menscblievendheid. Vaarwel duurbare riend,
vaar eeuwig wel.
—o
Lijkrede uitgesproken door Mijnheer
Leo Van lmpe.
Mijnheeren,
Nog weergalmde de slad van de uitbundige
vreugdekreten van het vrijzinnig leger, dat zoo
een prachtige zegepraal had behaald op het ge
meentelijk kiesterrein. wanneer een treurige
mare plotseling het triomflied op de lippen deed
versterven Een oude kampioen, wier gansch
leven aan onzen polibeken strijd hier ter steê
verbonden is, Modest DE MOL, de verkleefde
partijgenoot, de oude aanvoerder onzer strijd
macht, was doodelijk getroffen door een wree
de kwaal die niet vergeeft, een kwaal die ver
raderlijk aanvalt en aan hare slachtoffers zelfs
niet toelaat een laatste vaarwel te zeggen aan
heel de vriendenschaar, niet toelaat dezer
smartkreten oi troostwoorden te aanhooren.
Een rechtschapen man is gevallen Bloemen
worden hier hij zijn lijk aangebracht, bloemen
die alras verwelken zullen. Dit plots verschei
den zal zijn vrienden langer bekommeren, lan
ger zal ons het aandenken bijblijven van heel
zijn werkzaam leven en dit aandenken zal ons,
zijn strijdgenooten leerenlang nog na zijn
dood.
Ja, Modest DE MOL was de oude koene
strijdgezel, de strijder der moeielijke jaren,
toen onze liberale partij nog jaren beleefde van
hard en machteloos pogen tegenover een alver-
mogenden vijand, die hier als heer en meester
regeerde.
Toen was er moed, karaktersterkte en wils
kracht noodig.
Wij, thans, trekken te velde met de geest
drift welke de zekerheid der overwinning ons
geeft, toen trok men telkens naar het strijdperk
met een beangstigd gemoed, heimelijk over
tuigd dat de uitkomst van het waagstuk alweer
een neêrlaag zou zijn als de voorgaande proef.
Mannen als Modest DE MOL waren er toen
noodig om onze strijdmacht moed in te spreken,
mannen die zich zelf nooit laten ontmoedigen.
En ik vraag het u, strijdgenooten, zouden
we heden op die reeks schitterende zegetochten
kunnen wijzen, haddon we in een voorgaande
tijdperk geene aanvoerders geteld als onzen be
treurden vriend, om in het leger het smeulend
strijdvuur te bewaren, onze blauwe banier
recht te houden en onverpoosd den kruistocht
der vrije gedachte aan te prediken
Modest DE MOL streed op den eersten rang,
wanneer we in 1895 den eeuwenouden vijand
overwonnen en hier, na vier-en-twintig jaren,
weer het stadhuis binnen drongen.
Onze dierbare afgestorvene was dan ook de
man, door ieder aangewezen, om in den stede-
lijken Raad de eereplaats te bekleeden als
men eereplaats noemen mag, het Schependom
van Openbare Werken en Onderwijs, dat on
verpoosden arbeid en opoffering vergt van
hem, die de taak gewetensvol volbrengen wil.
En dat wilde Modest DE MOL,
Hardnekkig in den strijd, was Hij rusteloos
in den zege met hart en ziel was Hij aan zijn
ambt verknocht. Nooit bezat eene stad een
Schepen van Openbare Werken, die zijn taak
met zooveel toewijding ter harte nam, die met
zulk waakzaam oog, met zooveel nauwgezet
heid de belangen dor stad deed eerbiedigen.
Stippen wij in't voorbijgaan onder meerder
uitgevoerde werken aan, gedurende zijn be
stuur de uitbreiding der gemeentelijke water
leiding en het verbinden van Neder wijk en
Pamelstraat door de thans voltrokken Dr Emiel
De Molstraat.
Onze scholen was Hij niet minder toegedaan
door bestendige navorsching en eigen studie,
hield hij zich op de hoogte van al de behoeften
en noodwendigheden van het officieel volkson
derwijs, dat onder het vroeger katholiek be
stuur gansch verwaarloosd werd.
Dit onderwijs werd hier dan ook al spoedig
bloeiend en onze gemeentelijke schoollokalen
werden te eng door de aanhoudende vermeer
dering harer bevolking, Schepen De Mol liet
eene nieuwe klas bijbouwen, in afwachting dat
zich zijn droombeeld verwezenlijken zou het
oprichten eener nieuice Gemeenteschool
Na twaalf jaren dienst trok Hij zich uit het
werkdadig openbaar leven terug, om in 1907,
de taak aan jongere krachten over te laten.
Rond mij staan menschen die de waarheid
minnen niemand zal 't mij euvel duiden dat ik
d« taal der waarheid spreke. Ik zou niet waar
dig zijn den lof van onzen dierbaren afgestorve
ne te maken, als ik mii hier niet vrank toonde
zooals Hij gansch zijn leven was Al klopte in
zijn boezem een volksminnend hart, blakend
voor al wat volkswelzijn en volksverlichting
heeten mag, dit edelmoedig kloppen werd niet
altijd opgevangen door hen, die de soms ruwe
schors niet kenden, waaronder het verborgen
lag. Een aanzoek om een gunst werd door den
Schepen al eens stroef onthaald, hoewel zijn
hart haar toch niet weigeren kon.
En hebben belanghebbende politieke tegen-
sti evers nooit verwaarloosd die karaktertrek
tegen hem uit te huiten, wij, zijn vrienden,
hebben er ons nimmer aan vergrepen
Wij zagen den Schepen voortdurend bekom
merd om de welvaart zijner Stadwij zagen
den gestrengen werkbaas ijveren voor de lots
verbetering van ons Volk en de machtigste in
richting voorzitten en bestieren die hier ter stèe
de arbeidersbevolking tegen ziekte en ellende
vrijwaartwij zagen Hem als Medelid in ons
Willems-Fonds en Rhetorica, vereenigingen die
ijveren voor Taal en Volksontvoogding wij
zagen hem als bestuurlid onzer Liberale Fan
faren, bewonderaar der opwekkende muziek
die de harten verblijdt en de karakters tem
pert.
Het ls aan dien grijzen liberalen strijder, aan
dien kampioen der Vrije gedachte, dat ik hier
de dankbare en diep ontroerde hulde breng
van al onze liberale vereenigingen, van gansch
het vrijzinnig leger.
Zooals de zonne, die bij hetnajaar nederdaalt,
in vuurrooden glans heelde westerkim doet bla
ken, zoo ook gaat Modest DE MOL henen, stil
en zacht, ons allen beschijnende met een glorie
krans van lichtstralen: zijne werken Yan Volks
welzijn en Volksbeschaving
Als lofrede heb ik alleen die werken aange
toond. Een ander had deze met meer kunst voor
de oogen kunnen tooveren ik heb mij niet om
kunst bekommerd, ik heb me laten leiden door
de waarheid en de smart.
Vaarwel, duurbare afgsstorvene. Wel grieft
het ons pijnlijk dat gij ons nu reeds verlaat;
doch wie kan immer, bij 't verscheiden, wijzen
op een zoo rijk vervulde levensbaan 7
Dit weze de troost van uw bedroefde naast-
bestaanden, zooals het de onze zelf is.
Ook zullen wij van u, in het diepste onzer
beklemde harten een onuitwischbaar en ver
sterkend aandenken bewaren, en vaak uw
naam nog noemen als dien van een man, dia
zijn beste levenskrachten voor anderen, veel
meer dan voor zijn eigen zei ven veil had.
Rust zacht, vriend MODEST, rust zacht in
de Eeuwigheid
De Hoek der Lavendelstraat.
Een der gevaarlykste plaatsen in onze stad,
door de drukte van het verkeer, is vast het
begin der Lavendelstraat, alwaar de staats-
baan van Brussel op Oudenaarde slechts zes
meters breedte heeft. De onteigening der
hoekhuizen, eigendom der familie Van der
Haegen-Meert, drong zich op aan den Staat,
maar deze wilde de onteigening door de stad
doen bewerken, haar aldus verplichtende
ook tusschen te komen in de kosten.
Een bewys der herhaalde voetstappen
door het stadsbestnur in deze zaak aange
wend, ligt in zyn rekwest der maand No
vember 1909, waarin de toestand gansch
blootgelegd wordt en dat onder andere vast
stelt dat het aflyningsplan wel is waar elf
meters breedte voorziet, doch dat zulks mis
schien voor lange jaren niet zou verwezen
lijkt worden gezien den goeden staat der
huizen.
De Staat komt eindelijk toe te geven en
de koopsom op zich te nemen van het noodig
deel bebouwden grond tot het uitvoeren van
bedoelde verbreedingswerken op den hoek
der Lavendelstraat.
Ons Stadsbestuur heeft dus verkregen
wat het wenschte zonder dat de stad een
cent te betalen heeft.
Een medewerker van een vuil katholiek
blad wilde verleden week doen gelooven dat
ons gemeentebestuur niets deed voor het be
komen van dezen uitslag, en om de nalatig
heid wel te doen uitschynen, voegde hy er
by dat heteene schoone les was voor ons
modelbestuur.
Maar ziehier een uittreksel uit het schry-
ven door den Heer Hoofdingenieur van het
Bestuur van Bruggen en Wegen aan ons
Stadsbestuur gericht, waaruit klaar blykt
dat het alleen op het aandringen is der stad
dat er eindelyk eene goede oplossing aan het
vraagstuk kwam
Bruggen en Wegen Gent, den 13 Okt. 1911
Directie
Oost-Vlaanderen.
Aan de Heeren Burgemeester
en Schepenen der stad Ninove,
Mijnheeren,
Als gevolg aan uw rekwest
aan den heer Minister van Landbouw en
Openbare Werken gericht in den loop der
maand November 1909, heb ik de eer u te
laten kennen, dat by brief van 12 dezer,
nr...., gezegde hooge ambtenaar my gelast
te melden dat hy er in toestemt aan dame
we Van der Haegen-Meert en zoon... eene
som van.... toe te staan, allerhande schade
loosstellingen erin begrepen, zelfs deze
welke zouden kunnen aan huurders tea
goede komen, voor den verkoop aan den
Staat, van drie perceelen bebouwden grond,
behelzende 33 m 2 44, te Ninove gelegen, en
waarvan den afstand noodig is tot hot uit
voeren van verbreedings werken aan de baan
van Brussel naar Audenaarde op den hoek
der Lavendelstraat.
Aanvaardt, Mijnheeren, enz.
De Hoofdingenieur Bestuurder,
Handteekening..
Eene goede noot te meer dus voor ons-
Stadsbestuur en daarmee zyn ook eens te
meer de vuiltongen den mond gestopt 1
o—
Stedelyk hulpfonds tegen de
Werkeloosheid. Het bedrag van
den bijleg der Stad voor Werkeloosheid-
Vergoeding is voor de maand November,
evenals voorgaande maand, vastgesteld op
60 centiemen per frank vergoeding door ae
beroeps vereenigingen betaald.
o—
Uui'gcriyke stond van Ninove.
Aangifte van 27 Okt. (inbegrepen) tot
8 Nov. (niet inbegrepen).
GEBOORTEN
Mannelijk 2 Vrouwelijk 3
OVERLIJDEN9
Henricus Wachtelaar, 44 j. handelsbe
diende, echt. van Hopstaeken Paulina,
Kerkhofstraat. Maria-Isabella Thiele-
mans, 35 j. zb. echt. van Frans Keymeulen,
Brusselstraat. Maria-Philomena Haege-
man, 67 j. rentenierster, ongehuw. Kerk
hof staaat,