AALSTEN AAR JAN MATTHIEUBEROEPSREIZK3ER «STRAAT ZONDER BOMEN», EEN MOEILIJKSTUK. TENTOONSTELLINGEN BUITEN DE DENDERSTREEK VAN BEELD TOT GRAFIEK KULTUURKALENDER De Voorpost - 21-3-75 - 11 Het is geen nieuws als we vertellen dat de stadsschouwburg nooit vol loopt voor een toneelstuk uit het ernstige genre. Niet tegenstaande deze wetenschap is het bewonderenswaardig dat Kunst, Licht en Vrijheid toch elk jaar benevens een blijspel de aanpak van een ernstig stuk durft te programmeren. Straat zonder bomen» van Ted Willis is een sterk realis tisch stuk dat een wrange na smaak achterlaat. Een derge lijk stuk aanpakken is een be wijs van durf, het tot een goed einde brengen is een bewijs van de werklust die de toneel groep Kunst, Licht en Vrijheid bezit. Het gebeuren speelt zich af op een zolderkamer. Daar leven mensen samen in armoede, met drank, in onzekerheid, onsta biel, wreed met zichzelf en met de ander. Een oude blin de man doodt de tijd met het opmaken van bloemenkransen voor het graf van geburen, hij hokt samen met Jess, die zich nog enkel an de drank en de sigaretten vasthoudt. Een stel letje drinkebroers, de verlopen akteur Kipper, de slons Marge en de gladde jongen Wilkie helpen de weinige centjes op maken. Midden daarin een jon gen en een meisje, broer en zus, Tommy en Hetty, verward. De jongen soms agressief en arrogant, dan weer gelaten en onzeker, verliest zijn baan om dat hij verdacht werd van een een! diefstal die hij niet beging, on- n de schuldig en uit haat tegen zijn kan werkgevers gapt hij bij het ver trekken gereedschap dat prompt verkocht wordt door de blinde. Wilkie bezitter van een bedrijf in ongure zaakjes bezorgt hem een goed betaalde job. Een- :idenj maal de smaak te pakken gaat ;ren.| Tommy met een paar vrien- 00j(j den de ongure zaken zelfstan- len I dig aanpakken. Er komt moord van, hij wordt gezocht. I Hetty, dromend van een beter inst'j ^u's' ernst'9 werkend meisje ook wenst ^eze buurt te ontvluch- i ten. Enkel haar bezorgdheid oor"! om Tommy weerhoudt haar er- 5,ra" i van En moeder Jess een wrak ksel, i belust op geld schrikt er niet Isge- j voor terug haar eigen kinderen met I te verraden, te verkopen., als Jto's bet maar opbrengtHet meis- :eert 'e wor(h dronken gevoerd en Is er over9eleverd aan de koelbere- kende Wilkie, zij groeit uit tot 'uae een slet. eren I Gezocht wegens moord zoekt rr Tommy zijn toevlucht in de zol- n derkamer, bedreigt zijn moeder aar met zijn «vriendej» de revol ver, spreekt harde taal. De politie omsingelt het huis, moeder ontvlucht het huis. Tus sen broer en zus spelen zich dramatische scènes af die ein digen met twee schoten. Tom my is dood, gedood door zijn zus. Algemeen beschouwd een vrij goede opvoering. We kunnen de regisseur hier slechts één fout aanwrijven, een gebrek aan aktie. Langdradige dialo gen vergen van het publiek een konstante koncentratie. Matte delen droegen hier zeker niet toe bij met als resultaat dat juist de ijskoude bikkelharde sfeer van dit milieu niet voort durend tot uiting kwam. We verduidelijken met niet voortdurend bedoelen we dat er wel aangrijpende momenten waren, vlot, fijn gespeeld, echti Met dit spelersmateriaal kon O. Van den Berghe echter veel meer bereikt hebben, de replie ken waren niet vlot genoeg, en neem nu het breken van flessen en glas, akkoord om het zo realistisch mogelijk op te vatten maar is dit geen ge vaarlijk spel Bill, de blinde man (Herman Daelman) gaf nog eens een prachtprestatie. We stellen ons voor dat een blinde man spe len niet zo gemakkelijk is, we vergeven hem dan ook graag dat hij hier en daar een steek liet vallen bv„ een glas dreigt te vallen en hij kan het nog net vastgrabbelen Voor het eerst zagen we William Bou- lembercq (Tommy) in een be langrijke rol. Het feit dat hij tien dagen voor de opvoering iemand anders moest vervan-, gen is al een prestatie op zichzelf. Hij verdedigde dan ook zijn rol voortreffelijk, soms radeloos, hulpeloos of bikkel hard Ook zijn echtgenote Gracienne Van Nieuwenborgh weet van wanten, van het naarstige eer lijke meisje naar de slet was fijn, echt genietbaar. Georgette Van Lierde (Jess, de dronken moeder) bracht wel een goed spel maar haar ver tolking mocht volgens ons nog hemeltergender, rauwer qe- L t De akteurspioeg van Kunst, Licht en Vrijheid (LB) weest zijn. Haar kledij was trouwens ook niet goed aan gepast, het was nog te net, te sjiek. Odilon Mortier, alias Wilkie kan twe pluimen op zijn hoed ste ken, de eerste voor zijn toon- dichting, de tweede voor zijn vertolking. Een rol gesneden voor hem. William De Wit, de steeds min of meer dronken artiest was nogal mat. Wellicht kreeg hij opdracht steeds half zat-zin- gend binnen te komen, maar steeds met zijn ene hand in de lucht en een vervlugde pas is een voorbijgestreefde uitbeel ding van de dronkaard. We za gen al betere prestaties van hem. Maria Van Goethem als Marga was goed in haar korte optre den, evenals Maurice Van Houtte (zijn stem als Alf en Corten Brigitte als Maud. Deze laatste moet opletten voor overdrijven, het grensde aan het potsierlijke. Frans Wauters ontwierp een realistisch dekor. dat goed werd uit- en afgewerkt door de KLV- ploeg, terwijl het licht werd verzorgd door Hubert Janssens en het geluid door Romain Mor tier. Twee techniekers op hun vlak, die een foutloze uitvoe ring brachten. In het algemeen beschouwd een goede opvoering, een goed stuk, verantwoord gekozen door het KLV bestuur. Jammer dat ze slechts twee voorstellingen brachten. Roel Van de Plas In de voorlopige lokalen van het Museum voor Moderne Kunst Koningsplein I te Brussel loopt nog tot 13 april een tentoonstelling met als tema enkele aspekten van de affiche en het gratisme in België, van de jaren twintig tot heden. Een selektie van meer dan 125 stukken laat toe de ontwikkeling van het gratisme en wel meer bepaald van de affiche te volgen. Er wordt aangetoond hoe in België zoals elders het beeld aan de oorsprong ligt van de massakommunikatie. Vanaf de jaren twintig merkt men hoe de affiche haar verhalend en anekdotisch karakter verliest, om als symbool. levendige en vlugge, dynamische en treffende voorstellingen te kreëeren, overeenkomstig de begrippen van onze tijd. Men kan er werk zien van Leo Marfurt (1894). Marcel Baugniet (1896), Mare Severin (1906), Wilchar (1910), Lucien De Roeck (1915). Meer recenter is het werk van Rohony. Van Malderen, Richez, Pasture, Key, Ibou, Mestdagh e.a. Elke dag open van lOtot 13uurenvan 14tot 17uur. R.V.D.P. VRUDAG21 MAART Affligem 20 uur: in Kultuureel Centrum, vooropening tentoonstelling kunstschilder Georges Steel. De tentoonstelling is open op zondagen 23 - 29 maart en 6 - 13 april van 11 tot 13 uur en van 14.30 tot 20 uur. Op zaterdagen 22 en 28 maart. 5 en 12 april van 14.30tot 20uur, maandag3l maart zoals op zaterdag. AALST 20 uur: in feestzaal HRITO, Welvaartstraat, literaire avond met als thema: «Vergeten straat, tussen utopia en utopie» met Willyy Roggeman. Paul de Wispelaereen L.P. Boon. Baardcgem 20 uur: in parochiekerk, opvoering door het Koor van de Muziekakademie «August De Boeck o.l.v. Herman Bronselaer, van de Mattheuspassie van Heinrich Schütz. Aalst 20 uur: in zaal Sint-Jozefskollege, Pontstraat 11, opvoering van «Het proces tegen Douglas» door de laatstejaars. 20 uur: in Mikisklub, Nieuwbeekstraat 35, vertoning van «De 17de breedtegraad». ZATERDAG 22 MAART 20 uur: in feestzaal Sint-Jozefskollege, Pontstraat 11. opvoering van «Het proces tegen Douglas» door de laatstejaars. ZONDAG23 MAART Aalst 20 uur: Kreja, Driesleutelstraat 51, filmvertoning «Romeo en Julia». 20uur: in jeugdklubTerlinden, optreden van Wim DeCraene. Affligem 16.15 uur: in abdij Maria Mediatrix, koncert ter gelegenheid van de inhuldiging van het nieuwe pijporgel. Organist de h. De Troyer. MAANDAG 24 MAART Aalst 20 uur: in C.S.V., Wellekensstraat 45. kontaktavond met «De Weide». 20 uur: in de raadszaal van het stadhuis, spreekt O. Debunne, direkteur van het Studie- en Dokumentatiecentrum Emile Vandervelde over «Waarom Socialist in 1975?». Ingericht door C.S.C. De Rank. WOENSDAG 26 MAART Aalst 20 uur: in feestzaal HRITO. Welvaartstraat optreden van Urbanusvan Anus. Stel je even in onze plaats. Je hebt zes maanden, want je wil nog een hoop andere landen bezoeken en je budget is niet om over naar huis te schrijven. Je kan in India best niet meer dan 2500 fr. per maand uitgeven, wil je toekomen met je geld in Indo nesië, want daar wil je zeker heen. Daarbij moet je rekening houden met de seizoenen. We zijn nu begin no vember. Tegen eind april begint het super-hete seizoen, en dat maak je liever geen tweede keer mee. Dus zes povere maanden om India te beleven. Wat gaan we zien en wat niet (In de dimensie van het schrij ven van deze reeks, ligt het knelpunt toevallig ook hierWat ga ik vertellen, wat niet Vooral wat NIET Want, hoe weinig we dan ook van India ge zien hebben, we stikken in de stof, ge noeg om mèanden op deze derde bladzijde de joernalist mee uit te han gen). Hoeveel artikels kunnen we nog aan India besteden, zonder van deze reeks een boek te maken dat verschijnt in afleveringen. Maar ook zonder de kon- tinuiteit van deze reeks als verhaal te breken Wel, we stonden daar in Agra voor een se rieus probleem. We werden gedwongen te schiften uit een hoop fantastische dingen en hadden als leiddraad vooral de ettelijke brochures en zeer degelijke toeristenkaart van India, die je gratis in alle Tourist-In formation bureau's kunt krijgen. Het resul taat was echter dat we alsmaar meer din gen vonden die we niet graag wilden mis- We mochten ook geen omwegen van dui zenden kilometers gaan makenwe wil den uit Madras, in Zuid-lndia, vertrekken. Dus vielen er al direkt een aantal belang rijke plaatsen weg (o.a.SARNATH, BE NARES, BODHI GAYA, spijtig DARJEE- IANG, zéér spijtig, PATNA, KATHMAN- DU, CALCUTTA, gelukkig, en PURI om maar de belangrijkste te noemen). Plus in Ra/asthan: AJMAR, UDA1PUR, MOUNT ABU, en in Madhya Pradesh B HOP AL en INDORE. We hadden tevoren al KASH MIR en Kulu-Valley gemist. Het zou dus vooral Zuid-lndia worden. Maar een paar dingen in het Noorden wilden we zeker niet missen. Daarvan hebben we JAIPUR en AGRA al beschreven, maar ook KHA- JURAHO en de grottempels van AJAN- TA en ELLORA horen er bij. KHAJURAHO Het begon ook tot ons door te dringen, dat we op deze manier echt niet lang meer konden doorgaan. Het ging allemaal nog veel te snel. We hadden op twee weken al weer honderden kilometers afgelegd (Am- ritsar - Dehli - Jaipur - Agra). We voelden dat we binnen afzienbare tijd rust zouden nodig hebben om fysiek te rekupereren en al deze ervaringen op het gemak te her kauwen en te assimileren. Vermits we ech ter toch in de buurt waren, wilden we nog Khajuraho bezoeken en dan zouden we ons terugtrekken in DWARKA. Hopelijk een rustige afgelegen plaats, aan de kust, in het uiterste Noordwesten van Gujarat. Gaby had ons deze plaats aangeraden. Ze was er geweest en kon het weten. Over de tempels van Khajuraho verscheen reeds eerder een artikel in dit blad. De be roemde sex-tempels liggen in een droge vlakte bezuiden Allahabad en Varanasi. Ze werden toeristisch 'gepusht-' door de Indi sche regering, omdat ze niet té veraf lig gen van Dehli, en dus gemakkelijk kunnen ingeschakeld worden in een van die ridi- kule 'tourist-trips'. Er werd speciaal voor de heren toeristen een vliegveld aangelegd in de buurt. Men is nu ook druk bezig met een zogen. Masterplan' dat, zogezegd om de tempels beter tot hun recht te laten ko men, de bestaande hotelletjes wil onteige nen en met de grond gelijkmaken. Men zou dan een aantal kilometers verderop een toeristisch centrum bouwen met betere ak- komodatie. Uitsluitend voor Luxe-toeristen dus. Broodroof voor de mensen die er sinds jaren een zaakje hebben, maar meer geld en prestige voor de regering. Hierover lees je natuurlijk niet in de meeste Indiareporta- ges, want dat veronderstelt interesse in de problemen van de plaatselijke bevolking. Wat de tempels zelf betreftze zijn prach tig alhoewel half geplunderd. Je vindt en kele prachtvoorbeelden van groepssex. De architektuur scheen de opbouw van een orgasme te beschrijvenverschillende to rens als 'lingams, de voorste wat lager dan de volgende en zo hoger en hoger tot de grote topeen uitbarsting... en daarach ter... mets. Een steile muur, praktisch zon der enige versiering, loodrecht naar de aar de. Tenminste dat maakte ik eruit op. Het kan natuurlijk ook mijn op hol geslagen fan tasie geweest zijn. Het was er rustig. Toch maakten de tempeL niet zo'n geweldige in druk op ons. Het voornaamste effekt was dat we in die sensuele atmosfeer ook krea- tief begonnen te doen, die avond, onder het zilveren maanlicht in ons minuskule ka mertic. Daar voelden we nog maar eens aan den lijve hoe sex en religie samenvloei den in volmaakte harmonie. Het was zeker prettig. We vochten ons in een overvolle trein te Satna. Niet zonder moeite geraakte we in een zogezegd volle slaapwagen (3tier-cum sleepers) verwachtend dat er wel weer een paar vrije bedden zouden ontdekt worden mits kleine 'bakshish' voor de kontroleur. Maar dit bleek voor één keertje een on kreukbare Indiër te zijn, ofwel had hij zijn zaak/e al gedaan want de wagon was in derdaad vol. Vermits in slaapwagens nie mand mag reizen zonder (al dan niet) ge reserveerd bed, moesten we er weer uit in het volgend station. Het vroeg zeer veel diplomatie om de man te overtuigen dat Jeanine écht ziek was. Niet eens een leu gen ze lag te zieltogen op onze bagage in de gang. 'Dat het mensonwaardig zou zijn van ons eruit te gooien etc.' Een zeer vriendelijk ingenieur stond zijn slaapplaats af aan Jeanine 'Als mijn vrouw ziek was, zou ik het ook fijn vinden dat iemand hetzelfde deed voor haar.' Er zijn nog edele Indiërs. In één van de volgende stations kwam er nog een plaatsje vrij en kon Jeanine naar het 'Ladies-compartiment'. Nog een dag later zaten we in AURANGA- 8 AD te bekomen van de laatste 140 km bustrip, die we in een overmoedige bui (we zijn nu toch al kapot) nog even in één moeite door hadden 'mee-genomen', want de trein rijdt met tot hier. Het werd een rit van... Acht volle uren. Gelukkig wel een heel erg proper hotelle tje, met een muggennet boven het bed en plaats voor ons om ons vuurtje es te pro beren. Van nu af kookt tante Sjanien zelf ons potje. Hoera. We hebben het soms wel echt moeilijk ge had. Het kruipt uiteindelijk wel in je kle ren hoe weinig je er ook mag dragen. Het begint zwaarder en alsmaar zwaarder te wegen... We waren echt aan uitblazen tóe. Ik zal het niet verbergen noch verontschul digen het valt me zwaar om Ellora te be schrijven, want hetgeen er als beeld van overgebleven is in mijn geest, is lang niet zo klaar. En ik nam geen nota's. Al deze artikels zijn uit het hoofd neergeschreven, steeds minstens zes maanden «na de fei ten Het is spijtig, omdat de KAILASANATHA- tempel een van de wereldwonderen is, en beter verdient. Toch wil ik iets over dit groot meesterwerk zeggen, omdat het één van de wonderlijkste prestaties is die de mens als kunstenaar in groepsverband heeft gedaan. En omdat er in de boeken zeer weinig aandacht wordt aan geschonken «In Ellora vinden we naast, of beter, mid denin tal van Buddhistiese en Jainistiese grotten, ook een Shiva-tempel uit de vroe ge middeleeuwen (ongeveer de 8ste eeuw). Buiten Shiva en zijn echtgenote Rarvati wordt ook hun zoon Ganesha, voorgesteld met een olifantenkop, daar herhaaldelijk voorgesteld..." Wel, we namen een rood-en-gele bus zon der ruiten, met lappen in leer gevatte stof om over de ramen te spannen in geval van regen of 's avonds als 't koeler wordt. De grotten liggen een 22 km van Auranga- bad. Maar we hadden een lekke band vlak aan de voet van de berg met het grote fort van Daulatabad. Het is een enorm groot fort. God, je kan het niet geloven, een komplete stad. En to taal in puin, overwoekerd met groen. Hoog gras met slapende slangen. Alles gebouwd rondom en op de flanken van een heuvel in het midden van een grote dalkom, dus omringd met nog hogere heuvels. Uit het midden van de stad-burcht, steekt een stei le rotsvuist omhoog met wanden zo glad 'dat zelfs de mieren er niet in slagen ze te beklimmen' volgens een geschiedkundig ooggetuigenverslag van ene Chinese reizi ger uit de jaren zeventienhonderd die be weert van zelf gezien te hebben hoe de mieren van deze steile wanden naar bene den tuimelden. Het kan natuurlijk ook een subtiele vorm van propaganda geweest zijn. Het fort ging in elk geval door voor on neembaar, en dat is weinig verwonderlijk als je't zo voor je ziet. Maar onze bus is geen toeristenbus en zodra het andere wiel erop zit rijden we door langs een slingeren de weg, hoger en hoger, weg van het fort, dat al vlug versmelt met de rest van de vallei. Ons doel, Ellora, nadert. Dé Grot van Ellora, de Kailasanatha-tem- pel. De andere grotten vallen er helemaal bij in het niets. En dat zal waarschijnlijk ook wel min of meer de bedoeling geweest zijn, vermits deze Shiva-tempel uiteraard jonger is dan de buddha- en jain-tempels aan weerszijden. Je moet het je maar voor stellen al deze grotten werden met de hand, met hamer en beitel uitgehouwen. Het is als een reusachtige termietenhoop, deze heuvel. Overal grote zalen met zelfs pilaren om het een gebouwdtintje te ge ven. Dikwijls besef je echt niet dat deze hele zaal of deze serie cellen in feite één groot beeldhouwwerk vormen. Maar dan kom je de Kailasanatha binnen en dan val je toch wel letterlijk op je gat. Want wat deze mensen hier gepresieerd hebben dat is gewoon onmogelijk. Het hele gedoe is van een grootte-orde ongeveer gelijk aan de St. Martinuskerk van Aalst, ware ze ooit volledig afgeraakt maar dan uitgebeiteld in plaats van gebouwd. Met een toren van 33 m. Met andere woorden deze hele plaats is één enkel stuk rots. En het is zo fantas- ties goed uitgevoerd dat je bijna niet kan geloven dat het niet gebouwd werd maar uitgehold. Dat dit ding van boven naar beneden ontstond. Dat hier gedurende 36 jaar een dertienduizend steenhouwers heb ben gewerkt. Dat ze geen vergissingen mochten maken, want je kon nog moeilijk de weggehakte steen er terug aanplakken. Er staan twee levensgrote olifanten op de binnenhof. Ze lijken heel klein tegen het hoofd-'gebouw' van deze tempel. Er wa ren overal wandfresco's (bas-reliefs) met verhalen uit de Ramayana en stories van Shiva en Parvati, maar ik herinner me hier zeer weinig van. De totaliteit had me zo geweldig platgeslagen dat ik nadien nog moeilijk op de details kon gaan letten. Ik liep maar de hele tijd te mompelen Tch tch tch god god dat is toch niet mogelijk, enfin, zoeiet da kan toch niet bestaan, maar zie nu toch ne keer, enzovoort. Ik durf er dan ook niet veel meer over ver tellen. Zelfs met foto's of dia's, gesteld dat ik me met zulke dingen zou bezighou den, is het onmogelijk. In woorden alleen... misschien kan iemand het beschrijven die 'n even groot kunstenaar is van het woord, als de mensen die dit bouwden kunstenaars waren met de beitel. Maar ik betwijfel of deze schrijver, gesteld dat hij bestaat, het zou klaarspelen op enkele armzalige ge typte blaadjes. Geen van deze kunstenaars is gekend. Maar hun werk blijft daar. Het grootste beeldhouwwerk ter wereld. Een stuk waar enkele duizenden mensen met gemak in kunnen. Een groot werk met veel grote 'kleine' werkjes van binnen in. Een wonder. Wat dan gezegd van Ajanta...? Hier gaat het om een serie grottempels die pas herontdekt werden in de vorige eeuw. Door een Brits officier op tijgerjacht in de streek. Op een bepaald moment volgden ze een spoor dat naast een riviertje liep. Ze kwamen zo in een verscholen vallei die bijna volledig was dichtgegroeid. En daar, hoog tegen de wanden, ontdekten ze een opening, half afgeschermd door klimop. En toen ze verder keken zagen ze er nog, en dingen die op trappen leken uitgehou wen in de rots, en was dat daar geen echt portaal, bijna zoals van een kerk Ze drongen in de eerste van de grotten naar binnen. Het waren geen natuurlijke grotten. Ze waren met mensenhand uitgehold. En toen zagen ze de enorme zwijgende boed dha's in hun grote nissen, helemaal achter aan in de donkere zalen. En toen ze hun lampen op de muren richtten, het zullen wel fakkels geweest zijn, toen konden ze vaag kleuren onderscheiden en jadaar stonden de fresco's van Ajanta, meer dan tweeduizend-driehonderd jaar oud. De le vens van de Buddha en de bodhissatva's, hoftaferelen, ambachtslieden aan het werk. Alles nog prachtig bewaard. Beschermd tegen vocht en licht. Wel deze dingen moet je ZIEN. Ik kan met meer zeggen. Als je ooit de kans krijgt om de fresco's van Ajanta en de tempel van Ellora te gaan zien, dan moet je dat doen. Toen we Ajanta uiteindelijk achterlieten, samen met enkele andere travelers gezellig babbelend op een rammelkast van een bus, voortgeschud richting Jalgaon, toen voel den we plots heel akuut een dieper soort van vermoeidheid. Een gevoel, eerder men taal dan lichamelijk, een indigestie van de geest. We hadden téveel gezien op een té korte tijd en nu verlangden we maar één dingeen plaats waar we minstens een maand zouden kunnen bekomen. Met niets dan wat natuur en zee, niet teveel opdrin gerige Indiërs, en een goed dieet. Eeinde- ïijk eens echt rekupereren... Nog een nacht in het station van Jalgaon. Een ganse dag tot elf uur 's avonds op een supertrage passagierstrein, voortkruipend naar de Westkust toe, een nacht in Surat en de daaropvolgende nachttrein naar Viramgam, pal Noord, evenwijdig met de kust, weg van bomvol Bombay. Een vroege- ochtendkonnektie met nog een trein naar Jamnagar en verder naar... Dwarka. Zo moe, zo veel meer honderden kilometers dan ik zin om na te tellen. Maar zo was hetsamen op deze nein met uren vertraging een grijze vlek in de avond naderend, een plaats waarvan we niet wisten wat er te beleven zou zijn maar vurig hoopten dat het goed zou worden. Goed genoeg om er een tijdje te blijven. Jeanine lag wat te dutten in 't bagagerek en voor mij zat een man op de bank, die er sympathiek schoolmeesterachtig uitzag. Hij zat in kleermakerszit en keek een beetje schuchter nieuwsgierig en zeer intelligent over zijn brilleglazen in mijn rcihting. En iets zegde medeze jjian kan je helpen. Ik sprak hem aan. Ik had kennis gemaakt met HARUBAI ADUNIN TAILOR, de man die de volgende maand een feest zou maken. Maar dat kon ik toen nog niet weten. Hij begon met ons naar ene hotelletje te bren gen. Het ging met de paarde koets van het station naar het dorp. Het werd een ge weldige wedren tussen de twee koetsen, de paarden ontwikkelden een fantastische snel heid. weliswaar bergaf en met de wind eer. beetje in het voordeel. Het schuim vlokte tot op onze kleren. Maar we wonnen de koers. We deden de zes kilometer in even veel minuten. Harubai had ons een huisje beloofd, hij zou ervoor rondkijken. Hij dèèd het. De volgende morgen waren we geïnstalleerd naast zijn vriend Vasudev. In het kastehuis van de Tailors (zie: India, effe uitblazen, Voorpost nr.) En zo begon ons verblijf in Dwarka. Hoop vol. .Maar doodop. ('t vervolgt)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 11