Klubfilms Filmklubs I in Belfortzaal Luc De Ro exposeert FILM BIJ ONS MINISTER DE CROO ANTWOORDT KULTURELE KRING BESTAAT TIEN JAAR BERICHT UIT DE WITTE KAMER VERDWENEN BOMEN RIJKSSCHOLEN PONTSTRAAT TENTOONSTELLINGEN BUITEN DE DENDERSTREEK 1 O-26-11-76-De Voorpost HET BELOOFDE LAND van Andrzej Wajda (Polen 1975) met Daniel Olbrychski, Wojchieck Pszoniak, Andrzej Seweryn en Anna Nehreoecka. De Poolse kineast Andrzej Wajda. volgens sommige bronnen een overtuigd kommunist (wat hier en daar volledig ten onrechte vooroordelen oproept), geeft in «Het beloofde land» een aangrijpend beeld van het leven in de Poolse stad Lodz rond het einde van de negentiende eeuw. De ekonomie stond er toendertijd niet zo best voor. doch voor drie burgermannetjes is dat geen hinderpaal om een textielfabriek op te zetten. Voor Wajda meteen een aanleiding om het milieu van deze «heren» even realistisch voor te stellen. Zij schrikken er niet voor terug de lagere bevolkingsklassen het proletariaat, om enigszins de terminologie te respekteren uit te buiten, om zelf met zo groot mogelijke winsten te gaan lopen. Hun plannetjes komen echter verkeerd uit: de fabriek wordt door een brand verwoest en de arbeiders komen in opstand tegen de uitbuiters, het groot kapitaal. Dat is zowat de samenvatting van het verhaal. Dat het daarbij niet ophoudt is nogal wiedes: Wajda wil de lijn doorgetrokken zien naar onze twintigste eeuw. FILMKLUB PAN ZONDAG 28 NOVEMBER OM 20.30 UUR WOODSTOCK Een film die het de laatste tijd in jeugdklubs bijzonder goed doet en regelmatig terugkeert: blijkbaar wordt de jonge generatie er door geboeid. «Woodstock» geeft een beeld van het legendarische popfestival dat in augustus '69 (al een flinke poos geleden) te Bethel (New York) plaatsgreep. Legendarisch omwille van de muziek, het groot aantal aanwezigen (een half miljoen), maar vooral omwille van de sfeer. Woodstock was immers de grootste vreedzame manifestatie die ooit heeft plaats gehad. Een half miljoen mensen gedurende een drietal dagen bijeenhouden zonder dat er ongelukken gebeuren! op 250 hectaren weiland betekent een enorme risiko. De organizatoren zijn er echter in geslaagd de boel op wieltjes (of zo ongeveer toch, rekening gehouden met enige verzachtende omstandigheden) te laten lopen. De film geeft daar een goed beeld van weer: gedurende drie uren wordt men in die zalige sfeer van muziek, zon en vrijheid gedompeld. Alle groepen die optreden vermelden is uiteraard onbegonnen werk, Ten Years After (I'm going home) en Jimi Hendrix (met een unieke versie van het Amerikaanse volkslied) zijn echter uitschieters. De film werd gemonteerd uit 147 uren film en 81 uren klank en het resultaat is dan ook enorm. Het scherm wordt soms gevuld met twee of drie verschillende beelden (spilt screen) en het kamerawerk (er werd met zes kamera's opgenomen) is vlot. Voor nostalgische hippies en nieuwsgierige tieners een boeiend dokument. Tot 5 december is in de Belfortzaal, Grote Markt te Aalst werk te zien van Kunstschilder Luc De Ro. Twee jaar geleden was hij eveneens te gast in Aalst. Luc De Ro werd geboren te Ruisbroek op 12 juni 1925. Als kunstenaar is hij volledig autodidakt. Wel maakte hij talrijke studiereizen in verschillende landen. Zijn eerste tentoonstelling gaf hij op vijfendertigjarige leeftijd in het Koncertgebouw te Brugge. Voordien had hij steeds geweigerd om met zijn werken naar buiten te treden, ondanks het feit dat hij zich na het herbalen van zijn leraarsdiploma onmiddellijk als beroepskunstenaar vestigde. Sindsdien heeft hij reeds meer dan honderd individuele tentoonstellingen opzijn aktief. Luc De Ro is tevens een zeer gewaardeerd portretschilder. Hij weigert echter steeds een ■fotografische» aanpak. Een portret blijft een «portret» voor hem! Luc de Ro is een knap vak man. Hij weet de olieverf op bijzonder plastische wijze aan te brengen, speelt met licht en heeft een vlot tekenende hand. Met deze troeven in zijn bezit staat niets hem in de weg om zijn inspiratie vrije loop te la ten: dit is duidelijk te mer ken op de nu lopende ekspositie; in totaal een negentigtal werken. Dit ge tuigt van de enorme werk kracht van deze man. Luc de Rol heeft een onmisken bare zin voor het vrouwelijk schoon en is tevens een be wonderaar van de rust- schenkende natuur. Dit blijkt uit bijna al zijn werken: variaties op twee thema's, of in andere geval len: de als een obsessie terugkerende figuren. De werken zijn sterk van ko loriet - soms monochroom. Onmiskenbaar in zijn werk is- de invloed der surrealis ten. Maar meer dan invloed De macht van de gedachte Luc De Ro is er niet: de Ro geeft op heel eigen wijze gestalte aan zijn visioenen, en pleegt slechts zeer sporadisch, wat men noemt, plagiaat. Misschien zelfs onbewust! In de kern lijkt de Ro ons meer symbolist te zijn dan surrealist, of beter; de Ro weet langs de symbolische weg sterkere associaties met zijn ideeën op te roepen bij de toeschouwer. De Ro is steeds nadrukke lijk, steekt niets onder stoe len of banken en weet op de betrekkelijk kleine formaten een «grote» wereld te schil deren. Hierdoor krijgt men soms de indruk van overla- denheid en lijken sommige komposities, wegens hun komplexiteit, spontaniteit te missen. Men raakt .er echter gauw aan gewend en eenmaal opgenomen in de wijze van uitdrukking laat elk goed werk zich vlot doordringen - of doordringt het werk de toeschouwer. Naargelang! In elk geval, een tentoon stelling die een bezoekje waard is. Volle tien jaar bestaat reeds te Meldert de Kulturele Kring die via een waaier van aktiviteiten allerhande onbaatzuchtig trachtte de kulturele ontplooiing van onze medeburgers te bevorderen. In een kleine gemeente waar een kermiskoers of een of ander sportgebeuren uiteraard meer de belangstelling weet te wekken dan al wat met kuituur heeft te maken is zich begeven aan bevordering van de kuituur een moeilijke en vaak ondankbare taak. In een gemeente waar het tot vóór enkele jaren qua dorpspolitiek niet steeds zo rustig was en personen vlug waren geklasseerd bij partij of A of partij B was het geen sinekuur een bond buiten de politiek om levend te houden, bond die voor 't ogenblik ruim 200 leden telt. Zoals de regen thuis tegen het venster tikt zo tikt hij nergens. Het is alweer zoooo lang geleden dat ik een en ander verleerd ben. Bazuinen schallen door de kamer en om vier uur precies begint de harp te pingelen: heerlijke herinneringen aan een prachtige Film, gevolgd door een memorabele avond. Een fles goddelijke Beaujolais, kaas en brood, gevolgd door een interessant gesprek met de toekomstige eerste minister van Belgenland. Later op de avond nog meer rode wijn, maar dan van bedenkelijk allooi, geschonken in duistere Aalsterse kafaaten. Nog later: spuitwateren een licht hapje om weer wat op positieven te komen en dan huiswaarts. Daavoor (vóór die film en al wat erop volgde dus) een tentoonstelling in Gent: Jan Burssens, wiens portretten en zelfportretten mij het meest boeiden. Burssens kan enorm goed overweg met kleuren, maar zijn vroege werken non-figuratieve allegaartjes zeggen mij totaal niks. Geef mij dan maar Jan de Nijs met zijn luchtige kollages. zijn keramieken, zijn verzamelingen. Jan (De Nijs dus) heeft momenteel ook een tentoonstelling lopen in Gent (Galerij Siegfried De Buck). Een derde tentoonstelling die ik gaan zien ben is die in het kultureel Centrum van Affligem: Jonge Kamers brengen Jonge Kunst. Daar waren ook mooie dingen te zien. Voor zover ik mij herinner liet Renilde Callebaut de beste indruk na en Jean Albert (met gestyleerd brandhout)dc slechtste. Wat spookt er nog zoal door mijn kopke? Een eindeloze diskussie over kleuren en licht, allerlei plannen (veel en veel te utopisch natuurlijk) om een betere maatschappij te verwezenlijken, speurtochten naar negentiende-eeuwse kasteeltjes, een streepje filmfestival en schele hoofdpijn. Dikke mist. zoals gisteravond over het ganse land en tot overmaat van ramp ben ik hier een en ander aan het verhuizen zodat de boel weer deftig overhoop staat. Zeven stapels boeken links van mij en negentien stapels rechts dertien konfituurpotten en negen jeneverglaasjes het aapje en de kamion een stapel platen. Een vriendelijke pater met zijn tenen onder water, houdt een uitgebreide redevoering en vertelt wat niet magen wat wel. Een negertje zwalpt reddeloos verloren en eenzaam rond op een vlot op de grote plas, de Atlantische Oceaan. Daar komt een reusachtige cargo aan en vaart dwars over het vlot heen. Nu rest het arme baasje nog slechts een half vlot. doch daarom niet getreurd! Een zaagvis met tijdpijn scheurt klagend langszij en met een achtergebleven trektang verlost het negertje de kreunende vis van een rottende kies. Uit pure dankbaarheid zaagt de zaagvis het halve vlot nog maar eens middendoor. Doch daarom niet getreurd: Jonas de walvis slokt de rest van het vlot en het negertje in één enkele keer naar binnen. In de reusachtige maag van Jonas zit het negertje goed geborgen: het is er warm en aan voedsel geen gebrek. Op een mooie dag wordt Jonas gevangen door de opzichter van de Antwerpse dierentuin en dank zij diens goede zorgen studeert de nu drientwintigjarige flinke zoon van het dorpshoofd aan de Brusselse universiteit. Je ziet maar: eind goed. al goed. Voorname aktiviteiten waren gespreksavonden, zelfs twee daagse zoals bvb over architek- tuur toneelopvoeringen zoals b.v.b. de reeks met Slisse. tenslotte zoals b.v «Meldert Vroeger», de jaarlijkse autorally die is uitgegroeid tot een topper in de rallysport en die er mede voor verantwoordelijk is dat Meldert heinde en verre be kendheid verwierf, een zangkoor dat o.a. een radio- en televisie- mis mocht verzorgen, toeris tische trips zoals b.v. naar de Voerstreek, bezoeken aan KVS, KNS, KVOen de Gentse Opéra, opluisteren en medewerken aan kulturele aktiviteiten allerhande enz, enz. VIERING Deze heuglijke gebeurtenis tien jaar te bestaan wil de CKM dan ook niet onopgemerkt laten Inzet van de viering wordt a.s. zaterdag 27 november in de turnzaal van de gemeentelijke jongensschool het optreden van de «Bob Boon Singers», een vijftienkoppig gezelschap dat niet enkel uw waardering maar ook uw bewondering wil trach ten weg te kapen in een programma «Al zingend de wereld rond». Aanvang te 20 uur. Inkom 50F. Houders «Plus-3-Pas» betalen de helft. Deze kunstmanifestatie gaat door onder de auspiciën van het Ministerie van Nederlandse kui tuur, Dienst Volksontwikkeling. L.H. Enige tijd geleden kwam het de Werkgroep Leefmilieu Aalst ter ore dat men, om de Rijksscholen in de Pontstraat uit te breiden, bomen deed verdwijnen. Aan de noodzaak van dit verdwijnen mocht erg getwijfeld worden, temeer daar het Domein Pontstraat (vroeger eigendom De Vis) hierdoor erg werd beschadigd. Ook het Domein Schelfhout kwam ter sprake. De Werkgroep Leefmilieu Aalst besloot uiteindelijk een brief te sturen naar het Ministerie van Nationale Opvoeding. Dit ge beurde op 11 oktober II. Op 18 november antwoordde Minis ter Herman De Croo. Hij zei de bezorgdheid van de Werkgroep ten zeerste te be grijpen. Daarom had hij door de bevoegde diensten een uitge breid verslag laten opmaken. De Minister zei dat uit het ver slag bleek dat de ongerustheid van de Werkgroep grotendeels ongegrond mocht genoemd worden. Om de enorme lokalennood te helpen lenigen, aldus de Minis ter, werden een tweetal prefab-gebouwen bijgezet. Daarvoor werden wel enkele minder waardevolle bomen ge rooid. De plaatsopstelling van de nieuwe gebouwen was ech ter gebeurd in funktie van een maksimaal behoud van het boombestand. De bouwaan- vraag werd door de stad slechts onder die voorwaarde gunstig geadviseerd. Voor verdere nieuwbouw zullen geen bomen meer worden ge rooid. Ook wat het door de Staat ver worven eigendom Schelfhout betreft, stelde de Minister de Werkgroep gerust: De stad zou slechts akkoord gaan met de bouw van een internaat, indien het park integraal behouden blijft. De Minister vermeldde in zijn brief ook nog dat de open stelling voor voetgangers van alle nog bestaande parken in het centrum van de stad opge nomen is in het Aalsters Struk- tuurplan. De hiervoor in aan merking komende Rijksschool-domeinen zouden op initiatief van de stad be paalde aanpassingen moeten ondergaan (bijvoorbeeld aan leggen van voetpaden). De Minister betuigde bij dit al les de volledige medewerking van zijn departement, en wees op de positieve werking op dit vlak van het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen. W.L. ONE FLEW OVER THE CUCKOO'S NEST Een film van Milos Forman (VSA, 1975) met Jack Nicholson, Louise Fletcher, William Redfield, Will Sampson en Brad Dourif. Naar het gelijknamige boek van Ken Kesey (1962). Het boek van Kesey is hier gelukkig nog niet bijster gekend, dus hoef ik het ook niet te hebben over de uitgebreide verschillen tussen boek en film want daaromtrent blijken altijd kontroversen te bestaan die uitlopen in eindeloze diskussies. Ik geef U trouwens de goede raad wanneer het over verfilmde boeken gaat eerst de film te gaan zien en dan pas het boek te lezen. Zo kunt U grote teleurstellingen voorkomen. Over Milos Forman valt heel wat te vertellen maar ik kan dat tot een minimum beperken door te wijzen op de bijzondere humor die de meeste van zijn films kenmerkt Forman bezit de eigenschap «met mensen te lachen» op een vriendelijke manier die niet in het minste kwetst. Hij besteedt veel zorg aan details, wat zijn films erg vlot maakt. Een paar titels: «Het bal der pompiers», «De liefdes van een blondje», «Taking Off». One flew over the cuckoo's nest is het verhaal van ene McMurphy (Jack Nicholson) die krankzinnigheid veinst om een jarenlange opsluiting in de gevangenis te ontsnappen. Een gesticht is natuurlijk ook niet alles, maar toch beter dan de gevangenis oordeelt McMurphy en dus transformeert hij zichzelf in een «geval». Forman vertelt ons de belevenissen van McMurphy: zijn kennismaking met de andere patiënten, met sister Ratched, de hoofdverpleegster. Voor Nicholson beslist een aardige rol, hem als het ware op zijn lijf geschreven. Wanneer je de mozaïek die Forman ons schildert achterafin zijn geheel bekijkt krijg je een opvallend beeld van het ziekenhuis. Het lijkt allemaal net echt, uit het leven gegrepen. De personnages zijn uiteraard erg dankbaar, vooral de Indiaanse Chief Bromden is een sukses. (Cinema Palace) OP TELEVISIE DEZE WEEK Zondag 28 november om 22.20 uur: Sunset Boulevard, vierde aflevering van een interessante serie over de Amerikaanse film. Roland Lommé vertelt over Hollywood, films en geld. (BRT) Maandag 29 november om 20.50 uur: Joachim Stiller: eerste deel van de televisiefilm die Harry Kiimel maakte naar het gelijknamige boek van Hubert Lampo. (BRT) Donderdag 2 december om 19.55 uur: Junior Bonner, een film van Sam Peckinpah. (RTB). Van 26 november 1976 tot en met 2 januari 1977, brengen de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, in de lokaler an het voorlopig Museum voor Moderne Kunst, een tentoonstelling gewijd aan Pol Bury onder de titel POL BURY Van punt tot lijn. Deze kunstenaar geboren te Haine-Saint-Pierre in 1922, vestigde zich vanaf 1961 in Frankrijk waar hij een grote bekendheid verwierf dank zij zijn zich steeds vernieuwende originele persoonlijkheid. Hij heeft zich eveneens een naam gemaakt in de Verenigde Staten waar hij voor de Universiteit van lowa een monumentaal beeldhouwwerk uitbouwde. In zijn jeugd sloot hij zich aan bij het Surrealisme, was lid van de «Jeune Peinture beige» en nam deel aan de Cobra beweging. In de eerste plaats schilder, zal hij niet lang wachten op het gebied van de derde dimensie te experimenteren en hierdoor integreert hij ook de beweging in zijn oeuvre. De weinig merkbare en ongewone verplaat sing van de elementen, door elektrische motoren of trekij- zers bewerkstelligd, maken van zijn skulpturen levende organismen. Vandaag vraagt hij onze attentie voor het grafische aspekt van zijn opzoekingen: tekeningen, etsen, houtgravures, lithografieën en affiches vervaardigd tussen 1968 en 1976. Vertrokken vanuit het punt «deel van de ruimte en de tijd» vormde Pol Bury dit punt om in een cirkel, daarna onttrok hij hieraan de rechten om tot de lijn te komen. Enkele beeldhouwwerken en video filmen die de kunste naar onlangs zelf realiseerde vervolledigen de waaier van zijn verwezenlijkingen waar steeds humor en een wonder bare beheersing van de gravuurtechniek doorschijnen. De tentoonstelling werd ingericht in samenwerking met de Dienst Kunstpropaganda, Ministerie van Franse Cultuur. Na Brussel wordt de tentoonstelling in de loop van 1977 in verschillende steden van Zuid-Amerika voorgesteld. De tentoonstellingszalen zijn toegankelijk voor het publiek, alle dagen met uitzondering van de maandag, van 10 tot 13 uur en van 14 tot 17 uur. Gratis toegang. Geïllustreerde catalogus: 100 Fr. Affiche door de kunstenaar gemaakt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 10