UT HET RIJKE VERLEDEN VAN ERPE
I
De Voorpost - 24-2-1978 - 17
hun «Geschiedenis der Oostvlaamse Gemeenten» schrijven De Potter en Broeckaert
Iterlijk. «Geen enkele steen is er in Erpe, die aan 't verleden herinnert». Daarentegen
jeft men er de «kasteelberg» in 't begin der vorige eeuw merkelijk afgelaagd waarmede
jn deel der «oude grachten, wateren en ommeloopen» werd aangevuld zodat hij in zijn
uidig aspekt bezwaarlijk als grondvest voor een versterkt kasteel kan hebben gediend,
oen Dom Renerius Podevijn O.S.B., geschiedkundige uit de abdij Affligem, destijd op
ezoek ging bij een van Erpe's beroemdste zonen, beeldhouwer Jef De Somer en vanuit de
erkplaats het gevaarte zag oprijzen leidde hij er dadelijk uit af dat het nog een overblijfsel
»s van een Frankische nederzetting.
d ER FRANKISCH
fERLEDEN!
ben de Franken bebouw-
Dat are grond aantroffen waar-
E1 an de vroegere eigenaars
vi oor de barbaren werden
8 Verjaagd of gedood was
jwe leeds hun eerste bezorgd-
!n eid na te gaan, door traps-
ewijze delvingen, of er
8 rinkbaar water te vinden
las. Hier was zulks inder-
jnn< aad het geval en zelfs in
a9fl vervloed. De put, geheel in
4°" arde steen gemaakt, stond
[T inds mensengeheugen
°oit ledig en gaf zelts wa-
er buiten de bewoners aan
,an Ie melkerij.
ie weede voorzorg van de
ranken was dan hun have
na( erdedigbaar tegen invallen
rso e maken door het oprichten
iet^an een bolwerk binnen
htfi vallen. De beek langs de
enrichterzijde vormde dan nog
j v< ien supplementair veilig-
leidselement. Dat verdedi-
lingsstelsel hadden ze
ini ivergenomen van de
flaams-Friese volksstam-
lter nen die het als veehouders
°9 angsheen de landerijen aan
kust aanwendden tegen
iverstromingen.
r n )E NAAM «ERPE»?
ve
m( /olgens De Potter en
3Z{ ïroeckaert zou «Erpe» ko-
en^nen van een persoon met
jggpame «arbo» of «arpo» die
Dan geleidelijk tot het hui-
Jige Erpe zou zijn geëvo-
ve ueerd.
jiti \nderen daarentegen zijn
w< Je mening toegedaan dat
srrtoe naam «Erpe» zijn oor-
Befeprong vindt in de omge-
lk Iring van de kasteelberg.
B(^n oude woordenboeken
2 wordt «herpe» aangetroffen
,u1boch enkel in samenstellin
gen. Voorlopig blijft de her-
'a< <omst van de gemeente-
^®iaam alleszins een onze-
v» verheid.
OUDE GETUIGEN
ch Vanaf de tijd van de ver-
ir moede Frankische neder-
vc zetting tot de elfde eeuw is
ak men te Erpe het spoor bij
ster. Gedeeltelijk omwaterd
en ombost als het was, bui-
at ten de grote verkeersaders
gelegen, zal het toch wel
bezoek hebben gekregen
van de verwoestende Vi
kings die zich in hun dra-
kenschepen lieten afdrijven
naar de bloeiende wester
ly landen waarbij de bewoners
dan wel in hun vesting hun
.heil en lijfsbehoud zullen
a hebben gezocht. Toch kwa
men langzamerhand aller
hande hoven tot bloei als
stille getuigen van latere
uitbreiding.
Zo «Villa de Erpe», afhan
gende van de Meierij en
N waarschijnlijk gelegen op
de plaats van het later ge-
1 bouwde «Neerhof» waarvan
volgens de overlevering
pachter De Wit op de vraag
van zijn knechten welk land
ze moesten bewerken ant
woordde «waar 't braak
ligt». Diezelfde pachter be
loofde aan de armen zoveel
graan dat het, op 't binnen
hof uitgegoten, langs 't zol-
gH dervenster weer binnenliep.
Dit om te zeggen dat er toen
op de vruchtbare vette kou
ters «zich een zee ontvouw
de van golvend koren».
Vermeld wordt ook «'t Hof
leCotthem» aan de toenma
lige Gentbaan die uitging
van de «Schaepstal» naar «'t
Dooreken» langs de Gent-
brug over de beek, door de
Neren broeck, het Sevecoot
over en langs de «Eenhoorn
naar Erondegem. Deze weg
verviel toen Filips V in 1704
de grote steenweg van
Brussel door Aalst naar
Dent aanlegde.
•'I Hof der Vaerent» destijd
door eigenaar Jan Everzwijn
verhuurd voor negen jaar
voor 1 zak rogge, een halve
zak erwten, drie steen vlas
en een som geld. Een eeuw
geleden stortte het laatste
overblijfsel, de «heischuur»
tijdens een onweer in. In
deze schuur konden vijf
ploegen dorsers aan de
slag.
De heerlijkheid Kerre-
broeck, leengoed afhan
gende van de heerlijkheid
van Erpe, was gelegen ach
ter het huidig kasteel Ter
linden. Een ander uitge
strekt landgoed behoorde
aan de abdij van Drongen,
haar geschonken in 1166
door Filips van de Elzas,
graaf van Vlaanderen.
Op de wijk «Hoonegem»
moet er eveneens een be
langrijk gebouw gestaan
hebben, met wallen omge
ven zoals thans nog zicht
baar is en waar men reeds
op geringe diepte tegels en
stenen vindt.
BESTUURLIJKE
INRICHTING
De heerlijkheid van Erpe
hing af van «'t Land van
Aalst». Aan de bezitter
kwam het recht toe justitie-
uitspraken te doen en te
vonnissen met tussen
komst van een baljuw, een
meier en zeven schepenen.
De rechtbank of «vier
schaar» was opgesteld in de
nabijheid van de Nesteburg.
De houder van de vierschaar
had o.a. tot taak te zorgen
dat de brug steeds in goe
de staat bleef zodat er «een
paard met ploeg kon over
gaan». Het even verder ge
legen «Galgeplein» houdt
wis en zeker verband met de
aktiviteiten van de vier
schaar.
De schepenen van Erpe
hadden reeds in de 14e
eeuw een eigen zegel. Dat
der gemeente, o.a. gehecht
aan een charter van 1348,
verbeeldde een «ruiter moet
opgeheven zwaard en voor
hem een knielende bede
laar» waarondereen schuin-
liggend schild met het wa
pen van de heren van Erpe
«een rode leeuw op gouden
veld met getanden boord
van Sabel». Dit laatste wa
pen werd aan Erpe verleend
bij K.B. van 10 mei 1841
IN DE LEENROERIGHEID
Fulkaard, verwant met de
heren van Anderlecht,
wordt eerst vermeld en dat
in 1057.
Anselmus van Erpe was een
der meest vermogende
edellieden uit die tijd. In
1083 was hij een der getui
gen van «Geeraerd, bis
schop van kamerrijk die de
abdij van Geraardsbergen
en de kerk van Hunnegem
met goederen en inkomsten
begiftigde.
Gozewein van Erpe trad in
1151 op in 't vereffenen door
Lauretta, weduwe van Iwein
van Aalst en Walter I van
Dendermonde bij een ge
schil tussen de abdij van
Affligem en de heer van
Moorsel. Hij hechtte tevens
zijn zegel aan de brieven tot
bekrachtiging van vrijheden
en voorrechten der stad
Aalst door Filips van de El
zas in 1174.
Hugo en Geeraerd van Erpe
namen onder Boudewijn
van Constantinopel deel
aan de vierde kruisvaart
Een andere Gozewein van
Erpe sneuvelde in de veld-
Twee loopstenen, stille getuigen bij de molen in de Molenstraat (SJ)
Het gestolen beeldje i:
verdween. Volgende
vergunt aen onze Liev
Hosselaer(SJ)
nog niet terug op de plaats waar het vorig jaar
tskriptie staat er nog altijd: 1770gebouwt en
Vrouw van Bystand door Judocus en Joannes
slag bij Westkapelle in
1253.
Ridder Philip I van Erpe
huwde met Catharina,
dochter van Jakob van Arte-
velde in 1341
Philip de Jonge, een der
drie zonen uit dit huwelijk,
was een der dapperste strij
ders bij 't beleg van Oude
naarde in 1379 en diens
zoon, Philip III, volgde hem
op als heer van Erpe, Eron
degem en Ottergem.
Philip III had twee kinde
ren: Catharina aan wie Er
pe, Erondegem en Otter
gem ten deel vielen en Phil
lip IV heer van Meire, die in
1486 schepene van de Keure
werd te Gent en zich later te
Aalst vestigde. Een van zijn
afstammingen Jan van Er
pe, trok naar Gelderland en
zette er het oüd adelijk ge
slacht voort.
Verder ontmoeten we nog
Margareta van Erpe gehuwd
met Antoon van Herzele
Catharina van Erpe, gehuwd
eerst met Godfried van der
Maere en daarna met Bou
dewijn de Schoutheete,
heer van Ponterave en
hoofdschepene van 't Land
van Waas.
Daarna vertakt de stam
boom op Frans de Schout
heete, gezegd van Zuylen
van Erpe, heer van Laarne,
gehuwd met Anna de Mom-
merency, dochter van Bou
dewijn en Anna de Rubem-
pré.
VECHTEN!
Gingen de heren van Erpe
wel eens elders vechten,
ook thuis werd hen die ge
legenheid geboden. Van op
hun hoge «zaate» zagen ze,
volgens de overlevering
al'hans, de poorten van
Gent en kon de torenwach
ter op uitkijk bij gevaar de
•rompe sieken. Getuigen
van strijd ook de onder
aardse gangen ontdekt bij
he* bouwen van de villa
D'Hondt, meer dan mans
lengte hoog en waarin tal
van beenderen werden ge
vonden waarmee de kar van
een Aalsterse voddeman
werd volgeladen. Een deel
der blootgelegde en uitge
graven stenen zijn trouwens
verwerkt in de boord van de
bijgang vóór de kerk en ge
meentehuis.
Ui* de Kasteelberg delfde
men herhaaldelijk een soort
ijzeren kogels op van het
formaat van een kleine har
de kaatsbal. Volgens des
kundigen zou de kasteel
berg met omgeving nog tal
van interessante zaken be-
va"en.
DE FAMILIE
DE WAEPENAERT
Me' deze familie eindigt de
lange rij van edele geslach-
•en die de heerlijkheid van
Erpe bestuurden. Op 14
april 1714 werd de bezitting
afges-aan door Karei Tho
mas de Salmier, baron
d'Hosden, aan Jan de Wae-
penaert baljuw van Oorde-
gem en zulks voor 6700 gul
den. De voorzaten van deze
nieuwe heer waren af
komstig uit het land van
Kleef (Nederland) en de
ouds'e bekende daarvan,
Pieter de Waepenaert sneu
velde bij het beleg van Nan
cy in 1477 waar ook Karei de
S-ou-e de dood vond.
De kleinzoon van Jan, Jan
Philip Karei de Waepenaert
werd prokureur-generaal bij
de Grote Raad te Mechelen
en was de laatste «heer» van
Erpe». Nog meldenswaar
dig is 'och Jonkvrouw Isa-
belle de Waepenaert de ter
Middel Erpe, die belangrijke
gif-en deed aan de kerk
vooral bij het hernieuwen
van het orgel en van wie op
he' oksaal het wapenschild
dan ook werd aangebracht.
Tal van grafzerken herinne
ren nog aan de voorbije
adellijke geslachten, al
hoewel spijtig genoeg een
deel reeds diende als be
vloering of dorpel. Het
Kasteel van Erpe ging vol
gens een Latijns schrijver
•en gronde zo door oorlogs
geweld als door de tand des
•ijds Ofschoon het volgens
een dokument in 1456 en
wellich' nog in 1620 be
stond -oen de heerlijkheid
van Erpe toi baronie werd
verheven door Philip IV van
Spanje, rept Sanderus in
zijn «Flandria lllustrata» er
slechts met enkel woor
den over. In 1724 zou het
alleszins verdwenen zijn lui-
dens een akte waarin sprake
is van «den berg alleen met
de omliggende eigendom
men».
ERPE EN DE
GODSDIENSTBEROERTEN
Toen in de jaren 1500 de
Hervormers de helft der ge
meenten in vlammen deden
opgaan had ook het Kasteel
he- mede te verduren. Ko
gels die men in de berg
terugvindt zouden nog uit
die periodes kunnen date
ren. Ook de legerbenden
van Lodewijk XIV, de zon
nekoning, maakten het hier
bont met o.a. plagerijen,
lasten en boeten.
Onder de sansculotten toen
priesters werden verbannen
of vermoord en kerken en
kapellen gesloten hadden
de Erpenaars, als voor
zorgsmaatregel, de twee
klokken 's nachts uit de to
ren gehaald en ingegraven
waar nu het «Groothuis»
s-aa*. Afgespeeld en verra
den door een oude vrouw
werd Erpe, gedvyóngen de
klokken naar Aalst te voeren
en daar een ton bier bij te
voegen. De huidige klok zou
afkomstig zijn van een oud
klooster en gegoten zijn
door Andreas Vader Gheyn
in 1707.
Me- he: kapelleken op de
«Ka'» verliep het voor de
Sansculotten minder .goed.
Judocus Hosselaer, weten
de dat de Fransen gingen
komen, had achter d.e haag
waar de kapel zou vallen
veel bussels stro aange
bracht en het beeld bleef
ongeschonden.
PASTOORS VAN ERPE
Jan de Craecker
Cornelis Huysmans
..De Deyn
H.Van Wilder
Joachim van Assche
Frans de Raeve
Libert De Meyer
Hendrik Van Mulders
Jan-Eligius Moyersoen
Lambert van der Smissen
Frans Cassier
Pieter-Jozef de Gheest
K. Van den Driessche
J.B.Van der Haeghen
B. Matthys
Judook Philips
J. De Mey
Felix van de Putte
Edmond van Butsel
Alies Vervaei
Emiel Hemeryckx
Maurits Walraet
Gaston Van Crombrugghe
Frans Hiel
DE KERK
De kerk van Erpe, destijds
slechts afhangend van
«God en de zon», werd in
1835 gebouwd ongeveer op
de plaats van de vorige en
'oegewijd aan de H. Marti-
nus. Inwendig treft ze voor
al door haar slanke lijn en
heldere lichtruimte, zacht
getemperd dan door 12 ge
schilderde glasramen waar
van die van St.Laurentius
en St.Rochus in 't hoogkoor
vooral de aandacht opeis-
den.
't Hoogaltaar bevat een tafe
reel van Peereboom, voor-
s'ellend «St.Martinus als
Krijgsman» naar het schil
derij van Van Dijck.
De Kruisweg is van kunst
schilder Isabel. Verder ziet
men er enkele beelden van
beeldhouwer de Somer en
een beeld van de H. Drievul
digheid van Leo Sergant.
Een kroonluchter uit de 16e
eeuw is niet zonder belang
en in de sakristij hangt eer
drieluik uit de 16e eeuw.
Nog te vermelden zijn eer
oud horloge met prachtigf
koperen wijzerplaat ge
schonken door oud-onder
pastoor Venneman, en twe<
•aferelen op hout: «de H
Dominicus met den Rozen
krans» en «de Liefdadig
heid» doelend op de in 165^
opgerichie Broederschap
waarbij dan de begankenis
op Drievuldigheidszondag
De pastorij (SJ)
aansluit.
Tal van kostbare offeranden
getuigen van de bloei van
die begankenis: een re-
monstrans met jaartal 1657
en een ciborie, helaas beide
gestolen.
Een prachtig «Missael» met
zilveren sloten en versierd
met het beeld der H. Drie
vuldigheid, komende van de
drukkerij Plantijn te Ant
werpen en daterend uit 1754
is een geschenk van de
«Preterije van Schaerbeke».
MERKWAARDIGE
ERPENAARS
Buiten beeldhouwer Ser
gant uit de XVIIe eeuw
waarover we weinig terug
vinden was een der merk
waardigste Erpenaren dok
ter Kluyskens, de «Boer-
haave van zijn tijd». Hij
bouwde hier het «Groot
huis», later bewoond door
dokter Wijnant en tegen
woordig door onze zegsman
Dirk De Boeck. Dochter Bar
bara Kluyskens gedurende
20 jaar overste van het St.-
Janshospitaal te Brussel,
moet wel zeer geliefd zijn
geweest. Op haar doods-
prentiaJezen we. dal «haer
lichaem welke geduerende
ien daegen onder den toe
loop van duizenden
menschen, geheel buig-
zaem in alle ledemaeten en
zonder den minsten geur is
gebleeven». Tien jaar na
haar door zou de politie nog
verplich- zijn geweest «het
gas'huis te bewaken om
den volkstoeloop te stil
len».
Las- bu' no- leasi leefde te
Erpe de beroemae Deeia-
houwer Jef de Somer wiens
bevoegdheid zelfs door het
Koninklijk Hof van Enge
land werd erkend en inge
roepen.
In Erpe, gemeente van de
«paloken-eiers» (een kleine
halfwilde pruim), leven nog
vele sagen en sprookjes.
Bekend zijn o.a. «de mis-
luk'e konijnenjacht op den
berg» en de «Duivelsage».
L.H.
De watertoren van Erpe, ook wel
eens «biertoren» genoemd (SJ)
BALJUWS VAN ERPE:
Jan van Erpe
Pieter van Halsberg
Joos van Gavere
Pieter van der Meulen
Joos Mens
J. D'Hoye
Pieter Baten
Jan de Witte
Jan-Leo Sergant
Lodewijk van der Gucht
Jan Marten van der Gucht
L. Van der Gucht
1485
1513
1530
1585
1598-1619
1609
1611
1638
16..
1737
1171
1771
BURGEMEESTERS VAN ERPE:
P.J.De Meerleer
J.B.van der Gucht
Gillis Van Boterdaele
Lodewijk van der Gucht
Antoon-Lodewijk-Jakob Danneels
Pieter-Frans Matthys
Jozef Van Droogenbroeck
Pieter-Frans Schockaert
Firmin Verbrugghen
Leander Van Sande
Bernard Rasschaert
Germaan De Vos
Jan Meuleman
Gustaaf De Boeck
Alfons Dumont
Romaan Wijnant
Alfons Van Droogenbroeck
Richard Meuleman
Jozef Bayens dd
Raymond Boterberg
Richard Bayens dd
Louis-Gaston De Smet
Frangois-Prosper De Lat
Alfons-Lucien DeSmet
Frangois Prosper De Lat
1977 (Erpe.
1803
1808
1813
1819
1825
1831
1832
1836
1855
1867
1870
1876
1907
f1919
1915
1916
1921
1935
1940
1941
1944
1947
1967
1971
Mere)