flfl
1
[JU
ram
Ud
1
I
fjD
AUGUST VERVLOETZi
«Ik heb getoond waaht
*5 P. V
P. VII
tm
ir o, 92
P. II
16
CP]
In de nacht van 10 op 11 april
1934 verdween uit de Veydt-
kapel van de Gentse Sint-
Baafskatedraal één der pane
len van «Het Lam Gods», een
vijftiende eeuwse polyptiek
geschilderd door de gebroe
ders Van Eyck. Maandenlang
onderhield de politie, via het
bisdom (hoewel beider belan
gen niet altijd dezelfde waren)
een tamelijk uitgebreide kor-
respondentie met de dief of
een tussenpersoon omtrent de
uitwisseling van het paneel
tegen een losprijs van één
miljoen. Over die onderhan
delingen werd de publieke
opinie niet ingelicht teneinde
de zaken niet al moeilijker te
maken dan ze reeds waren.
Op 25 november '34 stierf een
zekere Arseen Goedertier,
respektabel burger uit Wette-
ren, in een huis op de
Vlasmarkt te Dendermonde.
In een onvolledige bekentenis
aan een vriend des huizes,
Joris De Vos, vertelde hij dat
hij alleen wist waar de
Rechters zich bevonden. Maar
ook Joris De Vos hield dit stil
en nam een vooraanstaand
magistraat onder de arm.
Beiden begonnen een privé-
onderzoek, dat er blijkbaar op
gericht was de naam van de
familie Goedertier uit de zaak
te houden. Maar zij slaagden
er niet in, integendeel; tenein
de raad zijn zij dan toch met
hun probleem voor de dag
moeten komen, maar niet
voordat er vier maand verlo
pen waren sinds de sensa
tionele bekentenis van Goe
dertier. Wat er allemaal
gebeurd is gedurende die
enkele maanden weten wij
niet. Alleen is bekend dat
beide mannen in het huis van
Goedertier een aantal doku-
menten en geschriften vonden
die erop konden wijzen dat
Goedertier inderdaad de dief,
of althans een handlanger
ervan, was. Vele jaren later
echter komt men ook nog met
een plan voor de dag. Een
plan van de plaats waar het
paneel zou verborgen zijn.
Eerst dacht men met de
tekening van een karretje of
een wenteltrap te doen te
hebben, maar dat blijkt nu
absoluut ongegrond. De afme
tingen van het paneel komen
op het plan voor en wijzen er
dus op dat wie dit plan
ontcijfert, ook het geheim van
het Lam Gods kent.
Af en toe duiken er mensen op
dieJjeweren dat zij weten waar
zich het gestolen paneel
bevindt. Eén van hen is pater
De Brabander. Hij verklaarde
zo maar boudweg voor de
televisie dat indien de bezitter
van het paneel dit niet binnen
de veertien dagen zou terug
geven aan het bisdom, hij dan
onverwijld zijn naam zou
kenbaar maken. Wij wachten
met spanning op zaterdag,
want dan zijn de veertien
dagen voorbij.
Zelf gingen wij ook op bezoek
bij iemand die zich jaren met
het probleem heeft bezig
gehouden, die er veel geld en
tijd heeft ingestoken en die
alleen de eer opeist om het
paneel te mogen terugplaat
sen. «Ik heb het hen gewezen,»
zegt hij, «maar achter mijn
rug is het weggehaald...».
I
Toch is het allemaal heel
gewoon begonnen, vertelt hij.
Een dame die ik eens geholpen
had zei dat het juist iets voor
mij zou zijn om te zoeken achter
dat verdwenen paneel te Gent,
en dan ben ik er maar eens op
af getrokken.
Vervloet zegt van zichzelf dat
hij over bepaalde telepatische
en parapsychologische gaven
beschikt. Hij gaf verschillende
voorbeelden van dingen die hij
door het pendelen heeft terug
gevonden. Ik heb zelfs iemand
op afstand genezen, zegt hij, en
toont een dankbrief van een
dame ergens in het zuiden van
Frankrijk. Gewoon door mij
geestelijk met haar bezig te
houden, is zij genezen, vertelt
hij, en kijkt even op om onze
reaktie te zien. Zoals alle
mensen die van zichzelf zeggen
dat zij speciale talenten hebben,
lijkt hij niet erg gerust en peilt
steeds naar wat wij over hem
denken.
EERSTE KENNISMAKING
Op 15 februari 1965 trok ik dus
voor de eerste keer naar Gent,
vertelt hij. Dan bracht hij zijn
eerste bezoek aan Sint-Baafs en
aan de Veydtkapel. Hij was er
niet eens van op de hoogte dat
er in feite twee panelen gestolen
waren, waarvan één was terug
gegeven. Hij schafte zich een
kaart aan van de stad Gent en
een afbeelding van het Lam
Gods. Thuis pendelde hij met
deze twee gegevens en reeds
konkludeerde hij dat het paneel
niet ver van Sint-Baafs te
vinden was. Toch had hij nog
meer nodig. Eerst en vooral een
reproduktie van de echte
Rechters, en niet van de kopij,
zoals hij er een had, en een plan
van Sint-Baafs. Enkele dagen
later keerde hij terug en hij
kreeg van de h. Vandewalle,
direkteur van het toeristisch
bureau, een dergelijk plan.
Nadien begon hij te pendelen in
Sint-Baafs aan het Lam Gods.
De pendel sloeg toen door in de
richting van de Biezekapel-
straat. In die straat echter geeft
het instrument geen duidelijke
aanwijzingen meer. Het slaat
fakultatief over van de Bieze-
kapel naar de erbij gelegen
stadsschool. Vervloet voelde dat
hij op een goed spoor was, maar
wist toen nog niet wat hem
allemaal nog te wachten stond.
KOMMISSARIS MORTIER
De h. Van De Walle bracht hem
in kontakt met kommissaris
Mortier, die één der specialisten
is in deze zaak. Mortier vond
het wel eens interessant om het
op een minder gewone manier
te proberen en testte de
mogelijkheden van de pende
laar. Hij legde de dubbels van
de brieven van Goedertier en
andere dokumenten omgekeerd
door mekaar. Vervloet haalde
ze er alle uit. Dan gaf hij hem
een stuk van de identiteitskaart
en aan de hand van dat stuk gaf
Vervloet een gedetailleerde
levensbeschrijving van de ver
moedelijke dief. Mortier scheen
toen overtuigd te zijn en samen
gingen zij opzoekingen doen in
de kapel. Zij vonden echter
niets. Toen Vervloet later ook
aan het zoeken was in het
stadsmagazijn en zijn pendel en
wichelroede dol sloegen, 'kwam
de kommissaris zeggen dat hij
alle dokumenten moest terug
bezorgen. Hij voegde eraan
toe «Er is een dame die
geregeld belt hoe ver het staat
met het onderzoek. Zij looft een
grote premie uit, maar als gij
het vindt dan heb ik niets...»,
(Of kommissaris Mortier dat
werkelijk allemaal gezegd heeft
weten wij nu nog niet. Wat hier
weergegeven wordt is het
verhaal van Vervloet, die
trouwens zijn hele historie te
boek stelde en liet drukken. De
drukker weigerde het echter
integraal uit te geven en liet heel
wat passages weg. Van Vervloet
kregen wij het originele hand
schrift.)
Toen moest de pendelaar een
toestemming krijgen om in het
stadsmagazijn te gaan breken.
Hij vermoedde immers dat er
schattenjacht te kunnen gaan.
Zij stuurden Vervloet dus met
een kluit in het riet,
Misschien wil het bisdom mij
wel helpen, meende hij, en trok
er naar toe. Daar zegde hem een
geestelijke dat hij er beter zou
aan doen de pers te verwittigen
om meer druk te kunnen
uitoefenen. Via een zekere heer
Lens kwam hij dan in kontakt
met een meneer Weber van de
T.V. Met een hele ploeg zijn ze
dan opnieuw naar Gent gereisd
en hebben dan uiteindelijk van
de burgemeester toelating ge
kregen om een steen uit de vloer
op te breken. Dat tafereel werd
door de TV opgenomen. Het
was reeds óoktober 1965 toen
Vervloet in aanwezigheid van
Karei Mortier, de hh. Weber,
Seis, Lens. de mensen van de
TV en de schepen van onderwijs
een tweede vloer vond in het
magazijn. Van het paneel
echter geen spoor...
Vervloet meent dat daar een
tijdje Sint-Jan De Doper is
verborgen geweest. Hij meent
dit te kunnen uitmaken uit de
eigenaardige bewegingen van
pendel en wichelroede. Er moet
iets geweest zijn dat met het
verdwenen paneel in verband
Een foto uit "La Libre Belgique" van 1966. Vervloet kijkt
achter de plaat.
een dubbele vloer bestond. Hij
deed een aanvraag aan het
stadsbestuur, die ze doorstuur
de naar de Prokureur des
Konings en deze bezorgde ze
aan de gerechtelijke politie van
Gent. Daar trok Vervloet dan
heen. De inspekteurs lachten
echter met hem, vertelden hem
dat hij beter terug naar Putte
zou gaan om daar nog wat
groenten en patatten te kweken,
daardoor zou hij op krachten
komen om verder op zogezegde
stond, zegt hij, en wat kan het
anders geweest zijn dan de
achterkant, waarvan ik niet
eens wist dat die ooit was
gestolen. De intense opzoekin
gen en de hevige koncentratie
hadden echter teveel van zijn
krachten gevergd en hij moest
op rust om te rekupereren.
IN EEN PILAAR
In de nacht echter van
Allerheiligen op Allerzielen van
Een zeer klein huisje, aan het eind van een lange mooie dreef met statige bomen; geen bel en het duurt
wel een tijdje voor er iemand komt open doen. August Vervloet woont nu ergens in een nomansland, op
enkele meters van de Nederlandse grens. Of hij met opzet of met reden daar woont, weten wij niet. Hij
wil er in elk geval niet weg. Het huisje is verkocht, maar hij mag van de eigenaar in een woonwagen in de
omgeving blijven wonen. Of hij zich niet veilig voelt Vervloet meent dat al diegenen die te dicht bij de
Rechtvaardige Rechters zijn geweest op hun hoede moeten zijn. Er is al te veel gebeurd...
August Vervloet is een kunstsmid uit Sint-Truiden en leeft nu helemaal alleen in zijn kleine
boswachterswoning. Een forse kerel is hij en ondanks zijn leeftijd verbergt hij in zich een grote kracht.
Na enkele minuten heeft hij reeds een stapel vergeelde papieren opgediept die dra de hele tafel
bedekken. Het wordt een onontwarbare boel, maar Vervloet zelf is er blijkbaar goed in thuis. Er is van
alles krantenknipsels, brieven aan de bisschop, eigen notities, dubbels, plans en zelfs een brief naar de
koning. Je ziet het hem zo aan hij zit in de greep van de Rechtvaardige Rechters.
datzelfde jaar toog hij terug aan
het werk. Pendelend boven het
plan van de katedraal gaf het
instrument driemaal eenzelfde
pilaar aan in het kapittel, nog
geen tien meter van de
Veydtkapel, opzij van het
hoofdaltaar. Die pilaar wordt
op het plan met de letter L
aangeduid. Onmiddellijk is hij
dat ter plaatse gaan kontroleren
en de pendel gaf dezelfde
aanduiding. Toen hij daar bezig
was vertelde de koster hem dat
kommissaris Mortier reeds alles
had onderzocht en niets had
gevonden. Bovendien lachte de
kerkdienaar hem nog wat uit
«Er zijn hier zeker al honderd
vijftig pendelaars gelijk gij
geweest.» spotte hij. De koster
verbood hem echter om het
kapittel te betreden, zodat hij
niet dichter bij de pilaar kon
komen. De pastoor van Sint-
Baafs gaf de toelating wel.
Toen kwam het er nog op aan
om de plaat aan te duiden,
waarachter het paneel kon
verborgen zitten. Thuis pendel
de hij verder en dan kwam er
reaktie op de derde gebogen
plaat van zuil L, niet op de
andere. Hij wil dan toelating
vragen aan mgr. De Kesel om
die plaat te mogen wegnemen,
doch deze is samen met mgr.
Van Peteghem naar Rome
vertrokken.
Als deze terugkomt krijgt
Vervloet de gevraagde toelating.
Er zijn echter technische moei
lijkheden. «Hoe kan de dief dat
er ooit achter gekregen hebben,
als wij het nu nog niet kunnen
verplaatsen?», opperde de mon
seigneur sarkastisch. Maar
Vervloet geeft een antwoord
«Het is er langs boven gewoon
ingeschoven». Het blijkt dat het
inderdaad mogelijk is geweest
om het enkele centimeters
dikke paneel achter de plaat te
schuiven. Met een ijzeren lat
werd toen achter de steen
gevoeld en er viel allerlei vuil
vanachter een gebruikt luci
fertje, vele stukken zwart
marmer, glas, lood, plaaster en
ander afbraakmateriaal. Ver
vloet meent dat hij op dat
moment het paneel heeft
aangeraakt. Hij voelde dat de
achterkant van het paneel met
dwarslatten was bezet."
Het wegnemen van die marme
ren plaat was alleen maar
mogelijk geweest dank zij de
invloed van enkele mensen van
de kommissie der monumenten.
Ondertussen werden die echter
door een broeder (van de
Kristelijke Scholen) die Ver
vloet Broeder Firmin noemt,
zodanig beïnvloed dat zij
weigerden nog verder hun
medewerking te verlenen.
GESABOTEERD
Op 25 maart 1966 had Vervloet
voor de eerste keer toelating
gekregen om de bewuste steen
weg te nemen. Dat zou
August Vervloet in de bloei van zijn jaren.
Sint-Truiden, 18 mei Z97j
Monseigneur,
Heeft voor U het paneel de Rechtvaardige Rechters mes
waarde dan een mensenleven, waarom drijgt U nu als ik nog verdk
zoek en het te voorschijn zou halen, kunt u sterven, dat hebt U tegd
mij persoonlijk gezegd op het Bisdom in Gent.
Monseigneur overal staat te lezen op de muren van di
kerken. Uw geloof is meer waard dan alle schatten der wereld, zoafver
goud en juwelenU weet waar het paneel zich nu bevind en ik wee_ra^j
waar de dieven het verborgen hebben, in Sint-Baafs, pilaar L zwariPee
marmere plaat en plank, dat staat op het plan van Goederthier. r"1*
Monseigneur vind U dat niet eigenaardig dat ik op aten'
nacht van Allerheiligen op Allerzielen in 1965 de plaats heb kunneif
aanduiden op het plan van Sint-Baafs, de plaats waar het verborgefeW(
werd. En dat ik nu in 1969 de nacht van Sinksen op Sinksenmaandag0"
het plan van Goederthier ontcijferd heb en dat geeft ook de plaats aataar
waar het verborgen werd, en dat alle maten die op het plan van Goa
derthier staan de maten opgeven van diepilaar, en dat de marmerejn dt
platen die daar rond staan aan die pilaar.
De Heer Russels van het Comité voor Monumenten heef.
mij persoonlijk gevraagd om 3 jaar te wachten om die zaak verder
laten onderzoeken, want zo zei hij tegen mij, als het nu te voorschijk
zal komen, zou het een groot schandaal zijn voor het Bisdom Gent
Als ik 3 jaren wacht heb ik niet de minste kans om tl
slagen, ik zou ook het meesterwerk eens willen bezien, (De Rechtvaar
dige RechtersHet gaat mij niet om hetgene wat mij toekomt volgen
de wet, maar om de eer te hebben om het terug te plaatsen in d
kapel, en dat ik de bergplaats aangewezen heb en niemand anders.
De politiekomrnissaris Karei Mort hier, heeft aan mij een
verklaart, in de Biezekapelstraat, Vervloet als u de Rechtvaardig
Rechters moest vinden, dan heb ik daar niets aan want zo zei hi
mij persoonlijk, daar is een dame die alle dagen telefoneerd, en dil
een soms van grote waarde presenteert aan de vinder van de Rechtï
vaardige Rechters dan heb ik gevraagd wie is die dame en dar,
heeft hij mij verklaard dat hij die naam niet mochtbekend maken
dat moest een geheim blijven. n"1'
Een heer van de Commissie .voor Monumenten heeft aaror
mij ook gevraagd, als ik de Rechtvaardige Rechters uit die pilaar tl
voorschijn zou halen, dat ik een som van 3 a 4 miljoen zou willen bet1.,
talen, dat kon hij goed gebruiken, zo heeft hij aan mij persoonlijrC 1
gezegd. F
Ons Heer heeft in vroeger dagen en jaren ook verklaartTaa
luistert naar hun woorden, maar zie niet naar hun daden.
Wat moeten wij gelovigen denken over onze overheid, d£e%1
priesters, en Bisschoppen, als zij het goede voorbeeld niet geven.
spreekt over rechtvaardigheid, niemand- mag onrecht doen aan zij'i
evennaaste, volgens ons geloof zouden wij alles moeten herstellenfer
volgens onze godsdienst, vooraleer wij vergiffenis kunnen verkrijgen
over onze daden, die wij aan een ander gedaan hebben. *e=
Monseigneur, gelooft U zelf nog in Rechtvaardigheid o)De
in (GOD), is het alleen maar dat U de titel draagt. Monseigneur, ct$p,
dat U denkt dat U geen kwaad kunt doen, dat U de vinder van de
Rechtvaardige Rechters nu dreigt met de dood, dat U mij daar mede
kunt afschrikken, dan bent U aan het verkeerde adres, want ik heb
niet de minste schrik van te sterven. Want moest U weten wat God is
dan zou U alles herstellen. Waarom werd die steen de 26 maart 1966
niet verplaatst, dan zou alles al lang opgelost zijn.
Tekening van het plan Goedertier
2-0,30 <*3
Dat is de tekening die men vond in de lade van
Goedertiers bureau. Volgens Vervloet ziet men
duidelijk de letters. SBCG in de eerste cirkel
staan. Dat wil volgens hem zeggen Sint-Baafs
Cathedraal Gent. Eén der afmetingen van het
paneel "53" staat duidelijk op de tekening.