DE VOORPOST PRAATTE MET LUC DE MOT AJUINPOP IN ST. ANNA 14 - 20-1-1978 - De Voorpost Ter Vlieringhe. Een gezellig klein kafeetje, bijna overdadig opgesmukt met aller hande antikwiteiten. Meest opvallend is een ganse reeks oude zeer oude fietsen, de Leuvense stoof, de stijgbeugels, de wolfijzers en de schietgebeden van klanten die in de late uurtjes huiswaarts willen maar niet kunnen: eens er binnen geraakt men moeilijk buiten. Achter de tapkast: Bertjen en Luc De Mot. Soms staat Bertjen alleen achter de toog, niet omdat Luc ergens anders voor de toog staat maar wel omdat hij achter de piano of op de scène uit volle borst z'n machtige bas-baritonstem laat horen. Daarover en over het wel en het wee van de opera gingen we even met Luc praten. Luc De Mol was op de Pikj'eesten een graaggeziene gast JM Luc De Mot, samen met zijn leraar Herman Slagmulder i. aandenken aan de Gentse opera. 'De lustige boer- van Leo Fall: een laatste Luc De Mot is geboren Aalste- naar Zijn vader was kunst smid. Reeds 5 generaties lang beoefende de familie deze di scipline Luc was enige tijd in tern in een bisschoppelijk kol lege (wat hij niet als een refe rentie beschouwt) om er de oude humaniora te voleindi gen. maar door samenloop van omstandigheden kon dit niet en ging Luc bij zijn vader in de smidse werken, in die tijd gele gen in de Caudronstraat te Aalst. Nadien ging hij bij zijn broers in Antwerpen die daar een kunstatelier hadden opge richt. Toen zijn vader stierf kwam Luc terug naar Aalst om er de zaak voort te zetten. Dit heeft niet zo lang geduurd, want in een winkelhuis in de stad had hij een antiekzaak ge opend. De liefde voor antiek heeft Luc van zijn vader geërfd Luc heeft ook steeds gezon gen. Op kollege was hij als so praan voorzanger van 't koor en maakte later deel uit van het Haelewijn-koor te Antwerpen. Wanneer heeft de muzikale mikrobe u te pakken gekre gen Destijds kwam het koor Pro Musica hier repeteren. Ik was ook lid van het koor. Enkele an dere koorleden volgden zang les in de akademie en ze stel den mij voor om hetzelfde te gaan doen. Heb ik dan ook ge daan. Een groot probleem voor de zanger is de kennis van noten- leer. Een lied of een aria kan men op het gehoor van buiten leren, maar toch voel ik de noodzaak om op zicht te kun nen zingen. Daarin ven/olmaak ik me nu. In de muziekakademje heeft u Jef Dispa gekend. Persoon lijke herinneringen Ik ben in feite weinig met hem in kontakt geweest. Toch heb ik voor deze man steeds zeer veel waardering gehad. In de akademie was hij als direkteur werkelijk enig. Alles was tot in de puntjes verzorgd en iedereen wist dat wat Dispa ook deed, was om de goede gang van za ken te bevorderen. Hoe is u eigenlijk in de opera terecht gekomen De vorige directeur van de Gent se opera, de heer Locufier was toevallig in Aalst en had een eksamen gehoord van mij. Ik geloof dat ik toen in mijn derde jaar was. Hij is meege komen naar mijn kafee en zegde het op prijs te stellen moest ik in de opera zou gaan zingen. Ik dacht natuurlijk dat het om te lachen was, maar an deren die er bij waren verze kerden mij dat de direkteur het meende. Ik ben er verder niet op ingegaan. Een jaar later pas heb ik meegedaan aan een au ditie. Onuertussen was er reeds een andere direkteur, de heer Lotegiers. Ik mocht mijn intrede doen, maar deed het niet. Ik was nog teveel begaan met mijn kafee. Nog een jaar later deed ik op nieuw een auditie: een stuk op zicht lezen, niet zo heel moeilijk, en het zingen van e nkele aria's. Na die auditie ging men mij iets laten weten maar er kwam niets... Mevrouw Soudant, die hier in de muziekakademie begeleid ster is en de leiding heeft over het operakoor vroeg zich af waarom ik nog steeds geen deel ervan uitmaakte. Ze gaf mij de raad naar Gent te telefo neren en inderdaad, ik mocht beginnen. Alles is vrij vlot verlopen. Wel moet ik u zeggen dat het een hard leven is. Er wordt ginder aan een tamelijk snel tempo gewerkt. Tijdens het direkteur- schap van Locufier was er tus sen direktie en abonnees een zogezegde overeenkomst dat er elke week een nieuw stuk zou worden opgevoerd. Mijn heer Locufier gaf inderdaad elke week een premiere, on geacht de moeilijkheden voor de uitvoerder en de verminde ring in kwaliteit van het betref fende werk. De vakverenigin- gens zijn daar dan tussen geroe pen geworden. De heer Lote giers opvolger van de heer Lo cufier, heeft dat alles geregeld. Hoe weet ik niet, maar in elk geval op een diplomatische wijze. Er zijn nu minder premie res, maar toch is het voor eer beginneling moeilijk om het tempo te kunnen volgen, zelfs al kent men notenleer en is men verschillende talen machtig. Oudere koorleden zeggen het zelf dat er minstens vijf jaar no dig is om min of meer ingewerkt te aeraken, Ik heb zelf ondervonden dat het in feite onmogelijk is om vijf, tien, vijftien of meer bladzijden uit een opera in één week te kennen. Zoiets moet men leren en het laten rijpen. Ik heb en/a ren dat stukken die we voor dien, laat zeggen een jaar ge leden gezongen hadden, veel vlotter overkwamen, gewoon omdat de muziek ergens in ons achterhoofd was blijven han gen. Hoe gaat men in feite te werk bij het instuderen Elke stemgroep wordt apart ge repeteerd met een repetent. Elke repetent doet dit op z'n ei- gen wijze. De ene stelt meer belang in het muzikale, de an dere gaat meer aandacht be steden aan de diktie. Wanneer alles gekend is wordt er met alle stemmen samen gezon gen. Gewoonlijk was dat de woensdagnamiddag, in aan wezigheid van de dirigent die de gezamelijke leiding van het stuk had, maar zonder orkest, Nadien volgt dan de algemene Luc De Mot. operazanger, maar nog veel meer noten op de balk (Jf Luc De Mot en Rudy Tas. repetitie, waarin alles klinkt zoals het bij de voorstelling moet gebeuren. Bij de alge mene repetities doen zich vaak moeilijkheden voor. Een voorbeeldjehet koor moet in groep opkomen, maar achter de koelissen en tussen de de- kors door is er slechts een halve meter plaatsruimte. Dan is het aan de regisseur en de mensen die instaan voor de dekors om een oplossing te vinden. Niet altijd zo eenvou dig. Spelen de «souffleurs» nog een rol bij een operavoorstel ling Ik heb altijd geweten dat er een souffleur was. Gewoonlijk wa dat de heer Suys, die ook repe tent was. De souffleur is d man die met de partituur in d hand volgt wat op de scène ge beurt. De souffleur kent zwakke punten en op die plaal sen betekent hij een steun c een zekerheid voor de mense op het podium. U volgt ook nog les in he Gentse Konservatorium T Inderdaad. Ik volg er Lyrischi Kunst. Te Aalst ben ik nu in mijl laatste jaar en tracht de rege ringsmedaille te bekomen. Ik doe dit alles, niet met de be doeling om hoge toppen te scheren. Ik ben er enkel door geboeid. Het komt er voor mij op aan een stapel onderschei dingen te hebben. Ik doe hetje vr gewoon omdat ik het momen-haali teel graag doe. Volgend jaarkom komt er misschien iets gansjwoi anders, maar nu zie ik nog welen iets zitten in de muziek. haar Solistisch optreden (van Zou ik heel graag doen in kon-F1'0 sertvorm en als de mogelijk-P'1 heid er in zit natuurlijk ook in der,cc' opera. Wij van onze kant wensen Lukr011 De Mot alvast veel sukses.^ Zoals hij zelf zegt ligt het niet ink~Q. zijn bedoeling om als een sterj()p aan het firmament te gaanL schitteren Deze bescheiden-j heid siert hem als mens en elkpr<;x wie hem kent zal het daarover Jnct met ons eens zijn A. DE GROEVE kc"' volg cers het mer ragt boir Ze duister kabaret opwekte kwam Bart Eeckhoudt, Kamphers bard, als eerste op het podium om zijn speelmakkers met een a capella doem - doem - tsjjj - doem - gezang op z'n John Mayalls aan z'n zij te roepen.De gitaarsnoer werd dan in de ver sterker gestoken voor een rit die nooit een helse koers ging worden. En toch was het nieuwe num mer «Vlinder» alleraardigst, zo bievoorbeeld in de samenzang van Bart en Raf;net als in «Af scheid» overigens;was «Isabel- le» mooi;was «Trein» een beel dend kunstwerkje van dagelijks treingeboemel en bleek «Sex» weer uitdagend echt te praten over we schreven het eerder al en Raf herhaalde het in zijn presentatie de dingen des levens van, vóór en na de och tendkoffie. (Het hele repertoire spijtig genoeg in een slecht ge kozen volgorde) «Sex» blijft één van de programmatroeven van Kampher Misschien niet het allerbeste nummer is het een stuk dat men zich herinnert, wat weer niet overdreven mag wor den, want als bassist Hugo Coppens naar Rafs zeggen voor dit nummertje zijn gitaar twintig centimeter lager en veertig verder hangt, is de prik keling voor de toeschouwer veel minder. Sterkste passage vonden we «Het ideale Paar» met de spek- takulair spelende solo-gitarist Raf Gees die ook later, toen hij achteraan in de zaal ging zitten om achter een tweede drumstel te konverseren met Hubert Lis- sens de show voor een stuk stal. Slaggitarist Hedwig Muy- laert zou oo de achterqrond Op zaterdag 14 januari stond de heimatgroep, zeg maar de ajuinpopformatie Kampher in de akoestisch gezien zowat «slechtste» zaal van West-Europa, op het podium voor een derby die we de match Kampher-Kampher zullen noemen. Voor Aalsters publiek en ondanks een spionkop achteraan de zaal heeft Kampher matig gepresteerd zaterdag. Toch heeft de waar nemer ingrediënten gevonden die mits 'n beter recept van Kampher zowat één der prettigste Vlaamse rockgroepen kunnen maken. Van bij de eerste noten was het al meteen één-nul in eigen net ten, want ondanks de toch min stens semi-professionele in stallatie, de monitoren (luid sprekers) op het podium om de muzikanten zichzelf te laten ho ren en ondanks de aanwezig heid van knopjesman Marc van wie mag verondersteld dat hij aan het mengpaneel niet op een verkeerde plaats zit, leek Kampher voor de rest van de avond te zullen klinken als uit een ketel met lauw frietvet. Het is niet de eerste keer dat rockgroepen in St. Anna om wille van de mindere akoestiek pluimen laten De beheerders moeten dat, blijkbaar geweten hebben want ze hebben het vroegere oksaal nu dichtge metseld. De kosten daarvoor zullen wel overwogen geweest zijn zodat als we veronder stellen dat de zaal nu beter moet klinken Kampher zelf niet geroeid heeft met de aan geboden riemen. De overvloe dige decibels maakten het ge heel nog chaotischer en als sommige mensen op het einde van het konsert St-Anna verlie ten zonder al te veel van de teksten te hebben verstaan, dan is dat begrijpelijk. In een onverluchte ruimte waar rook- Raf Gees of een stevige gitaarpijler van Kampher (SJ) en bierwalm onder de gloed der hiinwerpe:.-vt "an een Kampher's Bard (SJ) meer ruimte moeten krijgen of dan toch het ntme krachtiger met korte aanslagen moeten benadrukken. Bart kan zich onmogelijk verstaanbaar ma ken met zoveel decibels, zit teatraal op een erg goed spoor maar moet zijn bindteksten aanpassen of desnoods laten vallen. Nu, na het betreurens waardig vertrek van pianist Wil- fried D'Hondt die vroeger de nummers achter het klavier aaneentokkelde, breken de bindteksten de opgebouwde sfeer af Vóór een publiek dat niet ontdooit is dat een fout. Je moet er meteen weer tegen aan: even lichten uit, knip en weer de pan uit swingen. Als de andere Bart, die we voor het eerst aan het lichtorgel bezig zagen (terloops een pluimpje voor hem) daarin meer initiatief wil nemen is dat opnieuw een stap dichter bij wat Kampher kan. Want Kampher kan wat. De stevige onderlinge kame raadschappelijke band en de jeugdige frisheid van het kon- sept van hun muziek (nu met de doorbraak van de new-wave is dat een troef) staat het gezel schap sterk. Kampher is dus nog geen sand in eigen Aalsters land. De kri tieken van de organisatoren van «Cedo Nulli» en hun vrij tal- rijke gasten waren verdeeld.j «ar Toch geloven nog genoeg mensen in de groep en wij niet in het minst overigens om zeker te zijn dat Kampher zichzelf niet in de woestijn heeft gespeeld. De grond is vruchtbaar en het zaad uitgestrooid. En straks komt de lente. René De Witte

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 14