AALSTEN AAR JAN MATTHIEUBEROEPSREIZK3ER
«STRAAT ZONDER BOMEN», EEN MOEILIJKSTUK.
TENTOONSTELLINGEN
BUITEN DE DENDERSTREEK
VAN BEELD TOT GRAFIEK
KULTUURKALENDER
De Voorpost - 21-3-75 - 11
Het is geen nieuws als we vertellen dat de stadsschouwburg
nooit vol loopt voor een toneelstuk uit het ernstige genre. Niet
tegenstaande deze wetenschap is het bewonderenswaardig dat
Kunst, Licht en Vrijheid toch elk jaar benevens een blijspel de
aanpak van een ernstig stuk durft te programmeren.
Straat zonder bomen» van
Ted Willis is een sterk realis
tisch stuk dat een wrange na
smaak achterlaat. Een derge
lijk stuk aanpakken is een be
wijs van durf, het tot een goed
einde brengen is een bewijs
van de werklust die de toneel
groep Kunst, Licht en Vrijheid
bezit.
Het gebeuren speelt zich af op
een zolderkamer. Daar leven
mensen samen in armoede, met
drank, in onzekerheid, onsta
biel, wreed met zichzelf en
met de ander. Een oude blin
de man doodt de tijd met het
opmaken van bloemenkransen
voor het graf van geburen, hij
hokt samen met Jess, die zich
nog enkel an de drank en de
sigaretten vasthoudt. Een stel
letje drinkebroers, de verlopen
akteur Kipper, de slons Marge
en de gladde jongen Wilkie
helpen de weinige centjes op
maken. Midden daarin een jon
gen en een meisje, broer en
zus, Tommy en Hetty, verward.
De jongen soms agressief en
arrogant, dan weer gelaten en
onzeker, verliest zijn baan om
dat hij verdacht werd van een
een! diefstal die hij niet beging, on-
n de schuldig en uit haat tegen zijn
kan werkgevers gapt hij bij het ver
trekken gereedschap dat
prompt verkocht wordt door de
blinde.
Wilkie bezitter van een bedrijf
in ongure zaakjes bezorgt hem
een goed betaalde job. Een-
:idenj maal de smaak te pakken gaat
;ren.| Tommy met een paar vrien-
00j(j den de ongure zaken zelfstan-
len I dig aanpakken. Er komt moord
van, hij wordt gezocht.
I Hetty, dromend van een beter
inst'j ^u's' ernst'9 werkend meisje
ook wenst ^eze buurt te ontvluch-
i ten. Enkel haar bezorgdheid
oor"! om Tommy weerhoudt haar er-
5,ra" i van En moeder Jess een wrak
ksel, i belust op geld schrikt er niet
Isge- j voor terug haar eigen kinderen
met I te verraden, te verkopen., als
Jto's bet maar opbrengtHet meis-
:eert 'e wor(h dronken gevoerd en
Is er over9eleverd aan de koelbere-
kende Wilkie, zij groeit uit tot
'uae een slet.
eren I Gezocht wegens moord zoekt
rr Tommy zijn toevlucht in de zol-
n derkamer, bedreigt zijn moeder
aar
met zijn «vriendej» de revol
ver, spreekt harde taal.
De politie omsingelt het huis,
moeder ontvlucht het huis. Tus
sen broer en zus spelen zich
dramatische scènes af die ein
digen met twee schoten. Tom
my is dood, gedood door zijn
zus.
Algemeen beschouwd een vrij
goede opvoering. We kunnen
de regisseur hier slechts één
fout aanwrijven, een gebrek
aan aktie. Langdradige dialo
gen vergen van het publiek een
konstante koncentratie. Matte
delen droegen hier zeker niet
toe bij met als resultaat dat
juist de ijskoude bikkelharde
sfeer van dit milieu niet voort
durend tot uiting kwam.
We verduidelijken met niet
voortdurend bedoelen we dat
er wel aangrijpende momenten
waren, vlot, fijn gespeeld, echti
Met dit spelersmateriaal kon
O. Van den Berghe echter veel
meer bereikt hebben, de replie
ken waren niet vlot genoeg,
en neem nu het breken van
flessen en glas, akkoord om
het zo realistisch mogelijk op
te vatten maar is dit geen ge
vaarlijk spel
Bill, de blinde man (Herman
Daelman) gaf nog eens een
prachtprestatie. We stellen ons
voor dat een blinde man spe
len niet zo gemakkelijk is, we
vergeven hem dan ook graag
dat hij hier en daar een steek
liet vallen bv„ een glas dreigt
te vallen en hij kan het nog
net vastgrabbelen Voor het
eerst zagen we William Bou-
lembercq (Tommy) in een be
langrijke rol. Het feit dat hij
tien dagen voor de opvoering
iemand anders moest vervan-,
gen is al een prestatie op
zichzelf. Hij verdedigde dan
ook zijn rol voortreffelijk, soms
radeloos, hulpeloos of bikkel
hard
Ook zijn echtgenote Gracienne
Van Nieuwenborgh weet van
wanten, van het naarstige eer
lijke meisje naar de slet was
fijn, echt genietbaar.
Georgette Van Lierde (Jess, de
dronken moeder) bracht wel
een goed spel maar haar ver
tolking mocht volgens ons nog
hemeltergender, rauwer qe-
L t
De akteurspioeg van Kunst, Licht en Vrijheid (LB)
weest zijn. Haar kledij was
trouwens ook niet goed aan
gepast, het was nog te net, te
sjiek.
Odilon Mortier, alias Wilkie kan
twe pluimen op zijn hoed ste
ken, de eerste voor zijn toon-
dichting, de tweede voor zijn
vertolking. Een rol gesneden
voor hem.
William De Wit, de steeds min
of meer dronken artiest was
nogal mat. Wellicht kreeg hij
opdracht steeds half zat-zin-
gend binnen te komen, maar
steeds met zijn ene hand in de
lucht en een vervlugde pas is
een voorbijgestreefde uitbeel
ding van de dronkaard. We za
gen al betere prestaties van
hem.
Maria Van Goethem als Marga
was goed in haar korte optre
den, evenals Maurice Van
Houtte (zijn stem als Alf en
Corten Brigitte als Maud. Deze
laatste moet opletten voor
overdrijven, het grensde aan
het potsierlijke.
Frans Wauters ontwierp een
realistisch dekor. dat goed werd
uit- en afgewerkt door de KLV-
ploeg, terwijl het licht werd
verzorgd door Hubert Janssens
en het geluid door Romain Mor
tier. Twee techniekers op hun
vlak, die een foutloze uitvoe
ring brachten.
In het algemeen beschouwd
een goede opvoering, een goed
stuk, verantwoord gekozen door
het KLV bestuur. Jammer dat
ze slechts twee voorstellingen
brachten.
Roel Van de Plas
In de voorlopige lokalen van het Museum voor Moderne Kunst
Koningsplein I te Brussel loopt nog tot 13 april een
tentoonstelling met als tema enkele aspekten van de affiche en
het gratisme in België, van de jaren twintig tot heden. Een selektie
van meer dan 125 stukken laat toe de ontwikkeling van het
gratisme en wel meer bepaald van de affiche te volgen. Er wordt
aangetoond hoe in België zoals elders het beeld aan de oorsprong
ligt van de massakommunikatie. Vanaf de jaren twintig merkt
men hoe de affiche haar verhalend en anekdotisch karakter
verliest, om als symbool. levendige en vlugge, dynamische en
treffende voorstellingen te kreëeren, overeenkomstig de
begrippen van onze tijd. Men kan er werk zien van Leo Marfurt
(1894). Marcel Baugniet (1896), Mare Severin (1906), Wilchar
(1910), Lucien De Roeck (1915). Meer recenter is het werk van
Rohony. Van Malderen, Richez, Pasture, Key, Ibou, Mestdagh
e.a. Elke dag open van lOtot 13uurenvan 14tot 17uur.
R.V.D.P.
VRUDAG21 MAART
Affligem
20 uur: in Kultuureel Centrum, vooropening tentoonstelling
kunstschilder Georges Steel. De tentoonstelling is open op
zondagen 23 - 29 maart en 6 - 13 april van 11 tot 13 uur en van
14.30 tot 20 uur. Op zaterdagen 22 en 28 maart. 5 en 12 april van
14.30tot 20uur, maandag3l maart zoals op zaterdag.
AALST
20 uur: in feestzaal HRITO, Welvaartstraat, literaire avond met
als thema: «Vergeten straat, tussen utopia en utopie» met Willyy
Roggeman. Paul de Wispelaereen L.P. Boon.
Baardcgem
20 uur: in parochiekerk, opvoering door het Koor van de
Muziekakademie «August De Boeck o.l.v. Herman Bronselaer,
van de Mattheuspassie van Heinrich Schütz.
Aalst
20 uur: in zaal Sint-Jozefskollege, Pontstraat 11, opvoering van
«Het proces tegen Douglas» door de laatstejaars.
20 uur: in Mikisklub, Nieuwbeekstraat 35, vertoning van «De
17de breedtegraad».
ZATERDAG 22 MAART
20 uur: in feestzaal Sint-Jozefskollege, Pontstraat 11. opvoering
van «Het proces tegen Douglas» door de laatstejaars.
ZONDAG23 MAART
Aalst
20 uur: Kreja, Driesleutelstraat 51, filmvertoning «Romeo en
Julia».
20uur: in jeugdklubTerlinden, optreden van Wim DeCraene.
Affligem
16.15 uur: in abdij Maria Mediatrix, koncert ter gelegenheid van
de inhuldiging van het nieuwe pijporgel. Organist de h. De
Troyer.
MAANDAG 24 MAART
Aalst
20 uur: in C.S.V., Wellekensstraat 45. kontaktavond met «De
Weide».
20 uur: in de raadszaal van het stadhuis, spreekt O. Debunne,
direkteur van het Studie- en Dokumentatiecentrum Emile
Vandervelde over «Waarom Socialist in 1975?». Ingericht door
C.S.C. De Rank.
WOENSDAG 26 MAART
Aalst
20 uur: in feestzaal HRITO. Welvaartstraat optreden van
Urbanusvan Anus.
Stel je even in onze plaats. Je hebt
zes maanden, want je wil nog een
hoop andere landen bezoeken en je
budget is niet om over naar huis te
schrijven. Je kan in India best niet
meer dan 2500 fr. per maand uitgeven,
wil je toekomen met je geld in Indo
nesië, want daar wil je zeker heen.
Daarbij moet je rekening houden met
de seizoenen. We zijn nu begin no
vember. Tegen eind april begint het
super-hete seizoen, en dat maak je
liever geen tweede keer mee.
Dus zes povere maanden om India
te beleven. Wat gaan we zien en wat
niet (In de dimensie van het schrij
ven van deze reeks, ligt het knelpunt
toevallig ook hierWat ga ik vertellen,
wat niet Vooral wat NIET Want,
hoe weinig we dan ook van India ge
zien hebben, we stikken in de stof, ge
noeg om mèanden op deze derde
bladzijde de joernalist mee uit te han
gen).
Hoeveel artikels kunnen we nog aan
India besteden, zonder van deze reeks
een boek te maken dat verschijnt in
afleveringen. Maar ook zonder de kon-
tinuiteit van deze reeks als verhaal te
breken
Wel, we stonden daar in Agra voor een se
rieus probleem. We werden gedwongen te
schiften uit een hoop fantastische dingen
en hadden als leiddraad vooral de ettelijke
brochures en zeer degelijke toeristenkaart
van India, die je gratis in alle Tourist-In
formation bureau's kunt krijgen. Het resul
taat was echter dat we alsmaar meer din
gen vonden die we niet graag wilden mis-
We mochten ook geen omwegen van dui
zenden kilometers gaan makenwe wil
den uit Madras, in Zuid-lndia, vertrekken.
Dus vielen er al direkt een aantal belang
rijke plaatsen weg (o.a.SARNATH, BE
NARES, BODHI GAYA, spijtig DARJEE-
IANG, zéér spijtig, PATNA, KATHMAN-
DU, CALCUTTA, gelukkig, en PURI om
maar de belangrijkste te noemen). Plus in
Ra/asthan: AJMAR, UDA1PUR, MOUNT
ABU, en in Madhya Pradesh B HOP AL en
INDORE. We hadden tevoren al KASH
MIR en Kulu-Valley gemist. Het zou dus
vooral Zuid-lndia worden. Maar een paar
dingen in het Noorden wilden we zeker
niet missen. Daarvan hebben we JAIPUR
en AGRA al beschreven, maar ook KHA-
JURAHO en de grottempels van AJAN-
TA en ELLORA horen er bij.
KHAJURAHO
Het begon ook tot ons door te dringen,
dat we op deze manier echt niet lang meer
konden doorgaan. Het ging allemaal nog
veel te snel. We hadden op twee weken al
weer honderden kilometers afgelegd (Am-
ritsar - Dehli - Jaipur - Agra). We voelden
dat we binnen afzienbare tijd rust zouden
nodig hebben om fysiek te rekupereren en
al deze ervaringen op het gemak te her
kauwen en te assimileren. Vermits we ech
ter toch in de buurt waren, wilden we nog
Khajuraho bezoeken en dan zouden we ons
terugtrekken in DWARKA. Hopelijk een
rustige afgelegen plaats, aan de kust, in het
uiterste Noordwesten van Gujarat. Gaby
had ons deze plaats aangeraden. Ze was
er geweest en kon het weten.
Over de tempels van Khajuraho verscheen
reeds eerder een artikel in dit blad. De be
roemde sex-tempels liggen in een droge
vlakte bezuiden Allahabad en Varanasi. Ze
werden toeristisch 'gepusht-' door de Indi
sche regering, omdat ze niet té veraf lig
gen van Dehli, en dus gemakkelijk kunnen
ingeschakeld worden in een van die ridi-
kule 'tourist-trips'. Er werd speciaal voor
de heren toeristen een vliegveld aangelegd
in de buurt. Men is nu ook druk bezig met
een zogen. Masterplan' dat, zogezegd om
de tempels beter tot hun recht te laten ko
men, de bestaande hotelletjes wil onteige
nen en met de grond gelijkmaken. Men zou
dan een aantal kilometers verderop een
toeristisch centrum bouwen met betere ak-
komodatie. Uitsluitend voor Luxe-toeristen
dus. Broodroof voor de mensen die er sinds
jaren een zaakje hebben, maar meer geld
en prestige voor de regering. Hierover lees
je natuurlijk niet in de meeste Indiareporta-
ges, want dat veronderstelt interesse in de
problemen van de plaatselijke bevolking.
Wat de tempels zelf betreftze zijn prach
tig alhoewel half geplunderd. Je vindt en
kele prachtvoorbeelden van groepssex.
De architektuur scheen de opbouw van een
orgasme te beschrijvenverschillende to
rens als 'lingams, de voorste wat lager dan
de volgende en zo hoger en hoger tot de
grote topeen uitbarsting... en daarach
ter... mets. Een steile muur, praktisch zon
der enige versiering, loodrecht naar de aar
de.
Tenminste dat maakte ik eruit op. Het kan
natuurlijk ook mijn op hol geslagen fan
tasie geweest zijn. Het was er rustig. Toch
maakten de tempeL niet zo'n geweldige in
druk op ons. Het voornaamste effekt was
dat we in die sensuele atmosfeer ook krea-
tief begonnen te doen, die avond, onder
het zilveren maanlicht in ons minuskule ka
mertic. Daar voelden we nog maar eens
aan den lijve hoe sex en religie samenvloei
den in volmaakte harmonie. Het was zeker
prettig.
We vochten ons in een overvolle trein te
Satna. Niet zonder moeite geraakte we in
een zogezegd volle slaapwagen (3tier-cum
sleepers) verwachtend dat er wel weer een
paar vrije bedden zouden ontdekt worden
mits kleine 'bakshish' voor de kontroleur.
Maar dit bleek voor één keertje een on
kreukbare Indiër te zijn, ofwel had hij zijn
zaak/e al gedaan want de wagon was in
derdaad vol. Vermits in slaapwagens nie
mand mag reizen zonder (al dan niet) ge
reserveerd bed, moesten we er weer uit in
het volgend station. Het vroeg zeer veel
diplomatie om de man te overtuigen dat
Jeanine écht ziek was. Niet eens een leu
gen ze lag te zieltogen op onze bagage in
de gang. 'Dat het mensonwaardig zou zijn
van ons eruit te gooien etc.'
Een zeer vriendelijk ingenieur stond zijn
slaapplaats af aan Jeanine 'Als mijn vrouw
ziek was, zou ik het ook fijn vinden dat
iemand hetzelfde deed voor haar.' Er zijn
nog edele Indiërs.
In één van de volgende stations kwam er
nog een plaatsje vrij en kon Jeanine naar
het 'Ladies-compartiment'.
Nog een dag later zaten we in AURANGA-
8 AD te bekomen van de laatste 140 km
bustrip, die we in een overmoedige bui (we
zijn nu toch al kapot) nog even in één
moeite door hadden 'mee-genomen', want
de trein rijdt met tot hier. Het werd een
rit van... Acht volle uren.
Gelukkig wel een heel erg proper hotelle
tje, met een muggennet boven het bed en
plaats voor ons om ons vuurtje es te pro
beren. Van nu af kookt tante Sjanien zelf
ons potje. Hoera.
We hebben het soms wel echt moeilijk ge
had. Het kruipt uiteindelijk wel in je kle
ren hoe weinig je er ook mag dragen. Het
begint zwaarder en alsmaar zwaarder te
wegen... We waren echt aan uitblazen tóe.
Ik zal het niet verbergen noch verontschul
digen het valt me zwaar om Ellora te be
schrijven, want hetgeen er als beeld van
overgebleven is in mijn geest, is lang niet
zo klaar. En ik nam geen nota's. Al deze
artikels zijn uit het hoofd neergeschreven,
steeds minstens zes maanden «na de fei
ten
Het is spijtig, omdat de KAILASANATHA-
tempel een van de wereldwonderen is, en
beter verdient. Toch wil ik iets over dit
groot meesterwerk zeggen, omdat het één
van de wonderlijkste prestaties is die de
mens als kunstenaar in groepsverband heeft
gedaan. En omdat er in de boeken zeer
weinig aandacht wordt aan geschonken
«In Ellora vinden we naast, of beter, mid
denin tal van Buddhistiese en Jainistiese
grotten, ook een Shiva-tempel uit de vroe
ge middeleeuwen (ongeveer de 8ste eeuw).
Buiten Shiva en zijn echtgenote Rarvati
wordt ook hun zoon Ganesha, voorgesteld
met een olifantenkop, daar herhaaldelijk
voorgesteld..."
Wel, we namen een rood-en-gele bus zon
der ruiten, met lappen in leer gevatte stof
om over de ramen te spannen in geval van
regen of 's avonds als 't koeler wordt.
De grotten liggen een 22 km van Auranga-
bad. Maar we hadden een lekke band vlak
aan de voet van de berg met het grote
fort van Daulatabad.
Het is een enorm groot fort. God, je kan
het niet geloven, een komplete stad. En to
taal in puin, overwoekerd met groen. Hoog
gras met slapende slangen. Alles gebouwd
rondom en op de flanken van een heuvel
in het midden van een grote dalkom, dus
omringd met nog hogere heuvels. Uit het
midden van de stad-burcht, steekt een stei
le rotsvuist omhoog met wanden zo glad
'dat zelfs de mieren er niet in slagen ze te
beklimmen' volgens een geschiedkundig
ooggetuigenverslag van ene Chinese reizi
ger uit de jaren zeventienhonderd die be
weert van zelf gezien te hebben hoe de
mieren van deze steile wanden naar bene
den tuimelden. Het kan natuurlijk ook een
subtiele vorm van propaganda geweest zijn.
Het fort ging in elk geval door voor on
neembaar, en dat is weinig verwonderlijk
als je't zo voor je ziet. Maar onze bus is
geen toeristenbus en zodra het andere wiel
erop zit rijden we door langs een slingeren
de weg, hoger en hoger, weg van het fort,
dat al vlug versmelt met de rest van de
vallei. Ons doel, Ellora, nadert.
Dé Grot van Ellora, de Kailasanatha-tem-
pel. De andere grotten vallen er helemaal
bij in het niets. En dat zal waarschijnlijk
ook wel min of meer de bedoeling geweest
zijn, vermits deze Shiva-tempel uiteraard
jonger is dan de buddha- en jain-tempels
aan weerszijden. Je moet het je maar voor
stellen al deze grotten werden met de
hand, met hamer en beitel uitgehouwen.
Het is als een reusachtige termietenhoop,
deze heuvel. Overal grote zalen met zelfs
pilaren om het een gebouwdtintje te ge
ven. Dikwijls besef je echt niet dat deze
hele zaal of deze serie cellen in feite één
groot beeldhouwwerk vormen. Maar dan
kom je de Kailasanatha binnen en dan val
je toch wel letterlijk op je gat. Want wat
deze mensen hier gepresieerd hebben dat
is gewoon onmogelijk. Het hele gedoe is
van een grootte-orde ongeveer gelijk aan de
St. Martinuskerk van Aalst, ware ze ooit
volledig afgeraakt maar dan uitgebeiteld
in plaats van gebouwd. Met een toren van
33 m. Met andere woorden deze hele plaats
is één enkel stuk rots. En het is zo fantas-
ties goed uitgevoerd dat je bijna niet kan
geloven dat het niet gebouwd werd maar
uitgehold. Dat dit ding van boven naar
beneden ontstond. Dat hier gedurende 36
jaar een dertienduizend steenhouwers heb
ben gewerkt. Dat ze geen vergissingen
mochten maken, want je kon nog moeilijk
de weggehakte steen er terug aanplakken.
Er staan twee levensgrote olifanten op de
binnenhof. Ze lijken heel klein tegen het
hoofd-'gebouw' van deze tempel. Er wa
ren overal wandfresco's (bas-reliefs) met
verhalen uit de Ramayana en stories van
Shiva en Parvati, maar ik herinner me hier
zeer weinig van. De totaliteit had me zo
geweldig platgeslagen dat ik nadien nog
moeilijk op de details kon gaan letten. Ik
liep maar de hele tijd te mompelen Tch
tch tch god god dat is toch niet mogelijk,
enfin, zoeiet da kan toch niet bestaan, maar
zie nu toch ne keer, enzovoort.
Ik durf er dan ook niet veel meer over ver
tellen. Zelfs met foto's of dia's, gesteld
dat ik me met zulke dingen zou bezighou
den, is het onmogelijk. In woorden alleen...
misschien kan iemand het beschrijven die
'n even groot kunstenaar is van het woord,
als de mensen die dit bouwden kunstenaars
waren met de beitel. Maar ik betwijfel of
deze schrijver, gesteld dat hij bestaat, het
zou klaarspelen op enkele armzalige ge
typte blaadjes. Geen van deze kunstenaars
is gekend. Maar hun werk blijft daar. Het
grootste beeldhouwwerk ter wereld. Een
stuk waar enkele duizenden mensen met
gemak in kunnen. Een groot werk met
veel grote 'kleine' werkjes van binnen in.
Een wonder.
Wat dan gezegd van Ajanta...?
Hier gaat het om een serie grottempels die
pas herontdekt werden in de vorige eeuw.
Door een Brits officier op tijgerjacht in de
streek. Op een bepaald moment volgden ze
een spoor dat naast een riviertje liep. Ze
kwamen zo in een verscholen vallei die
bijna volledig was dichtgegroeid. En daar,
hoog tegen de wanden, ontdekten ze een
opening, half afgeschermd door klimop.
En toen ze verder keken zagen ze er nog,
en dingen die op trappen leken uitgehou
wen in de rots, en was dat daar geen echt
portaal, bijna zoals van een kerk Ze
drongen in de eerste van de grotten naar
binnen. Het waren geen natuurlijke grotten.
Ze waren met mensenhand uitgehold. En
toen zagen ze de enorme zwijgende boed
dha's in hun grote nissen, helemaal achter
aan in de donkere zalen. En toen ze hun
lampen op de muren richtten, het zullen
wel fakkels geweest zijn, toen konden ze
vaag kleuren onderscheiden en jadaar
stonden de fresco's van Ajanta, meer dan
tweeduizend-driehonderd jaar oud. De le
vens van de Buddha en de bodhissatva's,
hoftaferelen, ambachtslieden aan het werk.
Alles nog prachtig bewaard. Beschermd
tegen vocht en licht.
Wel deze dingen moet je ZIEN. Ik kan
met meer zeggen. Als je ooit de kans krijgt
om de fresco's van Ajanta en de tempel
van Ellora te gaan zien, dan moet je dat
doen.
Toen we Ajanta uiteindelijk achterlieten,
samen met enkele andere travelers gezellig
babbelend op een rammelkast van een bus,
voortgeschud richting Jalgaon, toen voel
den we plots heel akuut een dieper soort
van vermoeidheid. Een gevoel, eerder men
taal dan lichamelijk, een indigestie van de
geest. We hadden téveel gezien op een té
korte tijd en nu verlangden we maar één
dingeen plaats waar we minstens een
maand zouden kunnen bekomen. Met niets
dan wat natuur en zee, niet teveel opdrin
gerige Indiërs, en een goed dieet. Eeinde-
ïijk eens echt rekupereren...
Nog een nacht in het station van Jalgaon.
Een ganse dag tot elf uur 's avonds op een
supertrage passagierstrein, voortkruipend
naar de Westkust toe, een nacht in Surat
en de daaropvolgende nachttrein naar
Viramgam, pal Noord, evenwijdig met de
kust, weg van bomvol Bombay. Een vroege-
ochtendkonnektie met nog een trein naar
Jamnagar en verder naar... Dwarka. Zo
moe, zo veel meer honderden kilometers
dan ik zin om na te tellen.
Maar zo was hetsamen op deze nein
met uren vertraging een grijze vlek in de
avond naderend, een plaats waarvan we
niet wisten wat er te beleven zou zijn maar
vurig hoopten dat het goed zou worden.
Goed genoeg om er een tijdje te blijven.
Jeanine lag wat te dutten in 't bagagerek
en voor mij zat een man op de bank, die
er sympathiek schoolmeesterachtig uitzag.
Hij zat in kleermakerszit en keek een beetje
schuchter nieuwsgierig en zeer intelligent
over zijn brilleglazen in mijn rcihting. En
iets zegde medeze jjian kan je helpen. Ik
sprak hem aan. Ik had kennis gemaakt met
HARUBAI ADUNIN TAILOR, de man die
de volgende maand een feest zou maken.
Maar dat kon ik toen nog niet weten. Hij
begon met ons naar ene hotelletje te bren
gen. Het ging met de paarde koets van het
station naar het dorp. Het werd een ge
weldige wedren tussen de twee koetsen, de
paarden ontwikkelden een fantastische snel
heid. weliswaar bergaf en met de wind eer.
beetje in het voordeel. Het schuim vlokte
tot op onze kleren. Maar we wonnen de
koers. We deden de zes kilometer in even
veel minuten.
Harubai had ons een huisje beloofd, hij
zou ervoor rondkijken. Hij dèèd het.
De volgende morgen waren we geïnstalleerd
naast zijn vriend Vasudev. In het kastehuis
van de Tailors (zie: India, effe uitblazen,
Voorpost nr.)
En zo begon ons verblijf in Dwarka. Hoop
vol. .Maar doodop.
('t vervolgt)