MARINUSDE JONG, EEN PAREL AAN DE KROON VAN ONS VLAAMS MUZIEKLEVEN FILM BIJ ONS Achten De Koelissen Een hoek voor een boek 11 24 - 13-8-76 - De Voorpost Om dit alles te staven, zullen we een blik werpen op zijn geweldige muzikale aktiviteit met een beknopt, biografisch overzicht. Marinus de Jong werd geboren te Oosterhout. Nederland, (N. Br.), als vijfde telg van een kroostrijk gezin. Het mag wel haasteen sprookje heten dat hij, toevallig bij een uitverkoop, in het bezit kwam van een al zij het ook niet een allerbeste Potverdoezje, het is alweer laat geworden, ik heb weer te lang aan de telefoon gehangen veronderstel ik. Bovendien heb ik weer te lang aan de telefoon gehangen veronderstel ik. Bovendien heb ik teveel tijd zoekgemaakt door mijn papiertje te zoeken waar ik de titels keurig op genoteerd had. Maar goed, alles is uiteindelijk in orde, de rust is hersteld - ik heb het rijk eindelijk weer voor mij alleen. Geen uitzonderlijk goede films deze week, wel prulletjes die als gezellig tijdverdrijf door de beugel kunnen. Daar gaan we weer: HIBERNATUS een film van Eduard Molinaro (Frankrijk 1969) met Louis de Funès, Claude Gensac, Olivier de Funès, Bernard Alame, Yves Vincent en Paul Pré- boist. Over de film kan ik vrij kort zijn, met de Funès weet je immers vooraf al waaran je te houden. In «Hibernatus» is Louis Chéri de zonderling die na een paar honderd jaren uit zijn diepvriestoestand wordt gehaald (een - nog altijd experimenteel - procédé om het leven op aarde wat te verlengen) en zich niet, of althans moeilijk, aan de nieuwe toestand kan aanpassen. Je krijgt de Funès dus te zien in bijzonder geestie situaties, toestanden die alleen door de Funès kun nen veroorzaakt worden. Even interessant als de film is de maker van de film: Eduard Molinaro. Deze Franse realisator heeft het op zowat twintig jaar klaar gespeeld een vijfentwintigtal films te maken. Hij werkt veelal met dezelfde akteurs, allemaal degelijke Franse namen: Bernard Blier, Philippe Noiret, Jean- Paul Belmondo, Catherine Deneuve etc. De meeste van zijn films halen nooit dat uitzonderlijke hoge peil wat ze tot meesterwerken maakt, maar allen zijn ze «bien foutu», knap gemaakt, professioneel maakwerk dus. (cinema Palace). DEATH RACE 2000 een film van Paul Bartel (USA 1975) met David Carradine, Simone Griffeth, Mary Woro- nov, Roberta Collins, Sylvester Stallone en Martin Kove. Nogal gewelddadige science-fiction film die de eerste prijs kreeg op het onlangs te Parijs georganiseerde festival van de fantastische film. «Death Race 2000» hangt eens te meer - het kan vervelend worden op de duur - een beeld op van de Amerikaanse samenleving in het jaar 2000. Het evene ment in die samenleving is de jaarlijks georganiseerde dodenrace: een snelheidsrace met uiteraard ongewo ne wagens, waarbij het er op aankomt zoveel mogelijk doden te scoren. Inderdaadnaast de snelheid worden er ook punten toegekend voor het omverrijden van mensen. Een vernuftig puntensysteem ligt aan de basis: naarge lang het slachtoffer krijg je punten. Zo brengt een baby meer punten op dan een kloeke veertiger. Het gaat er allemaal nogal vrolijk aan toe in Bartels' racefilm, dat moet ik hem wel nageven. Je kunt deze film -gewoonweg niet au sérieux nemen, daarvoor maakt de regisseur het toch wel al te bont. Hij heeft er eerder een satire van gemaakt, hier en daar tot groot ongenoegen van producer Roger Cormandie had het liever nog kommerciéler gezien natuurlijk. Toch haal de «Death Race 2000» in de Verenigde Staten enorm hoge cijfers op de box-office lijst. Dat dank zij de sensationele tafereeltjes uiteraard. (cinema Feestpaleis). SHARKS'TREASURE een film van Cornel Wilde (USA, 1975) met Cornel Wilde himself, John Neilson, Cliff Os mond en Yaphet Kotto. Aangezien het draaien van «Jaws» flink wat over tijd liep maakt United Artists maar vlug van de gelegen heid gebruik om een voorloper-haaienfilm te draaien en uit te brengen. Niet veel zaaks, al zitten er wel een paar spannende haaientafereeltjes in verwerkt. Zoals de titel al laat vermoeden draait het hele zaakje om een schat, ergens in de diepten van de Oceaan. Die schat moet zonodig worden opgehaald, wat enigszins wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid van enige hongeri ge haaien. Dat is nog niet alles, er komen ook nog ontsnapte gevangenen aan te pas en een strenge kapitein. Hoe het allemaal afloopt moet U zelf maar gaan uitzoeken, indien het warme weertje U niet naar één of andere drankgelegenheid leidt. Guy piano. Van lesnemen in den beginne, geen sprake. Hij moest maar goed de hem omringende draaiorgels in de herbergen en op de kermis afluisteren en dan proberen dit na te doen op zijn piano, met het gevolg dat hij over een groot repertorium van walsen, polka's, en marsen beschikte totdat eindelijk enige kunstminnende lieden zijn ouders aanspoorden hem piano lessen te laten nemen bij een onderwijzer in Oosterhout. Die stond niet weinig verbaasd, als hij zijn leerling een heel reper torium van dansen hoorde ten beste geven, en dit in tonaliteiten Fis gr., As gr.,«nz. waarvan de Jong het bestaan zelfs niet kende. Na korte tijd te hebben lesgenomen zei zijn vader: «Ge zijt volleerd, red uzelf nu maar». Maar ondertussen had de Jong zich reeds aan het komponeren gewaagd maar dat wilde men juist nu «niet» geloven. Hij moest een proef afleggen onder toe zicht van een kunstliefhebber want men dacht, dat alles uit boeken werd afgeschreven en komponeerde toen die beroem de polka. Daarna werd besloten, hem zijn studiën te laten voortzetten: eerst te Breda, waar hij ook vioolles kreeg, en dan op 16-jarige leeftijd te Antwerpen aan het Koninklijk Vlaams Muziekkonservatorium in de vakken piano, kontrapunt en fuga, die na een paar jaar van volharde studie met de grootste onderscheiding bekroond wer den. Er valt hier te noteren dat hij door eigen studie in harmo nie en het middeleeuws kontra punt, na een examen, onmiddel lijk in de hoogste kursus bij Lodewijk Mortelmans werd aangenomen. Ook had hij reeds zonder theoretische en harmo nische kennis te bezitten al heel aardig wat gekomponeerd. (waaronder een Polka, geschre ven op 12-jarige leeftijd, een zekere beroemdheid verwierf). Na zijn eindexamen in het Kon. VI. Konservatorium behaalde hij in 1917 nog een speciaal door het konservatorium uitgeschre ven prijs met een Prelude en Tripelfuga voor orgel, (uitgege ven bij Alsbach te Amsterdam). Om verder in zijn onderhoud te voorzien speelde hij geruime tijd altviool in verschillende orkes ten, maar gaf ook reeds vele recitals, o.a. in de «Beethoven- zaal» met verschillende sonaten van Beethoven, enz... Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in Oosterhout, leidde er geruime tijd een Harmonie en had ook de gelegenheid daar zich als orgel virtuoos te ontwikkelen, aange zien hij de grootste orgelcompo sities van Bach van buiten speelde, maar vooral nam hij de gelegenheid te baat zich als pianist-virtuoos te volmaken en transponeerde zo maar eventjes van buiten de 48 preluden en fuga's van het Welgetemperd Klavier van J.S.Bach. Hij verdiepte zich tevens in de oude modi met de gregoriaanse zang van de St.-Paulus-Abdij, waarvan de invloed zich in zijn latere composities zou doen gevoelen, o.a. Missa «ave Maria», strijkkwartet in oude toonaarden, enz... In 1918 terug in Antwerpen gaf hij er verschillende pianorecitals met eigen werk en eerstuitvoe- Vers Vinyl: Op 24 augustus aanstaande kan u tijdens de Aalsterse jaarbeurs terecht voor een optreden van Vader Abra ham en Mieke. Van beiden is nu een nieuwe single op de markt. MIEKE Mieke, die enige tijd geleden het slachtoffer werd van een ernstig verkeersongeval, is bijna helemaal her steld. Ze heeft net een welverdiende vakantie op het eiland Texel achter de rug, en is terug begonnen met optredens. Haar visitekaartjes zijn een nieuwe elpee «Zo tussen dromen en ontwaken» en het hieruit getrokken 45-toertje «Zomaar een dag in september, een aardige slow. B-kant is een nogal bij het haar getrokken verhaal van een «Schoenpoetser van San tiago». Erzit toekomstmuziek in Mieke. (Boem. Elf Provinciën. Elf. 65.049) VADERABRAHAM Vader Abraham is al lang geen nieuwkomer meer aan het vlaamstalig platenfirmament. Talrijke hits staan reeds op zijn naam. Van hem zijn we in zijn genre nog relatief interessante teksten gewoon. Met zijn nieuw ste elpee, vertelt hij zijn visie over hoe het mensenle ven er uit ziet. Het ommekantje «Nooit meer klagen, nooit meer vragen» ligt in dezelfde lijn en is eveneens goed dansbaar. Op de jaarbeurs zullen we hem voor u eens opzoeken. Meer nieuws dan over deze noorderbuur. (ELF. 15.93) RAARLST Raaclst is een vreemdsoortige samentrekking van «raar» en «Aalst». En hiermee is al heelwat gezegd overdezeproduktievandeMeerseJust Born Studio's. Immers, het is verbazend en meteen raar (mooi) hoe producers Luc Ardyns en William Souffreau in een provinciestad als Aalst zoveel jong talent hebben gevonden om een hele langspeelplaat te vullen. Raarlst is niet alleen een zeer gewaardeerd dokument van alles wat in deze heimat reilt en zeilt aan pop, rock, kleinkunst en volksmuziek, maar is tevens een schijf met heel wat waardevol muzikaal materiaal. Al is de ene song beter dan de andere, dat wel, kan in feite nergens een zwak nummer worden gevonden. Enkele namen: Plasmodium Vivax (de oude Hot Spirit), Brain Damage, De Soef, Isopoda, Is Cuma Liom, René De Witte, Mieke.en Joost Van Dorp, Peeter Sheeley, Kris Steenhout en Low Level. Beslist beluisteren!!! Voor het teaterseizoen 1976-77 programmeert Arbeid en Kunst als eerste stuk, op de planken half november, «In het kleine geluk» van Sauvagon. Originele titel van deze franse vaudeville «Au petit bonheur». Regie berust bij Jef Bettens. Met hun tweede produktie, eind februari 77, neemt Arbeid en Kunst deel aan het Renaat Ra vijts toneeltornooi. het wordt een satire op eigentijdse toestanden: «Als ma van huis is» van Felicien Marceau, auteur van ondermeer «Het ei». Dit wedstrijdstuk komt ter vervanging van bet vreoger aangekondigde «Dansen op Kristal» van Luc Vilsen, stuk dat voor het seizoen 76-77 geblokkeerd zit in het beroepstoneel, Antigone uit Kortrijk. Pan zal wegens het grote sukses meer dan waarschijnlijk «De Meiden» van Genet hernemen. Als tweede stuk denken zij er ernstig aan «Elektra» te programmeren. ringen van Ravel, Debussy, Moessorgski (Schilderijen uit een tentoonstelling, enz..) Het duurde dan ook niet lang of hij kreeg een aanzoek om koncerten in Amerika te gaan geven, in New York «Aeolian- Hall», en verder grote centra's in de V.S. Eindelijk na dit rondzwervend circusleven terug in België, besloot hij tot een meer verzekerd kunstleven met zich niet alleen als koncert- virtuoos, maar ook als kompo- nist en pedagoog verdienstelijk te maken. In het Lemmensinsti- tuut werd hij belast met de kursus van piano, kontrapunt en fuga, vakken die hij enige jaren later ook in het Kon. VI. Muziekkonservatorium te Ant werpen zou uitoefenen. Doch zijn kompositorische aktiviteit nam echter steeds een grote omvang en zo ontstond een eerste klavierkoncert, dat in de Nieuwe Koncerten te Antwerpen in 1926 door hemzelf werd gecreëerd en dat hij later meermalen ten uitvoer bracht in de B.R.T. (toen N.I.R.), in Halle en Berlijn, e.a. Verder symfonieën, 4 Vlaamse rapsodieën en kamermuziek werken ontelbare liederen, koorwerken, missen en motetten DE ORATORIUMS/ Hiawad- ha's lied, Imitatio, Christi, Kerkhofblommen, Proverbia Breugheliana; de opera's: De lelijke meisjes van Bagdad, Esmoreit en Mitsanoboe. Als men het werk van Marinus de Jong in vogelvlucht zou kunnen schetsen dan merken we: l)dat een eerste scheppings- faze (als men het zo noemen wil) beïnvloed is door de «oude modi» (dorisch, phrygisch, lydisch, mixolodisch). De componist koos eerder deze nieuwere stijluiting om te ontsnappen aan de toen heer sende romantische kunstbegrip pen; en de harmonische en melodische inhoud dezer modi- door er zelfs Chromatische elementen aan toe te voegen, - te verrijken, waarmee hij een voorsprong nam op het door Ravel en Debussy, slechts hier en daar unitonaal modaal aangewende procédé. 2) een tweede faze, die zich ontbolsterde uit modale kleur- harmonieën, met polyphone, kontrapuntische verstrengeling een krachttoer die alleen een doorwinterd kontrapuntist, ge kneed in alle vormen der Marinus de Jong, musicus kontrapuntiek kon ontplooien. Zelfs stelde hem deze techniek in staat een internationale prijs te behalen met een dodecapho- nische Preludium en Quadru- pelfuga voor orgel, waardoor hij het bewijs leverde dat hij ook deze techniek «ten kwade» kon aanwenden. 3) In een laatste scheppingsfaze richtte de toondichter zich meer naar het wonderschoon Oudne derlands volkslied, waarvan hij honderden bewerkingen gaf (o.a. 2 bundels bij Uitgave Metropolis, Antwerpen) en het in menige kompositie als the matisch materiaal aanwendde, zoals in zijn humoristisch zang spel «Proverbia Bruegheliana», de symfonie nr. 2, zijn vier Rapsodieën, enz... Maar wat een kennis is er niet vereist een volkslied, in geest en sfeer, correct te harmoniseren en te bewerken. Wij hebben M. de Jong meermalen horen zeggen: «Het is gemakkelijker voor mij een originele kompositie te scheppen, dan een volkslied, zoals «Het daghet i: Oosten» juist te harmoniserel zoals het een Beethovël Schumann, Grieg, e.a. grol meesters zouden j hebben. Maar buiten zijn komposit rische aktiviteit mogen we hi zeker niet zijn uitzonderlij gave als pedagoog onderschi ten. Hoeveel schitterende le< lingen heeft hij al niet gevorm De Jong onderwees het pian spel volgens de moderns methode, en ook zijn contrapu tisch onderricht was vooruitstrevend; hij schreef e «Klassieke en Praktische Hif monieleer» in 6 delen (Uitgaj N.V. Brepols, Turnhout); verc een «nog tot hiertoe onuitged ven leerboek» van het klassiel modern-vocaal en instrume| taal kontrapunt in 5 delen. werk dat «in het licht gegevel heel wat uitstekende dienstl zou kunnen bewijzen aan T evoluerende musikus goede richting. VICTOR VAN FRACHfij M. Köhnlechner: Onnodige operaties, reeks Fontein Folio, Uitgeverij De Fontein BV, De Bilt (voor België: Uitgeverij Westland, Schoten), 1975,208 biz., prijs: 365F. amandele Nu de ziektekostenverzekering in een financiële impasse dreigt tc geraken, is het hoog tijd zich te bezinnen over de noodzaak van sommige geneeskundige verzorgingen (het slikken van overdreven dosissen medica menten, niet-noodzakelijke of gevaarlijke geneesmiddelen, het onverantwoord raadplegen van geneesheren, het al te gemak kelijk zich laten opereren) een dringende behoefte. De these die de Duitser M. Kölnlechner in zijn boek «Onnodige operaties» opbouwt, is overduidelijk: van de geboden mogelijkheden van de chirurgie wordt al te vaak onnodige gebruik gemaakt, ja één op zeven operaties is overbodig! Stellen dat hij volledig de chirurgie afvalt, zou de waar heid geweld aandoen. De auteur beseft al te goed dat een operatie nog steeds de uitweg is in het uiterste geval. Hij betreurt alleen dat nog steeds zoveel kansen gemist worden om operaties te vermijden. Volgens deze «Heilpraktiker» blijven de alternatieve methodes als ozon- thèrapie, acupunctuur, zenuw therapie en enzymtherapie «een tot nu toe vrijwel ongebruikt potentieel voor alle artsen» (blz. 7) en gaat dit ongebruikt laten «ten koste van de patiënt» (blz. 7). Met zijn boek wil de auteur zowel de geneesheer als de zieke bewust maken van die «aanvul lende, completerende behande lingen» (blz. 8). Zijn argumenta tie berust zowel op de risicio's van een operatie (zoals misluk king en bacteriële ziekenhuisin fectie) en de klachten nadien als de aantoonbare doeltreffend heid en de relatieve onschade lijkheid van die alternatieve methoden. De auteur is vol doende realist om zijn stelling te relativeren. Hij geeft grif toe dat ze niet opgaat voor iedere aandoening en ieder ziekte beeld. De beslissing tot opereren wil bij de chirurg geenszins ontnemen. Maar hij moet daar voor verantwoording afleggen. Hoewel de techniek van de diagnose sprongen gemaakt heeft, is ze nog steeds niet altijd even betrouwbaar of feilloos. Dikwijls wordt geopereerd zon der dat de ziektesymptomen 100*7(1 verklaard zijn zodat «kurieren am Symptom» soms letterlijk gebeurt... Zoals de auteur terecht op merkt, is zijn boek «geen roman geworden en geen amusante lektuur die men vlot verslindt» (blz. 22). Maar het inleidend hoofdstuk «Gemiste kansen» biedt een goed overzicht en inzicht in de bedoelingen van Köhnlechner. Bovendien kan men zich nadien beperken tot een van de twaalf hoofdstukken die de kwalen inzake galblaas, maag en dar men, blindedarm, trigeminus, arteriën, wervelkolom, gewrich- ten, schildklier, kaakholte, oor en oog behani len. Uit die opsomming blij reeds dat de lezer met heel medische termen af te rekent krijgt. De auteur probeert bij een eerste gebruik ervan betekenis in een bevattelijke ta te omschrijven. Bovendien ge<al< hij in zijn register een aanwijzii om gemakkelijk de uitvoeri j< behandeling van een woo terug te vinden. Een hulpmidd dat grote, diensten had kunnt bewijzen bij de lectuur, wart afbeeldingen van het deel va)n het menselijk lichaam waart de termen.en de kwalen betre king hebben. Niet elkeen hee een degelijke medische ene clopedie te zijner beschikkinj Wie zich niet laat afschrikktjg door deze toch niet onove kombare moelijkheid zal zekj door de lektuur van de talrijl onbekende facetten van meni operatie geboeid worden en weet, kan hij niet op een gegevt moment baat halen uit geboden informatie... Vermi e achteraf te moeten ervaren d uw doorstane operatie één vl de een op zeven onnodige was! 10 PAULVAN DE 0 WUNGAERDer bl OUDE AMBACHTEN TE BAAIGEM Het infocentrum voor kunstambachten te Baaigem vindt het fijn dat de oude ambachten steeds meer en meer in de belangstelling komen, o.a. met demon straties op diverse folkloremarkten en festiviteiten. Het betreurt echter het feit dat de interesse zeer dikwijls beperkt blijft tot het «eens gezien hebben» en het «weten hoe het gaat» effekt. Data, prijs en andere praktische informatie worden u zonder verdere verplichting toegestuurd wanneer u naam en adres kenbaar maakt aan Infocentrum voor kunstambachten, Kerkstraat 9, 9743 Baaigem, iU| of aan Rachel De Veirman, Makelaarsstraat 3, te 9000 Gent. in :n

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 24