f m Ja l td r "pp L MtfuwA'-titö v..,:"" Dc maquette van de oude abdtykcrk De Voorpost - 25-4-75 - 9 De oude Romaanse abdijkerk uit de 12de eeuw naar een rekonstruktie van Stan Leurs Verwoesting van Affligem In 1333, tijdens de oorlog tus sen Vlaanderen en Jan III ver lieten de monniken de abdij en vestigden zich te Brussel. Hun relikwieën en hun rijke boekerij hadden ze meegenomen. Jan III deed de abdijkerk van Affli gem versterken doch de Vla mingen kwamen ze bestor men, namen ze in en staken ze in brand. De toren, waaruit men kon zien wat te Aalst gebeurde, werd de volgende maand neergehaald. Wat zo moeizaam was opge bouwd werd nu de prooi der vlammen en onze monniken hadden het inzicht zich defini tief te Brussel te vestigen. Reeds hadden zowel de Paus als de hertog dit voornemen goedgekeurd en hadden de monniken een terrein weten te verwerven kort bij de Broek straat toen enige monniken van Vlaanderse oorsprong de Graaf van Vlaanderen vroegen in zijn gebied een abdij op te richten waaraan hij de goede ren van Affligem die onder zijn beheer stonden zou schenken. Door de oorlog en door allerlei intriges werd de overplaatsing naar Brussel altijd maar uitge steld. Weinige tijd later kwam een nieuwe ramp in de vorm van oen overstroming die aan de goederen van de abdij zeer veel schade aanrichtte zodat naar financiële middelen moest worden gezocht om de vele schulden te betalen. Om het klooster te kunnen herstel len werden twee hoeven, het Monnikenhof en Coudeycke afgebroken en het materiaal van deze afbraken werd de ab dij terug opgebouwd. De Scheuring: Intussen was de grote kerk scheuring ontstaan die zoveel onheil veroorzaakte en zoveel onenigheid in de rijken en zelfs in de kloosters teweegbracht. Zoals de meeste godgeleer den, na rijp onderzoek, nog steeds paus Urbanus VI voor de ware Paus houden hield ook abt Amelricus deze voor de echte paus terwijl anderen Clemens als paus aanhingen. Bij de hertog van Brabant be schuldigd als rustverstoorder en eedbreker werd Amelricus uit zijn klooster verbannen. De bisschop van Kamerijk die ook paus Clemens aanhing deed de kerkban tegen abt Americus afkondigen en gebood hem gevangen te nemen waar men hem ook vinden zou. Paus Ur banus anderzijds steunde de abt maar stond quasi machte loos. In 1383, na veel tribulaties, vervolging en lijden kwam Amelricus in zijn klooster terug en werd er met grote vreugde ontvangen. Hij was de eerste abt van Affli gem die van de Paus toelating verkreeg om mijter en staf te mogen dragen. L.H. Foto's Jan Muyiaert Abt Henricus II, gestorven in 1309, schreef een werk over de Regel van St. Benediktus waarin hij uitvoerig het gedrag en de levenswijze der monniken uiteenzet. Zijn eigen klooster Affligem kon doorgaan als een model wat aangaat het onderhouden van de Regel van de H. Benediktus. In zijn werk zet hij uitvoerig uiteen hoe een monnik zich dient te gedragen, in de kerk, in de verschillende plaatsen van het klooster, in de refter, in de slaapkamer, zo in de winter als in de zomer, zo bij dag als bij nacht.Verder beschrijft hij het gedrag van de monni ken in allerlei speciale gevallen en eveneens de taak die elke monnik in het klooster te vervullen heeft. handwerk. Niemand zal het werk doen dat hij verkiest doch doen wat de overste beveelt. Zo mogelijk wordt tijdens het handwerk een geestelijke lezing gehouden. Te 9 uur wordt opgehouden met het handwerk en een kwar tier later begint dan de geeste- Normaal gaat het zó: Te één uur na middernacht wordt het eerste teken gege ven en gaat men naar de kerk voor de nachtgetijden (de «Metten»), Na die dienst gaan ze terug naar hun cel tenware de geseling moest plaats heb ben. Vungen gaan nog met slapen doch dragen hun werk op aan de Heer, stellen zich onder de hoede van St. Bene diktus en bidden. Het is noch tans toegelaten nog te slapen tot 5 uur. Te 5.15 uur gaat men dan stoetsgewijs naar het koor. Voor de metten ging men niet" stoetsgewijs want Benediktus hield voor dat ze voor de Met ten moesten wedijveren om eerst te zijn, om elkaar vóór te zijn. Dan doen ze een overwe ging tot 6 uur. Te zes uur zingt men de primen en daarna begint het dagelijks kapittel, dit is de be schuldiging der fouten. Op zon- en feestdagen is er even wel geen kapittel. Daar belijdt elk monnik op beurt zijn fouten en ondergaat de verdiende straf. De monnik die iets weg laat wordt door wie ervan op de hoogte is in 't openbaar be schuldigd, moet knielen in het midden van het koor, zijn fout bekennen, beloven zich te be teren en de straf afwachten. Zo hij zich stourmoedig durft ver dedigen zal hij een nog stren gere straf ondergaan Daarna geeft de abt algemene vermaningen en geeft kennis van de verbeteringen die hij opportuun oordeelt. Na het Kapittel zingt men in de kerk de Tertiën en dan gaat ieder naar zijn cel om er te stu deren of te lezen zoals hem is opgelegd. Niemand krijgt 's morgens eten noch drinken; dat morgenmaal is maar een werelds gebruik dat te Affligem niet kan geoogd worden. Wie echter toch eten voorgeschre ven wordt moet dit nemen in de Een der vele oude graven te Affligem De ruine van de oude abdijkerk ziekenzaal Te 7.30 uur wordt het teken gegeven voor het begin van het lijke lezing. Te 9.45 uur worden de Sex ten gezongen en dan volgt de keurig het geweten onder zoekt. Op een teken van de abt gaat ieder naar zijn kamer waar ze kunnen bidden tot 20 uur. Te 20 uur gaat men verplicht te bed, immer volledig aange kleed. Huis van bijzondere boetvaardigheid: Buiten het gewone kloosterle ven zoals hierboven beschre ven had men nog een huis waar dezen die bijzondere boetvaardigheid wilden doen konden samenleven onder volgende voorwaarden: Niemand wordt erheen ge stuurd tenzij hij het zelf vraagt Niemand mag erheen zo hij zijn studiën niet heeft beëin digd tenzij een reeds bejaard monnik. Niemand mag erheen die niet getoond heeft de gewone regel goed te kunnen onder houden. schrijftafel en een houten of strooien stoel. Ze zullen altijd een haren kleed dragen. Men zal er een volledige stilzwijgendheid onderhouden Men zal geen enkele hulp van buiten het huis gebruiken en niemand mag het huis bin nentreden. Het middagmaal zal be staan uit een weinig soep en groente en als drank bleek wa ter.' Als avondmaal krijgen ze enkel een homp brood. Twee maal per week wor den ze gegeseld en in de Vas ten elke dag buiten zon- en feestdagen. Indien iemand ziek wordt zal de prior hem vragen of hij wil sterven als kluizenaar en zo ja, wordt hij op het einde van zijn leven op wat stro gelegd, met asse overdekt en omringd door psalmenzingende broe- Huidige opgravingen in de kioostertruin Mis die altijd plechtig moet op gedragen worden. De Rozen krans wordt gebeden, 15 tien tjes, en daarna worden de No nen gezongen. Daarna gaat ieder naar zijn cel en te 11.30 uur komt dan het middagmaal want de mens is zo ellendig geschapen dat hij, evenals redeloze dieren, eten en drinken nodig heeft om zijn krachten te herstellen. Men zal eten wat men voorgescho teld krijgt, zonder morren. In dien iemand door de bedie naars zou overgeslagen wor den zal hij zelf niet reageren doch zijn tafelgenoot zal door een teken te kennen geven dat iemand vergeten werd. Doet die dat echter niet dan zal men gewoon niet eten en dankbaar zijn dat er weer een gelegen heid tot boetvaardigheid zich heeft voorgedaan. Tijdens de maaltijd zal er gele zen worden. Er zal niemand opstaan noch om zich heen kij ken; daarom zal men de mon nikskap tot voor de ogen trek ken Na het middagmaal gaat men gecfurende één uur wan delen op de aangeduide plaat sen. Spreken zal men enkel doen op donderdag buiten Ad vent of vasten. Wie evenwel van deze koncessie afziet en nooit spreekt ontvangt een bij zondere beloning. Te 13.30 uur herbegint het handwerk tot aan de vespers en daarna volgt een geestelijke lezing tot 17 uur. Dan wordt er weer gebeld voor de refter en na het avondmaal blijft ieder in zijn cel tot 18 uur. Te 18 uur is er geestelijke lezing en wordende kompleten gezongen waarna men nauw- Niemand kan verplicht worden er te blijven tenzij mi nimum 10 dagen. Men zal er beschikken in de cel over een bed van planken met een deksel, een kleine ders tot hij sterft. Verlangt hij wel hulp van me debroeders of geneesheer dan wordt hij naar Affligem overge bracht om er verzorgd te wor den.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 9