Rik Wesemael uit Lebbeke stelt tentoon
in 't Apostelken te Aalst
ROBERT VAN DEN BERGHE MAAKTE
VAN POSTZEGELKLUB PHILATELIA
ALOSTA EEN VRIENDENKRING
AALST
wei
6
Rik Wesemael
Wanneer zaterdag a.s. de glazen zullen geheven worden
op het welzijn van de klub Philatelia Alosta en ter ere van
voorzitter Robert Van den Berghe, dan zullen de heildron
ken meer dan welverdiend zijn.
Toen wij vorige week een klubavond bijwoonden, ja, dan
sleurden wij ons daar naartoe, als naar de zoveelste akti-
viteit in de rij, waar men nu eenmaal niet aan ontkomen
kan, zo men het regionale gebeuren op de voet wil volgen.
Het kwam als een verrassing aan, deze klubavond van de
oudste Aalsterse postzegelklub Philatelia Alosta, een
naam vol al te burgerlijke deftigheid en stijfheid, werd een
ontmoeting met een vriendenkring. De eenzijdige en on
wetende mening die wij tot dan toe over een postzegel
klub koesterden, was er een, gaande van fossiele hamste
raars van unieke stukken, tot individuen die hun minder-
waardigheidskompleks in een verzameling, braaf in een
hoekje, afreageerden. Philatelia Alosta en inzonderheid
voorzitter Robert Van den Berghe zorgden ervoor dat onze
vooringenomen mening vlug wijzigde.
BLOEIENDE VERENIGING
Op de eerste ledenvergade
ring van het nieuwe jaar
kon de h. Van den Berghe
meedelen dat de klub aar
dig op weg was om zijn
250ste lid in te schrijven,
en dit in een stad waar niet
minder dan vijf postzegel-
klubs bestaan, en boven
dien voor een klub die nu
precies niet meer kan bo
gen op het heilige dyna
mische vuur van de stich
tingsperiode. En toch, de
klub die naar zijn veertigste
levensjaar toegaat, is jon
ger dan ooit, met een dui-
Voorzitter Robert Van den
Berghe, altijd druk in de
weer.(lb)
vel-doe-het-al als voorzitter
en met een vriendenkring
en werkploeg als bestuur,
is de postzegelvereniging
Philatelia meer dan ooit be
drijvig. Daar staat onder
voorzitter André Couck, se-
kretaris Paul De Boeck,
schatbewaarder Frans Van
der Gucht, verantwoordelij
ke voor nieuwigheden
Frans Boel, ruildienstver-
antwoordel ijken Gustaaf
Van Cauter, Backaert Gus
taaf, en Mevr. De Meyer-
Moens, materiaalmeester
Gustaaf Keymeulen, klub-
bladredakteur Edmond
D'haens, bibliotekaresse,
juffr. Sanders, en ekspolei-
der Alfons Singelijn, borg
voor.
ONTPLOOIING
ONDER HUIDIGE
VOORZITTER
Robert Van den Berghe is
een goed causeur, en met
veel anekdotes doorspekt,
vertelt hij ons de levens
loop van «zijn» klub. Toen
in 1934 in het «Half Maan
tje» in de Pontstraat te
Aalst enkele mensen bij
eenkwamen om de moge
lijkheid te onderzoeken een
postzegelvereniging op te
richten, dienden zij bij ge
brek aan belangstelling hun
vergadering met een partij
tje biljart te besluiten.
Doch een jaar daarop bleek
alles dan toch in kannen en
kruiken en de huidige ere
voorzitter en nog aktief lid
Jef Van der Vorst werd
voorzitter.
Zelfs voor de toenmalige
voorzitter waren postzegels
vreemde dingen. Hij kocht
wat afgescheurde postze
gels, deed alles in een em
mer om de zegels af te we
ken met als gevolg dat
zowel de knecht van de sla
gerszaak als zijn vrouw
dienden te helpen om het
zwellend pak uit elkaar te
halen. Na een paar ten
toonstellingen brak de oor
logsperiode aan en de klub
die voornamelijk leden tel
de onder de burgerij, viel
voor al haar aktiviteiten
stil. Na de oorlog hervatte
de Philatelia de vergaderin
gen en het moet zowat in
1950 geweest zijn dat de
huidige voorzitter kontakt
zocht met de enige klub in
de stad.
Het werd op zijn zachtst
uitgedrukt, een ontgooche
ling. De amper vijftien zeer
voorname leden maakten
dat Robert Van den Bergh
zich nogal onwennig voelde
en toen hij na de eerste
vergadering naar huis trok,
stond het wenen hem nader
dan het lachen. En toch...
de postzegelliefhebber
werd een filatelist, de mi-
krobe besloop hem. In
1962-1963 werd hij in het
bestuur gekozen. Met een
goede dertig leden was het
niet wat men een «bloeien
de klub» noemen kan, daar
getuigden de talloze lokaal
wisselingen van, van juf
frouw Jeanne aan de St.-
Jozefskerk, naar het Kei
zershof en ten slotte in de
Korenbloem.
De belofte die Robert Van
den Berghe aflegde, tegen
het volgend werkjaar hon
derd leden bij te brengen,
werd spijts het grote skep-
ticisme dat men aan de dag
legde, bewaarheid. Marcel
Schotte werd bij gelegen
heid van een tentoonstel
ling in het Belfort het hon
derdste lid. Dynamische
spil van het bestuur, de
«zatopek» van de werkploeg
voelde zich in zijn nopjes
toen de postzegeldag door
zijn toedoen in 1966 te
Aalst doorging. Zijn onder
voorzittersperiode van 63
tot 66 had zoveel vernieu
wing in de klub gebracht,
zodat bij de verkiezing tot
voorzitter de verwachting
hoog gespannen stond. En
toch... het enige voorbe
houd van de erevoorzitter
«zult ge dat wel kunnen»
prikkelde de nieuwe voor
zitter. En het werd een
zwoegen voor de klub, voor
deze man die naast zijn
druk beroepsleven een die
pe sociale bewogenheid in
daden omzet. Het resultaat
liet niet op zich wachten,
waar eertijds skepticisme
was, klonk vrij vlug «laat de
regen van initiatieven ver
der komen over de klub,
maar laat ons waken dat de
dijken sterk genoeg zijn om
bressen te voorkomen, dit
in '67, tot uit dezelfde bron
in 1974 proficiat en voegen
er de wens aan toe dat u
nog veel, zeer vele jaren
met dezelfde moed, stuw
kracht en initiatief mag ver
der gaan.»
VOORUITGANG EN
VERBETERING DOOR
ORDE EN
OVEREENKOMST
De plaats is ons niet toege
meten om over alle initia
tieven, wijzigingen, ideeën
en vooral het afgelegde
werk van de h. Van den
Berghe uit te wijden.
Steeds blijft voor hem de
idee geldig dat hij drie
taken dient waar te nemen,
ten eerste een goed lid zijn,
een werkend en helpend
bestuurslid en ten slotte
een voorbeeld als voorzit
ter.
EEN UITZONDERLIJK
IEMAND
Zonder ook maar in het
minst zijn aktiviteiten voor
de klub te verminderen, is
deze rasechte Aalstenaar
uit de Pontstraat
maar door familiale om
standigheden geboren
«tussen twee treinen» in
het station van Gentbrug-
ge-Noord, bijzonder aktief
geweest in de Landsbond,
waar hij in het totaal een
zeventig klubs voor aan
sloot en de inspirator was
voor de statutenwijziging.
Medestichter van Oost-Fi-
la, samen met zijn vriend
de h. Leo De Clercq uit
St.-Niklaas, voordrachtge
ver van West-Vlaanderen
tot Limburg, hartstikke
werker, de man die voor de
klub al dikwijls zijn eten
liet staan, dixit Mevr. Van
den Berghe voor de klub
ziet hij alles door de vin
gers, vertelt zij ons groot
moedig dat is Robert
Van den Berghe ten voeten
uit.
Wij vergaten te schrijven
over zijn tematische post
zegel en stempelkollektie,
trouwens tematische verza
melingen zijn het stok
paardje van de voorzitter,
dit onderscheidt «verzame
laar uit liefde» van de «han
delaars», aldus zijn eigen
woorden.
Wanneer de h. Van den
Berghe zaterdag de medail
le voor filatelische verdien
ste mag ontvangen er
wordt er slechts één per
jaar uitgereikt, dan zal hem
De bloeiende poslzegelkring van Aalst, Philatelia Alosta, verzorgt zijn leden uitstekend.llb)
dat oneindig genoegen
doen, terecht, doch indten
er een medaille voor mens
lievendheid zou bestaan,
dan mag deze beslist toe
gekend worden aan de
voorzitter. In een kort re
laas met de bestuursleden
konden wij volgende flitsen
noteren, en deze zijn zon
der kommentaar sprekend
genoeg: «zo de voorzitter
er niet was, verliezen wij de
helft van de leden», «hij is
de stimulator van alles en
allen», «als Zatopek legt hij
op een avond zes, zeven
kilometer af, bij een ten
toonstelling 15!», «deze
speciale mens, is geen ti-
telmaniak», «zijn verdraag
zaamheid en humorvolle
tussenkomsten zijn legen
darisch», «'t is 'n lepe kas-
taar, 'n resolute doordrij
ver, maar op en top sociaal
ook wanneer het bij leden
en bestuursleden minder
gaat, wat hij dan doi
grenst aan het ongelooflijl
ke, vertelt ons Mevr. D(
Meyer.
Een vraag blijft er voor onj
open, waar haalt de h. Var
den Berghe de tijd vandaar
om zich zo intens in tr
spannen voor de klub, di
naast zijn bloeiende zaal
en af en toe een goede
lotting, vogelpik en eer
hengeipartijtje?
JOHAN VELGHE
In de galerij 't Apostel ken grijpt momenteel een zeer geslaagde
tentoonstelling van het werk van de Lebbeekse kunstschilder
Rik Wesemael plaats.
Geboren in 1920 hoorde hij reeds jong de lokstem van paleten
doek en volgde reeds voor 1940 anderhalf jaar de lessen
schilderen, tekenen, met 1 dag per week sierkunsten, aan de
Akademie van Dendermonde.
Tekenles kreeg hij er van Piet Gillis en grafiek van de grafikus
beeldhouwer Mark Macken, prijs van Rome Beeldhouwen in
1941 en huidig direkteur van het Hoger Instituut voor Schone
Kunsten te Antwerpen.
Over zijn laatste werk te
Dendermonde gemaakt, het
ontwerpen en uitvoeren van
een schutkaft, stak Macken
zijn bewondering niet onder
stoelen of banken. Het grote
aangeboren talent van Wese
mael vermoedend gaf hij hem
de raad zich te gaan vervol
maken in het InstitdVit Van
de Velde in de Abdij van
Terkameren te Brussel, waar
Herman Teirlinck toen direk
teur was. Wesemaels ouders
waren echter weinig entoe-
siast. Door toedoen van
"Nonkel Oscar", eveneens
kunstschilder, draaiden zij bij
en gaven hem de toestemming
om in Brussel te gaan verder
studeren.
Wereldoorlog II was er de
oorzaak van dat de opleiding
van Wesemael niet normaal
kon verder gaan. Van naar
Brussel gaan kwam niets in
huis en de talentrijke Wese
mael ging dan maar werken
met vader mee, die huisschil
der was.
Een mijlpaal in het leven van
Wesemael was wel de oprich
ting van de Lebbeekse kunst
kring "Als ich can" onder
voorzitterschap van Piet Ver-
leysen. Kunstkring die hier
wel om haar initiatieven dient
gefeliciteerd te worden.
Onder de kundige leiding van
huidige voorzitter Achiel Ver-
meiren, kwam onlangs een
groepstentoonstelling van het
werk van Lebbeekse kunste
naars tot stand. Deze groeps
tentoonstelling is het vermel
den waard omdat ze in een
oud huis dat helemaal niet
beantwoordt aan de normen
van galerij, verre daarvan,
plaats vond. De leden van de
kunstkring hebben eigenhan
dig de muren van juten
panelen voorzien, passende
elektrische verlichting aange
bracht, verwarmingstoestellen
bijeen gekregen, om het ge
heel toch min of meer presen
tabel te maken. Ze zijn daar
goed in geslaagd en de meest
uiteenlopende kunstuitingen
kwamen er aan bod. Acht jaar
geleden hield Wesemael zijn
eerste individuele tentoonstel
ling. In feite is hij in 1971
definitief gestart met' zeer
regelmatige tentoonstellingen
o.a. te Brussel, Zele, Antwer
pen, Dendermonde en Aalst.
Hij heeft de uitvoering van
zijn beroep als zelfstandig
huisschilder van fijn- en deko-
ratiewerk tot de helft herleid
en houdt aldus een ruime tijd
over om zich te wijden aan
zijn tableaus. Zijn hoop is nog
steeds full-time kunstschilder
te worden, maar veilig vindt
hij het niet. Alles hangt af van
de levensomstandigheden.
Elke krisis is voelbaar voor de
kunstschilder, want een ta
bleau is en blijft steeds een
absoluut luxeartikel.
Rik Wesemael is de kunste
naar die bescheiden zijn gang
gaat. Schilderen is voor hem
een noodzaak, hij voelt zich
pas dan een gelukkig mens.
De vreugde iets te scheppen
kan hem de sleur en de trieste
wereld doen vergeten.
Eigentijds figuratief varieert
zijn oeuvre van marines, over
landschappen en stadszichten
naar kleine bloemstukken.
De laatste tijd voelt hij zich
vooral aangetrokken tot niet
natuurgetrouwe straattafere
len met vage figuren, die niet
honderd procent anatomisch
verantwoord zijn. Het is niet
zijn bedoeling fotografisch
werk te leveren. Uit deze
pittoreske tableaus straalt de
liefde tot zijn geboortegrond.
Het zijn brokstukken uit het
eigen leven, gewone mensen
die gewone dingen doen.
Wesemael houdt inderdaad
zeer veel van Lebbeke, en hij
zou er nooit uit weg willen.
"Als ge een oude struik
verplant, gaat hij verwelken".
Gaat zijn voorkeur vooral uit
naar die straattaferelen, hij
Een van zijn stadsgezichten "Regen"
kan het zich niet veroorloven
enkel zulk werk te maken. Hij
moet van zijn kunst gedeelte
lijk leven en verschillende
genres bereiken ook een veel
ruimere belangstellingskring.
Op zijn werken plakt hij het
etiket "impressionisme" en
heeft een enorme voorliefde
voor de Franse impressionis
ten. Eveneens voor Mondi-
gliani, Pisaro, voor de expres
sionist Bracke, voor Rik
Wouters, Opsomer en Nico-
laas De Staël.
"Wesemael pleegt geen vals
sentiment, maar zoekt in een
realistisch fors struktureel
werk, gekenmerkt door een
overrompelend maar harmo
nisch koloriet, het summum
van zijn uitdrukkingskracht.
Hij kent de waardemeter die
door de tijd wordt aangelegd
en zoekt geen goedkoop
sukses. Hij is in zijn werk
zichzelf, eigentijds en toch
tijdloos door de keuze van
zjjn onderwerpen en door de
grote aantrekkingskracht die
van zijn persoonlijkheid uit
gaat" tot hier Achiel Vermei-
ren.
Wesemaels tableaus zijn
zachte kleur. Met brede toet
sen en het paletmes aange
bracht geeft hij de dingen
weer zoals ze zijn. Hij heeft
een voorkeur voor blauw en
grijs.
Een schilderij ontstaat bij
Wesemael als volgt. Op een
doek van middelmatig dikke
canvas tekent hij een ontwerp
dat bestaat uit een paar
houtskoollijnen. Dan mengt
hij een dunne verf van ge
brande omber en ultramarijn
blauw en maakt een stevig
doorgedreven voorschets met
penseel. Daarna werkt hij af
met olieverf en het palet,
waarmee hij verrassende
effekten bekomt. Bij een paar
werken gebruikte hij ook de
akrielverven.
Meestal raapt Wesemael zijn
ideeën in de natuur, waar hij
op vooraf bepaalde namid
dagen gaat schetsen. Dez
ideeën op papier kunnei
soms jaren ongebruikt blijven
tot het ogenblik gekomen i
dat Wesemael ze opniemi
bekijkt en beslist ze verder ui
te werken. Het is dus niet z<
dat hij altijd met een schets
boek op zak loopt. Het
volgens Wesemael noodzakt
lijk buiten te gaan schetser
niet zozeer de natuur gaai
kopiëren maar er een goeds
leermeester in vinden. Het i
zelfs wenselijk af en toe in d<
natuur te schilderen,
Wesemael dan nog dikwijl
doet. Hij blijft steeds in d<
streek van Lebbeke, Dender
monde. De Schelde is zijl
troetelkind. Zeer kleurrijk
zijn werk "Werf" dat
Temse ontstond en de herstel
lingen en het vervaardigen vai
schepen voorstelt.
Zijn stadsgezicht "Regen
een voorbeeld van verinnigd
der alledaagse onderwerpeij ont
rondom ons. i p|e
De bijna wilde kleurvlakken^ de
in zijn bloemstukken, suggi
reren meer de bloemen dan
realistisch weer te geven.
Zijn sneeuwlandschap in Vlas
senbroek is eveneens
werk dat getuigt van het \VI
Tinf mo
pen ont
talent en het warme gevos
van deze kunstenaar.
Bij het werk van Ril
Wesemael kan men
dromen. Alles wordt in eei
verfijnde geest weergegevei
waardoor zijn oeuvre steei
genietbaar blijft.
In acht genomen dal P1"'*
Wesemael zich vrij laat alt niet
kunstenaar is gaan uiten, is et zijn
heel wat in zijn kunst dat bed
aanspreekt en van betekenu stad
is- een
De tentoonstelling is toeganj beli
kelijk in de galerij 't Apostel] Da a
ken ^Mijlbeek van 11 tot 23 kett
januari 1974 en dit elke daf
van 10 tot 20 uur, uitgeno
men de donderdag.
Het werk van Rik Wesemae
verdient uw bezoek.
ROEL VAN DE PLAÉ