H€R€K
d
K
LEBBEKE
100-JARIGE CLEMENT DE VOS:
DE MENSEN ZIJN NIET MEER
ALS VROEGER
TAPIJTEN
VUIfl/l/l/VI/l/Vl/l/VVI/l/l/VVVVVVVI/lfV
De grootste speciaalzaak
van tapijten en tapis-plain
1000 m2 toonzalen
AAA AAAAAArtAA A.' AAAAAAAA
9
Achter mij slaat een oude wandklok vier. In de winterse namiddag begint het reeds te
schemeren. Voor ons een gezellig-ouderwetse Leuvense stoof, de asbak onderaan half
geopend. Makkelijk voor de sigarettepeuken.
Vanop het schouwlijf blikt een madonna in een aureool van lichtstralen op de aanwezi
gen neer. Er vlak onder een paar beduimelde voorraaddozen. Een pas geopend pak
«Jacqmotte» steekt schril af tegen die kollektie antiekerige kitsj.
Naast de kachel, in een makkelijke zetel zit Clement De Vos, geboren te Lebbeke op
18 februari 1874. Binnen een paar dagen wordt hij honderd. Je zou hem moeten zien:
fiks te been en klaar van geest als een vroege zeventiger. Wanneer we hem vragen, waar
uit zijn geheim bestaat de eeuw te halen, replikeert hij gepast: «Niet te veel eten en niet
teveel drinken, man. Dan komt ge er wel!» Soberheid dus. De levensfilosofie van zovele
oudere mensen. Achteraf blijkt echter dat Clement in zijn jonge jaren een fervent aan
hanger was van Pallieter en hij pas op latere leeftijd, wellicht uit noodzaak, een meer
ascetisch bestaan ging leiden.
hem de «schoonste kant
af».
MUZIKANT EN
KERKZANGER
Van zijn zeven tot zijn der
tien liep Clement school.
Vanaf die leeftijd werd hij
boer tot in 1939, want toen
werd hij voor de eerste keer
in zijn leven «serieus ziek»,
zoals hij dat noemt. Hij
brak toen immers zijn dij
en moest voor een paar we
ken in de kliniek.
Was hij overdag aan het
werk op het land, dan ging
hij 's avonds, twee- tot
driemaal per week, in het
dorp naar de muziekschool.
Het kon dan ook niet an
ders of Clement werd lid
van de harmonie «St.-Ceci
lia». Bugel-solo was zijn
«ekstrement».
Ontelbaar zijn de herinne
ringen aan de talrijke repe
tities en uitstappen die hij
meemaakte. Er werd toen
nog 6 cent per pint betaald
en het gerstenat van de
plaatselijke brouwerijen
De Witte en «de burge
meester» smaakten zo
lekker. «De Witte was toch
de beste», verduidelijkt
Clement, «die trakteerde
nogal veel!».
In zijn muzikale aktiviteit
ziet Clement ook de oor
zaak van zijn niet-getrouwd
zijn. Maakte hij kennis met
een meisje, dan werd ze
het gauw beu als muur
bloempje te fungeren, want
de muziek en de uitstappen
kwamen bij Clement altijd
op de eerste plaats. «Ze
wilden dat niet begrijpen»,
legt hij diplomatisch uit.
Een vrijage kende dan ook
meestal een beperkte duur.
Ze één keer naar huis bren
gen en het was ermee ge
daan!
Clement was niet alleen in
strumentaal een hele me
neer. Ook vokaal kon hij
zijn man staan. Acht jaar
lang zat hij trouw iedere
zondagmorgen op het
hoogzaal in de O.L.-Vrouw-
kerk en zong er uit volle
overtuiging de Gloria's en
Credo's tegen de gewelven.
Later was hij nog tien jaar
GEBOREN EN GETOGEN
LEBBEKENAAR
Waar Clement honderd jaar
geleden werd geboren
op de hoek van de Minne
straat en de Brusselse
steenweg woont hij nu
nog altijd. Van de vier
broers en één zus, is hij de
enige overblijvende. Ge-
trouwd is hij nooit ge-
j weest, wat hem lachend
doet opmerken: «Ik ben ne
ie jonkman van honderd jaar!»
a- Twintig jaar geleden stierf
fe zijn broer en sinds die tijd
id woont hij helemaal alleen
in zijn huis. 's Morgens om
negen uur komt een neef,
Jef, zijn deur openmaken,
's middags wordt hem zijn
warm middagmaal bezorgd
en 's avonds sluit Jef de
boel af.
Wat Clement zoal doet?
Gewoon eten en slapen, 's
Morgens staat hij op tus
sen 9 en 9.30 u. «Ik durf me
ook wel eens overslapen»,
verbetert hij.
Toen hij op een zondag
morgen lui in bed lag na te
soezen en de kerkgangers
reeds van de hoogmis te
rugkeerden, waren ze ver
plicht hem wakker te klop
pen. De hele buurt stond
op stelten. Het huis daver
de. «Ze dachten al dat ik
dood was», lacht Clement,
's Avonds is het bedtijd ge
blazen omstreeks 20.30 u.
Overdag leest hij de krant,
zonder bril zelfs. Vooral
wanneer het helder weer is
en de zon schijnt, onder
scheidt hij heel duidelijk de
letters. Bij donker weer
gaat dit minder vlot.
's Zondags luistert hij naar
de radio, naar de mis.
vroeger vond hij dit heel
wat interessanter, vooral
omdat hij dan het Gloria en
het Credo uit volle borst
kon meezingen. Clement is
immers een groot deel van
zijn leven kerkzanger ge
weest. Nu met die missen
«in het Vlaams» is er voor
aktief als kerkzanger in de
Minnestraat.
SCHILDERACHTIGE
DORPSPOLITIEK
Op de vraag of hij zich ooit
geïnteresseerd heeft voor
de politiek, antwoordt Cle-
wij vandaag gewoon zijn.
Met stokken en stenen
werd er onder de rivalen
duchtig geknokt. Sommi
gen liepen met een vervaar
lijke hamer op zak en in be
paalde herbergen had geen
enkel pint de veldslag over-
ment kategoriek: «Potver-
djale, joik jong! Ik was ekik
katoliek. Ik was bij de har
monie. Mijn instrument gaf
uit wat ik was.» Verder dan
deze muzikale ekspressie
van zijn overtuiging, reikte
zijn politieke interesse ech
ter niet.
Hij kan anders heel wat ver
tellen T)ver de politieke es
battementen uit zijn jonge
re jaren. De toen bestaande
partijen, liberalen en kato-
lieken, gebruikten in de
verkiezingsstrijd andere
middelen, dan degene die
leefd.
«Ruzie heb ik echter nooit
gehad», preciseert Cle
ment. Ik had ook vrienden
bij de liberalen. In de Ma-
riastoet van 1908 liep hij
trouwens, samen met drie
andere leden van de harmo
nie en vier liberale fanfa-
risten, de stoet vooraf, als
bazuinblazer te paard.
Cafés uit het begin dezer
eeuw herinnert Clement
zich natuurlijk heel
goed: Medts, Van Hamme,
Jan De Kuiper, Klinckaart,
R. Van Mol, Pekkes Delen,
herbergnamen die nu me
rendeels verdwenen zijn.
Laatstgenoemde, Pekkes
Delen, was dixit Cle
ment één van die schil
derachtige Lebbeekse figu
ren. Hij was overtuigd libe
raal en wilde niets te zien
hebben met kerk of kluis.
Zijn broer was nochtans
pater. Hijzelf ging nooit te
biechten, omdat hij «geen
slechte of geen goeie
biecht wilde doen».
Ook Peke Rammekeszand,
de pittoreske Dendermond-
se figuur, heeft Clement
gekend. Hij kwam iedereen
«een göeie zondag» of «een
goeie kermis» wensen. Ook
Beredine, Viteraans Delen,
Spinnekop, Manen van
Pessemiekes, allen beken
de Lebbeekse figuren, kan
onze honderdjarige zich
heel duidelijk herinneren.
VLAAMSE VOLKSLIEDJES
Ook al aarzelt hij aanvanke
lijk, toch wil Clement be
wijzen dat hij nog kan zin
gen. Na het Kyrie, de Glo
ria en het Credo, klinken
helder en melodieus
twee Vlaamse volksliedjes
door de kamer:
«Mieken houd nu maar ge
duld
Kom nu maar naar 't lof
Maar als peren niet en wil
Ja dan gaan wij toch
Doet uw witte rokken aan
En uw mooien hoed
En als er geen vigilanten
staan
Dan gaan wij te voet
Zeg dat ik u kopen zal
Eenen perperkoek
Als wij komen van het bal
Ai, ai Mieken durft niet
Het vragen gaan, het vra
gen gaan
Want als mijne peren in
zijn koleire schiet
Hij zou u snel verslaan.»
Zijn liefde voor de boere-
stiel bezingt hij als volgt:
«Viva de boerkes van ons
land
Van Vlaanderen en Brabant
Het is den boer die ons al
les geeft
Het is den boer die de kon-
tributie geeft
Viva de boerkes van ons
land
Van Vlaanderen en Bra
bant!»
DE MENSEN ZIJN NIET
MEER ALS VROEGER...
Ook al blijft een mens een
mens, toch vindt Clement
dat de mensen verandert
zijn: «Ze zijn niet meer als
vroeger. De dag van van
daag telt enkel het geld.
Als ge voldoende geld hebt
krijgt ge de nodige hulp.
Als ge niet kunt betalen,
zien ze u niet staan. En dat
ondervindt iedereen. Zowel
gij als ik!»
Na deze vrij pessimistische
bedenking van een man,
die als het op ervaring aan
komt, toch kan meepraten,
verlieten we Clement. Zijn
hartewens, nog eens de
drie Lebbeekse muziekvere
nigingen aan het werk te
zien, zal vervuld worden.
Het was reeds donker ge
worden in zijn huiskamer.
De vlammen in de vuurpot
tekenden grillige schimmen
op het bloemetjesbehang.
Proficiat Clement, en nog
vele jaren!
PIERRE VAN ROSSEM
V. '4T *fc3**5K W& -37riS*,
I®
TOONZAAL TAPIJTEN, 1e VERDIEP
Alle afmetingen Oosterse, Chinese, Indische
Mechanische geweven tapijten
MOLENSTRAAT 28A AALST
TEL.: 719.03