Werklozensteun. GOED HEIL We vernemen met genoegen, dat de heer Alaurits Wieringer zijn tweede examen in geneeskunde met de grootste onderscheiding heeft afgelegd in de Hoogeschool van Brus sel. We bieden onzen jeugdigen stadgenoot onze beste gelukwenschen. Het Staatsblad van 4-5 Oktober laatst, meldt dat na 13 November geen Werkloozensteun meer zal uit betaald worden. ARTIKEL 2. van voornoemd num mer van het Staatsblad zegt verder Werkloozensteun zal voorloopig onder toepassing der thans gelden- de onderrichtingen verder worden uitbetaald aan de onbeholpenen en zwakkelingen, bedoeld in artikel 6 Zij die heengaan Z|J die heengaan herinneren ons aan het Aaü vroeger. Veertien dagen geleden sliert M. J. Vai genhove, de zoon van den gewezen burgemeesti Langenhovc. een uit die reeks mannen die h tijd en hun talent, ja zelfs hunne gezondheid of aan het openbaar welzijn. zich een naam verwierf in de Vlaamsche lelt Wij herdenken ook onzen ouden stadsgenoot Jan Van Langenhove. lid der Bestendige deputatie van Brabant, te Aalst geboren in IS61 en die lil het libera le kamp ieders achting en genegenheid had verworven door zijn oprecht gemoed en zijne groote werkkracht. jan Van Langenhove was de boezemvriend van Adolf Max, burgemeester van Brussel, die hem terug- acht uit het zuiden waar hij herstel voor zijne ge zondheid was gaan zoeken Hij is teruggc- in zijn geliefd vaderland fe sterven. i Jan Van Langenhove gelijk wij Nes tor De Tlcre herdachten zulke mannen strekken onze stad tol eer. Ontelbaar zijn de blijken van deelneming die de diepgetroffen Wed. van den afgestorven Van Langenhove en de familie werden toegestuurd en op onze beurt bieden wij haar de uitdrukking van ons deelnemend rouwbeklag. De familie Van Langenhove heelt immers in de ontwikkeling onzer slad een aan zienlijke rol vervuld. van het reglement vari 29 Juni 1919 alsook aan de behoeftige^ Voor Taal en Vrijheid. Ij,: s. weduwen en weezen der burgerlij1 ke slachtoffers van den oorlog, voor zoover die bij voorbaat niets trokken van de vergoeding voor oorlogschade, waarop zij recht mochten hebben en in uitgaven ken tijdens de Galaverto aan bedoelden steun zal de staat te 3 October. gemoet komen. -Voor het Tooneol prpto hot, oieu.o prachtige vaandel der Maatschappij, op het Artikel 6 van het reglement van tooneol stonden geschaard de Voorzitter en 29 Juni 1919, luidt als volgt Leden van het Bestuur, de acteurs van De Wefldoozenonderstand mag heden toegekend worden aan de arbei- ders van meer dan 65 jaar oud en aan de tengevolge van den oorlog, zieke of zwakke arbeiders, zelfs j,e4 vijftigjarig bestaan der Maatschappij wanneer de herneming van den plechtig worden herdacht. Gelijk we 't in ons vorig nummer beloof den deelcn we hieronder de redevoering, mede, door den heer Ed. Van Cauwen- borglic, secretaris van het Tootibclgezel- ;chap Voor Taal on Vrijheid uitgespro- u Zondag De redenaar zei Dames, Beste Heerc-n. aan de tengevolge van den oorlog, oP M* arbeid voor hen bepaald onmoge- lijk zal zijn, zou zij kunnen bevvij; zen in Juni-Juli 1914 aan den ar- beid te zijn geweest. De belanghebbenden welke dus vermeenen nog recht te hebben op onderstand mogen zich laten in schrijven ten lokale, SINT MAR- TENSPLAATS, 17, op volgende dagen en uren Maandag 18 Oktober, van 8 tot 11 uren, Sectien 1 tot 5. Maandag 18 Oktober, van 2 tot 4 uren, Sectien 6 tot 10. Dinsdag 19 Oktober, van 8 tot 11 uren, Sectien 11 tot 15. Dinsdag 19 Oktober, van 2 tot 4 uren, Sectien 16 tot 19 en vluchte lingen. Trouwboekje en certificaat van werkbaas medebrengen a. u. b. Het gaat hier dus niet hoofdzakelijk o we! t e zijn, wel oi Volksbank van Aalst. Samenwerkende Maatschappij gesticht in 1885 gevestigd Leopoldstraat, 25, Aalst. n bewaring aan 4 1/2 o' I open alle werkdagen Beste Graanjenever aan 19 franken da 2 liters, bij JAAK COP- PENS-VAN MUYLEM, Houtmarkt, IC. Huis gesticht in 187T. i ontstaan te dauken hehben, die ons zijn voorafgegaan, hen te huldigen die den weg baanden die wij thans betreden. Om dit te doen boef ik vijfiig juren terug tekeeren' Verschrikt u niet, ik zal kort en bondig zijn. Overigens dé geschiedenis dier halve eeuw is eenc aaneenschakeling van gelijkaardige feiten, hebbende alien den- zelfde oorsprong, hetzelfde doel en logisch, hetzelfde gevolg. Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jongen Hun doel is het onze het is verheven en schoon hunne werking is de onze, ze is be drijvig en nuttig hun streven is het onze het is edel en rechtvaardig hunne leuze Voor Taal en Vrijheid blijft de onze het is de leuze van U allon hier, de leuze van ieder rechtgoaard mensc.h. Wie zijn taal niet liefheeft en hoogacht, niet als de hoogste schat, verloochent zijn moedor en zijn volk; wie niet afkomt voor vrylicid is een knecht... Lafaards en kruipers zijn we Aan wien we ons ontstaan te danken heb ben Ten jare O. H. 1870, vergaderden een twintigtal beste burgers der goede stede Aalst en vormden een gezelschap Het Letter- en Tooneelkundig Gezelschap onder de leuze Voor Taal en Vrijheid en ze schreven in artikel 1 van hun regle ment De Maatschappij heeft voor doel, hel aanmoedigen en beoefenen der Taal en Let teren, toonecl en dichtkunde en verder alles wat tot beschaving en veredeling van den geest kan bijdragen. Eu het waren manuen van de daad en zonder verwijl, gingen ze aan het werk, de schoone spreuk indachtig Geen rijker kroon dan eigen schoon Eu het waren mannen uit een stuk, die hadden hun volk innig lief en ze zwoeren hunne leuze Hou ende trou En het gezin dat zy stichtten ging voor uit en bencven dagen vau vreugde kwamen er dagen van leed, doch geeue enkele om- staudigbeid kon hen ontmoedigen En het gezin groeide en bloeide en er kwam een tijd dat den last van de schou ders der oudjes moest worden getild en de kinderen waren daar om den last op zich te En al maar vooruit ging het gezin, het bloeide als van lieverlede cu weer waren f r blijde dagen en wreede dagen, doch dcu moed liet nien nooit zinken Eu de Tcteranen gingen heen... thans zijn wij de mannen van de klas r die op onze beurt de rekruteu zullen drillen die het vaandel van het bataljon hehben recht, hebben hoog te houden. En dit is alles. Thaus zijn wij aan de beurt en we durven U wijzen op een voltrokken feit dat wel sprekender is dan de laugstc rede. honderd zijn we thans. Die twintig waren de kern, een kernvol groei en levenskracht. De kern zou gedijen, de plant heeft gewas- seu, de bloesem heeft gegolfd en gezwermd en er is een veld ontstaan vol milde aren die nieuwe groei-en levenskracht in zich hebben. Do veteranen gingen benen Velen, helaas, voor altijd henen. Anderen zijn hier hij ons, met ons. Wie herinnert zich niet de prestatie's, het optreden der getrouwe spelers Frans Eemaus, Jozef Siugclyn, Einiel Cornelis, Emïel Gehot, Jules Rajon, Louis De Ries, ieder in de mate zijner krachten, maar allen met dezelfde gene- geuheid, in deuzelfden goeien wil. Hunne tegenwoordigheid op ons feest is een bewijs hoe nauw - Voor Taal en Vrijheid hen nog aan het harte ligt. Voor dit gov oei zijn wij hun innig dankbaar. Thans zijn wij aan de beurt en we stellen U vooreen workelijkhoid Onze 318 leden, deze stampvolle zaal, dit prachtig publick, waardighcidsbcklecders, oflicicelcn, letter kundigen en geleerden... dit is het plechtig berdenken dier halve eeuw, dit is de hulde, 'ui- schoonste, do "hoogste" uic" er kan ge bracht worden aan de nagedachtenis van hen die ons zijn voorgegaan. In het heden ligt het verleden In het zijn wat worden zal. Waartoe zou het baten dat t is geschonken geworden, indit vervallen lieten In zijne ode Aan Brugge Wat baat het dat ge kuustjuweelen toont, Wanneer de Kunste zelf, meer bewoont Waartoe zouden haten ou frank en tooi meer bezitten 0 Voor Taal erf Vrijheid toe hare schoonheid, hart hare letterkunde, hare kunstenaar; neer het volk dat die taal eigea is, ze ver onachtzaamt als scheen het ze te verfoeien voor vreemd gekweel dat haar misstaat Vrijheid ijdel woord, wanneer men den moed niet heeft voor die vrijheid op te ko men. Waartoe dient een vaandel, wanneer er geen mannen gevonden worden om het hoog te houden. Beste, goeie Michels, voor u onze bewon dering, aan u onze blijvende dankbare herinnering. Gij waart den inwijder, gij blijft de ziel. Gij waart het hoofd dier man nen die in 1870 reeds durfden willen wat was recht r, dier edele geesten die ons ten blazoen hebben nagelaten dat we smet teloos hehben te bewaren. Dit blazoen voert in zijn schild een klauwende leeuw on de fiere devies - Adel, verplicht Maar ik zou kort en bondig zijn. Ik mag echter niet nalaten een woord van innigen dank toe te stureu aan het kunstminnend Aalstersch publick hier zoo talrijk vertegedwoordigd, aan den heer seuator De Blieck, de heeren Burgemeester eu gemeenteraadsleden, aan den heer Dr Maurits Sabbe, den knappe schrijver van het gemoedelijke Bietje dat ge komt toe te juichen en van zoovele andere perels der NederJandsche littteratuur aan de verte genwoordigers onzer zustermaatschappijen, aan de talrijke vrienden wier sympathie wij hier rondom ons voelen. Die talrijke en belangstellende opkomst is niet alleen een hulde gebracht aan de oudere garde, het is ook een blijk van ver trouwen in de jongere. Dit vertrouwen zul len wij waardig blijven. Wij ook willen lauweren plukken, wij ook zweren onze leuze - Hou eude Trou het- is de leuze vau ieder rechtgeaard menscb, wij ook hebben ons volk tnuig liet en steeds het betracht doel voor oogeu. of verpoosd streven voor zijn verheffing, jMk veredeling, zijn beschaving, voor zijn T$~* en voor zijn Vrijheid. En nu, Vooruit I het een-en-vijfrigste jaar is begonucu Dikwijls weid de redenaar door uitbun dig gejuich onderbroken en terecht mag men zeggen dat Voor Taaien Vrijheid eene schitterende toekomst te gemoet gaat. Uit Ninove. ureaeu ais verdediger der uld, als pleitbezorger van/' uwviraat, dat in de gchcif ling der liberale pariij waal ar eigeu wil én goeddunj u wij dit erve zong Lcdc- v grond niet i eigen i. Taal'! waar- erlrc venheid, Mijn antwoord aan Meneertje IK Meneertje IK, steller van ■- Eonige vrai»"- jes aan Pakvast ontvang mijn hesejlyy groef met de levendigste felicitatj rf; uw kranig optredeu als verdediger der )i laagdc onschuld, als plcitbczo beruchte Triumvir» verstandhouding i en in zijn dollen overmoed, het nadeel schijnt te bemerken, hetwelk zijne oub redeneerde houding berokkent. Indien ik nu in 't bloote gissen, in "t bou-^ ze verdacht maken tegen u was opgewassen zou ik aldra in meneertje IK erkennen een der vertegenwoordigers van dat fatale tri umviraat, wiens s proza zou doen schok schouderen ware zij met al te betreu renswaardig. Bij oeüc nattere besêhoutfmg die' proza' zou ik nochtans geneigd zijn te gelooven dat noch net autocratisch Ventje, noch zijn secretaire intime Magister Dixi, noch mees ter Oolijk, hun kameraad in planucnsmede- rij, onlogisch genoeg zijn om een incli-nielo van ongeordende vraagjes publiciteit te ge ven tenzij de drang der jaren de klookste hersenen soms sufferig maakt. I)e strenge logica toch vereischt dat be hendig gestelde vraagjes het begeerde ant woord volkomen uitlokkeu eu niet stuiten op een droog - ja of neen n Dus, meneertje IK. il faut vous purger avcc quatre grains d'ellébore. Nu oppert zich de vraag of ik bescheid hoef te geven aan den wenk van mijtr- boe zemvriend, Meneertje IK. Ilij randt niet ccn enkele mijner theoriën aan, maar schijnt het fel gemunt te hebben op mijn persoon. Invulnerable, vriendje, wie mij aanraakt brandt zich de menschenvingers Uwe vreeselijke bedreiging mijn naam aan de openbare verachting uwer TELBA RE kameraadjes prijs te geven kan mij niet bereiken. Edoch, ik wil een akt van liefdadigheid uwaarts plegen eu 'k geef u bescheid. Hoor i.bl. zou de hclscbe vu ireinheden gezuivr Vraag u volkomen v; Antw. Ik verwijs u u epistel, verschenen in Volksgazet, 29 Oogst 11. Indien Meneertje IK ooit het voorrecht geniet den drempel der wcidscbe liberale hellcsalons te overschrijden, zal hij, om van aardsche smetten vrij te komen, eene har dere vuurproeve te doorstaan hebben dan die, welke aan Pakvast werd toegepast. 2' Vr. Zijt gij haatdragend ol wraak gierig Antw. Zie nummer 41 der Volksgazet, 10 October 11. Vloog uw peu niet brandend de lucht in toen gij die vraag nederschrecft Moet ik u

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksgazet | 1920 | | pagina 3