PATER HEIREMAN
UIT LIEFDE VOOR STAD EN MENS
POSTHUUM GESPREK MET
KAMIEL HEIREMAN, SJ.:
«GRAAG EEN MONDIGER
AALST!»
WERKENDE
KRACHTIN HET
DIRK MARTENS-
KOMITEE
OP ALLE FRONTEN
THUIS
De Voorpost - 19-11-76 - 11
Er kleeft verdriet aan de toetsen van onze schrijfmachine. Enkele
dagen vóór dat Pater Kamiel Heireman sj. bezweek aan een hartaan
val hadden wij hem opgezocht aan de Varenlaan, bij het gezin
Coppens Heireman bij hetwelke hij inwoonde telkens hij naar Aalst
kwam. Het was een fijne avond toen, hij die man die zonder veel
omhaal boelende dingen wist te vertellen over stad en mens. Des te
pijnlijker was dus de verslagenheid bij het horen van zijn overlijden
op een ogenblik dat hij nog lange jaren tot steun en vreugde van zijn
medemensen in ons midden had moeten zijn. Als er toen ergens een
vriendschappelijke band ontstaan is, dan drukten wjj die verder uit
aan zijn beproefde familie. Friendship divides grief...Ziehier, in
spijtige omstandigheden, het relaas van ons gesprek met Pater
Heireman zaliger.
Kamiel Heireman is een ge
boren (14.9.1919) en geto
gen Aalstenaar. «Van de ko-
tee van de Houtmarkt,» zegt
ie met vreugde in de hoek
van zijn oog«Ik heb mooie
kinderjaren gehad, hoewel-
of is het omdat?- We het
thuis niet. breed hadden. Ik
heb "veel gehad aan mijn
ouders. Mijn moeder was
van een soliede oude boe-
renstam uit Nieuwkerken,
vader was zeer sociaal ge
motiveerd o.a. als voorzitter
van het lokaal kristelijk tex-
tielsyndikaat en medestich
ter van h'et Groen Kruis. Hij
werkte ook mee aan de
«Vrije Werker», een week
blad dat tot aan de eerste
wereldoorlog heeft ffcest aan
en waarvan de geschiedenis
nog te schrijven is. Ik heb
ook zeer veel gehad aan en
kele goede opvoeders en
priesters. In het bisdom
Gent had men nogal wat
markante typen. Sommige
waren wel eens origineel,
anderen waren echt heilige
D.V.: Wil men de schone
slaapster niet langer laten
soezen, dan moet men ook
naar binnen toe promotie
maken...
Ja, en op een moment dat
Brussel een kulturele
Vlaamse ruggesteun best
kan gebruiken. Daarom heb
ikitiijn inzet ook gezien als
een bijdrage voor meer
rechtvaardigheid. Mensen
meteen bewust maken van
hun verleden en hun moge
lijkheden. Van een opgave
trouwens ook. Als ge Aalst
Pater Kamiel Heireman by één van de pronkstukken van het oudheidkundig museum. Het was z(jn
laatste bezoek aan de ikonografische tentoonstelling (jm)
duivels.Mk herinner me een
onderpastoor hier in Aalst,
die gestorven is van een
plaag die hij in zijn dienst
had opgedaan. Hoewel hij
van begoeden huis was
vond men in zijn nalaten
schap niet genoeg meer om
zijn begrafenis te betalen.
Hij had alles weggegeven.
Ik heb kleine broeken ver
sleten op het Klein en grote
op h§t Groot «Kollege».
D.V.Was u toen reeds
aktief?
Pater Heireman: Ik heb
toen geleerd dat als je van
iets houdt, je er ook iets
moet voor doen. We waren
met van alles bezig. Het
was de tijd dat we met Jong
Vlaanderen de studentenbe
weging van een studiekring
omvormden tot een volledi
ge jeugdbeweging- een er
varing die je je leven lang
meedraagt. Ondertussen
was ik ook hulpbibliotheka-
ris in een openbare biblio
theek en ceremoniemeester
of «chef van de J<reaalen»
(nvdr. Aalst heeft naar al
oude traditie,nog Choralen»
in de Oude Kerk.* Die aktivi-
teiten zijn wel verstild toen
ik in 1938 Jezuïet werd. Dat
dit gebeurde staat wel in
verband met het feit dat ik
op het kollege paters leerde
kennen die me heel wat
voor het leven meegegeven
hebben.
De volgende jarën zijn stil
le, lange studiejaren gewor
den na twee jaar noviciaat
kwam twee jaar klassieke
filologie," drie jaar filosofie,
in versneld tempo (vier jaar
in drie) neerlandistiek en
daarna vier jaar ieologie.
Ondertussen was ik in 1951
priester gewijd.
D.V.Heeft u zelf les
gegeven?
Ja, gedurende die studieja
ren nu en dan voor een inte
rim en om een kollege te
depaneren. In 1952 ben ik
dan de retorica gaan geven
in Turnhout. Na een jaar
studie in het buitenland in
1954 Werd ik docent voor de
studenten in de kandidatu
ren Wijsbegeerte en Lette
ren te Drongen. Bij de reor
ganisatie van dit studiehuis
en de aansluitipg van de
KUL te Leuven was ik eerst
een paar jaar vrij (de studen
ten gingen eerst filosofie
studeren), die ik gebruikte
om in Antwerpen in de ho
gere cyclus zowel van de
.oude als van de moderne
humaniora in te springen.
Dit was voor ik naar Leuven
kwam. Dat maakte dat ik
ervaring had van verschil
lende takken van het mid
delbaar en hoger onderwijs.
Te Leuven heb ik echter het
lesgeven vaarwel gezegd en
ben meer en meer opgegaan
in de biblioteekwereld. On
dertussen had ik ook andere
terreinen van de informatie
wereld en het boek beter
leren kennen. Zo was ik tij
dens mijn studiejaren lite
rair kritikus in het tijdschrift
«Streven» en in de jaren
1954-1960 voor een Ameri
kaans nieuwsagentschap
korrespondent voor Belgie
en Nederland. Je zoudt het
met een boutade ook zo
kunnen zeggen dat zoals
mijn vriend prof. Hellinga,
van specialist in de letteren,
specialist in de letters ben
geworden.
BLIJVEND AALSTENAAR
IN HART EN ZIEL
D.V.U woont dus al
drieëntwintig jaar in Leuven
en in Aalst bent u vertrok
ken op uw negentiende.
Voelt u zich dan al niet meer
een Leuvenaar dan een
Aalstenaar?
Neê. Ik ben overal Aalste
naar gebleven, ook in het
buitenland. Zoals Martens:
Alustanus. Ik voel trouwens
een sterke verwantschap
met hem: een Aalstenaar
die naar Antwerpen en Leu
ven verhpist, waar hij met
hél boek eri de universitai-
ren te maken heeft, die zo
wel een taalkundige als
tëéhnische knobbel heeft,
die meekan op Europees
vlak, maar die niet breekt
met de gezonde wortels van
zijn bestaan: ae natuur, de
streek, de gewone man van
de straat, iemand die pro
beert een bewust gelovige
te blijven, een goed mens
en een trouwe vriend in een
tijd die veel met de onze
gemeén heeft.
D.V.Is dit Q» louen
waarom u met het Dirk
Martens-jaar begonnen
bent?
Neen, dat zou niet volstaan
hebben. Je kunt iemand
sympathiek vinden, 'maar
daarvoor neem je nog geen
flinke karwei op je nek. Je
moét-het sociaal zien en in
verband met de minorise-
ring van dit wingewest. Er
moest naar mijn mening
iets gebeuren voor Aalst.
Aalst is meer en meer een
slaapstad geworden van
pendelaars naar Brussel en
de «centrale organisaties
daar beschouwen het vaak
als een voorstad zonder kul-
fuur. Aalst heeft echter een
rijk verleden en heeft gedu
rende eeuwen een belang
rijke rol gespeeld in ons
land."Hét was het hoofd van
een graafschap. Het had
zijn eigen tradities, rechts-
macht en bestuur. Het had
een eigen kulturele inzet.
Vele vrienden van Erasmus
bijv. kwamen uit het Land
van Aalst. We kunnen ook
gerust stellen dat de door
braak van de "Renaissance
bij ons voor een groot deel
het werk is geweest van
Aalstenaars. Wel had reeds
in Martens' tijd het Land
van Aalst te kampen met
allerlei ekonomische pro
blemen, maar zolang het
zichzelf bleef, kon het zich
handhaven.' Met de Franse
revolutie werd dat al|es on
gedaan gemaakt. De streek
werd juridisch, ekonomisch
en sociaal wingewest en is
het nog. Door het voortdu
rend afvloeien van ztjn
beste krachten blijft het een
ontwikkelingsgebied. Van
daar de noodzaak van een
promotie naar buiten toe.
Met o.a* Dirk Martensjaar.
kent, dan weet ge dat er
daar door de verpaupering
in de vorige eeuw grote op
posities ontstaan zijn, ook
binnen de partijen. Men
warrtrouwt elkaar en de een
bespot de ander. Zo komt
men natuurlijk nooit tot iets
po.sitiefs. Politiek betekent
hier vooral tegen iemand
zijn. Men wist zeer goed
tegen wie men was, minder
goed voor wie men was en
praktisch niet waarvoor
men was. Politiek echter
kan ook oetekenen met zo-
velen mogelijk samen iets
realiseren. Hiertoe dan die
promotie naar binnen: be-
wustwekkend alsook sa
menwerking en samenho
righeid. Men moet kennis
zowel als mensen bijeen
brengen. Als elke Aalste
naar die iets kan- en we
hebben veel talent en moge
lijkheden van deze gemeen
schap iets wil maken, dan
zouden we al tien keer ver
der staan. We zijn hiermee
met het DM-jaar begonnen.
Het mag niet doodgaan, het
moet doorgegeven worden
om anderen bewust te ma
ken om fier te kunnen zijn
dat ze zichzelf kunnen zijn
met hun eigen verleden en
hun eigen toekomst.
D.V.Doet u dan niet aan
politiek? Hoe kadert u dit in
de rol van een priester?
Wie wil samenbrengen
zoekt geen partij, geen par
tijpolitiek maar wel inzet
voor bewustmaking van on
ze mensen,v bp alle gebied,
ook politiek, en inzet voor
de hele mens. Bvb. voor een
aktie voor bete? spoorver
keer, intercityverkeer met
Aalst, milieuzorg, bomen-
aktie... Maar zie me daar
toch eerst als bewustma-
ker, als priester ook, die
herinnert aan de fundamen
tele deugden als eensge
zindheid, onbaatzuchtig1
heid, werklust, authentici
teit..-.die ook o.p sociaal en
zeJfs politiek' terrein de
voorwaarden zijn om dege
lijk en blijvend werk te ver
richten.
GELUKKIG ZIJN
DVWat dbat u zoal graag?
Andere mensen en landen
leren kennen. Maar dan niet
als toerist. Het is niet aan
de tapkast en op een luie
vakantiedag dat je elkaar
goed leert kennen, maar in
het dagelijkse leven terwijl
je samen aan de slag zijt.
En om samen te werken met
je mekaars taal spreken. Als
lid van een internationale
orde heb ik het op dit ge
bied wel wat gemakkelijker
gehad: ik heb maanden,
soms jaren gewoond en ge
werkt in Wallonië, Duits
land, Ierland, Frankrijk, En
geland...Al slaan we als
Vlamingen niet zo een mal
figuur, we zouden als volk
toch nog heel wat kunnen
leren in het buitenland.
Ik zoek echt vreugde te vin
den in mijn werk, ook al
wordt daar niet bij gevlagd.
Wie kan nou elke dag en
thousiast uit het bed stap
pen?
Om er eens uit te zijn heb ik
ook wel mijn hobbies:
Elektronika. Radio's her
stellen. Spijtig genoeg
heeft de miniaturisering en
de integratie van de scha
kelingen hier voor een groot
deel de stiel bedorven. Ik
vond het echter een goede
observatie- en denkoefe
ning. En een die door de
feiten gekontroleerd werd.
Een andere hobby: schilde
ren en tekenen.
Of vissen.
En verzen schrijven. Alle
maal dingen waar ik nog
zo weinig tijd voor vind.
D.V.: Wat maakt u
gelukkig?
Het geloof, mijn thuis en
mijn vele goede vrienden,
binnen en buiten de Jezuïe
tenorde. Verder dat ik hier
en daar tot iets gediend
heb, mensen heb mogen
helpen, «goed doen». Daar
mee bedoel ik geenszins:
vriendjes helpen of sukses
hebben in het karrière ma
ken. Karrière maken heb ik
als Jezuïet afgeschreven. Ik
geloof dat het beste dat en
doorgeeft onuitgesproken,
incognito, doorleeft.
Ook dat, wanneer anderen
spotten met iets waar ik
van houd: volksmensen,
het geloof, oude mensen,
buitenlanders enz., mijn
ouders en mijn opvoeders
me genoeg reserves hebben
gegeven om niet tegen te
gaan schoppen, maar dat ik
meestal ook dan mijn
naaste-van-het-ogenblik als
mens au sérieux kan ne
men, wanneer hij zelf eens
te kort schiet.
Mijn innerlijk leven, waar
van ik eigenlijk genoeg heb
om gelukkig te zijn. Dat kan
vreselijk egocentrisch en
egoïstisch klinken, en toch
is het zo dat ik het* een
prachtopgave vind mezelf te
zijn. Dat ik geloof in wat er
leeft in mij. Mee vreugde
hebben aan het kind in me
zelf dan aan de gouden
pop daarbuiten. Dat ik het
niet nodig heb groot te gaan
doen. Dat ik deze innerlijke
opgave trouw blijf, als zij
het dan alledaags in alles
behalve heroïsch. Natuur
lijk kan ik niet zonder de
steun van zoveel vrienden
en mensen, die ook gewoon
hun plicht doen. Hun hulp
is soms wel wat onhandig.
Ze menen wel eens dat zij
mijn geweten, vooral dan
van Jezuïet, maar de door
slag zou zijn van een kur-
sustraktaat.
Maar dat belet niet dat al
hun ja-maar-neens voor mij
betekenis hebben, ook al
blijf ik bij mijn ja-maar-ja.
Verder voel ik me gelukkig
in kreatief werken, zowel
het wetenschappelijke .als
het andere. En verder, in'het
zien groeien van iets posi
tiefs. Daarom is opvoe
dingswerk zo belangrijk en
verrijkend. Het leven is al
leen de moeite waard voor
wie het de moeite waard
vindt.
René De Witte
Pater Kamiel Heireman zaliger was een der grote
initiatiefnemers en bezielers in het Dirk Martensko-
mitee. Hij kende Martens, hij hield van hem en zag in
het Dirk Martensjaar^een geknipte gelegenheid om
iets voor Aalst te doen. Brussel was al gestart, de
herdenking ging gevierd worden over het hele land:
Brussel, Gent, Antwerpen, Spa... Aalst moest toch
ook iets doen en niet gaan improviseren op het
laatste moment.
Pater Heireman nam vanuit deze optiek denkende,
vrij vlug kontakt op met een aantal mensen die later
in het Dirk Martenskomitee de wettelijke bevestiging
(het komitee is een gemeentelijke v.z.w.) zouden
krijgen van het zeer gewaardeerde Dirk Martensjaar te
Aalst.
De startgroep bestond uit volgende ledenschepen
Bert Van Hoorick, na de verkiezingen door schepen
Van den Eede vervangen, archivaris Baert, kuituurat
taché Van der Ghijlen, konservator De Vos en BRT-
man Van de Sijpe en of course, pater Hiereman zelf
als afgevaardigde beheerder. Naar gelang van de
nood werden verdere medewerkers aangetrokken.
Men denke aan J. Dauwe, P.Steppe, de Schepen van
Financies, stadssekretaris Chris Willems (meer in
het bijzonder belast met de promotie van het muziek
leven), de stadsontvanger...Willy Courteaux voor
land van Aalst (later vervangen door L.De Rijck)
Roger Van de Wiele...Zich nadien bezinnend over de
werkzaamheden heeft ook Pater Heirman geijverd om
de doorstraling te verzorgen. Het komitee moest
verder werken en een struktuur krijgen. Vandaar het
v.z.w. statuut met twee vleugels: algemene promo
tie en Festival van Vlaanderen.
Ook hier zal men Pater Heirman missen. Niét alleen
om zijn deskundigheid en benevolente inzet maar
ook om zijn diepe menselijkheid. De stempel die hij
heeft gedrukt op een mondiger wordend Aalst is
onuitwisbaar. Getuige hiervan zijn vele vrienden.
R;D.W.
Wijlen Pater Kamiel Heireman, een groot verliet voor Aalst (jm)
Pater Kamiel Heireman S.J.was op menig vlak bedrij
vig. Eenieder die met hem gewerkt heeft zal onge
twijfeld aan hem een deskundige en wat niet minder
is, een noeste werker missen.
-Zo bievoorbeeld in de bibliotheek- enarchlefwereld
als bibliothekaris en beheerder van het L U C of
Lessius Universitair College:
als archivaris van de Vlaamse Jezuïetenprovincip
en meteen als kontaktman van dit archief met officië
le instanties: Rijksarchieven, Koninklijke Biblio
theek... Hij werkte aan een gids van de oud fondsen
van dit archief en aan de uitgave van het zgnt
Prompuarium (een verzameling oude bouwplannen);
als voorzitter van de Bibliotheek- en Archiefkom
missie van dezelfde Vlaamse JezuTetenprovinciè
zorgde hij voor de koördinatie van de bibliotheken in
de verschillende huizen van de orde en bezocht dé
huisarchieven
als lid van het Algemeen Bestuur van de Afdeling
Wetenschappelijke Bibliotheken van de VVBADP
(Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-Archief en Do-
kumentatiepersoneel) en in werkgroepen van de
VABB (Vereniging van Archivarissen en Bibliotheka-
rissen van Belgie).
De meeste tijd ging echter naar het starten van eeri
centrale Jesuiticabibliotheek te> Heverlee. Vprrigr
werkte Pater Heirman mee aan wetenschappelijke
projekten in internationaal verband. Hij was net bezig
met een internationale bibliografie der incunabel
kunde te helpen opstellen. Hij werkte nauw samen
met het Gutenberg Gesellschaft (bv. aan het zopas
verschenen Gutenberg Jahrbuch 1976).
Te Aalst was Pater Heirman vooral aktief.
als afgevaardigde beheerder van het Dirk Martens
komitee
door publikaties over Aals| zoals over de kaart van
De Dijn in hejjijdschrift «Het Land van Aalst». Zeer
binnenkort zou Pater Heireman voor «De Voorpost»
een artikelenreeks schrijven
dlsj/orser leverde hij een onschatbare bijdrage in
de Martensstudie. Onlangs hielp hij te Leiden een
onbekende Martensdruk te situeren en beschrijven.
In het stadsarchief van Aalst identificeerde hij ook
een postincunabel dat een uniek eksemplaar bleek te
zijn. Naast zijn werk aan iconografie (zie tentoonstel
ling in Oud-Hospitaal) vervolledigde hij zijn doku-
mentatie over het station. Ook hier, ten nutte van de
stad.
Als priester zette hij zich vooral in
als zondaghulp in dè Sint-Pieters- of hoofdkerk
van Leuven en gedurende de vakantie als pastoor-op
een parochie in Duitsland (eerst Eschwege, later
Leinstetten).
Te Leuven was hij naast zijn wetenschappelijk werk
ook van dienst op het gebied van fundamenteel
onderzoek omtrent de algemene testkunde. Hij werk
te mee aan tentoonstellingen (bv. aan de geschiede
nis der Artesfakulteit of van de Universiteit (550 jaar
KUL).
R.D.W.