rzOEKEND MET PENDEL EN WICHELROEDE ihet zat, maar achter mijn rng is het weggehaald T. e=JI^NK 17 Ook in de Dendermondse abdij heeft men ooit gedacht de oplossing te kunnen vinden. PlAAT p l a v ig. A /-A - Vervloet verduidelijkt zijn stellingen met deze uitlegschets die verwijst naar de tekening van Goedertier. Voor diegenen die zich een avondje willen bezig houden een vette kluif. Wij hadden moed noch plaats om in detail het plan te bespreken. Toch zitten er punten in die erop wijzen dat Vervloet wel eens gelijk kan hebben. enige voorwaarde bestond erin dat noch pers noch TV mocht aanwezig zijn. Op de bepaalde dag verschijnen er echter reporters van «La Libre Belgi- que» en «Le Patriote lllustré». Het ging dus opnieuw niet door. In de zomer van '67. in oktober van hetzelfde jaar en op 18 maart 1968 werdt er opnieuw gemeten en gezocht. De laatste keer konstateert de h. Moelijn (sekretaris van de kommissie der monumemen) dat er aan de steen was gewerkt. De aanne mer verklaarde dat hij daar zeker niets aan had gedaan. Ook van de konsole onder de plaat is er een hoekje af. Opnieuw wordt er gepeild achter de plaat. Nu vindt men nog amper een zestigtal centi meter vuil. daar waar het vroeger helemaal vol zat. Bovendien blijkt het stuk van het vroeger gebruikte apparaat verdwenen te zijn. Die dag vertrouwde de koster Vervloet toe dat twee heren de plaat hebben verschoven en het paneel hebben meegenomen. Rond halftwaalf verscheen mgr. De Kesel. die zeer kwaad was en volgens Vervloet zelfs zou hebben gezegd dat hij ermee moest stoppen, want dat hij het wel eens met zijn leven zou kunnen bekopen. Diezelfde avond beleeft Ver vloet iets waarover wij eerder met schroom durven schrijven. Hij was gaan rusten en voelde zich stilaan onwel worden. Het werd steeds slechter en slechter. Het leek op een totale aftake ling van zijn lichaam. «Toen begreep ik wat er gaande was.» vertelde hij. «het was mgr. De Kesel die zijn telepatische eigenschappen gebruikte om mij er onder te krijgen. Maar »ebeuren in aanwezigheid van Ie heren Bussels en Pomba van de Monumentenzorg. Van De Walle van het toeristisch jureau en van de reeds ■enoemde Broeder Firmin. Ook de politie van Gent was op leze poging aanwezig. Het was aannemer Bruxelmans met twee werklieden die de werken litvoerde. Tegen de middag zijn ze erin geslaagd om het bovenste stuk van plaat vier weg te nemen. Dan gingen ze eten en om twee uur was Vervloet terug ter plaatse. De anderen komen er echter maar door om halfvier, praten een beetje en om vier uur wordt de hele boel terug in mekaar gestoken. Gedurende die periode had die broeder de mensen van de Monumentenkommissie ervan kunnen overtuigen dat zoeken geen nut had. Zo zegt Vervloet. Er was natuurlijk geen tijd genoeg geweest om alles gron dig te doorzoeken. Wel werd gekonstateerd dat er achter de bewuste plaat zeer veel vuil zat. HET PLAN Vier dagen later, op 29 maart. (Vlgr. De Kesel het mislukte omdat mijn talenten groter waren dan de zijne. Het was een strijd op leven en dood. 's Morgens ging het stilaan over en de dag nadien was ik terug de oude...». NIET OPGEVEN In augustus van 1970 ging hij terug naar het Lam Gods. Toen vroeg de koster hem of hij geen schrik had om te sterven. Hij zegde «In uw plaats kwam ik hier niet meer, want men zou wel eens naar uw leven kunnen staan.» Daarop verklaarde de koster dat hij wel geloofde dat de Rechtvaardige Rechters reeds terug in het bezit van het bisdom waren. WAARHEID VERDICHTSEL Het verhaal van Vervloet leek ons de moeite waard om weer te geven. Vooral omdat zijn' onderzoek zich afspeelde onder de neus van de kerkelijke overheden die zich gedurende de ganse ontwikkeling van de zaak eigenaardig hebben ge dragen en die ook tijdens Vervloets privé-onderzoek op zeer speciale wijze hebben gereageerd. Het is wel duidelijk dat alles zich afspeelt in en rond het bisschoppelijk paleis en de katedraal. Het verhaal van de pendelaar past zeer goed in de teorie van diegenen die menen dat de Rechters nooit de kerk hebben verlaten. Die mening is meestal gebaseerd op het verhaal van mgr. De Kesel die vertelde over de Duitse onder zoekingen. Indien het inder daad zo gebeurd is als hij vertelt, dan kan het paneel nooit in vreemde handen zijn geweest en weet men zeer goed waar het zich bevindt. (vervolgt) MARC DE BACKER Beste Heer Vervloet, Uw aangetekend schrijven is me goed aangekomen en ik zal liet bij de eerstkomende Kerkraad aan de Heren van de Kerkfabriek 'oorl eggen. Ik verontschuldig mij zo ik tegen U zou hebben verkeerd >ehandeld, doch ik meen gedaan te hebben wat ik moest doen. Ik be twijfel geenszins Uw zeer goede bedoeling doch, ik durf U vragen ook de onze niet te twijfelen. Met ware genegenheid, L. De Kesel verschijnt in de Gazet van Antwerpen een artikel dat het boek bespreekt, geschreven door Mortier en Kerckaert. Bij die* bespreking verschijnt ook voor de eerste keer het beruchte plan dat Goedertier zou gete kend hebben om de plaats aan te duiden. Vervloet bestudeerde dat plan en kwam tot de konklusie dat er juist dezelfde plaats stond aangegeven als die welke hij vermoedde. Hij kreeg zelfs toelating om de pilaar te gaan opmeten en al die maten die vermeld stonden op het plan klopten De dinsdag na Sinksen van 1966 gaat Vervloet met zijn ontdekking bij de Prokureur van Dendermonde. Deze stuurt het dossier door naar Gent, maar daar komt het terecht bij Mortier, die het volgens Vervloet heeft genegeerd. BROKSTUKKEN In november van 1966 keerde Vervloet terug naar de kate draal. Hij vond rond de pilaar enkele brokken steen en ver moedde dat het paneel er ondertussen was uitgehaald. Samen met een notaris Maen- houdt en een mijnheer Weber wou hij opnieuw achter de plaat kijken. Zij hadden een toestel bij zich dat de dokters gebruiken om in de maag van patiënten te kijken. Ongeluk kiglijk brak het lange uiteinde af en bleef steken achter de steen. Toch kreeg hij opnieuw de. kans om open te breken. De St.-Truiden, 16 september 1970, Monseigneur De Kesel, Volgens Uw schrijven van 25-5-70, bevestigt U dat bij de eerstkomende Kerkraad aan de Heren van de Kerkfabriek mijn aange tekend schrijven van 18 mei 1970, zou voorgelegd worden. Daar ik tot op heden nog niet het minste heb ontvangen j ver de beslissing van de Heren van de Kerkraad, ben ik zo vrij U te ragen om binnen de 8 dagen een antwoord te geven aangaande het pa- teel De Rechtvaardige Rechters, en de voorstellen die ik U heb gedaan angaande de eer te hebben, het gestolen paneel terug gevonden te heb- Monseigneur ik bevestig en verklaar nogmaals in eer en geweten, dat het bij mij niet te doen is om het geld. Want volgens de Wet j \ou ik recht hebben op de helft van de waarde van het paneel, de Recht- aa 'aardige Rechters. 'oé Ik vraag alleen de eer te hebben van het terug te plaatsen 'rein de Kapel, in Sint-Baafs. Hopende van een antwoord te ontvangen, groet ik U. eet Hoogachtend, r 'j Vervloet August ''i jij Diestersteenweg 1 it Sint-Truiden Limburg Gent, 18 september 1970 Aan de Heer August VERVLOET, Diestersteenweg 1. 3800 - SINT-TRUIDEN Geachte Heef, Uw spoedbestelling van 16 september is me gisteren goed ingekomen en zo de Kerkraad U nog geen antwoord heeft lateh ge- 'orden, is dit wellicht dat tijdens het verlof de zaak is blijven slepen. f Ik zal op de eerstkomende vergadering van de Kerkraad ,jn Oktober e.k. Uwe zaak opnieuw voorleggen, doch de uitspraak van juli II. zal bevestigd worden. Dan werd er besloten geen verdere op- l,y.oekingen toe te laten die om het even welke bewerkingen vragen, vaar in stukken van het mobiüer of van het gebouw zouden moeten •erwijderd worden. De Kerkraad heeft U vroeger bepaalde toelatingen •egeven, en meent dat wij zover gegaan zijn als in onze bevoegdheid figt. Wil aanvaarden, Geachte Heer, de verzekering van mijn •.erbiedige gevoelens. L. DE KESEL "/Deze brieven werden overgenomen uit het boekje "Spoorloze ''"Sporen" dat August Vervloet zelf schreef. Alles is zo uit het y boekje gefotografeerd. Fouten incluis.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 17