INFO RECHT NIET KNOEIEN MET DE FISKALE STROOK K.W.B. - LEDENONDERZOEK: «WIE ZIJN ONZE LEDEN?» JUBILEUMKERSTFEEST MAARTEN EN PIET VAN DE PARTIJ, DE OUDERS NIET SCHOTS DUO IN PARNASSOS PAARDENCROSS TE LEDE De Voorpost - 3-12-76 - 7 De K.W.B. juichte de regeringsmaatregel toe die voorzag in een algemene verplichting van de fiskale strook vanaf 1 september 1976. Deze maatregel was ten eerste een belangrijke stap vooruit inzake de voorlichting en bescherming van de patiënt, ten tweede konden door deze nieuwe wet wellicht enkele miljarden belastingen geïnd worden bij diegenen die ze nu ontduiken. Ook de besturen van het ACW, het ACV en de KAV onderschreven deze maatregel. De Kristelijke Mutualiteiten echter namen een minder dui delijke stelling in. Zij spraken zich slechts zeer algemeen en vaag uit over de fiskale gevol gen van de regeringsmaatre gel de kristelijke zieken fondsen aanvaarden in geen geval dat de zieke het slachtof fer wordt van het niet-nakomen door de artsen van hun fiskale verplichtingen...»). Enerzijds blijken de Kristelijke Mutualiteiten er wel prijs op te stellen dat de zieke een ont vangstbewijs ter hand gesteld krijgt en dat de mutualiteit, als verdediger van de zieke, kan nagaan of de dokters de over eengekomen erelonen respek- teren. De Kristelijke Mutualitei ten drukten dat op volgende di plomatische wijze uit: «Wij ach ten het volkomen normaal, dat de zieke aan zijn arts zowel het ontvangstbewijs als het ge tuigschrift voor verstrekte hulp vraaat.» Anderzijds willen de Kristelijke Mutualiteiten er de dokters- syndikaten van overtuigen dat zij hoegenaamd niet als «agen ten van de fiskus» willen optre den. Op 5 augustus jl. ver klaarden zij in het Nationaal In- termutualistisch Kollege «dat het fiskaal aspekt van de zaak hen niet aanging»! Deze vage verklaring wordt door de dok- terssyndikaten handig uitge buit: zij hopen de mutualiteiten zo ver te brengen dat deze een praktisch bewijs van hun uit spraak leveren, namelijk het la ten vallen van de fiskale strook. De dokterssyndikaten richten EEN KRONIEK MET ALGEMENE JURIDISCHE INFORMATIE Binnen het drieluik «Radiografie van de nieuwe huwe lijksverhoudingen» wordt in dit artikel de wettelijke huwelijksvermogensregeling behandeld, zoals inge voerd bij wet van 14 juli 1976. HET WETTELIJK STELSEL Aanstaande echtgenoten kunnen bij notaris een huwelijks- kontrakt opmaken. Ze bedingen dan een stelsel naar eigen keuze, gebeurlijk een algehele gemeenschap of een scheiding van goederen. Wordt echter geen huwelijkskon- trakt verleden dan is het wettelijk stelsel van toepassing, tot regeling van hun geldelijke belangen. Dit stelsel bestaat uit drie vermogens: het eigen vermo gen van de man, de eigen goederen van de vrouw en het gemeenschappelijk vermogen. Elk van deze patrimonia heeft zijn baten en schulden. Aan.de kreditzijde bestaan de eigen goederen van de echtgenoten uit: alles wat een echtgenoot bezit vóór het aangaan van het huwelijk wat hij later erft of krijgt wat hij koopt met eigen geld zijn beroepsbenodigheden zijn klederen en voorwerpen voor persoonlijk gebruik. Gemeenschappelijk worden: lonen, wedden en vergoedingen inkomsten en interesten van de eigen goederen goederen waarvan de echtgenoten het bewijs niet kun nen leveren dat ze eigen zijn. Aan de debetzijde blijven o.a. eigen deboeten en tevens de schulden in het uitsluitend belang van het eigen vermo gen opgelopen. Als gemeenschappelijke passiva kunnen worden ver meld: schulden door beide echtgenoten aangegaan of door een van hen ten behoeve van de huishouding of de opvoe ding der kinderen; schulden in het belang van het gemeenschappelijk vermogen Als algemene regel geldt dat persoonlijke schulden dienen voldaan met het persoonlijk vermogen, gemeenschappe lijke met het gemeenschapspatrimonium. Deze regel heeft echter geen algemene gelding. Als één der echtgenoten een erfenis doet blijft het hem toegekende bedrag eigen. Geeft hij de gekregen som uit aan verbouwingswerken van de gezinswoning dan kunnen de suksessierechten ook met het gemeenschappelijk vermogen worden betaald. Deze suksessierechten waren nochtans eigen schulden, doch de gemeenschap heeft zich door de eigen goederen ver rijkt. Twee belangrijke innovaties werden opgenomen in de wet van 76. Eenerzijds werd een gelijkberechtiging door gevoerd met betrekking tot het beheer van het gemeen schappelijk vermogen. Anderzijds is het huwelijksstelsel niet langer onveranderlijk, doch wel mutabel. Vroeger was de man beheerder van de gemeenschap. Nu hebben beide echtgenoten identieke rechten, wat niet be tekent dat zij altijd samen moeten optreden. De andere echtgenoot moet de verrichte handelingen eerbiedigen, behoudens in geval van slecht beheer. In het karter van zijn beroep mag een echtgenoot altijd alleen optreden. Een vrouw is advokaat; zij schaft zich de noodzakelijke boeken aan. In sommige gevallen moeten de echtgenoten wel samen beslissen, o.a. wanneer ze een huis of een appartement kopen of verkopen, een lening aangaan, kopen op afbeta ling, een schenking doen, een huurovereenkomst voor meer dan negen jaar afsluiten. Het gekozen of opgelegde huwelijksstelsel is daarenboven niet langer onveranderlijk. Tijdens het huwelijk kunnen de echtgenoten in onderling akkoord beslissen een nieuw stelsel aan te nemen. De aanpassing aan een gewijzigde toestand kan zich immers opdringen. De echtgenoten wensen bijvoorbeeld een handelszaak te starten. Deze verandering geschiedt vanzelfsprekend niet automa tisch. Dit zou in opspraak kunnen komen met de belangen van derden, eventuele schuldeisers der echtgenoten. Hiervoor dienen zij zich tot een notaris te wenden, want er moet een inventaris opgemaakt worden en uiteraard moe ten ook de nieuwe voorwaarden bij notariële akte worden vastgesteld. Die akte moet ter goedkeuring aan de rechtbank worden voorgelegd. Derden kunnen eventueel tussenkomen om hun belangen veilig te stellen. De wijziging moet verder worden bekendgemaakt in het oorspronkelijk huwelijks- kontrakt en in de huwelijksakte. Eveneens is publikatie in het Belgisch Staatsblad voorzien. Als antwoord op de groeiende emancipatie-beweging be tracht de wetgever een grotere gelijkheid tussen de echt genoten. Een niet te versmaden pluspunt is bovendien de mutabiliteit van het gekozen of opgelegde stelsel. Een laatste bijdrage in deze reeks zal de toepassing van de nieuwe wet behandelen op de echtgenoten, die al gehuwd zijn op het oegnblik van het in voege treden van de wet. I. Van Der Vorst hun kritiek dan ook vooral te gen de ziekenfondsen, omdat ze verwachten dat deze (daar het fiskaal aspekt hen niet aanging) wel stappen zouden ondernemen om deze maatre gel af te bouwen als de kritiek op de ziekenfondsen maar hard genoeg was. Welnu de kritiek van de dokters was meedogenloos, demagogisch en barbaars. Zij dreigden met staking, voer den hun prestaties nutteloos op, riepen een Staten- Generaal bijeen, liepen naar de Raad van State en venweten daarbij de mutualiteiten agen ten van de fiskus te zijn en bo vendien zelf geen enkele vorm van kontrole op hun inkomsten te dulden. De kritiek van de dokters is onjuist en dat is ge makkelijk te bewijzen. Boven dien riepen zij hun leden op de nieuwe wet te overtreden maar de regering trad niet op. Stilaan echter wordt het duidelijk dat zij toch hun doel zullen bereiken: de afschaffing van het ministe rieel besluit over de fiskale kon trole van de geneesheren. Vooral de jongste dagen im mers duiken allerhande ge ruchten op met voorstellen die neerkomen op de afschaffing van de fiskale strook. Meer speciaal stelt men bij de K.W.B. vast dat Eerste- Minister Tindemans zich per soonlijk met deze zaak schijnt te belasten (waarom niet de nieuwe ACW-minister D'Hoore?) en deze toegeving aan de dokters zou willen ruilen voor een nieuw akkoord artsen ziekenfondsen. Deze koehan del aldus de K.W.B. is voor ons onaanvaardbaar: de fiskale strook moet blijven en deze verworvenheid van de pa tiënt en belastingbetaler kan door geen enkele chantage van de dokters ingeruild wor den, zeker niet tegen een an dere «verworvenheid». Als de Eerste-Minister dan toch deze ruil zou doorvoeren bewijst hij nogmaals dat hij de rijke klas sen in onze maatschappij meer genegen is dan de arbeiders en de patiënten, hoe hij het ook op de televisie allemaal handig uitlegt. Bovendien moeten de mutualiteiten zich dringend be zinnen over hun houding in zake het fiskaal aspekt van de fiskale strook zoals zij die op het intermutualistisch kollege van 5 augustus verwoordden. Meer nog, het zou onverant woord zijn een nieuwe konven- tie te aanvaarden in ruil voor de afschaffing van de fiskale strook. Aldus de K.W.B. In het vorig werkjaar heeft men in de K.W.B. kritisch nage dacht over eigen beweging en de grondslagen ervan. In de loop van dit werkjaar gaat alle aandacht naar de leden. Voor een beweging die beweert te werken met en voor de arbeiders is dit een even belangrijke aangelegenheid als het opnieuw uitklaren van de doelstelling. In de komende maand worden de afdelingsbesturen ertoe uit genodigd een beperkte bevra ging te houden bij de leden. Het is de bedoeling na te gaan in welke mate de afdeling in de gemeente, parochie of wijk de arbeidersgroep bereikt en hoe de kansen kunnen worden vergroot dat de afdeling een programma opbouwt dat aan sluit bij de noden en de behoef ten van de leden. Ofschoon de aansluiting van zoveel mogelijk werknemers en de opbouw van een goed programma bestendige zorgen zijn voor een plaatselijk K.W.B.-bestuur, toch wil men er langs dit ledenonderzoek speciale aandacht aan geven. ONDERZOEK VAN DE LEVENSKRACHT TER PLAATSE Het ledenonderzoek is dus een onderzoek naar de levens kracht van de K.W.B. ter plaatse. Men heeft voortdu rend de pretentie te beweren dat we een arbeidsbeweging zijn die werkt met en voor de arbeiders. De vraag stelt zich: is dat werkelijk zo? Bereiken wij wel de arbeiders in de afdelingen en in welke mate? Zijn de leden een getrouwe weerspiegeling van de arbei dersgroep, zowel naar be- roepskategoriën als naar leef tijd? Houden wij voldoende reke ning met onze leden bij de op bouw van het jaarprogramma? Op al deze vragen zoekt men bij de K.W.B. een antwoord. BRUIKBAAR VOOR DE AFDELINGSWERKING Over dit onderzoek wil men niet een dik boek schrijven om de wetenschap met een nieuwe bijdrage te verrijken. Het is wel de bedoeling een beperkt ledenonderzoek te doen dat zich afspeelt binnen de afdelingswerkelijkheid en dat op de eerste plaats dan ook bruikbaar is voor de afdelings werking. Daarom gebeurt het onderzoek met de bestuursle den zelf. Het wordt een per soonlijke konfrontatie van de bestuursleden met zijn eigen werkveld, zijn leden. De vraag «wie zijn onze leden» moet brengen tot de aanwe zigheid van de K.W.B. in de gemeente, parochie of wijk en de aantrekkingskracht die er van uitgaat op de plaatselijke werknemersgroep. Men wil immers zoveel mogelijk arbei ders bereiken, kansen geven tot persoonontplooiïng en inzet voor een menselijker samenle ving. Daarbij gaat de aandacht hoofdzakelijk uit naar de soci aal -ekonomische zwaksten. De vraag is weer: slaagt men daar nu in? Bereikt men vol doende handarbeiders, jonge ren? Zijn er gedeelten van de gemeente of parochie waar men niet aanwezig is? De K.W.B. vraagt zich af of de sa menstelling van het bestuur bevorderd is voor de verwezen lijking van de doelstelling van de K.W.B. Een afdelingsbe stuur dient niet alleen hard te werken en veel te organiseren. Het is even belangrijk dat de plaatselijke verantwoordelijken vanuit eigen ervaring van de arbeidssituatie meewerken aan de problematiek van de plaatselijke arbeidersbevol king. Een getrouwe weerspiegeling van de ledengroep in het afde lingsbestuur is een belangrijke waarborg voor een afdelings werking die gericht is op de no den en vragen die leven in de verschillende kategorieën bin nen de ledengroep. Het ledenonderzoek moet tenslotte tot een beoordeling loiHpn van het eiaen afdelings programma. Het afdelingsbe- 'n verantwoord afde lingsprogramma wil hebben moet weten wie zijn leden zijn. De toestand van de leden is een belangrijke faktor die het programma mee bepaalt. «Hoop in de Toekomst» komt nauwelijks tot rust! Nog maar pas liggen de reeks suksesrijke opvoeringen van de komische triller «Het lijk is Zoek» achter de rug (dit stuk heeft nog gastvoorstellingen voor de boeg) of reeds opnieuw starten de herhalingen. Als vijftigste in de lange rij wordt Vroeger kwam de opbrengst het uiteraard een julileumfeest. steeds ten goede aan de De jeugdateliers «van» de Mikis-klub en Kreja, res- pektievelijk Team en 't Vlammeken zijn tevreden over het voorbije Sint-Maartensfeest dat achtereen volgens in Kreja en 't Fabriekske plaatsvond. Op een speelse wijze werd samen met de sint- voor de gelegenheid en bij gebrek aan beter met gele pruik en watten baard- en de zelfs opstandige zwarte Piet (hij had het even over rassendiskriminatie) gepraat over de nuttigheid van bepaald speelgoed. De verantwoordelijken menen uit het rollenspel dat hierop volgde te mogen besluiten dat de kinderen werkelijk iets bijgebracht is, dat ze zich spontaan konden inleven in de geschetste toestanden. Alleen spijtig dat de ouders weer uitblonken in hun afwe zigheid en zich niet kwamen vergewissen van de pedagogiek van het feest. Het blijkt dat de informa tievergaderingen in het verleden weeral alleen jonge mensen wisten te interesseren en dat de ouders rustig thuis bleven. Of was het de kastelein die hen boeide? Baardegemse missionarissen en missiezusters. Daar die er echter nu niet meer zijn gaat het geld naar de missies van «De Jacht» (in Heverlee) waar zuster Alice DeClerck, na vijftig jaar Kongo, thans een welverdiende rust geniet. Vandaar komt het geld regelrecht op haar vroegere missiepost in Zaïre. Het kerstfeest groeide vooral de laatste jaren uit tot een echt kinderfeest met versnaperingen en een leuk geschenk. Om de kinderen verder in de hoogste hemel te brengen wordt dan nog een kindertoneel opgevoerd. Dat is dan de taal van «Hoop in de Toekomst». Dit jaar staat een nieuwe aflevering van de in Baardegem reeds beroemde en geliefde Jannejaak op de affiche. Het stuk heet trouwens «Jannejaak en de Wereldbeker Voetbal». Een kolfje naar de hand van Geert De Clerck natuurlijk. Verder spelen mee Roger De Rop. Urbain De Ridder. Mark De Bie. Kris Aelbrecht, Daniël De Waegeneir. Anré Sabbe en de dames Marie-Jeanne De Ridder, Rosa De Clerck en Lisette Putteman. Regisseur is Mark De Bie die trouwens het stuk zelf heeft geschreven. Afspraak in de Zaal «Ons Huis» op kerstmis 25 december te 16 uur. Op zaterdag 4 december zijn de Schotsers Sila Fischer en Artie Tresure te gast in de folkkroeg Parnassos uit Denderleeuw. Artie begon zo'n tien jaar terug aan de weg te timmeren. Hij speelde en zong onder andere met Barbara Dickson en enkele mensen die nu de groep Swan Arcade uitmaken. Sila is een der vruchten van de bekende schotse Fischer-familie. Samen met haar broers en zusters waren ze op een drietal elpees (op het Topic-label) te horen. Een drietal jaren geleden verenigden Sila en Artie zich in een muzikaal huwelijk. Dit jaar liet het mannelijk element van dit duo zijn taak als onderwijzer varen en ging mét vtóuwlief de wijde wereld bewandelen. Samen brengen ze een repertoire songs die schommelen van traditionele naar contemporary folk. Echt de moeite waard en dus een aanrader voor dit overigens rustige week-end op muzikaal vlak. Waarschijnlijk wordt het eerste deel van dit bericht nogal saai, maar daar kan ik ook niks aan verhelpen. Er zijn een paar dingen die mij de moeite waard lijken om te vertellen en toevallig hebben die met geld te maken. Een eerste feit is eerder grappig. Bij vergelijiing van mijn garagefakturen stelde ik vast dat de cijfers hier en daar nogal ver uit elkaar lagen. Nochtans worden daar telkens dezelfde werkzaamheden verricht en alleen de gebruikte produkten willen wel eens verschillen, wat ik graag aanneem. Het uurloon blijkt echter ook te verschillen, en nog geen klein beetje. ZO kan het variëren van 345 tot 150 frank en zeggen dat voor die 150 frank ook nog mijn remmen werden nagekeken! Eén euvel wordt echter nooit verholpen, al klaag ik er reeds verscheidene keren over: mijn gaspedaal blijft nogal dikwijls half ingedrukt hangen, wat erg vervelend is wanneer ik voor een rood licht moet stoppen of in een file rijd. Ik moet dan telkens met mijn rechter schoen onder het gaspedaal zitten peuteren om het ding weer omhoog te krijgen. Ik verbruik natuurlijk een flink pak benzine meer en bovendien heeft dat grapje mij een verhakkelde schoen opgeleverd, maar wie daar op let is een kniesoor natuurlijk. Nu dan een minder prettige vaststelling. Bij het bekijken van mijn bankrekeninguittreksels konstateerde iknaast het feit dat mijn medewerking aan dit blad voor de maand augustus vereffend waseen cheque te hebben uitgeschreven voor het luttele bedrag van zesduizend vijfhonderd frank. Dat kwam mij bijzonder onwaarschijnlijk voor en dus keek ik dat even na. Wat blijkt? Ik heb (voor zover ik mij herinner natuurlijk) geen cheque met dat bedrag uitgeschreven. Een vergissing van mij of van de bank. ik weet het niet, maar morgen telefoneer ik daar toch wel eens over, je weet immers nooit Ik moet trouwens wat minder nonchalant met die dingen omspringen op de duir weet je niet meer wat je uitgeeft, en je bank bevordert dat alleen maar: als nieuwjaarsgeschenk kreeg ik zomaar twee chequeboekjes bij (waarschijnlijk met het oog op de eindejaarsfeesten?) en ik had nog zó op een agenda gehoopt. Zal ik U deze week ook weer een sprookje vertellen of was dat van vorige week niet meegevallen? Een beetje racistisch zegt U, Dan heeft U vast het happy end niet gelezen. Oké, geen sprookje dan maar alhoewel, straks misschien? Ondertussen is hier een spiksplinternieuwe keukentafel gearriveerd, kompleet met zes nieuwe stoelen. Voorlopig staan die er nog wat verloren bij in die kale keuken van mij, maar dat hindert blijkbaar niet want straks (morgen of overmorgen dus) verhuizen ze naar een andere kamer omdat ik zonodig wat moet knoeien in die keuken. Wanneer alles klaar is weet ik nog niet maar ik hoop dat het niet lang meer zal duren. (U ook waarschijnlijk, dan bent U dat hoofdstuk kwijt, voorgoed en kan ik U vertellen wat er zich allemaal in afspeelt. Een voorsmaakje: woensdagavond word ik verondersteld een reusachtige kom spaghetti klaar te maken voor wat ouwe rakkers die langskomen. Ik denk dat ik ze zal proberen te misleiden door ergens uit eten te gaan. Wat voor moois nog allemaal? Deze week neemt mijn kastelentocht een grote uitbreiding: ik moet dringend Limburg eens gaan opzoeken, daar blijken nog honderden van die dingen te staan. De vraag is natuurlijk of Harry zijn gading daar zal vinden. Dat weet ik volgende week pas en ik heb er geen goed oog in. Jij wel Herman? (Herman is een trouwe fan van mij soms vertelt hij een en ander over wat ik geschreven heb en dan moet ik hem teleurstellen want ik herinner er mij meestal geen ene letter van. Herman kan ook gezellig praten over gebouwen, tuinen, pleinen, kleuren en filosofen, alleen mag hij voor dat laatste niet teveel bier gedronken hebben. O ja, en van muziek weet hij ook heel wat af.) Het houdt hier weeral geen steek natuurlijk, ik spring van de hak op de tak en daardoor verlies ik belangrijke dingen uit het oog. Een grondig gebrek aan konstruktiviteit teistert mijn geheugen en dus besluit ik toch maar weer met een sprookje. Op zekere dag wandelde de wondermooie prinses langs 's vaders vijver en zag daar een alleraardigst diertje langs de kant zitten. Zij kende veel diersoorten, maar zó een had ze nog nooit gezien. Wonder boven wonder: het diertje (schei toch uit met 'beest' te zeggen) kon waarachtig praten. Niet zo best helaas want de prinses verstond er geen gebenedijd woord van. Dat hoefde ook niet want met gebaren maakte Jantje (zoals ik het vreemde diertje verder gemakkelijkheidshalve noem) haar duidelijk dat hij (na enig onderzoek was het duidelijk een mannetje natuurlijk) gekust wilde worden. Principieel had Sofie (de prinses dus) daar niks op tegen, alhoewel, een wildvreemd beest kus je zomaar niet. Ze besloot dan ook wijselijk er eens een nachtje over te slapen, wat Jantje bijzonder beviel. Toen kwam er een varkentje met een lange snuit en de televisie viel uit. GUY De Landelijke Rijvereniging «Sint-Martinus» alt Lede bracht op 28 november laatstleden een provinciale cross. Dit na andere aktiviteiten als de ruiterdag (augustus) en de zoektocht te paard (oktober). Voor deze gelegenheid daagden ruim honderd specialisten in het vak op, waaronder de beste provinciale kombinaties (ook uit eigen midden), op. De uitslag was bepalend voor de nationale cross-kampioenschappen. De toeschouwers beleefden spannende momenten, enkel te beleven in deze discipline. Onze fotograaf (el) nam dan ook enkele mooie kiekjes.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 7