Stedelijke werkhuizen
iets meer dan pinten drinken
■HM9Im I
a>
12 - 22-10-76 - De Voorpost
ER IS HEEL WAT
MATERIAAL AANWEZIG
Een stapelplaats vol feest-
materiaal (soms worden er nog
tekorten opgetekend), daar heel
wat buitengemeenten ook hier
van gebruik maken. De meest
diverse soorten materialen:
planken, balken, schragen,
podiums, tribunes, expo-kasten.
Doorlopend elke dag, komen
bestelling, en meer dan af en toe,
dringen. In de congé periode
zagen we er toch nog 10 ijverige
bekwame handen bezig: rustig
werkend met moderne ma
chines, tussen zagemeel, met
lijm, opmetend, verrekenen, alle
mogelijke soorten hout verwer
kend.
Een gedeelte van hetstadsmagazijn (rv)
bruikbare huisraad wordt naar
hier gebracht voor het Nood
fonds. De ruimdienst is bijna
een «dienst» in de dienst
geworden.»
«Wekelijks moet de zater-
dagmarkt worden gekuist. Wie
werkt nog de zaterdagnamid
dag? In 4 5 machinale grote
vaagbeurten moet het Keizerlijk
Plein worden gezuiverd van
schillen, bladeren, papier hou
ten kistjes enz... De Aalstenaars
willen hun stad proper of niet?»
«Regelmatig moeten de
rioolkolken en bezinkputten
gereinigd worden met een spe
ciale kolkenzuiger. Ook daarin
In de smidse heerst een drukke bedrtyvigbeid (rv)
LOOD GIETEN -
ASFALT VERWERKEN ENZ.
Normaal gezien zorgen een
vijftal mensen voor het onder
houd van lood- en zinkwerken,
sanitaitre installaties, dakbe
dekkingen van alle stadsge-
bouwen en huurwoningen. Me
nig Aalstenaar zou schrikken bij
het uitrekenen van het aantal
m2 zink, de kilometers gegal
vaniseerde loden, koperen en
plastieken buizen die om na
zicht, vervanging en nieuw-
plaatsen vragen. Verbouwingen
en nieuwbouw: centrale ver
warming en sanitair, bitmu-
meuse dakbedekkingen, glazen-
en platsiekkoepels, in eigen
beheer. Plaatsen en onderhou
den van de brandbeveiligings
leidingen en kranen in de
stadsgebouwen.
Deze enkele zinnen geven een
sumiere opsomming voor de
werkzaamheden en prestatie
vermogen van een «andere
kleine firma» in het geheel van
de Stedelijke werkhuizen.
ELEKTRICITEIT IN DE
LUCHT?
«Noem mij één huis waar
gedurende 365 dagen alles van
een elektrisch leien dakje loopt!
Onze ploeg moet zo omzeggens
een halve stad depanneren:
«Deze drie mensen onderhouden
alle elektrische installaties in de
stadsgebouwen (veel leidingen
zijn niet berekend op het
verbruik van 1976!). Dat komt
op bijna week- in, week- uit
vernieuwen en aanpassen van
verouderde installaties op aan
wijzingvan keuringsverslagen.
Het hestellen van beschadigde
verlichtingsmateriaal van de
openbare verlichting en het
onderhoud van de verkeerslich
ten (eigendom van de stad) is een
zin die «een jaartje rond» werk
oplevert.
Aalst bezit heel wat toneel
groepen: samen met de werk
lieden uit de schrijnwerkerij
brengen de elektriciteitsmensen
menig uurtje door in onze
'huidgie' stadsschouwburg! 8 tot
9 maand per jaar moet er
'licht en elektriek' zijn op de
scène. In de Keizershallen
gebeurt er af en toe toch wat,
durven we zeggen; volgens de
behoeften van het ogenblik moet
ook daar de stroomvoorziening
geregeld en aangepast worden.
Opdrachten: plaatsen van
nieuwe verlichting bij ver
bouwingswerken en nieuwbouw.
Wie herinnert zich nog dat
radioprogramma: «Waar
brandt de lamp?». In Antwerpen
zou men met enige variatie
durven zeggen: «Moet er nog
elektriek zijn?»
MET VERF EN BORSTEL...
Bij het overzicht van al deze
verschillende diensten moeten
we dan toch in herhaling vallen,
maar we doen het liever met de
tekst van een Aalsters liedje: «In
Oilstj stoon schoein gebüan...»
En inderdaad, alleen het her
schilderen van het binnen- en
buitenwerk van al deze stadsge
bouwen, levert werk voor een
zestal mensen. Hier moeten nog
de schilder- en behangwerken
bij verbouwingen en nieuwbouw
in eigen beheer aan toegevoegd
worden.
«Voeg daar nog eens het
vervangen en herstellen van
gebroken uiten in alle stadsge
bouwen en scholen aan toe en als
ge dan in onze ploeg zit, weet ge
na een paar maand wat schil
deren, behangen en glazenma
ker spelen is. Een roos briefke
met één zinnetje: schilderen van
10 nieuwe aankondigingsplak
katen zie tekst en vorm
betekent soms een paar dagen
werk die er zo maar plotseling
bij komen. Schilderen en aan
passen aan de wegkode van het
signalisatiemateriaal is nog eens
een post apart.»
WIE SPEELT, LOOPT OF
RIJDT ER IN MIJN STRAAT?
En naarmate de dienstverle
ningen in aantal stijgen merken
we dat heel wat ploegen moeten
'samenwerken' om een bepaalde
opdracht uit te voeren en af te
werken.
1975
633 politieverslagen en tiental
len telefoontjes van partiku-
lieren in verband met problemen
op het wegdek. (In deze 633
verslagen zijn ook de gevallen
van sluikstorting, elektriciteits
problemen op de openbare weg
e.a. beereDcn).
Bestrating? Het ganse jaar door
moeten heel wat putten en
verzakkingen in voetpaden en
rijbanen hersteld worden. Elke
oproep of aanvraag is altijd
dringend. Dringend opzoeken
en herstellen van gebroken
rioleringsbuizen en aansluitin
gen van partikulieren, regel
matig en soms zeer dringend
onderhoud en herstellen aan
duikers en overbrugging en van
de officiële waterlopen.
1976: de straten en rioleringen
ondergaan steeds meer de druk
van het toenemend verkeer.
Voor 8 mensen (soms moeten er
een paar bijspringen want het is
altijd dringend blijft de taak
weggelegd de «oudere straten en
voetpaden leefbaar te houden»:
dringend dag aan dag. Steen na
steen... 6 mensen breken af,
herbouwen, bepleisteren, on
derhouden, verbouwen, ver
nieuwen alles wat maar iets te
maken heeft met steen en
binnenhuisriolering, voor wat de
stadsgebouwen betreft,
«'t Is rap gezegd, maar de
kapwerken, breek- en herstel-
lingenswerken, verbouwen of
een kleine nieuwbouw en... laat
maar alles vallen want er moet
plots aan een bouwvallige
schouw worden gewerkt. In al de
dienstverleningen hier in de
Stedelijke Werkhuizen zit zo'n
soort van onofficiële sneldienst
begrepen Rap, telefoneren
naar 't stadsmagazijn! En
voor om 't even welk dringend
karweitje moet er maar iemand
klaar staan.
De stedelijke werkhuizen, In de volksmond, 't stadsmagazijn, en voor de mannen van ?t stad 'den hof,
rossorteren onder de derde afdeling. Dit wil zeggen, dat deze diensten gerekend worden b(j de Openbare
werken, extern beheer. Iedereen kent zowat de Hoge Vesten, de burgemeester van 'over 't water houdt er
zelfs een goed beklante kafee. Een paar pinten en onmiddellijk sloegen een paar simpatieke mensen uit de
buurt aan 't vertellen, een paar maal heen en weer rijden, tot de officiële toelating gegeven was voor deze
reportage en de inzet en de medewerking van onze stads werklieden was formidabel, een paar losse
toevallige kontakten met Aalstenaars en we hadden stof en meningen van drie zjjden.
En toen begon de navraag en de speurtocht naar de ware naam van de fabriek waar nu de stedelijke
werkhuizen zijn gevestigd.
SACIC
«Aan Gusta, de conciërge, die
vroeger op 't fabriek werkte, en
in 't begin van 't stadsmagazijn
de poorten sloot, moet ge dat
vragen.»
Een inderdaad, Gusta kon zo-
i s.zonder aarzelen, heel wat
prettige begindetails vertellen.
Drieëntachtig jaar oud, leest nog
zonder bril. kookt nog haar
eigen potje. Maar laten we liever
Gusta zelfs aan 't woord:
Dag Robert mennen jongen».
Zeg eens wat ik voor U kan doen.
Ga zitten mijnheer, wacht even
want mijn eten staat op. Na
zoveel jaren herkende ze onmid
dellijk Hare jongen. Onmiddel
lijk noemde ze nog heel wat
namen van mannen die er nog
werken of gewerkt hebben.
«Awel, dat fabriek heette de
Sacic. (Société Anonyme Pour le
Commerce et lTndustrie de
Caoutchouc). Maar de mensen
zegden allemaal 't katsjoeken.
Ik heb daar gewerkt en in 1951
kwamen al de jongens. In
1940-41 werd alles stilgelegd. En
toen werd daar een paar jaar de
beestenmarkt gestald zoals die
op de houtmarkt doorging. Door
verkeerde investeringen, 'k ge
loof dat het wel iets met
70.000.000 te maken had, dat
was geld hé, ging de fabriek te
niet en van Brussel en Pirelli
kwamen ze dat allemaal halen.
Maar toen ons 'jongens' kwa
men lag er daar nog van alles.
We maakten daar ballons,
fopspenen, concomen, rubber
boten, controleballans voor 't
legers, speelballen, diabolo's
enz... alle van alles van katsjoe.
Op 24 mei 1951 werd de fabriek
aangekocht door de stad Aalst.
En toen begon de grote uittocht
vanuit het nu afgebroken
stadsmagazijn aan de Vrijheid
straat.
«In 't begin waren ze met niet
zoveel, maar 't zijn allemaal
goeie jongens geweest, de gene
genheid die ik daar heb gekre
gen kan ik aan geen mensen
beschrijven. Ik moest 's avonds
de poorten sluiten als de jongens
allemaal binnen waren. Soms
mpest ik eens kijven, ik hielp ze
wel eens met een poeierken of
een uitgeperste pompelmoes of
een tas zwarte koffie. Ze
mochten me alle vragen, maar ze
wisten dat ze braaf moesten zijn.
Wat, zijn er nu al meer dan 150?
Mensen God, dat moet daar in 't
katsjoeken veel veranderd zijn.
«Dag moeder». Dag Robert
mijne jongen en de komplimen-
ten aan d'andere allemaal.»
HOGE VESTEN 66
Stedelijke werkhuizen, met een
oppervlakte van 2 ha 22a 43ca,
het werkterrein van zowat twee
honderd mensen, de thuishaven
van een buitendienst. Tijdens de
menigvuldige gesprekken over
gebouwen en werk en met
mensen, ontdekten we een paar
'schoonheidsfoutjes' vooral wat
de opvatting en de waardering
van buitenuit betreft.
WIE? WAT? WAAR?
Het werkliedenkader omvat: 1
werkmeester, 7 leidinggevende
ondermeesters, 11 ploegbazen
en ongeveer 200 werklieden.
Van deze werklieden zijn er 122
vast aangeworvenen en tijde-
lijken met hetzelfde statuut, 61
tewerkgestelden (werklozen,
mensen op weg naar een
brugpensioen enz...) 44
schoonmaaksters en nu werden
er nog 18 tijdelijken (voor een
tweetal maanden) aangeworven.
Een hele ploeg van specialisten,
geschoolden, half-geschoolden
en karwei-opknappers die zowat
'van alles' moeten doen en ook
kunnen en willen! Er komt dus
heel wat organisatorisch werk
bij kijken bij de taakverdeling
wat de aktiviteiten betreft van
het vak- en werkliedenperso-
neel.
HANDLANGERSWERK
ALLERHANDE
Een vaag en alles-
overkoepelend begrip dat de
meest uiteenlopende karweien
omvat. Hiervoor is er steeds een
ploeg van halfgeschoolden en
tewerkgestelde werklozen ter
beschikking. Deze ploeg wordt
naargelang de noodzakelijkheid
ingeschakeld bij de vaklieden.
Heel dikwijls (bijna dagelijks)
komen er dringende» oproepen
en dan moet» het maar gebeu
ren, op het meest onmogelijke
tijdstip van de dag, goed of
slecht weer, moeilijk of vuil, te
heet ofte koud. Deze groep helpt
laden, vervoeren, lossen van
materiaal bij grote feestelijk
heden/ en of gebeurtenissen
zoals Karnaval, de Jaarbeurs, he
Kriteriumenz...
REINIGINGSDIENST EN
RUIMDIENST
Een Veertigtal mensen verzorgen
dezeViieftst, en we durven het
schrijven dit is hard labeur voor
een dienstbetoon dat niet altijd
gewaardeerd wordt. Even wat
cijfers? 2 maal per week wordt
het huisvuil opgehaald (Iedereen
wil ifcel wat kwijt, sommigen
zelfs zeèr veel de meest onmoge
lijke dingen). Dit gebeurt met 5
huisvuilwagens (4 reserves), met
een bezetting van 3 of 4 man per
wagen naargelang de omvang
van dé ronde. Aalst is dus
verdeeld in 5 grote ronden, wat
meteen betekent dat deze werk
lieden na zo'n ronde ongeveer 25
a 30 kpi gaan achter de rug
hebben. Zo'n wagen perst 22m3
huisvuil. Na zo'n ronde heeft
iedere werkman zo'n gemid
delde van 6 7000 kg huisvuil
verplaatst. «In weerden wind,
altijd van* in de zeer vroege
morgenuren bgzig, opruimen en
Jan en allemans vuilnis en als je
dan-een pint drinkt om stof en
moeheid door te spoelen zeggen
de mensen: die van 't stad
werken «weeral» niet. Als we
toch zo weinig en mooi werk
hebben, waarom zijn er dan zo
weinig - die ons werk willen
overnemen?»
De ruimdienst wekelijks
ophalen van huisvuil en huis
raad op telefonische aanvraag.
Even rekenen. Deze week 64
aanvragen. Daarvoor zijn er nu 2
wagens en 6 mensen gedurende
2 dagen nodig. Vergeet ook de
rit naar Voorde niet met de
volgeladen wagens. De nog
bouwzijnde villa's of tuinwijken
of als 't moet gewoon in de
gracht of wat verderop bij de
buren».
«Onthou dat van mij, meneer,
Oilstj zal een schoeine stad
kennen zèn, mor...»
«Alle stadsgebouwen, bi-
bjiotheken, scholen en burelen
moeten worden «gekuist». Dat
aantal lokalen zo maar schatten
is onbegonnen werk. Dweilen,
emmers water zeemleders,
boenwas, stofdoeken en... men
sen. Wie neemt het over?
HOUT,HOUT EN NOG EENS
HOUT
Heel wat werken worden «in
eigen beheer» uitgevoerd. Dit
geldt nu niet alleen voor de
schrijnwerkerijk. Dit wil zeggen,
het aankopen van materialen,
vervaardigen van plaatsen vol
gens bestek. Er komen dan
dikwijls dringende opdrachten:
geen tijd voor bestek en admini
stratieve rompslomp, handelen
Gusta Coppens, gewezen koncierge van de stedelijke werkplaats (el)
Ingang van het stadsmagazijn (rv)
VAN FIG. 35 NAAR FIG. E7 j
Een zestal mensen (waaronder
schilders) plaatsen, onderho
den, schilderen, herschilden
allerhande signalisatieborde
Sommige borden moeten wc
den aangepast: «De vroege
figuur 35 moet nu een fig. E5
een fig Ê7 worden volgens i
nieuwe wegkode. Je ziet zo -
ronde plaat en een simpe r>
optelling van de benodig
hedenkostprijs en werkuren 1
vert het lieve rekensommetje
van een paar duizend franke 2
Een paal maken of hersch §b
deren en dan kan je h
kapitaaltje beginnen uitreken
wat zo'n verkeerssignalisat
aan de stad kost. Heel
wegmarkeringen moeten do
de stad zelf worden aangebrac
en onderhouden: materieel, m
terialen, mensen, werkuren. E
dan de planning! Waar drin
het eerst? Welke borden moet{
'zo vlug mogelijk' d.w.z. dirt
vernieuwd, veranderd of
plaatst worden? En dan sta]
'het signaal' toch nog eens
rood? Wat gaat dat met
komende fusie worden? Ht£
zelfde werk maar dan vermP1
nigvuldigd met ...vul maar zei ee
is.» ise
in.» bep
RU MAAR AN... *tai
De garagisten (toen nog mi
geen zes man) verhuisden eigei
lijk eerst naar 'den hof». In e
onthaalbrochure staat te leze J.
'Dagelijks klein onderhoud e
smeren van een dertig rollen<
materieel, in orde brengen voj
de periodieke autoinspekti
herstellingen allerhande in eige
beheer, autopechdienst voor d
stadswagens». Kort en bondi
maar deze zinnen vertegei
•woordeigen het werk en
verantwoordelijkheid van ee
goed funktionerende garage.
«En wat doe je dan? Vakant [wj
voor iedereen, maar ergens mo
er in 't stadsmagzazijn doorgif
werkt worden. Een Volvi f
vrachtwagen mankeert!
Jaarlijks verlof! Dus eige
garagepersoneel naar Brussi
sturen, de nodige wisselstukke nj,
zelf demonteren, naar Aah n
brengen, zelf herstellen en
anderendaags rijdt de wagei lQe
want de mensen moeten ge
holpen worden.
d«
gooit menig 'voorbijganger of
Aalstenaar' wat hij kwijt wil. De
«Veegmachine» kuist straten en
pleinen: greppels, plantsoenen,
smalle paden en straten, voet
paden moeten gereinigd en
onderhouden worden.»
«Sluikstorten is in! Steeds
opnieuw komen telefoons bin
nen van politie of mensen uit de
buurt om 'die smeerlapperij' te
komen weghalen: matrassen,
stenen, een oude zetel, papier,
blikken, glas, balatum, kleve
rige brij, een berm in staat van
ontbinding verkerende etens
waren, noem maar op. Wie moet
onmiddellijk, ja onmiddellijk
inspringen? Ja wij! Wie draait er
tenslotte voor op? De gemeen
schap.
Favoriete plaatsen Merestraat,
Affligemdreef, Wijngaardveld,
«Sierput». Akademie, in op
is de boodschap, verwijzen naar
buitengewone begroting, uit
voeren, afwerken, presteren.
Het onderhoud en herstellen
van ramen, deuren, hang- en
.sluitwerk van zovele stadsge
bouwen en huurwoningen.
Opdrachten uitvoeren van
verbouwingswerken en nieuw
bouw in eigen beheer. In de
Keizershallen (een paar tiental
len manifestaties per jaar)
móeten podiums, tribunes, ta
fels, stoelen, beschotten, worden
opgesteld, opgetimmerd en weer
opgeruimd. Noem maar op:
karnaval, Jaarbeurs, tentoon
stellingen, koncerten, feeste
lijkheden: bals, showavonden,
politieke meetings, kulturele
manifestateis en dergelijke.
Tientallen «kleine» (soms uren
werk) timmerwerkjes die in dat
Grote Aalst onopgemerkt (be
halve op de roze bon) worden
uitgevoerd. lOwerklieden dag in
dag uit aan 'twerk.
,n
Sneldienst noemen we dat, wi wai
men er ook over denkt». We< ne
cijfermateriaal In 1974 vei m(
bruikte het rollend stadswaget
park 20.740 liter benzine e
52.440 liter mazout. In 197
verbruikten diezelfde 36 wagen tn
22.675 liter benzine en 60.41 tili
liter mazout. iet
n
Vlug gerekend komt dat op ee iet
stijging van zowat 10 procent p< t, t
jaar. Werk aan de winkel in d ine
garage? Iedere dag!» lei
br