ien hoek voor een boek
MET FONS VAN DE MAFI.E FLIEFFLODDEREND VAN BLOEM
TOT BLOEMLEZING
FILM BU ONS
24 - 6-8-76 - De Voorpost
Onze zoektocht naar woord en rijm, zeg maar poëzie, Is van bij het begin maar al te
graag de richting uitgegaan van het modernere, nieuw-romantische, meer eksperimen-
tele prozagedicht.
Ook voor een (overtuigde?) vrijgezel als niet-ondertekende zei de wijze D. Inge op
wijze wijze «Wie de tijdsgeest huwt, ziet zich spoedig weduwnaar worden». Deze
uitspraak indachtig, dan maar snel de klok teruggedraaid.
Voor hen die de verzen lusten als gesterlllzerede kersen zijn we gaan grasduinen In
het nagelaten werk van de Erembodegemenaar Alphons Van de Maele.
Dank aan mevrouw De Schepper-Van de Maele, dochter van de dichter, voor haar
kostbare hulp bij deze rubriek.
«Fons Van de Maele, gij zijt genlijk schrijven over een pe-
een schoon gedicht!», schreef
Filip De Pillecijn ooit in het
tijdschrift Pallieter, en gelijk
had ie, alleen dit, Fons was
meer dan zomaar een dichter.
Hij, de werkman-poëet, was een
bewuste Vlaming, een over
tuigd kristen en tevens één der
spilfiguren uit de arbeidsstrijd
in onze streek rond de eeuw
wisseling, kortom een kajotter
voor de letter.
Fons werk straalt een (ondanks
het zware labeuren) verheven
levensblijheid en onverwoest
baar geloof in de Voorzienig
heid uit. Want zo was hij: zacht
aardig, nederig en taktvol. Geen
wonder dat dat de Erembode-
gemse gemeenteraad op 8 mei
1934, vijf jaar voor zijn over
lijden, en op vraag van de in
woners uit de Holleweg, deze
met algemene stemmen tot Al-
fons Van de Maelestraat her
doopte. Hij was een graagge-
ziene buur...
HET MIRAKEL
IN DE HOLLEWEG
De jonge levensloop van Fons
Van de Maele schetsen is ei-
riode waarin zoveel Vlaamse
gezinnen slapen gingen met de
zoete hoop dat er 's anderen
daags meer eten op tafel zou
komen een tijd waarin geluk
nog verzoend werd met een
gebrek aan weelde.
Jan, Alfons werd als derde telg
geboren van het gezin Desideer
Van de Maele en Berlinde A-
rijs. We schrijven 22 januari
1974.
Vader Desideer, loonterkken-
de met blauwe kiel, holleblok
ken en klak was één der ge
leerdste mannen van het dorp.
Immers, hij kon vlot lezen en
een weinig schrijven, een zeld
zaamheid. Moeder, Berlinde,
was een wakkere huishoudster
die meermaals de eerste prijs
behaalde voor de netste werk
manswoning. Deze werd uit
geloofd door gemeente- en
armbestuur.
Het gezin woonde aan de Hol
leweg, nu Fons Van de Mae
lestraat te Erembodegem. Fons
stond er te boek als een speel
se rakker. Over de oorvegen
vertelde hij later tijdens zijn Ie-
zingen «grote en kleine, link
se en rechtse, verdiende en
onverdiende, maar ik heb ze
toch gekregen!». Vanaf zijn 3e
jaar liep hij school bij de zus
ters van Opbrakel. Niet voor
lang echter, want drie dagen
na zijn eerste kommunie (1885)
moest hij voorgoed aan de slag.
Hij begon als garentwijnder
bij de firma Leirens, Pontstraat,
Aalst. De schelmenstreken
ruimden de plaats voor een vol
le levensernst. De geburen
spraken weieens over het «mi
rakel in de Holleweg».
DE VLAAMSE TAAL IS
WONDER ZOET (GEZELLE)
Fons leerde op zijn achttien de
stiel van jutewever, later van
merinos- en satijnwever. De
dichter in hem was toen reeds
aan het ontluiken. Zijn «rijmen»
viel evenwel niet in de smaak
van zijn ploegbaas, een Frans
man, die de verzekens-schrij-
ver niet luchten kon. Fons ging
dan ook weg en verzeilde al
dus in Brussel waar hij van
1898 tot 1914 tewerkgesteld
bleef.
Uit die tijd dateren de eerste
verbeurd,
Geen IVaming, die nu niet om
u treurt...
O, mocht ge u nog eens over
u zeiven schamen
En worden weer de fierheid der
Vlamen!»
De dichter-werkman voegde de
daad bij het woord. Hij teken
de het verzoekschrift tot het
oprichten ener Vlaamse Hoge
school, in zijn paperassen vond
men een stortingsbewijs voor
rekening Taalgrensaktie Ronse,
enz. Kleine bijdragen die toon
dertijd van geen weinig belang
waren. Men mag niet vergeten
dat de Vlaamse strijd in die
tijd pas met figuren als Lede-
ganck, Verriest, Grammens en
anderen een zekere armslag
kreèg.
IN 'T WERK BESTAAT
GELUK
Tijdens en na de eerste we
reldoorlog verkocht Fons Van
de Maele de Gentse krant «Het
Volk». Hij verdiende op z'n
klompen een grote ronde, nl.
de wijk Mijlbeek, Herdersem
en Wieze. Later, als depothou
der, waren er weken dat hij
met zijn venters een dertig
duizend nummers aan de man
bracht.
In 1919 toen de afzet van de
krant verkleinde belandde hij
door toedoen van zijn vrienden
Jef Crick (redakteur), Theodoor
Van Tichelen (geestelijke) en
Emiel Torfs (id.) bij de Stan
daardboekhandel. Hij was er
De kinemadeum staan alweer een weekje wagenwijd open, hoog tijd
dus dat wij uit ons middagdutje ontwaken en U een en ander
berichten omtrent de programma's van deze week. Dat kan voor de
gelegenheid bijzonder snel uit de mouw geschud worden dank zij een
fantastische elektrische machine - alleen de typiste ontbreekt mij
nog.
YOU' NEVER TOO YOUNG
Van Norman Taurog (USA, 1955)
met Jerry Lewis, Dean Martin en Dianna Lynn.
Deze - uiteraard geestige - Jerry Lewis-Dean Martin film is in feite
een remake: de produktiemaatschappij Paramount besloot, wegens
het grote sukses. de film «The major and the minor» van Billy Wilder,
nog maar eens over te doen.
En twintig jaar later kunnen wij daar dank zij de komkommertijd
eens te meer van genieten. We zien Jerry Lewis omringd door een
massa vrouwspersonen en dat geeft uiteraard aanleiding tot tal van
komische scènes.
Bovendien parodiëert Lewis in deze film verscheidene suksesnum-
mers uit films van zijn kollega's, onder andere Stan Laurel,
Humphrey Bogart etc. Dit maar om U overduidelijk te maken dat het
weer de moeite loont.
Niet veel ove de film dus, maar toch even deze anekdote. De film werd
gedraaid in het hotel waar Jerry Lewis zijn eerste stappen als komiek
zette. Toen de film klaar was werd de première dan ook in datzelfde
hotel gegeven op initiatief van Paramount. Dat was echter niet
helemaal naar de zin van Dean Martin.
(In feite was dat slechts een aanleiding voor Martin, die al een tijdje
zocht te breken met Lewis). Martin weigerde dan ook naar de
première te komen en vertrok met veel misbaar op vakantie. Jerry
Lewis mocht het hele zaakje dan maar aan de pers uitleggen, en
kondigde meteen aan dat de vriendschap niet lang meer zou duren.
Toch hebben ze smen nog drie films gemaakt, na eerst vier maanden
te hebben overhoop gelegen.
(Cinema Palace)
In 't werk bestaat geluk
God dank mijn dagtaak is verricht
Nu ben ik weder vrij,
Nu ben ik weder blij;
Ik heb volbracht mijn plicht.
Nu mag ik gaan mijn gang,
Ik kan een uurtje lang
Langs veld en wouden omme dwalen
En luisteren naar de nachtegalen.
Met rust de zon zien nederdalen
Gij, avondstond, zó vaak betracht,
Weest welkom, rust en nacht
Wel keer ik uit de stad
Vermoeid en afgemat;
Soms hart en ziel ontsteld..
Maar, heb ik eens mijn geld
In moeders schoot geteld;
Ziet zij mij goedig aan,
k Ben vrolijk aangedaan.
En, gans ontslagen van het werk,
Richt ik mijn schreden naar de kerk.
Daar kniel ik biddend neer
Vóór Onze-Lieve-Heer,
Opdat Hij meer en meer
Mij sparen zou van ramp en druk.
In 't werk bestaat geluk
(Get.) Erembodegem, Alph. Van de Maele
MONTY PYTHON AND THE HOLY GRAIL
van Terry Gilliam en Terry Jones(GB 1974)
met Graham Chapman, John Cleese, Terry Gilliam, Eric Edle, Terry
Jones en Michael Palin.
Ik hoop dat het dat het al een hele tijd geleden is dat U nog eens
hartelijk gelachen hebt, dan kan U dat met deze film zekerr en vast
doen. «Monty Python and the Holy Grail» is het geesteskind van een
groepje Engelse televisiemaniakken die zich intertijd hebben
verenigd omdat zij het in het toenmalige produktiesysteem niet erg
naar hun zin hadden (of zo ongeveer toch). Óp een mooie
zomeravond kwamen zij met een serie fantastische ideeën te
voorschijn, ideeën die door de televisiebazen gretig werden aanvaard.
Dat alles resulteerde in «Monty Python's Flying Cirkus» een serie die
op de Nederlandse (en vlaamse ook dus) televisiebuizen heel wat
sukses Rende - vooral bij het jonge volkje.
«Monty Python and the Holy Grail» vertelt uiteraard het verhaal van
King Arthur die met zijn Ronde Tafel-ridders op zoek moet gaan
naar de verdwenen Graal.
Maar op welke manier krijgt U dat voorgeschoteld! Het geheel is een
mengelmoes van absurditeiten, kolder, anakronismen en wat weet ik
nog allemaal. Je kan het gewoon niet zo gek bedenken of de bende
van Monty Python heeft er ook aan gedacht. Ik vermeld maar even
het duel met de Zwarte Ridder, fragment dat u misschen op de
televisie heeft gezien. Maar het begint al vroeger bij de generiek sla je
al bijna achterover van het lachen.
Meer moet ik er waarschijnlijk niet aan toevoegen, U vindt het zelf
maar verder uit nietwaar?
(cinema Feestpaleis)
gepubliceerde gedichten van
Van de Maele. Vooral het Aal-
sters blad «De Volksstem» nam
werken van hem op. Het eerst
gebeurde dit op 18 juni 1898
met volgend verzeken.
LIEFDE VOOR
ZIJN VOLK
Van de Maeles poëzie zit diep
geworteld in een overtuigde
Vlaamsgezindheid, geen fla
mingantisme van het kortzich
tige type maar wel vurige lief
de voor zijn volk. Fons leed
onder de verscheurdheid van
de IVamingen tijdens de oor
log. Te Brussel had hij reeds
vroeg aan den lijve ondervon
den dat de verfransing een
vernedering betekende voor
het Vlaamse proletariaat. Ook
in Gent voelde hij dit goed
aan.
Uit het verzeken «Gent» volgen
de fragmenten
«Wanneer Ik door uwe straten
ga,
Daar onder uw hoge torens sta,
Die mijn ziel naar 't verleden
voeren,
Dan voel Ik In mij een diep ont
roeren I
Gent
Thans hebt gij uw goede naam
Fons Van de Maele met echtgenoot, Bert D'Haese en Plet Van Schuylenbergh tijdens de viering te Aal»
de feestzaal van het stadhuis.
HOE GRILLIG TOCH
DE MUZE
Over zijn eigen kunde als poëet
schreef Fons Van de Maele zelf
eens: «Ik was geen dichter met
een groot talent. Ik heb geen
boeken kunnen vullen met ver
zen, die niet sterven zullen.»
De werkman-dichter had in die
zin gelijk dat hij niet dezelfde
technische vaardigheid bezat
als een Gezelle. Waar zou hij
trouwens de (algemene) school
opleiding hebben genoten om
zich via studie een weg te ba
nen in de poëtische frazering,
in de technieken van metrische
maat, enjambement, enz. Van
de Maele was een werkman
die dichtte vanuit het leven,
vanuit het hart en hoezeer hij
Gezelle ook de «Westvlaamse
nachtegaal» noemde, hij bleef
alleszins naar Jozef De Voghts
zeggen onze eigenste «vink uit
de Denderstreek». Bij Fons Van
de Maele is het goed de men
selijke diepte in de poëzie te
ervaren. Zijn lyrische bewogen
heid om het Wonder, het won
der van de scnepping, van de
natuur kan de lezer niet onge
voelig laten. Of deze laatste
zelf gevoelig is of niet doet niet
zoveel terzake. De essentie, de
geloofwaardigheid van Fons ge
loof is er. In feite is dit het be
wijs van zijn onmiskenbaar ta
lent als dichter-van-zijn-tijd en
als bouwsteen in het typisch
Vlaamse romantisme van waar
uit hij schreef.
Belangrijker dan zijn gedichten
te verhaspelen in een «al-dan-
niet-goed»-poëtiek is het aan-
voelne van zijn bekommernis
om natuur, volk, familie en ar
beidssituatie, meteen de vier
hoofdelementen in zijn werk.
Over het «bloemken, lente-
schoon met een witte kroon»
«'t Staat daar fris en fleurig,
- Spijts het weer zo guur, -
Als een gogslamp in de
Tempel der natuur!»
Over zijn eerbied voor de
vruchten van de arbeid
«Maar toch, mijn lieven, doet
het niet
Een slavenleven is 't
Dat vader leidt om 't stuksken
brood
't Welk acht'loos gij verkwist!»
Over zijn levensblijheid
«Wat gaat gij, mens, door leed
gekweld
Dat soms een traan naar 't oog
u welt
Toe, weer uit 't hart dien droe
ven toon
Het leven is zo schoon!»
De dichter-arbeider was tevens
een echt Mariakind. Hij droom
de ervan ooit eens naar Lour-
des te kunnen trekken, hij
spaarde ervoor, doch is er niet
geraakt... Het larvgste gedicht
dat Van de Maele ooit schreef,
nl. «Voor Onze-Lieve-Vrouw van
Alsemberg», werd getoonzet
door Remi Ghesquiére. Andere
toondichter waren Jef Cam-
maert, Renaat Mores, Staf
Nees, Maurits Pietsier en vele
anderen.
In 1905, jaar van zijn huwelijk,
schreef hij
«O, kon ik een gedichtje maken
Voor ieder schoon en goed
Dat spreekt tot elks gemoed,
Dat ieders hart doet blaken
Dan zou het voor Maria zijn!»
Op de plek waar eens zijn
wiegje stond, verrijst thans e||
kapel, met het beeld van G
Vrouw van Vlaanderen. BB
nenin «Dit was de wens
Fonske Van de Maele, Marp|
dichter, zoet gevooisd van
Ie, Anno 1951».
Ac
OVERLEVEN jj'
Van de Maele gaf in 1933 e!yC
zesde verzenbundel uit,
laatste: in 1938 omstreeks j®''
uur ontsliep hij. In 1938, 19
en 1963 verzorgde de drukksoc
«Het Volk» drie bloemlezing!
Aanbevolen lektuur, welliPar
nog te verkrijgen in de bock
handels van «Het Volk» ol
de redaktie, Forelstraat,
Gent
«Fons Van de Maele».
vensschets gevolgd door al
keur uit Fons' werk, samenli;.-
steld door Jozef De Geest, li
geverij Strobbe te Izegem.
«Nieuwe Verzekens Vi
Ons Volk - Fons Van de Mfor
Ié». Vijftig gedichten samenjeg'
kozen door Jozef De Geest*®"
>lai
liet
De Witte Rejeg,
Ül
Uitgeverij «Het Volk».
Langs de boskant stil alene in gedachten dwaal ik voort
Altoos zoekend, altoos zinnend naar een rijmken, naar een woord
«inpakker, loopjongen, kuis
vrouw...».
Ondertussen ontpopte Van de
Maele zich tot een ware voor
vechter van de kristelijke de-
mokratie in onze streek. In tal
rijke vergaderingen te Aalst en
Gent, waarop hij zijn afdeling
van één of andere werknemers
bond vertegenwoordigde leer
de hij de propagandisten en
leiders der sociale organizaties
kennen. Men denke onder meer
aan Petrus Van Schuylenbergh
(zie foto), René Debruyne, Isi-
door De Greve, Emiel Verhee-
ken.
De arbeid neemt in Van de
Maeles poëzie dan ook een
belangrijke plaats in. Geen
pamfletachtige verzekens even
wel, maar gedichten vanuit het
«arbeid-adelt»-prinsipe en dit
doordrenkt met de vaderlijke
zorg voor zijn (zeven-koppige)
kroost.
Een mooi voorbeeld hiervan
pikten we uit het bundeltje
«Nieuwe verzekens voor ons
volk».
Van de Maele bleef tot 1933
in de Standaardboekhandel.
Hij was toen negenenvijftig en
zijn gezondheid verhinderde
hem alle loonarbeid.
50 BEROEMDE LIEFDESVERHALEN
Omnibus samengesteld door Loek Polders, Elsevier, Brussel,
1075, 399 blz. Prijs: 395 fr.
De uitgeverij Elsevier is niet
aan haar proefstuk met de
bundeling van telkens een
vijftigtal kortverhalen. Wel
licht aangespoord door het
succes van haar eerste omni
bus 50 BEROEMDE GRIE
ZELVERHALEN (duidelijk
afgebakende, boeiende verha
len van klasseauteurs) waag
de zij zich aan een tweede
collectie50 BEROEMDE
LIEFDESVERHALEN.
Menig beschouwing gemaakt
bij het verschijnen bij die
eerste omnibus geldt thans
voor de tweede. De betite
ling «beroemde» gaat zeker
op als men een blik werpt
op de inhoudstafel. Illustra
tief zijn namen als Shaw,
Couperus, Moravia, Somer
set Maugham, Twain, Poe,
Böll, Lawrence, Wells,
Tsjechov, de Maupassant, No
valis, Andersen en Boccaccio.
Ondanks een Anglo-Ameri-
kaans overwicht zijn de an
dere nationaliteitent (o.a.
de Russische en de Skandi-
navische) beter vertegen
woordigd. Zelfs de grenzen
van de continenten werden
overschreden Tablanco fun
geert als Latijnsamerikaanse
vertegenwoordiger, Lin Tsin
Sen, Kawabata en Mohamed
als Aziatische representatie-
ven. Nochtans zouden de sym
bolen op de stofomslag
(vooraan twee cupido's, ach
teraan een in een boomschors
gegrift hart) een beperking
tot de westerse liefde doen
geloven. Een zaak zit echter
de recensent dwars de stief
moederlijke behandeling van
de Nederlandstalige litera
tuur. De opname van slechts
één vertegenwoordiger houdt
de miskenning in van menig
Nederlandstalig meester van
korte liefdesverhalen.
Zoals in de eerste bundel liet
het aantal verhalen terug de
samensteller toe een ganse
waaier van auteurs en soor
ten van liefdesverhalen te
bestrijken. Om de lezer enig
zins wegwijs te maken grijpt
de samensteller naar een ver
deling in drie geledingen. Het
rollenpatroon van de partners
vormt de uitgangsbasis. In
vijf verhalen ziet hij een ge
lijk initiatief van man en
vrouw, in 24 is de vrouw de
aotief-veroverende partner, in
de rest speelt zij de traditi
onele inspirerende rol Of
het initiatief de liefdesrelatie
zodanig karakteriseert dat het
zich als indelingscriterium
opdringt, betwijfelt de recen-
oge
sent ten zeerste. Liefde 1
niet, maar ze wordt en J
wordingsproces is meestal I
werk van twee personen.
In het verhaal «Een ve
dige beslissing» merkt
Fitzgerald dan ook terecht I
conclusie op «Er bestaan!
Ie mogelijke soorten
maar geen twee zijn geli
(blz. 309). Tot dit bes ae
komit men als lezer ha
lectuur van de bundel,
schakering terzake die de
mensfteller biedt, dekt h e
wat varianten van de dtya(j
menselijke tot de berede: jn(j
rende liefde, van de ondo
grondelijke tot de herontd
kende, van de onvoorwaan
lijke, politiek gefungeerde cni
de trouwe. Een soort q<1 d<
wellicht bewust verbanne a 2
de erotische, de seksu 1 d
waardoor een belangrijk slis
pekt van de liefde buiten Wc
schouwing blijft. Daaren #et
gen is er een soort oven1
tegenwoordigd de sprot
jes-, fabel-, wonderlijk 8'
Nochtans zullen deze ver! 1 1
len de lezers boeien en tr 'poi
fen tegelijkertijd. mc
De collectie wordt afgerc rsd
met een beperkte ver# g,
woordingde bronverm
ding. Zoals bij de eerste bi ,e|
del onthoudt de samenstel
zich ervan de auteurs en h
werk te situeren zodat nir
zake heel wat vragen bij n »d
nig lezer rijzen 'in,
Paul Van Den Wijngaei woi