MrJ DE PORTIN H [ET 0 JAAROVERZICHT 1975 Etienne Van der Helst r bij Post Maurice Martens: rotjaar IA EDDY PEELMAN: VRESELIJKE VAL EDDY GOOSSENS: STOPT LUCIEN VAN IMPE: WEER OP DE FIETS WESEMAEL: MEER VERWACHT Herman VRIJDERS: MEER DAN EEN KERMISKOEREUR RUDY HALEYDT: WITTE DUIVEL 1 12 t V s: r nie n Eddy Peelman pechseizoen, doch nog goed voor zes profover winningen. (ARCII) In de Spaanse Vuelta heeft Eddy Peelman zich niet kunnen doorzetten. Niet omdat de Baasrodenaar plots de loden hitte niet meer verdraagt. Na een vreselijke val, een bitsige spurt waarin handen, armen en ellebogen mee het resultaat bepaalden, belandde hij in een kliniek. Inplaats van op het ereschavotje. De Fransman Esclassan was niet zo heel ver uit de buurt toen Peelman het evenwicht verloor en als een steen tegen het wegdek sloeg. Lange weken gedwongen rust, heben Peelman geremd. De genezing sleepte zo lang aan dat hij totaal onvoorbereid naar de Tour de France, het grote avontuur, trok. Het werd vanzelfsprekend een flop. Toch rondde Eddy dit rot 1 seizoen met zes overwiningen af. Afgelopen seizoen heeft de Baasroodse prof Eddy Goossens de racefiets aan de wilgen gehangen. Als jongere was Eddy nochtans een autentieke belofte, kreeg één „buitenlalndse kans" toen hij als neoprof een kontrakt met een Frans merk onderschreef. Gebrek aan spurt en misschien ook wel een beetje te weinig geloof in eigen kunnen belette dit labeur- paard naar steile hoogten te klimmen. Goossens opteerde voor een vaste broodwinning. We kunnen zijn beslissing bijtreden. Spelend met de pedalen bijna, huppelend als een hinde, klom hij langs de bergflanken naar omhoog. Alsof het een uitstapje gold. Achter hem zwoegende, ploeterende en lij dende „labeurpaarden". Die voorbije Tour de Fance hees Lucien van Impe plots bij de autentieke vedetten. Een status waar hij vroeger vruchteloos had gepoogd te verwerven. De kleine bergkoning deed nog meer dan dat tijdrijder is hij nu ook al. Een parkoers waarop ook de échte specialisten niet benadeeld waren, kreeg hij als bondgenoot mee. Een bewijs dat Van Impe méér is dan alleen een gevleugeld klimmer- tje. Kon hij de „Tour" winnen Geloofde hij niet een beetje te weinig in zichzelf Kon hij Merckx minuten „aan het been" lappen tijdens die beruchte „ongeluksetappe" van fenomeen Eddy Allemaal vragen die steeds onbeantwoord zullen blij ven. Er kan nog een ander vraagteken geplaatst kon hij te Yvoir wereldkampioen geworden zijn als hij voor zichzelf en niet voor Merckx had gekoerst Lucien Van Impe heeft rustig de tijd kunnen nemen om de film van het voorbije seizoen te laten „afdraaien" enkele tijd geleden werd hij van een dubbele liesbreuk geopereerd. Het kwaadste is achter de rug. Lucien mocht huistoe en klimt weer op de fiets. Om een misschien nog „beter" 1976 voor te bereiden. Van zijn tweede profseizoen had Wilfried Wesemael allicht meer verwacht„Als je goed marcheert, is koersen prettig", zegt hij. De rest mag je raden, maar is zo klaar als een klontje. Wilfried sukkelde een poosje met de gezondheid. Een koereur moet honderd procent fit zijn de kleinste hapering aan het raderwerk duwt de prestaties en resultaten naar beneden. Toch liet de Gijzegemnaar af en toe flitsen zien. Zoals in de Vuelta en de Tour, twee rittenkoersen waarin hij één dagje ongesteldheid moest bekopen. Zo heel veel hebben we hem op piste ditmaal niet gezien. Wesemael wil voor alles wegrenner zijn. Volgt in 1977, met één jaar vertraging, de definitieve doorbraak van een atleet die als niet een voor zijn sport en beroep leeft Herman Vrijders is een bezadigd man. Hij kent zijn gaven en gebreken. Hij weet dat hij ergens te beperkt is om de resul taten van een supercrack bijeen te fietsen. Herman waagde zich dit jaar dan toch over de landsgrenzen. Hij, de specifieke „thuisrenner". Helemaal naar Spanje dan nog reisde hij. Zijn ploegmaats waren in de wolken over zijn teamwork en goeie mentaliteit. Herman Vrijders moet het echter vooral van de in den lande zo welig tierende kermiswedstrijden hebben. Meer dan op zijn beurt won hij er een. Het konden er vanzelfsprekend heel wat meer geweest zijn. Doch wie het wereldje van geven en nemen kent, weet dat niet steeds de beste de ereronde rijdt. Maar dat Ls nu eenmaal „de stiel". Eddy Goossens fiets aan de haak. Een dolle race. Een kanjer van een koers. Drie koereurs vochten op de voorposten van de „Grote Prijs Henri Meert" te Nieuwerkerken, een wedstrijd die tot de verbeelding van de fans en vooral van de renners zelf spreekt. Die drie hoofd- akteurs Etienne Van der Helst, Frank Arijs en Johnny De Nul. Geen namen van „eendagsvliegen", maar kereltjes die wat kunnen. Met z'n beidjes flitsten ze op de finish af Etienne en Frank. De atletische Hofsta denaar maakte het zegege- baar. Met die knalzege rondde Van der Helst een fantastisch sei zoen af winnaar van de klassieke „Omloop van de Vlaamse gewesten", van de trofee „Willem van Wijnen- daele" en nu ook van de topper te Nieuwerkerken. Te Kalken had hij eerder een „Sterrit" op zijn palmares geschreven. Van der Helst kwam in 1975 met 16 palmen huistoe. Dat konden er meer geweest zijn, maar een verwonding aan het zitvlak had hem geremd. In volle seizoen dan nog. Eén schaduwvlek was er de „raad der wijzen" had hem niet eens geselekteerd voor het wereldkampioenschap. Ten onrechte, want hij zou het zonder enige twijfel veel beter hebben gedaan dan een paar van die meeloper- tjes die door de bond tegen i alle logica in toch werden afgevaardigd. Hoe dan ook Peter Post heeft betere kijkers ni de kop j dan sommige Belgische selek- tieheren. De gewezen piste koning bood Van der Helst een prof kontrakt aan en stuurde hem meteen naar een in Frankrijk georgani- zeerde rittenkoers vor belof ten. Etienne graaide een etappezege mee. Kenners zijn i het er over eens deze neo- prof is één van de „witte raven" die mettertijd op in ternationaal niveau wat be reiken kan. m Uit het archief Etienne Van der Helst en Be no Michiels volgend seizoen prof onder een ver schillende vlag. (ARCII) Een piepjong ticnertje. Zijn klub Eendracht Aalst ziet in hem een uitstekend aanvaller. Talentenjagers van topverenigingen ontdekken hem. Anderlecht wordt Maurice Martens' tweede „thuis". Hij aardt er, maar DE kans krijgt hij er nooit. Onbegrijpelijk. Jean Dockx wordt door de paarswitten ingehaald. Martens en nog andere «afgeschreven» spelers worden voor de Mechelaar geruild. De transfer weige ren gaat niet, al vertrek ken de «jongens» waar schijnlijk niet met blij ge moed. Bij het toenmalige Racing White, vandaag landskam pioen RWDM. ontpopt de, Aalstenaar zich tot de bes te aanvallende ach ter spe ler van het land. Hij wordt internationaal. Krijgt in 1973 de «Gouden Schoen». Wordt een naam met Eu ropese «klank». Doch de carrière van een sportman loopt over ups and downs. Uit de marmer- harde kontakten van ons eigentijds topvoetbal komt Maurice Martens geha vend. Blessures brengen hem naar de «werktafel» van de chirurgen. Maurice moet zelfs verstek laten gaan voor de beslissende internationale wedstrijd tegen de «Haantjes». Maar Martens keert terug. Hij overleeft heelhuids «de slag om Brussel» in het Astridpark te Anderlecht en is er ook bij voor de 8e finales van de «Beker van België». Het «rotjaar» is vergeten. Dat hoopt iedereen al thans. Is voor Maurice Martens, de zoon van een destijds uitstekend voet baller en broer van gewe zen vedetten Roland en Jean-Pierre, iemand die meer uit zijn sport had kunnen puren doch voetbal eerder als een vrijetijdsbe steding beoefent, de tijd aangebroken om opnieuw een gooi te doen naar de titel van «beste speler» Het zit er «dik» in. Hij komt uit dezelfde school als Maurice Martens. Eendracht Aalst. Doch wilde er weg om een profloopbaan op te bouwen. Ten slotte belandde de Gijzegemnaar Rudi Haleydt bij Ware- gem. Een kontrakt van drie jaar loopt af na dit seizoen. Twee jaar heeft het geduurd voor hij erkend werd. Eerst remde een in een oefenmatch opgelopen verwonding hem. En vorig jaar kwam Matthijs naar de buurt van de Ga verbeek. „Haleydt is te klein voor topvoetbal", beweerde de gloednieuwe trainer. „Hij heeft geen kas, kan tien minuten „mee". Rudi Haleydt was meer bankzit ter dan wat anders. Tot het publiek de „kleine" op het terrein schreeuwde. De eis werd ingewilligd. Ha leydt kwam in de ploeg en bleef er. Matthijs ging. Van Malde- ghem kwam. Haleydt kreeg het vertrouwen en heeft dat niet beschaamd. Werd zelf eens tot „figuur van de dag" uitgeroepen door een ver slaggever van een Neder landstalige krant. Staat op een niet onaardige plaats van het topschutterslijstje en overtuigde zelfs Julien Labeau en Mon Goethals. Haleydt werd geselekteerd. Niet onmiddellijk als vol waardige „Witte Duivel". Wel bij de beloften. Tegen Frank rijk scoorde hij een juweeltje van een goal. Labeau „Niettegenstaande! de nederlaag hebben bepaalde spelers zich opgedrongen als kandidaten voor het fanion-j team". De Gentenaar, hulp-I •„trainer van de nationale ploeg, citeerde de naam Ha-I leydt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 12