ANDRE DEROO EXPOSEERT
TE MERE
FILM BIJ ONS
FESTIVAL VAN VLAANDEREN
AALST 1976
Muziek ui 't rond
1! I
■iü
MUZIKALE HAPPENING IN HET OUD—HOSPITAAL
M t\\'
24 - 20-8-76 - De Voorpost
in het «Hof ten Dale», Kerkveldstrat 31 te Mere loopt tot 22
oogst een tentoonstelling met werken van André Deroo. De
kunstenaar werd geboren te Menen in 1933. Hij studeerde
aan de Rijksnormaalschool en de Stedelijke Akademie van
Gent. Naast zijn artistieke werkzaamheden is André Deroo
leraar plastische kunsten in het Rijksonderwijs.
Hij verwierf talrijke prijzen,
selecties en onderscheidin
gen. Hij exposeerde onder
meer te Kortrijk, leper, Ant
werpen, Knokke, Oostende
en Brussel. Naast groeps
tentoonstelling in het bin
nenland werd hij ook gezien
o.a. te Parijs, Amsterdam en
Bonn. André Deroo behoort
Werk van André Deroo (el)
IT'S ALIVE
(Het monster leeft)
van Larry Cohen (USA, 1974)
met Sharon Farell en John Ryan.
Eigenlijk vertelt de titel al heel wat: een griezelfilm natuur
lijk. En dat het om een monster gaat weet U ondertussen
ook al wel. Alleen, dat monster is zomaar geen gewoon
monster, nee. Het is een rare baby die om één of andere
duistere reden allerlei rare streken gaat uithalen. Dat komt
gewoon omdat ons monstertje niet de nodige affektie krijgt
(wie haalt het immers in zijn hoofd om zo een ding in zijn
armen te gaan zitten wiegen tot het braafjes inslaap valt?).
Larry Cohen had blijkbaar niet erg veel inspiratie toen hij de
film maakte, het geheel komt erg slapjes over. Hier en daar
toch een verrassend effekje dat weliswaar te artificieel
aandoet om veolledig geslaagd te zijn.
(cinema Feestpaleis).
DE BRUG VAN REMAGEN
van John Guillermin.
Een film waar ik heel weinig over afweet, heb hem zelf niet
gezien. Bijgaande foto geeft U allicht toch een idee van het
gegeven, waar ik ook al het raden naar heb. Oorlogshisto
ries interesseren mij toch al niet sterk.
(cinema Palace).
G.l. BLUES
Wat kan ik U nog meer vertellen over deze Elvis Presley-
film? Praktisch alle films met Presley zijn erg slecht ge
maakt en deze «G.l. Blues» maakt daarop geen uitzonde
ring. Alles draait om Elvis Schelvis en de stoere knaap
kweelt heel wat aardige liedjes, vroeger een reden voor
vrouwelijke fans om krijsend recht te springen en de zaal in
rep en roer te zetten, nu voor enkelen nog een brokje
nostalgie.
(cinema Alfa).
GUY
tot de zogenaamde «vijf van
Kuurne». Samen met enkele
andere kunstenaars (onder
wie O.Landuyt) stelt hij
reeds lange tijd regelmatig
tentoon te Kuurne, waar hij
ook woonachtig is.
André Deroo is een uitzon
derlijk knap tekenaar. Bij het
betreden van de tentoon
stellingsruimte zijn het
trouwens de zwart/wit pot
loodtekeningen die onmid
dellijk in het oog springen.
Ze getuigen van een tech
nisch meesterschap zonder
weerga en brengen tevens
een zeer gevoelige behande
ling van de gebruikte mate
rie. Lette men bijvoorbeeld
op het effectvolle door
schemeren van de papier
korrel. In andere tekenin
gen, naargelang het onder
werp is het dan weer een
lijnenspel dat de bovenhand
krijgt.
Zeer sterk is André Deroo in
het opbouwen van composi
ties. Veelal houdt hij alles
beperkt en eenvoudig doch
steeds is er een perfecte
vulling van het vlak. Hiertoe
gebruikt hij soms enkele
kleureffecten, die het hoofd-
gegeven, in zwart/wit, ner
gens schaden in belang.
Persoonlijk vinden we de
schilderwerken van Deroo
niet zo sterk als de tekenin
gen. Een ding is wel duide
lijk: Deroo kan schilderen;
zijn werk getuigt van grote
plastische kunde.
In de gebruikte onderwerpen
- het picturale gegeven is
even belangrijk als de uit
werking ervan- is Deroo even
subtiel als in de techniek.
Zijn werken verraden een
diepe interesse van wat zoal
in de menselijke geest om
gaat. Steeds staat de men
selijke figuur centraal, veel
al enkel het hoofd. Hierin is
Deroo traditioneel te noe
men, maar de wijze waarop
de mens gezien wordt, be
antwoordt volledig aan de
hedendaagse geestelijke
normen. De mens komt
steeds als het ware «wereld
vreemd» naar voor en dwingt
op die wijze en zeker respect
af. De figuren schijnen -fi
guurlijk- uit het duister naar
voor te treden. De toe
schouwer wordt op die wijze
sterk betrokken in het ge
heel, wat voor vele andere
artiesten nog steeds een on
overkomelijk probleem is.
Het werk van André Deroo
spreekt aan en weet de
openstaande toeschouwer
meer te bieden dan enkele
vage suggesties. Het werk
heeft niets te verbergen en
kan aldus in zijn volkomen
heid overkomen.
Dit nog ter informatie: de
tentoonstelling is toeganke
lijk op 15-16-19 en 22 oogst
van 10.000 tot 20.000 uur en
op 17-18-20 en 21 oogst van
14.00 tot 20.00 uur. Een be
zoek is de moeite waard.
A.D.G.
f
Kunstenaar André Deroo (el)
Op 22 oogst start in het Oud Hospitaal de jaarlijkse uitgave van een reeks concerten in het kader van het
Festival van Vlaanderen. In tegenstelling met vorig jaar zal het Festival -Aalst 1976 beginnen met een
happening; in 1975 besloot men met een dergelijke manifestatie.
Voor het eerst wordt het unieke
kader van het Oud Hospitaal
voor deze gelegenheid gebruikt.
We kunnen dit onomwonden
een lovenswaardig idee noemen;
deze sfeervolle ruimte zal onge
twijfeld het muzikale genoegen
dat we zullen bleven verhogen.
Niet minder dan zes gezelschap
pen zullen instaan voor het
verloop van deze zondagnamid
dag. Zo treden afzonderlijk
en/of simultaan op:
Het collegium Flauto Dolce uit
Tsjechoslowakije, met dansmu
ziek uit 16de en 17de eeuw.
Het Renbourngezelschap, dat
ons vergast op moderne bewer
kingen van oude en volkse
muziek.
et Nicholsongezelschap met
oude en volkse muziek uit
Engeland (Roger Nicholson met
begeleider Jake Walton)
Het Stormsgezelschap (Yves
Storms en Wim Brioen) zal
renaissance en vroeg-barok-
muziek brengen.
De Spelemannen met volks
muziek uit Limburg
Het Johannes Ockeghem gezel
schap (onder leiding van Karei
Druwé)zal duetten vertolken uit
de Barok-periode; zowel de
Italiaanse als Franse en Engelse
strekking komt aan bod. Dit
lokale gezelschap zal menig
muziekliefhebber zich herin
neren uit het optreden dat ze
verzorgden ter gelegenheid van
de plechtige opening van het
Dirk Martensjaar 1973.
Later namen de muzikanten nog
enkele elementen tot zich en
weldra voermde zich de groep
«The Pentangle», die experimen
tele filk, jazz en blues speelde.
Ze ondernamen verschillende
tournees, onder andere door de
Verenigde Staten en Australië.
Ondertussen maakte John
Renbourn verder solo-albums. In
1972 hield «Pentangle» op te
bestaan en samen met enkele
anderen vormde John een
nieuwe groep; «John Renbourn
Bi
and Friends». Net zoals de vorige op
formatie brengen ze een succes
volle menging van oude, volkse
en moderne muziek. Ondertus
sen heeft deze groep zijn
kwaliteiten bewezen. Ook zij
zullen een belangrijk aandeel
hebben in het verloop van de
muzikale happening. Vooral vri
jeugdige muziekliefhebbers zul- g°
len zeker hun gading vinden in
de muziek die «John and his
friends» zullen ten gehore bren
gen.
de
)OLi
Het Collegium Flauto Dolce dl
Praga is een ensemble samen
gesteld uit blokfluitspelers dat
in 1959 in het Praagse Conser
vatorium ontstond, meer be
paald in de klas van Professor
Horak. lid van het wereldbe
roemde ensemble «Pro Arte
Antiqua» en de Tsjechische
Philharmonie. Dit kwartet
vormt door het gebruik van
blokfluiten een ideaal instru
ment voor de uitvoering van
oude muziek, die in onze tijd
bezwaarlijk met hedendaagse
instrumenten kan uitgevoerd
worden. De authentieke bena
dering laat de muziek van oude
meesters in haar volle klank
rijkdom overkomen. Daartoe
verrijkte het ensemble zich met
tal van andere instrumenten
waaronder renaissance-luit,
diskant-viola, viola da gamba,
klavecimberl en authentieke
slaginstrumenten, hierdoor ver
zekert het Collegium ons een
natuurgetrouwe weergave van
muziek gaande van de Ars Nova
tot barok. Zorgvuldige voorbe
reiding en grondige studie
betreffende het instrumenta
rium zijn echter onontbeerlijk.
Op die basis wist het ensemble
zich in eigen land en in het
buitenland meermaals te onder
scheiden.
PROGRAMMA
MUSEUM OUD HOSPITAAL
22 AUGUSTUS VANAF 16 uur
(toegangsprijzen: van 16 tot 22 uur: 150F.
van 19 tot 22 uur: 100F. jeugd halve prijs)
ZALEN EN UITVOERDERS
Ontvangstzaal -
16.00-16.45 uur
R. Nicholson J. Walton
17.00-17.45 uur
R. Nicholson J. Walton
18.00-18.45 uur
Yves Storms
19.00-19.45 uur
Y. Storms W. Brioen
Zolder
Lucienne Van Deyck, mezzosopraan
Karei Druwé. bas
17.00-17.45 uur
Robert Kohnen, Clavecimbel
Collegium Flauto Dolce o.l.v. Jiri Kotouc
18.00-18.45uur
(Tsjechoslowakije)
19.00-19.45 uur
L. Van Deyck Druwé Kohnen
20.00-20.45 uur
Collegium Flauto Dolce
Binnenplaats
16.00- 16.45uur
De Spelemannen
17.00-17.45 uur
20.00-20.45uur
John Renbourn and-Friends
21.00-21.45uur
Roger Nicholson begon gitaar te
spelen in 1958 en gaf later les in
de Engelsh Folk and Song
Society van 1964 tot 1969.
Tijdens hun eerste festival in
1968 kwam hij voor het eerst in
kontakt met de dulcimer dank
zij een Amerikaanse gast. Kort
daarop liet hij zich een dulcimer
bouwen door Frank Bond en
besloot er zijn hoofdinstrument
van te maken. In 1972 nam hij
'Nonesuch for dulcimer' (Lcr
3034) op, samen met Bob
Johnson (nu met Steeleye Span)
en een deel van zijn nummers en
arrangementen werden uitgege
ven door Scratchwood Music.
Later in '72 deed hij een
TVprogramma 'Music Room'
voor ITV en hij was ook te gast
op John Peel's radioprogramma
'Sounds of the Seventies'.
In 1974 nam hij met Jake
Walton 'Thet gentle sound of
the Dulcimer' op. De oude
muziek op deze plaat werd
gepubliceerd door Scratchwood
in het boek 'Musics Delite on the
Dulcimer'.
Hij werkt fulltime voor de
British Council, op de dienst
'music promotion' en treedt
bijgevolg slechts een tiental
keren per jaar op.
JOHN RENBOURN
John Renbourn, reeds ver
trouwd met de gitaar vanaf zijn
dertiende jaar begon na zijn
studies te spelen in folk clubs.
Daardoor kwam hij in contakt
met Jacqui Mc Shee waarmede
hij in 1963 een duo vormde.
WOLFGANG AMADEUS MOZART: De «Haydn-kwar-
tetten»
Praags Strijkkwartet
Supraphon Stereo 1.11.1471-3-3 x 299 Fr.
Net zoals Haydn in zijn laatste strijkkwartetten duide
lijk de invloed van Mozart onderging vindt men in de
reeks kwartetten die Mozart komponeerde tussen
1782 en 1785 Haydniaanse trekken. Ze werden trou
wens opgedragen «aan zijn dierbare vriend Haydn».
In deze werken toont Mozart zich als groot harmo
nisch vernieuwer, wat op zijn tijdgenoten grote indruk
moet hebben gemaakt. Bij een uitvoering van deze
werken beschuldigde men de musici vals gespeeld te
hebben. Mozart zelf moet aan deze kwartetten zeer
intens en hard gewerkt hebben. Geen enkel van zijn
andere manuscripten bevat zoveel doorhalingen, ver
beteringen en veranderingen. Alleen dit bewijst reeds
hoe nauwgezet de meesten tewerk ging en ruimt
meteen de naïeve idee. dat Mozart de muziek «uit de
mouw schudde», van de baan
De Haydn-kwartetten, zes in totaal, zijn op één
uitzondering na in majeur-toonaard geschreven. Het
re-klein kwartet KV 421 en het do-groot kwartet KV
465, bijgenaamd «Dissonant» vormen de twee grote
uitschieters van de reeks. Het do-groot kwartet noemt
men «Dissonant» omwille van de ongewone, verras
sende harmonische opbouw in het inleidende adagio.
Het andante van dit kwartet is van meesterlijke
schoonheid.
Het re-klein kwartet werd op één nacht neergeschre
ven. Hij voltooide het 's morgens bij de wieg van zijn
pasgeboren eerste kind! Aldus de overlevering! Feit
is, de tonen van dit werk behoren tot het meest
pathetische wat Mozart neerschreef. Zelfs de finale
wordt in mineur-stemming gehouden wat het geheel,
ondanks een machtige coda, onopgelost houdt. Eens
te meer is Mozart hier de profeet van de 19de-eeuwse
muziek.
Lette men ook op de gedurfde chromatiek in het
kwartet in ES KV 428 en op de sterke dynamische
kontrasten.
Het kwartet in Bes werd omwille van het korte
fanfare-motiefje bij de aanvang bijgenaamd: «De
Jacht».
Het adagio van dit werk bevat de edelste van Mozarts
ingevingen. Lette men op de afwisseling tussen viool
en cello.
In dit korte bestek is het ons niet mogelijk uitvoerigere
deze uitzonderlijke kamermuziek verder uit te diepen.
Het bovenstaande wil enkel enkele hoogtepunten
belichten uit deze reeks.
De uitvoering door het Praags strijkkwartet, samen
met het Smetana-kwartet, een der beste ensembles in
het genre munt uit door een zeer muzikale aanpak.
Minder aandacht wordt gegeven aan de klankschoon
heid. Duidelijkheid, totale uitwerking en affectie
hebben hier de bovenhand. Dit maakt Mozarts muziek
in zekere mate nog minder 18de-eeuws, wat voor
dergelijke composities zeker een pluspunt betekent.
Er heerst een mooi evenwicht in de stemmen. Het
samenspel is uitstekend en getuigd van onderling
begrip der musici.
Opname en persing van deze produktie voldoen in
ruime mate. Er is quasi geen achtergrond - ruis te
bespeuren.