AANVALLEN OM TE VERDEDIGEN -13-8-76 - De Voorpost JOZEF HICQUET TWINTIG JAAR AKTIEF Jozef Hicquet is reeds twintig jaar aanvaller, geeft les voor aanvalsmannen, is sinds 1974 lid van het nationaal verbond van Belgische kynologen en er ook de ondervoorzitter van. Bovendien is hij sekretaris van het Provinciaal verbond. Hij is een van de weinigen (plus minus 75 aanvalsmannen in ons land) die niet bang zijn voor honden. Alhoewel, het is een risikodragende bezigheid en eist een goede fysiek, veel geduld, doorzicht en doorzettingsvermogen en ondanks het speciale kostuum blijft een onwelkome hondenbeet steeds mogelijk. Jozef Hicquet kan ervan meespreken en is op het ogenblik erg geremd in zijn aktiviteiten van aanvalsman. Hij onderging niet minder dan 5 operaties, had 13 weken gips en 20 maanden ziekteverlof. Maar hij blijft niettemin volhouden en is van de honden en zijn klub niet weg te slaan. Bijna dagelijks is hij er elke avond en de week-ends aanwezig. BELANGSTELLING VOOR HONDEN Via het leger leerde Jozef Hicquet al wat er te leren viel van honden. Zijn belangstelling ont stond in feite sinds 1955 waar hij in de legerkeuken als kok werkzaam was en in nauw kontakt kwam met de africhters en hun honden. Na zijn leger dienst bleef zijn belangstelling voor honden, het africhten van dieren. Prompt sloot hij aan bij een klub en op ccn bepaald ogenblik was de klub in moei lijkheden om een aanvalsman te vinden. De bestuursleden zoch ten Jozef Hicquet aan om te willen optreden als aanvalsman en zo groeide het. Om vandaag de rol van aan- bezorgen en het weer op te lappen met naald en draad. Een aktieve aanvalsman heeft onge veer twee kostuums per jaar nodig en krijgt in zijn loopbaan als ekstra geschenk een paar blauwe plekken op de koop toe, naast de reeds eerder omschre ven risiko's. Er is heel wat doorzettingsvermogen nodig al vorens men een hond kan leren zitten, liggen en rechtstaan, hem leert wandelen en het spreekt vanzelf dat de manier om een hond iets te leren, zeer belang rijk is. Maar soms heeft men meer last met de meester dan met de hond zegt Jozef Hicquet en men moet zowel rekening houden met de kwaliteit van de hond als deze van de meester... want alle honden zijn handel- een zekere machtspositie ver werven om de liefhebbers of klub naar hun hand te zetten, het zijn dergelijke mensen die vaak aan de basis liggen van ruzies en scheuringen in klub- verband. Hoe dan ook, een aanvalsman met liefde voor zijn werk en zijn klub moet eenieders respekt afdwingen. HOE WORDT MEN AANVALSMAN? Om het in een woord te schetsen: «uit noodzaak». Het klinkt eigenaardig, maar het komt neer voor dan men denkt. Een klub komt (voorlopig of definitief) zonder aanvalsman te staan en een der klubleden trekt het kostuum aan om zijn vrienden te valsman te vervullen gaat het niet meer zo eenvoudig. Men moet kursussen volgen om als erkende en gediplomeerde aan valsman te kunnen optreden. Men moet teoretische en prak tische bekwaamheidsproeven afleggen en drie officiële wed strijden meemaken en men ondergaat een duchtige kon- trole. Vooral wat de werking en de eventuele fouten betreft. Ook wordt er nagegaan of men niemand zou bevoordeligd heb ben en de drie officiële wedstrij den moet men met volledige voldoening afleggen. Wat de teoretische proeven betreft dient men uit een !ot van 65.28 vragen te trekken en men moet 80% van de punten halen om te slagen. En dan nog, is men geen komplete all-round aanvals man. Dit wordt men maar door een jarenlange ondervinding, met een zeer goede fysiek., goede adem. lenigheid én zonder schrik voor bet£n. KOSTIJ'JM F.tn van de meest frappante attributen van de aanvalsman is het kostuum. Elke aanvalsman moet minstens over twee kos tuums beschikken en per kos tuum is dat een investering van minimum 5.000F. Hondebeten is de gewoonste zaak om het kostuum een roemloos einde te baar. maar hetzelfde kan niet gezegd worden van de meesters. Om het allemaal in de beste voorwaarden klaar te spelen heeft men ongeveer zes maand nodig en bovendien is er een groot verschil tussen een wed strijd hond en een huishond. In elk geval moet men de mentali teit van het dier nagaan. WAT IS EEN AANVALSMAN Het is op zichzelf een zeer eenvoudige vraag. Wanneer men echter over het begrip aanvalsman nadenkt dan komt men tot het besluit dat er zich rondom deze onmisbare figuur in de hondensport, heel wat problemen stellen. Feit i-s: e-f wordt zeer veel van de aa7,vajs. man verwacht en kc;mt er n0g bij. dat de aam;aismannen zeer vaak op zichzelf aangewezen zijp. óm bepaalde problemen op te lossen. Zonder van de aanvalsman een martelaar te maken moet de aanvalsman in elk geval zorgen dat. zijn uitrusting kompleet in orde is, hij steeds aanwezig dient te zijn en dat hij de eerste en laatste man is op het terrein. Bij het falen van de hond krijgt hij vaak de schuld. Dikwijls staat of valt een klub met d,p kwaliteit van de aanvalsman. Een aanvalsman moet bovendien integer zijn. Doorzijn onmisbaarheid kan hij helpen. Een dienst die men naar waarde kan schatten. Maar de vraag blijft, of deze aanvalsman ook een werkelijke aanvalsman zal worden. Een tweede aspekt om aanvalsman te worden: hij die denkt het nuttige aan het aangename te paren en door aanvalsman te «spelen» meent aan aktieve hondensport te doen. Maar het aangename bestaat hier voornamelijk uit het in ontvangst nemen van d*!ink. geld en het is ha/ast ~eker* dat deze brave ma,p y,et njet jang za] volhouden £r js ook diegene die meep'v dat hij het minstens zo 5,Oed kan als wie dan ook en die iedereen eens gaat tonen hoe het moet. Maar aanvalsmannen van dat slag houden het al evenmin lang vol. De goede aanvalsman is deze, die het pak aantrekt uit liefde voor de spet en op wie het kostuum een fascinerende in vloed heeft. Hij vindt het lijn zijn steentje te kunnen bijdragen aan de africhting en hij is er zich terdege van bewust dat veel moeite en geduld van hem zal gevergd worden. Deze aanvals man is uit het goede hout gesneden en er is een ernstige kans dat hij aanvalsman zal blijven. AANVALSMAN BLUVEN Indien aanvalsman al aantrek kelijk kan zijn, dan komt het er op aan om aanvalsman te blijven en niet in het minst, waar de familiale situatie het toelaat aanvalsman te zijn. Bovendien over een goede fizieke konditie beschikken, over een goede uitrusting beschikken van boven en onderkostuums, tegen kritiek bestand zijn en zijn wil niet opdringen maar de wijsheid bezitten om gewillig te luisteren naar anderen die het (misschien) beter weten dan hij. WIE IS EEN GOEDE AANVALSMAN Hij die steeds ordentelijk en volledig aangekleed is, dit wil zeggen, dat hij vooral derwijze is aangekleed, dat zowel arm- als beenbijters aan hun trekken kunnen komen. Een goede aanvalsman is zowel binnen als buiten de wedstrijden eerlijk en beschikt over de goede lichame lijke konditie. Hij moet over de nodige techniek en het vereiste doorzicht beschikken. Hij dient tijdens een wedstrijd de hem opgedragen taak op een eerlijke d.w.z. voor iedere hond identie ke wijze uit te voeren. WIE IS EEN SLECHTE AANVALSMAN? Uiteraard diegene die zwaar zondigt tegen de hierboven aangehaalde punten en als bijkomende zware tekortko mingen: hij die, bewust of onbewust, zijn persoonlijke stempel op een wedstrijd poogt te drukken. Hij die misbruik maakt van zijn ervaring en handigheid om op onopvallende wijze honden te bevoor- of benadelen. KLEDU EN SCHOEISEL Het reglement van het N.V.B.K. voorziet enkel en uitsluitend in gewone hopbalen kostuums. Deze mogen niet geverfd zijn. Boven en onderkostuum moeten derwijze gemaakt zijn dat de aanvalsman een maksimum aan bewegingsvrijheid J>ehoudt ter wijl hij tevens maksimaal be schermd is. Het kostuum moet alleszins van dergelijke kwaliteit zijn dat alle honde, zowel arm- al beenbijters op een faire wijze aan hun trekken kunnen komen. Te dikke of te dunne kostuums en zeer zeker stijf opgevulde armen of benen zijn uit den boze. Het opstikken van lappen die gemakkelijk lossen dient vermeden te worden. Maar het ideale kostuum bestaat niet en het is vanzelfsprekend dat het kostuum dikwijls afhangt vn de persoonlijke stijl van de aan valsman. Lichamelijk sterke mensen zul len met meer gemak in een zwaar kostuum werken dan de zwakkere broertjes. In het algemeen wordt aangeraden dat de aanvalsmannen bij mekaar te rade gaan en eventueel mekaars kostuum eens uitproberen. HET BO VENKOSTUUM Broek en vest gewoon model: deze zijn meestal gemaakt door opeenstikking van twee lappen. Op de dijen, armen en benen worden dan nogmaals 2 a 4 lappen ter bevestiging cp^sXiki. Meestal vertonen ru£, borSj en oksels geen verste^",„g Maar Socialisten zijn van meT.ing dat er zou moeten getracht worden het kostuum overal uit 4 a 6 lappen zou bestaan. Op deze wijze is de aanvalsman niet alleen beter beschermd, maar ook de hond heeft dan overal een eerlijke kans om vol te bijten. Van de drie soorten bovenkos- tuums is er ook de broek met losse pijpen en vest met losse mouwen. Het voordeel is: ge makkelijk te verwisselen om bijvoorbeeld herstellen of om aparte been- of mouwstukken voor speciale trainingen of voor wedstrijden voor te behouden. Het nadeel is de noodzakelijke riempjes met bijhorende ijzeren gespen. Zeer dikwijls heeft dit sisteem nog het nadeel dat het lichaam op vele plaatsen vol strekt onvoldoende beschermd is. Tenslotte is er het bovenkos- tuum zonder onderkostuum. Dit type van kostuum is vervaardigd uit 5 a 6 opeengestikte lappen en kan eventueel opgevuld worden met zogenaamde «plastic mousse» of lichte vilt. De binnenzijde is gevoerd met lichte zeildoek. Dit soort kostuum heeft het voordeel overal een afdoende bescherming te bieden en bovendien geeft het de hond op elke plaats een gelijkwaar dige kans tot bijten. Het zit vrij gemakkelijk en biedt een volle dige bewegingsvrijheid. Ander zijds is men van mening dat bij gebruik van dit kostuum het aangeraden is om rond arm, been en knie nog een ekstra bescherming aan te brengen. Het zijn immers die plaatsen die de voorkeur van de honden genieten om te bijten. HET ONDERKOSTUUM Men mag gerust stellen dat het onderkostuum het belangrijkste onderdeel van de kledij van de aanvalsman uitmaakt. Een aan valsman mag niet aanvaarden d'at zijn klub niet over een degelijk onderkostuum zou be schikken. het onderkostuum is immers het kledingstuk dat de meeste bescherming biedt en dit op alle plaatsen van het lichaam, het is daarom noodzakelijk dat het onderkostuum vervaardigd is uit degelijk materiaal en wel zo, dat de aanvalsman er zich gemakkelijk in voelt en een maksimale bewegingsvrijheid behoudt. Om dan nog niet te gewagen van de beschermende funktie van het onderkostuum. Een aanvalsman die pocht op zijn blauwe plekken is er voorzekers geen van de aller beste soort. Ui de vele materia len waaruit een onderkostuum kan gemaakt worden citeren we: een kombinatie van licht leder met vilt, of zeildoek met vilt en dun tapijt met licht leder op de meest kwetsbare plekken. Uit sluitend been en armenbe- scherming is volstrekt af te raden en mouwen van het onderkostuum die aan de polsen nauw aansluiten (bvb door middel van elastiek of veter), zijn levensgevaarlijk. De aanvals man kan immers zijn hand in de mouw niet terugtrekken wan neer de hond neiging vertoont in de hand te willen bijten. ONDERHOUD VAN HET KOSTUUM Van het allergrootste belang is het onderhoud van het kostuum. Vooral dan het lederen, het onderhoud gebeurt door regel matige insmering met speciaal vet en dit zowel aan binnen als buitenkant. Het regelmatig luchten van het onderkostuum is verder ook geen overdreven lukse. Men denke slechts aan het overtollig zweten van een aanvalsman. En ook dit nog, hoe gek het ook moge klinken, sommige aan valsmannen dragen, de bretels van hun aanvalspak aan de buitenkant. Niet om esthetische zegt dat aanvallen op liggende of stilstaande aanvalsmannen ver boden zijn, evenals het maken van enig stemgeluid (spreken of roepen) tijdens de tweede of derde aanval. Aan de arm en beenbijtende honden moeten gelijke kansen gegund worden. De houding van de aanvalsman tijdens het aanvallen is zeer belangrijk, zowel armen als benen moeten voldoende be weeglijk zijn en bereikbaar voor alle type bijters. Links of rechtshandige aan valsmannen moeten trachten om met beide armen even soepel te werken. Zulks is vooral van belang bij de aanvallen met twee latten of takken. De stuntelige manier van werken dient alles zins vermeden te worden. Bij de aanvang van de aanval begint de aanvalsman steeds vanaf dezelfde, door de keurder hem aangeduide ver trekpunt. te werken. OPVANGEN VAN DE HOND Zowel voor de hond als voor de aanvalsman zelf is het verkeerd de hond op een soort van menselijke rots te laten lopen. Getracht moet worden de hond soepel op te vangen. Dit gebeurt het best door een stapje achter waarts te zetten op het ogenblik dat de hond in voeling komt. In verband met de armbijters is het noodzakelijk de arm op de maar vooral de arm, uit de muivog van de hond trachten te trekkenjkab Men denke hier vooral aan hetAnt geweldige zwaaien met het bee(Gat en het omhoogtrekken van dipje armbijter. Ma< EN WAT DOET MEN WANplot NEER DE HOND IN DE ARIfeelf VAN DE LAT GAAT BUTEN? De lat van de hand verwisselej heeft dikwijls voor gevolg dat d hond gaat lossen. Het is daaroi moeilijk voor dit probleem ee pasklaar antwoord te gever Alles hangt af van de juist» plaats waar de hond gaa bijten: in de voorarm, lang, achter en boven de elleboog! Daarom lijkt het verstandig vat in principe te vermijden de lal van hand te verwisselen. EN WANNEER DE HOND Df OPGANG MIST OF VOOR BIJLOOPT? Eenmaal de hand voorbij, zal d[ aanvalsman zich omkeren ei afweren. Dit afweren dient b| voorkeur te gebeuren zonda gebruik te maken van de latten Wanneer zulks onmogelijk is za alleszins, gelet op het gevaa voor de ogen van de honift vermeden worden met de puntef van de latten te werken. TUDENS DE AANVAL ZELFf Dan zal de aanvalsman zich zfcas draaien dat tenminste ééi redenen -ordt dezp handels wijze afgekeurd maar wel omdat het gevaar inderdaad niet denk beeldig is dat hondenpoten erin verstrengeld zouden geraken. HET SCHOEISEL Gewone schoenen zijn uit den boze. Ook de basketpantoffel en alhoewel de voetbalschoen zeer goed is zijn de enkels onvol doende beschermd, net zoals de zg. studs. Zware werkmans schoenen (zg botinne), gekom- bineerd met aangepaste getten zijn de beste oplossing, op voorwaarde dat de schoenzolen voorzien worden van rubberen strippen tegen het uitglijden. Het belang van een goed aangepast schoeisel is vanzelf sprekend. Men denke hier slechts aan ons gezegend kli maat en de staat waarin de terreinen zich veelal bevinden. Het gevaar van uitglijden op drassige velden is ook niet denkbeeldig en dat een aan valsman die lang uitgestrekt op de grond ligt haast render verweer is. dat begrijpt iedereen. DE AANVALSMAN EN HET RINGPROGRAMMA Het regleYnent van het N.V.B.K. borsthoogte te houden. Het hoger houden van de arm belet het «bijpakken» tijdens het bijten en heeft, doordat het lijf van de hond praktisch volledig gestrekt is, meestal een slechte aanval tot gevolg. Terloops gezegd, een hond die zinnens (of gewoon) is te «verpakken» zal dit toch doen. De arm die te laag wordt gehouden veroorzaakt meestal een slechte opgang (denk aan het opwaarts ingaan van de hond). Bij honden met een krachtdadige opgang zal men vermijden met de arm te zwaaien. Het gevaar van afbre ken der tanden is helemaal niet denkbeeldig. Het hoeft geen betoog dat het wegdraaien van het lichaam, het wegtrekken van arm of been met de bedoeling de hond z'n beet te laten missen, zonder meer oneerlijk is. Bij het in kontakt komen zal de aanvalsman er zorg voor dragen dat de hond zijn aanval kan uitvoeren, dwz., dat hij nooit met schokken zal werken met de bedoeling de hond los te krijgen. Tevens zal hij nooit trachten de hond uit het kostuum tc wringen (dikwijls het gevolg van een slecht pak) en zal hij evenmin het been. keurder in de mogelijkheid is d beet naar waarde te schatten. HOE WERKT MEN ME DEZE LATTEN EN TAKKEN Onoordeelkundig gebruikte ten en takken zijn gevaarlijk wapens. Ook het materiaa""' waaruit de latten zijn vervaar digd kunnen er een gevaarlij wapen van maken. Het regie ment van het N.V.B.K. voorzit enkel in het gebruik van houte latten of van takken. Autoar tennes, glazen buizen en derge lijke voorwerpen zijn bijgevol verboden. nc SOORTEN LATTEN Essenhouten latten werken vei t lig. er is een gering gevaar voc jn kwetsuren bij afschampen. 2 are ondergaan geen vervormingei bij het gebruik, maar het nadet )a; is. dat ze gemakkelijk breker eri Dikke, doorgezaagde bambo ae (hol of vol) hebben het voordel an dat ze sterk zijn. Het nadeel iga; echter dat ze wegens scherp^ uiteinden gevaarlijk zijn bij ht'f|ar afschermen van de hond. DfWg| latten schommelen tussen de 5( en de 65cm. sch (Vervolgt)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 8