f Meh pikkels L of ajonljes? ONNIGE 11 JULI VIERING IN VAKANTIESFEER TJU-TOCH!! OST'A ZAAK VAN BANKOVERVALLERS UITGESTELD N.V. KANTOOR RAVIJTS De Voorpost - 16-7-76 - 3 je Jgvanblz. 1 ,et ïoogdag die sinds weinige i een officiële feestdag is irden, ben zeer graag op dit ver ingegaan omdat mij aldus Jlegenheid geboden wordt 'hulde te brengen aan en a. waardering en ook erken- nv ieid uit te spreken voor al- -t uw stad en har ingeze- gedaan heeft of mede an heeft voor het behoud onze vlaamse eigenheid, )e'l' ien hier gedaan werd en I jedaan wordt voor de on- istbaarheid van eigen bo- voor alles wat door uw en zovele Vlamingen ge werd en nog gedaan Voor het volledig vol- van onze Vlaamse au- nie en voorde uitstraling >nze kuituur. "v jteen ook zou ik hier wil- eggen, dat wij nooit mo- vergeten, vooral niet bij gelegenheid als deze, eel ons volk verschuldigd in zijn verenigingsn en ar- -■ke kringen en bij een 11 iering mogen wij of moeten ëns goed benadrukken dat pbreng van verenigingen iersonen ons moet doen iffen dat 'n volk meer is, meer is, dan een optelling, groepje van alleenstaande onen. Veel meer is dan rijtje afzonderlijke gezin- zfen zeker veel meer is dan ve -os elkaar bevechtende of J%s bekampende klassen of °Sgengroepen, maar dat 'volk een werkelijke ge nschap is. ®Vie zal ook op deze ^se hoogdag deze bezin- °°idag niet beseffen dat de ia%se beweging haar op- Jlkj en verwezenlijkingen te ou!en heeft aan de inzet en de samenwerking van al l verenigingen en kringen, neteen taaie onversaagd- ir n Het vierstemmig koor 't Snoerke o.I.v. Edgard Van den Brulle (jm) heid de bewust maken en be wustwording van ons volk wis ten te bewerkstelligen. De vlaamse beweging haalde aldus, na een lange en moei zame strijd, haalde aldus de kuituur autonomie binnen schot. En dit betekent dan toch een officiële erkenning van onze eigenheid op gebied van taal en kuituur, dit betekende een officiële waardering van onze geestelijke en materiële ver wezenlijkingen, dit betekende een bevestiging van ons be staan als vlaamse volksge meenschap. En bij een 11 juli viering denken wij onwillekeurig terug aan 11 juli 1302. En hoe ver verwijderd schijnt ons vandaag deze ge beurtenis. Hoe gfoot is de af stand tussen de leenroerige maatschappij met de opko mende gemeenten van 1302 ende samenleving van nu. Ik zeg hoe groot is de afstand niet, niettegenstaande wij ons hier aan de voet bevinden van itri/'P"!5' dea één Marcel, één Frans, één Willy en eén Piet is Tju Toch i rerug de Victor want zij hadden het geluk een zeer pluralis- coéche figuur aan de haak te slaan /ij stellen voor: Victor Coessens. Hij beweerde onrpiddel- Hek niet gewipt te zijn bij zijn huidige partij, maar gaf wel toe ;z©t wippen van de ene partij naar de andere hem in het n oed zit. i btf hij bij ons zou blijven, zelfs als hij verkozen is, kan hij nog latiet met zekerheid zeggen. Op de vraag of hij niet naar de de/ V.P. zou wippen gaf hij toe dat die mogelijkheid bestaat, ird/ant nu vooral valt dat te BESIEN verduidelijkte hij. <er/ij, Tju Toch, hopen echter dat hij bij ons de nodige rust pu vinden om zich koest te houden, zodat wij hem later in ruikleen zouden kunnen geven aan een of andere in nood ^rkerende partij, eestmacht bericht et hoofdkwartier van het stedelijk feestkomitee maakt ekend dat het de tweede slag van Artois heeft gewon en. De generaal van een plaatselijke lolmaatschappij n zijn eerste luitenant demonstreerden dat zondaga- ond op de Grote Markt ter gelegenheid van de 11 juli iering. Zij waren dolgelukkig, wiegelend, waggelend un faam te kunnen recht houden aan de restant van pgeblazen leeuwtjes. Einde van de melding >e kracht van Lucien 'aar Samson zijn reuzenkracht toeschreef aan zijn lang iar en hiermee de Fillipstijnen overwon had Tju Toch het luk het wondermiddel van Luaen Van Impe tevereeuwi- jn. HESPENZUIGEN. lit zou een doeltreffend middel zijn om met WIELTJES- IGERS naar binnen te spelen. Dank zij de hesp bewees ja"an Impe één echte papeter te zijn. Ien tak één van de mooiste, de prach tigste Belforten. Dit prachtige gotische belfort uit de 13e eeuw. En toch hebben wij nog iets gemeens met deze vrijheids strijders op het groeningen- veld. Deze vrijheidsstrijders vochten voor regelmatige eko- nomische en sociale belan gen en vochten tevens om hun eigen geaardheid te behou den. De Vlamingen van gisteren en vandaag streden en strijden nog voor hun rechtmatige poli tieke rechten en tevens om hun eigen geaardheid, om hun ei gen eigenheid te behouden. Bedenken wij vandaag ook maar, dat het pas op 11 juli 1975 - met één jaar geleden, - dat voor de eerste maal in de geschiedenis van dit land de leeuwenvlag wapperde in de Wetstraat. En trouwens niet al leen te Brussel in de Wetstraat, aan het gebouw van het kul- tuurparlement, maar tevens aan de openare gebouwen in hoofdstad Brussel, wapperde voor de eerste maal op 11 juli 1975 onze vlag aan de open bare gebouwen waar instellin gen gevestigd zijn die wegens hun aktiviteiten moeten wor den beschouwd als uitsluitend behorend tot de Nederlandse Kuituurgemeenschap? En deze leeuwenvlag, die voor ons allen dan toch het symbool is van vlaanderens fierheid, dient toch ook het symbool is van vlaanderens vrijheidswil, deze vlag, samen met het offi ciële volkslied van onze vlaamse gemeenschap en de officiële 11 juli feestdag vor men samen onze nationale symbolen. Nationale symbolen van vrijheid en volksinvloed die weliswaar reeds vele jaren door de hele vlaamse volks gemeenschap spontaan aan genomen werden, maar sym bool die slechts bij dekreet op 6 juli 1973 rechtskracht verkre gen. En, op een guldenspo- renherdenking als deze, op een heuglijke dag als deze. zou ik naar het woord van Herman Teirlinck durven stellen, dat wij geen ijdele droom vieren, dat wij geen romantische verzuch ting vieren, dat wij geen uit het verstorven arsenaal van slag woorden of misschien beter gezegd van slagzinnen ge putte retoriek vieren, maar dat wij heden een substantiële realiteit, dat wij vandaag een tastbare werkelijkheid vieren, namelijk vieren wij het wezen zelf van ons volk zoals het aan diepte van tijd historische tot nationaal besef is uitgegroeid. En om het met dichterlijke woorden te zeggen, «wij zijn niet blind van het goud van de sporen op dreigende dwingen- landij veroverd.» Maar het mag toch maar eens gezegd worden dat deze buit, dat deze zege, dat deze over winning op de groeningenkou- ter nogal mager zou zijn als het niet meer dan een sieraad van het verre verleden was geble ven. Vrijheid dat het hoogste goed ter wereld was, toen ook reeds een vlaamse zaak. Die vrijheid, dit hoogste goed, kan nooit definitief verdwenen worden beschouwd. Het is een god dat iedere dag opnieuw moet veroverd worden, een goed dat iedere dag opnieuw onze volledig inzet en waak zaamheid vergt willen wij die vrijheid niet zien teloor gaan. En het spreekt vanzelf dat wij ons in 1Ö76 niet meer kram pachtig aan een somber verle den mogen vastklampen, om dat wij alleendaarin de kract niet meer moeten gaan putten vooreen zelfstandig politiek denken en handelen. Onze vlaamse beweging behoort tot het ruime grootmenselijke mandaat dat de Guldenspo renslag ons eeuwen heeft op gedragen. 11 juli 1976ishelaas nog steeds geen eindpunt in de geschiedenis van de vlaamse beweging. De strijd is jammer genoeg nog niet uitgestreden als valt niet te loochenen dat Vlaanderen op sociaal kultureel gebied er met reuzeschreden op vooruitgaan is. Maar we blijven helaas nog ge- konfonteerd met de verdere strijd om de beveiliging van vlaams Brabant en metde ver dere onverdroten strijd om de rechten van de Brusselse Vla ming. En ik zal hierbij niet ver wijzen naar taal kaders en ik zal hier zeker en vast niet verwij zen naar de kleinzielige loket- tenplagerijen, na hetgeen ik zou durven noemen kleinzie lige, lokettengeschiedenissen en ik zal ook niet verwijzen, laat het mij maar zeggen, naar de vernederende daden die ge steld worden door pretentieuze dwaze burgemeester, want het zou een feest als dit hier kun nen ontsieren. Al voeg ik daar onmiddellijk aan toe, begrijp mij niet verkeerd, alsvoeg ik daar met klem aan toe, dat het vanwege de Vlamingen ver keerd zou zijn zich ook terzake niet flink en kranig op testellen. Maar het onbegrip of de onwil van dit handvol franstaligen kan weliswaar het leven van de valmingen in Brussel nog een tijdje verzuren. Maarzij kunnen er op aan de opgang en de uit bouw van de Nederlandse kui tuur zullen of kunnen zij hier mee niet remmen, laat staan beletten, wel integendeel. Laten wij de voorbeelden uit het verleden indachtig zijn en zonder aflaten verder ijveren opdat Brusel ook voor de Vla mingen de hoofdstad van het heleland zou worden, ik durf bijna stellen dat de ontvoog ding of het bevrijdingsproces van de brusselse vlaming kan worden aangezien als het sluitstuk van de vlaamse be weging. Dit proces kan tevens beschouwd worden als het bindteken tussen onze beide grote kuituurgemeenschap pen, die op voet van volstrekte gelijkheid in met eerbied voor eikaars eigendheid in kuituur van de hoofdstad van dit land, samen moet kunnen leven en werken en dit in de beste ver standhouding. Het komt er nu ook voor de Vlamingen op aan de struktu- ren en de instelling zo uit te bouwen, dat zij niet in een 'min derheidspositie worden ge plaatst. Een of andere vorm van federalisme met drie, zou niet alleen onaanvaardbaar zijn voorde vlaamse gemeen schap, maar zou bovendien rampzalige gevolgen kunnen hebben voor de toekomst van dit land. Daarvan zijn alle Vlamingen zich terdege bewust, daarom moet Brussel 'n eigen hoofd stedelijk statuut krijgen, opdat Nederlandstaligen en fransta ligen in dit eigen hoofdstedelijk statuut hun hoofdstad zouden herkennen en dit dan in de zelfde mate en in gelijke mate Het is precies in dit perspectief van gelijkberechtiging dat de toekomst van de Brusselse vlaming dient gesitueerd te worden Toekomst van de Brusselse vlaming als gelij kwaardig bewoner van een al-oude Brabantse stad, stad die niet alleen de hoofdstad van ons land is, maar ook met terdaad de hoofdstad van Eu ropa moet worden. riep mèn vraa, azoei iveranst tissen den twellefsten en den de/tindjenjuli 1976. 'k Zeg: «Awel, wad es 'ter gebeird hè?» «'t Réget!» riep ze verom. En ikke gon zing. En effektief, der viel dor iet van omhoeig nor beneen en vér zuveir as ek meh nog rappeleirdegen, was da regen... Vér degein die da oeik zolle vergeite zèn: regen dad es woter in bollekes, (somtès moake ze dor poypesteilen van oeik) woor dad nog eh klein bctje van 't ien en 't ander in opgelost zitj: 'n betjen edelgassen gelèk as kripton en argon, vantoyd tot toyd 'n betjen helium, eh poesjeken stikstof en koelzier en tèn nog andere afvalstoffen van d' achterbooizen van aal d'ottomobils en brommers en vliegmasjienen... Da noeme ze regen en 't es da dat de pattatten en 't groon en 't gès en de blommekes en de boeimen ni'n doe groeien as 't er 't nien ès. Nem, na wedje 't oeik verom hein. Mor ierlèk, ne mensj zol dad op den dier vergeite zee as da zu lank lein es dagge da gezing hedj. nondedomme, meh dor oever denne helium te klappen peis ek op iet. Op verleide zondag, op de Groeite Mert, woor da de Droackenieren de stoeit ooitgevonnen hooin van gratis vér jakken ballongskes ooit te dielen on de kinjeren van nul tot voyftingjoor en heer die ballongskes tèn doeng los te loten me eh kortje oon woor dat op stont dazze ne proys koste winnen. Noamelèk eh ghiel klein mini-kinjerveioaken van Kamie. Da spel was ingericht vér den ellefste juli, onze vlomsen dag. Mor ofwel woren aal de klein kinjeren meh heer avers 't stad ooit, ofwel sliepe ze in den achternoeng allemool, ofwel 'n geloeive ze na van de Droackenieren nimmendalen nimier, kwestje van da die knols oever 't algemien alles op 'n zwans oppakken. In elk geval, der zèn dor wel ne ghielen hoeip ballongskes omhoeig gegoon, mor der woren dor in elk geval ni veil klein kinjeren. Wel veil groeite kinjeren. Van 't smeires woren de die al beizeg meh nen diel bleeskes op te blozen (meh 'n dikke fles helium, ge wetj wel, van hierboeven) en ze moesten da tèn vanovgest ne kier probeiren oeik. En d' ieste ballongskes ginken omhoeig, opgeloten deir de Droackenieren zelf. lest van op de koer van 't stadhoois en'tèn nording van op 't rond poentj op de Mert. Meh betjes seffest kwampen d'er tèn toch nog ienegte kinjeren vér heer ballongsken op te loten en zelfs den berremiester mocht oeik iensj probeiren. Mor den dienen zennen ballong 'n gink ni op! In 't tieken van de fiestelèkheiden van oktoeber, ge wedj wel hein, de kiezink vér de fuzie, ginken de Droackenieren toensj oeik nog nen ballong oploten meh de teigewoordege Koleiregeivers in die op 't stadhoois zitten. In eh mandeken zat eh geel, eh zwert, en een blaad maneken. Da mandeken honk on ne geilen, ne roein, nen ballan en ne groenen ballong, mor tén veil dikker as de die die ze on de kinjeren gedrooid hooin. Meh mane-geloyk trokke ze tot 't halven van de Mert en as den aadsten Droackenier van dinsjt, mocht Pollit da spel lossen. Mor dat 'n was 't zèlde ni. Was 't na omda die droy kloleiregeivers van gien kanten of zoyn de Mert van Olsjt 'n waan verloten, of was 't na omdat 't Pollit was die da spel most loten opgoon, mor opgoon 'n dein ze ni... 't Halven van de mert, en ginne mensj die dat iest al gespannen hooi, was 't er dor na podomme ienen drood woor dat da spel kost bleiven oonhangen, en dat spel gink dor vanoyges oonhangen! 't Er woren der die zoyn dat da beroepsmisverremink was van Pollit, dat den dienen toch de gewoeintje heid van alle oever den drood t' hangen... Sommegste manen hemmen tèn on den Biskop gevroagd of dat 'n de pompiers ni zou opbellen, me heer lange lier, vér da spel kommen los te moaken. Mor nie zee, gien apprènsje van, zoy Marcel. Al ambras genoeg g'had meh de pompiers en doboy, ge ziet wel dat de die die in da mandeken zitten, hier willen bleive zitten. En hè peisden meh 'n betjen verdriet ghiel zeikes op zèn oygen zichzelven. Nog 'n ander berichteken vér de die die dor tèn toch 'n ballongsken loten opgoon henifeen: den ooitslag van denne proyskamp zal ooithangen in ienegte kaffeis op de Mert, en surtoe in 't lokaal van de Droacken, ba Remi, oeik in de Niestroot ba Herman de fotograf en in de Veirpost vanoygest oeik. Dus, in d' ieste weiken 'n betjen opletten hein, want ik peis da ze van veir zelle veromkommen gelèk as 't er woren die klasjoeir goaven. En hoeig da ze ginken! Van 't donèg nor omhoei zing liepen der dor al meh ne stooiven nek, woronder oeik DOLF Op 14 mei werd op het filiaal van de Generale Bankmaatschappij aan de Sint Annalaan een overval gepleegd, die echter door het koelbloedig optreden van de bankdirekteur mislukte- De da ders. de 20-jarige Rudy Thien- pond. de 17-jarige Pierre Mat- thijssens en Theo Ledegen die allen platzak waren, pleegden nog een overval op de kantine van het voetbalplein van S.K. Herdersem. Deze week ver schenen Thienpond en Mat- thijssen voor. de rechtbank. Vroeger reeds.was Ledegen, na een psychiatrisch onderzoek geïnterneerd. De twee overval lers hadden spijt over hun daden. Thienpond had dringend geld nodig om naar Bellem terug te keren waar hij een baan als foorkramer had. Door Ledegen en Matthijssen liet hij zich overhalen. Voor Thienpond werden ruime verzachtende om standigheden gepleit omdat hij vroeger nog nooit veroordeeld werd. Mathijssen vroeg zijn zaak te verdagen omdat de rechtsbijstand die hij gevraagd had nog niet was komen opdagen. De rechtbank stelde dezaak uit. RVDP MOLENSTRAAT 75 9300 AALST VERZEKERINGEN LENINGEN IMMOBILIEN Spaarkas IPPA Alle takken verzekeringen - specialiteit: le ven Private leningen - Financieringen Hypothecaire leningen 1 en 2de Rang Alle geldbeleggingen Reisconsulent VASCO WIJ KOMEN AAN HUIS: Tel. 053-21.63.64. HUIS VAN VERTROUWEN SINDS 30 JAAR. KUvtiii en rauwe hesp, ingrediënten voor een gele «"•drager, (jm) VLAMINGEN WORDEN VERWEND IN SPANJE

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 3