LUC ROBIJNS, LAUREAAT PROVINCIALE PRIJS GEHULDIGD VAN DE GESCHIEDENIS VAN HERDERSEM DOOR JOZEF VERMOESEN iERDEEN r/IERDE LEEFTIJD DE BANK VERHUISDE De Voorpost - 27-5-77 - 3 ALLEI ROELEI! 't Spel is begost, en 't es nog vér ne ghielen toyd. De moymondj es dor en de konzjeis stoon stillekesoon veir de deir. De mensjen hemmen, van toyd tot toyd ne kier eh stiksken van de zonne gezing, tissen de regewolken deir en 't begintj te kribbelen, ze moeten der vandeir. Nor de ziie. nor d' Ardennen of neimport woor nortoe, as ze mor weg zèn. En metnienen begintj de slechten toyd vér d'asseranses, want de malheiren werren oeik wakker. En oygentlèk es 't vantoyd nog 'n echt wonder dat er ni mier malheiren'n zèn as ge ziet waffer nen trafik dat er op de boon es, binsjt de wiekendjs ot rond ne konzjeidag. En allemaan es geprésseird en aliemaan peist dat de malheiren vér 'n ander zèn. Mor ja, tèn leize men in de gazet: binsjt 't wiekendj verom al ne kier zoeiveil doei en zoeiveil geblesseirde. Worvan dat er tèn vanoyges nog optrekken of vér de rest van heer leven mallonjeg zèn. 'k Weit het, dad es gien pleziereg dingen vér oever te schroyven, mor 't mag toch ne kier gezeid werren. Mensjen, en sertoe gajjer van de Veirpost leist, past toch op as g'er op ooittrekt. Wajjer haven on ons leizers, moeje weiten.... Kom, lodj ons agaa oever iet anders beginnen, 't Schantj dat de jacht oepen es. Allei, de moljerjacht hein. Od 't stadhoois. ba de piantong kejje ne permie kroygen. Mor ni meh schietgeweren of azoei van die dinges, hein, allien meh 't vliegend net. En denne permie es kosteloeis, mor ge moetj wel tiekenen dagge gien hoagen in brand 'n zetj steiken en gie nachtlawoyt moaken. Voesj van de rest meigde moljeren vangen zuveil as ge wildj, ge meigd ze in 'n sigarekas zetten. Ge meigd ze probeiren te dresseiren, ge meigd ze weggeiven on de kinjeren iri de gebieren, mor ge meigd ze ni verkoeipen. Want tèn moeje 'n leirkoort hemmen, nen handelsregister en nen nimmeroe van den beiteiwei. Nog op ander plosjen es de jacht oepen. Per eksempel de jacht op de Portefoejles wor da tot op deizen dag menier Tindemans nog attoyd ni vanaf 'n gerokt, 't Er zèn der veil die zollen willen, mor dedie 'n kroygen d'okkezeje ni en de die die d'okkozje wel kroygen 'n willen of'n teiven ni. 't Ien gezeid gelèk as 't ander, da spel goo verooit gelèk as boeine knoeipen en 'k ben woorlèk ne keir krejeis hoe dat da goot ooitspeilen. Want jaandè, van eh moeielèk kinjerbedde gesproeken... Hier in Oilsjt was de jacht oeik oepen, in 't fiestkommetoyt. Of da ze naa op deize moment al gesloeten es, 'n weit ek nog ni, mor door oeik heiget eh kinjerbedde geweist meh 'n moeilèkke noogeboerte. 't Er zèn der zelfs die al begosten te klappen oever 'n koyzersnei. In elk geval, ze zeilen heer gon meigen hosten da ze t'akkoerd geroaken. want ze zeilen gon meigen beginnen te weirken on dejoorbezze. Want dad es oeik nog ien van die dinges woor da veil weirk on es en woor da ze van ting neigen woyneg dank vér kroygen. Want afbreiken en kritikeiren noding is vanoyges attoyd veil gemakkelèkker as opbaan en probeiren van iet zu goed meigelèk te doeng. Gelèk as ek dor verleide weik hoeire kritikeiren hem over da spel van dènne kamiong die dor on 't Berremiestersployn omgesleige was. Ja, 'k hem oeik meigen 'n toerken doengzee. mor g'hedj toch mensjen die dor sebiet 'n drama van moaken. Gelèk as den dienen die van de Zjeibeirgsebrigge kwamp, rondgelidj wird lanst de Brabant- stroot. door vanoyges oeik ni in 'n mocht, de Pontstroot ingestierd wird. de Mèrt oever, de Meilestroot in, de Sintj Annabrigge oever en azoei verom nordeZjiebeirg... Mor ja, ge peisd gajjer zeikes dat da zu gemakkelèk es as 't er dor eh malheir gebeird es... En tèn nog azoei eh malheir meh ne langen oosem, want 't soaves loot stond er dor nog nen bariel on de Van Langenhoevestroot. Tot as da maschiem weir op denne kamiong ghoffen was en dat de pompiers van Eiremboedegem 't stroot kommen opkooisen hooin en dor 't ien of't ander op geroeid vér aal die ooitgeloeipen oele weg te kroygen. Mor allei, ge 'n moedj ni ong'erést zèn zee, naa kejje verom al goed deir! Woor dagge nog attoyd ni deir 'n kendj, dad es op die brigge oever den Denjer, die de rinkloon moet ontsloyten. Da zal nog wel 'n toyken dieren en ondertissen kaan der dor in de gebieren nog 't ien en 't ander gebeiren, dinges woor dat den dag van vandoag nog ni veil mensjen iet van afweiten, mor woor dat er nog zollen kennen oeigen oever oepegetrokken werren. Mor 'k mag hier ooit de bicht ni klappen. Door zèn ander meideweirkers van de Veirpost veir en 'k wil dedie heer weirk ni afpakken. Ik haaf veirloeipeg nog attoyd on mèn pikkels en ajontjes van DOLF koets, snelheidsbeperking en an- die nog vers in ons geheugen lig- dere dingen uit dc goeie oude gen. tijd-, over St.-Elooi en zijn Paar- Als slot bij een gemeenteplan vol- denommegang en over de verering gen dan nog ruim 180 foto's, re- van St.-Antonius en de plaatse- cent genomen, die een duidelijk en lijke Harmonie. blijvend beeld geven van de Her- Een ganse reeks namen vindt U er dersemse straten zoals ze er voor eveneens van verdwenen herber- het ogenblik uitzien, gen als bvb, «Bij Marchand». de Een onderdaad zoals de burge- Kilo». «De Bloemkool«Inden meester in zijn voorwoord zegt Turk-«De Waterval». De Mui- merkwaardig boek zo qua tekst zentoren en De Congo-. als foto-materiaal dat de band legt Uiteindelijk belandt U dan bij dc van het verleden naar het heden en perikelen nopens de realisatie van voor het nageslacht de levensloop dc fusie der gemeenten waarbij van deze gemeente wil bewaren en ook Hcrdersem zijn autonomie in- veilig stellen, boette en de vele gebeurtenissen L H. Voor de eerste maal een volle parking naast de nieuwe zetel van de Generale Bankmaatschappij in de Kwalestraat, 94 te Nieuwcrkerken. Op maandag 23 mei traden de administratieve diensten er in werking. Het kantoor in de Nieuwstraat te Aalst blijft echter normaal voor het publiek fuktioneren. (si) nis derjaterdae laatstleden, 21 mei, werd de Nieuwerkerkenaar Luc :en|obijns gehuldigd als laureaat van de Provinciale Prjjs, lost-Vlaanderen, voor kunstgeschiedenis en oudheidkunde. Hjj 'Uithaalde deze prijs met een bewerking van ztyn licentiaats- luajroefschrift, waarin hij naar de bronnen graaf de van de A ab terse gcijhit-Martinuskerk en hierbij een speciale aandacht schonk aan het ioormeubilair. De huldiging, die doorging in de sfeervolle kapel van letjt Oud-F lerjt Oud-Hospitaal, werd bijgewoond door verschillende vooraan- taanden uit de Aabterse wereld van kunst- en kultuurgeschiedenb. looraleer de huldiging plaats jnd nodigde Luc Robijns ons it tot een rondgang in de int-Martinuskerk. Uitnodiging je door zovelen met open -men werd ontvangen, zodat in tweede gids, mevrouw Van Velde, in de bres moest ingen om de talrijke aanwe- :n op te vangen. Luc Robijns im de kommentaar betretten- het koormeubilair op zich. rouw Van de Velde «deed de jpellekens» en bleef uitvoerig aan bij beroemdheden als P.P. kjjjibens en Otto Venjus. Beide ,gsïsen wisten ons talrijke we- eejiswaardigheden te vertellen ge,! hebben bij vele aanwezigen een diepgaande interesse weten op te wekken voor de vele schatten waaraan de Sint- Martinuskerk rijk is. Over de geschiedenis van de Sint- Martinuskerk vertelde Luc Robijns uitvoerig in een voor gaande editie. (VP. 20.5.77) AFSCHEID VAN JANCAUDRON De huldiging van Luc Robijns was tevens het afscheid van Jan Caudron als schepen van kui tuur van onze stad. In zijn toespraak sprak hij zijn spijt uit als volksvertegenwoordiger het kulturele leven in Aalst niet meer van dichtbij te kunnen volgen. Terecht wees hij op het belang van een kultuur-bewustzijn en de diepmenselijke waarden daaraan verbonden. In het werk van Luc Robijns zag hij een aansporing voor elkeen om in bezinning een kijk te nemen in ons eigen verleden. Enkel door kennis van eigen geschiedenis, aldus Jan Caudron, kan eigen heid bewaard worden. Professor Baudouin sprak uit naam van de jury die het werk van Luc Robijns beoordeelde en de prijs, ingesteld door de Bestendige Deputatie en de Provinciale Raad van Oost- Vlaanderen, toekende. Hij be lichtte vooral het werk zelf en de manier waarop aan vorsings- werk werd gedaan. Hij prees de degelijkheid van de inhoud. Wij od onze beurt willen Luc Robijns gelukwensen met deze prestatie. Ungetwijfeld zal zijn op- zoekingswerk vele kenners en liefhebbers van ons eigen ver leden tot nut zijn. A.D.G. Er kan over de Sint Martinuskerk nog heel veel geschreven worden (js) istei iroj> de inspraak- en informatievergadering te Hofstade werd er door "(schepen voor de derde leeftijd, de h. Hooghuys, o.a. gepraat over Ie9 vierde leeftijd. '0_ liepen Hooghuys maakte ons scuderhand het verschil tussen isiefde en vierde leeftijd nog eens etJidelijk. Volgens hem bestaat )e|irde leeftijd uit mensen op jen die nog steeds in een goede j Rondheid verkeren, terwijl de y$rde leeftijd de niet gezonde anlnsen op jaren groepeert, j ija.w.. vooral zij die zich n'itktisch niet meer kunnen Eetplaatsen, en die als gevolg serirvan zich uit de maatschappij o^jstoten zien. De h. Hooghuys ,i les er ons tevens op dat hij jljier niet tegen de gepen- ^Jneerdenbonden is. maar wel Ten een al te grote versnip- ^^ing ervan. Hij ziet trouwens ter heil in het oprichten van ((vangstcentra. Men zou met jtobussen de bejaarden op- Jen en ze op deze wijze kelmatig een aangename na- jddag kunnen bezorgen, mmer genoeg zou dit alles veel ld kosten, en dit is iets wat nu ttdirekt aanwezig is! schepen loopt trouwens g met andere plannen rond. zou enorm interessant zijn ten we in de toekomst over alarmsysteem kunnen be ns flikken. Zo'n alarmsysteem itaat uit een centrale met itstreekse telefoonverbin dingen. De erop aangesloten bejaarden zouden elk over een toestel beschikken dat zou werken zonder dat zij een nummer moeten draaien. Op de centrale zou er een sociaal assistente zitten die over de medische en andere fiches van de aangeslotene beschikt. Maar jammer genoeg kost ook dit weer al een bom geld (ongeveer twintig miljoen frank) en het vraagt eveneens de medewer king van de RTT. En plan dat bijgevolg ook niet zo gemakke lijk te verwezenlijken is!» DDP Luc Robijns tijdens zijn uiteenzetting, (js) Als eerste in de reeks historische verhandelingen met inventarisatie van straten en gebouwen komt zopas op mooi glanspapier het boek van HERDERSEM van de pers van de hand van Jozef Vermoesen, reeds lang bezig met en bezorgd om al wat betrekking heeft op de geschiedenis van het dorp. i dd ZUIVERINGSINSTALLATIE GEPLAATST TE AALST Gerealiseerd door het «Genoot- schap voor Aalsterse Geschiede nis - o.l.v. Jos Ghysens. Rik Strij- pens en Guido Saey met een voorwoord door Antoine Muy- lacrt. laatste burgemeester van Herdersem. brengt Jozef Vermoe sen een zeer gewaardeerd werk dat niet alleen Herdersemnaren zullen willen bezitten en lezen want ook voor de mensen uit de omgeving staan er allerlei interessante gege vens in vermeld. U kan er merkwaardige bijdragen vinden over de geschiedenis v an dit «dorp aan de rivier -. over Her dersem in de vroegste tijden met de geschiedenis van de h. Gudula. de heren en kastelen van Herder sem, het jachtrccht, het gemeen tewapen en het zoenjaargetijde. In een hoofdstuk «Geloofsleven en Parochiewezen handelt Jozel Vermoesen dan over de kerk met alle facetten als bvb het geloofs leven bij het volk. de pastoors van Herdersem. de bestaansmogelijk heden van de kerk en de tienden, de inkomsten van de kerk. de kerkmeesters, kosters en onder pastoors, het kerkgebouw zelf. de broederschappen. heiligenver ering en relikwieën, de grafste nen. de nieuwe kerk en de klokken van Herdersem. dit alles rijkelijk geïllustreerd met foto's van Mare Ghysens. Andere historische gebouwen krijgen eveneens een beurt als bvb. de Kapel Ten Beeldeken. de Kapel van O.-L.-Vrouw, het Monnikenhof en andere pachtho ven v Ook in het hoofdstuk over de to ponymie worden we uiteraard voortdurend met het verleden ge- konfronteerd. zo bvb. de Aart die Werf betekent (w aar de ste nen uit de steengroeven van Mel den werden geladen).Broek dat moeras, is. Disgenaatdreef die hssenhoutdreef bedoelt. Gudstraat komende van de II Gudula. llammestraal naar het Hof ten Ham Monnikenhol- baan naar het Monnikenhof Pontweg de weg naar het ••pont», het «veer» te Baasrode. «Sasbaan» naar het oude Sas en Harding» naar Hardingisheim. woonst van Harding. Ook het hedendaags Herdersem komt in het boek ruim aan bod. Zo wordt er gehandeld over «de Keizerlijke Huzaren te Herder sem. Herdersem onder het Neder landse bewind en Herdersem in beide wereldoorlogen. Verder wordt de bevolking, het onderwijs, het klooster en land bouw en nijverheid terdege onder de loupe genomen en worden ver dienstelijke Herdersemnaars als Alfons Dc Cock en Jozef De Cock gepast belicht. In Herdersem en zijn folklore kan U lezen over de spotnamen van Herdersemnaars. over post-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 3