fc
MOOIE MONUMENTEN IN HET
SINT-BAAFSDORP MERE
DE MOLENBEEK
EN HAAR MOLEN
1
HOE MERE
DE LAATSTE
DECENNIA STEMDE
BEVOLKINGSEVOLUTIE
MERE
De Voorpost - 31-3-1978 - 15
In het kader van het jaar van het dorp past het zeker even stil
te staan bij de geklasseerde monumenten. Drie hiervan zijn
zeer bekend: de standaardmolen Van Der Haegen, de 18de
eeuws pastorij en de Dikke Kapel. Juist voor het verschijnen
van deze editie, vernamen we van schepen L. Van Durme, dat
in de fusiegemeenten Aaigem en Erondegem de kerk en
omgeving zeer recent geklasseerd werden. Tevens werd een
nieuw voorstel ter klassering ingediend voor de orgels van
Burst, Bambrugge, Aaigem, Ottergem en Vlekkem.
Maar laten we ons beperken
I tot het oude Mere.
De standaardmolen van Jef
I Van Der Haegen dateert van
1632. Hij werd (zonder de
omgeving) geklasseerd door
het K.B. van 28 maart 1956.
Het is een molen met drie
verdiepingen en drie paar
molenstenen. Een eerste res
tauratie gebeurde in het jaar
1961-62. In de nacht van
12-13 november 1972, terwijl
een hevige storm over de
streek woedde, begon de
houten molen (door een
windkracht van 120 km per
uur) plots te draaien. Daar de
rem of vang volledig aange
spannen was, ontstond door
wrijving na een tiental minu
ten brand. Terwijl de pom
piers opgeroepen waren, zak
te de koningsas (door een
breuk van de wiekhouder)
naar beneden. Eén wiek viel
te pletter. In de namiddag
van 13 november werden op
bevel van het parket fotogra
fische opnamen gemaakt van
de aangerichte schade. Om
verdere aftakeling te voorko
men, werden de horizontaal
staande wieken met een
stalen kabel aan de molen
trap gebonden. Dit heeft
echter niet mogen baten.
Door het stormweer werden
de wieken op 15 maart
losgerukt en braken af.
De herstelling van de molen
werd principieel toegestaan
in gemeenschappelijk ak
koord tussen gemeente, pro
vincie, staat en eigenaar.
Bij ministerieel besluit van
21.1.69. werd de firma Her
man en Guido Peel te Gistel,
aangeduid om de herstel
lingswerken uit te voeren.
Tot 1976 is het herstellings
dossier in de vergeethoek
geraakt. Het huidige ge
meentebestuur, heeft op aan
vraag van de heemkundige
kring, het dossier weer in
handen genomen. Na de
aanbesteding was er niets
meer gebeurd. Noch de
diensten van Nederlandse
Kuituur te Brussel, noch de
provinciale buro's, hadden
het dossier ontvangen.
Tenslotte werd het terugge
vonden bij de ontwerper: een
Brugs studieburo. Een nieuw
dossier werd samengesteld
en volgt nu de administratie
ve weg. Ondertussen zijn er
twee nieuwe moeilijkheden
gerezen.
Vooreerst het overlijden van
eigenaar Van Der Haegen.
Aan zijn weduwe en de twee
zonen moet nu weer een
akkoord gevraagd worden
voor de aanbesteding en de
herstellingswerken. Vervol
gens zal de restauratie, die
oorspronkelijk op 865.000 fr
geschat werd, nu duurder
uitvallen wegens de ekstra-
schade. Een nieuwe raming
van de kosten: 1.500.000 fr.
De werken omvatten: verbe
tering aan de koningsas, de
trap en de builmolen, het
ontroesten en verven van de
roeden, het aanbrengen van
nieuwe wieken en zeilklede-
ren, een grondig nazicht en
onderhoudszorgen.
De pastorij:
Het gebouw is eigendom van
de gemeente. Tegenover de
Sint-Baafskerk zien we de
18de eeuwse pastorij, en een
klokje op het dak en een
mooie voortuin. Bij KB van
13.1.76 werd dit gebouw als
monument beschermd, sa
men met de omgeving dit wil
zeggen: de landelijke voor
tuinen de gronden achter het
huis. De konstruktie is
typisch voor de landelijke
pastorij uit de tweede helft
van de 18de eeuw: eenvoudig
rechthoekige blok met een
strenge symmetrische verde
ling der traveeën over de
bepleisterde lijstgevel. Het
gebouw heeft een originele
voorgevel, de prachtige deur
omlijsting werd spijtig ge
noeg verknoeid door het
plakwerk. De zeven openin
gen op de begane grond zijn
alle segmentboogvorming.
De hardstenen plint loopt tot
tegen de vensterbanken. De
middentravee met portaal is
met eenvoudige middelen
benadrukt: ze springen licht
jes uit en geheel het portaal is
ingeschreven in een portiek
achtige bezetting, die ge
bruik maakt van vlakke
pilasters en een eenvoudige
pseudolatei. (horizontale
balk boven een deur- of
vensteropening, die het ho
gere metselwerk draagt.
De bovenvensters zijn alle
rechthoekig. De eerste travee
op de begane grond en de
derde van de verdieping zijn
blind. Begin 19de eeuw zou
de bouw verhoogd zijn ge
weest. Het interieur bevat
nog negen deuren in eik met
hun beslag. De laat 18de
eeuwse trapleuning laat blij
ken dat de indeling van de
ruimte nog oorspronkelijk
kan zijn.
De Dikke Kapel:
De Koninklijke Kommissie
voor monumenten en land
schappen, beloofde reeds in
1972 de klassering van de
Dikke Kapel, eigendom van
de kerkfabriek Sint-Bavo
Mere. Pas op 27 mei 75, werd
zij samen met de onmiddel
lijke omgeving beschermd.
Aanleiding waren de plan
nen tot het vellen van de
omringende lindebomen en
het verbreden van de weg.
De landelijke kapel werd in
1640 in baksteen opgetrok
ken, met versiering in zand
steen. Ze omvat een korte
beuk en een driezijdig koor
tje, alles onder één leien dak.
De gevel heeft een nagotische
spitsboogdeur. Het verhoog
de voetstuk, met vier treden,
de manier waarop de gevel
uitgevoerd werd en de om
ringende beplanting, geven
aan het geheel een vrij
tegtraal uitzicht. Ze getuigen
aldus van een typische ba-
rokgeest. De voorgevel zou
echter in zijn oorspronkelijke
staat moeten hersteld wor
den. Achter de kapel werd
een mooi kalvariekruis opge
richt. Dit staat op 51 meter
boven de zeespiegel, het
hoogste punt van Mere.
Misschien ware het te wagen
om de omgevende bomen
sterker te laten uitgroeien.
De kapel maakt deel uit van
de ommegang. Ze zou zelfs
iets te maken hebben met een
paar bekend geraakte won
deren.
Vooreerst melden we het
geval van een zevenjarige
knaap die zou blind worden
door «de perels» op beide
ogen. Tijdens de ommegang
genas hij volledig. (1880) De
tweede gekende genezing
betreft Coletta Redant, die
kreupel was. In de Dikke
Kapel liet ze (tijdens een
ommegang) haar krukken
achter.
Zowel omwille van de drei
gende ontluistering als om
wille van zijn eigen waarde,
werd dit merkwaardig geheel
onder bescherming geno
men.
R. Devljver
De pastorij met geklasseerde voortuin (SJ)
Een gezellig hoekje in het dokuinenlatiecentruin van de Heemkundige Kring (SJ)
De Gothemmolen aan de Molenbeek (SJ)
De oudste vermelding van de Molenbeek dateert van 972. De
allereerste benaming luidde «Arapia» of «Arpia». Dit bete
kende bruin-donkerkleurig water. Hiervan werd de naam
Erpebeek afgeleid. De huidige plaatsnaam Erpe is daarvan
nog een overblijfsel. Bij nader opzoeken, ondervinden we dat
vele beken Molenbeek (of Meulebeek) genoemd worden, om
dat soms op korte afstanden van elkaar, daar in de loop der
tijden verschillende watermolens werden op ingeschakeld.
De hier bedoelde Molenbeek
ontstaat uit de samenvloeiing
van de Meerlebeek en de Hol
lebeek, op het grondgebied
van Aaigem. Vanaf die plaats
heet ze officieel de Molenbeek
Langs de loop van de beek,
werd gewoonlijk (slechts langs
één oever) een padje aange
troffen, dat leidde van molen
tot molen, dwars doorheen het
erf van de mulder. Dit wegeltje
was gewoonlijk Beek- of Mo
lenbaantje genoemd. Later
werden de meeste opgeheven.
Terloops zouden wij hier nog
willen aanhalen, dat de Mo
lenbeek vroeger een visrijk
water was: de jeugd genoot er
van gezamenlijke zwempartij -
jes. Door slagregens en de
door de mulders geplaatste
schotbalken, overstroomde de
beek vaak de omliggende
meersen. Er zijn zelfs verdrin
kingen gemeld, o.m. van de
heer Judocus Beirens (1824)
en de heer Strobbe (1828). Op
de plaats van het onheil, staat
nog steeds een arduinen me-
moriekruis. Dit werd van de
vernieling gered, toen de wo
ning van het aloude geslacht
Van Impe in 1972 werd om
vergehaald. Het werd, dank zij
de tussenkomst van het ge
meentebestuur, opnieuw ge
plant. Tevens werd er een
rustbank aangebracht.
Vandaag is het water zeer be
vuild en besmet. Er is geen le
ven meer in te bespeuren. De
oorzaak dient gezocht in de lo
zingen van verscheidene fa
brieken te Herzele en meerdere
wasserijen langsheen de loop.
Nu bestaan er nog een tiental
watermolens op de Molen
beek. Twee hiervan zijn nog
werkensklaar. De derde mo
len, in de Bosstraat, draaide
aanvankelijk op twee kleine
houten wielen. Eén was voor
het stampen van kool- en lijn
zaad. Het werd ook gebruikt
voor het breken en malen van
oliekoeken. Het tweede wiel
diende voor het malen en plet
ten van graan. Beide wielen
werden in 1925 vervangen
dooréén groot wiel. Maar kort
daarna werd de olieslagerij
opgeheven. De molen, eigen
dom van broeders en zonen De
Graeve werd kortgeleden ont
manteld.
De heer De Meyer Richard,
eigenaar van de molen te Go-
tegem. maalt geregeld nog. De
molen werd ongetwijfeld voor
eeuwen, zeer sterk gebouwd.
Hij werd reeds vermeld in
1387. Hij is zeer schilderach
tig gelegen op de grens van
drie gemeenten: Mere. Haal-
De Staakmolen met scheefgezakte wieken (SJ)
tert, Aaigem. Toen in 1808
huis en molen werden herop
gebouwd, werden niet minder
dan 41 eiken boomstammen
verbruikt. In 1825 werd het
dak van de molen door Bas-
tiaan De Meyer in het nieuw
gezet: rode en blauwe Hol
landse pannen.
Het houten wiel werd door een
ijzeren vervangen in 1900. Als
eigenaars vermelden wij van
vader op zoon: Bastiaan. Do-
natus. Constant. Valery en Ri
chard De Meyer.
De laatste te vermelden molen
te Broek, ligt stil. Hij werkt
niet meer daar de eigenaar.
Leon De Wolf, onlangs is
overleden.
De watermolens en hun omge
ving waren bij uitstek plaatsen
waar dwaallichtjes ontston
den. Allerlei hekserijen wer
den ten gevolge van de inbeel
ding van de lichtgelovigen, ge
fantaseerd. Maar dat is een an
dere historie!
Volledigheidshalve vermelden
we nog. dat de Molenbeek 16,
2 kilometer lang is. Zij vloeit
door de gemeenten Aaigem,
Heldergcm, Haaltert. Mere en
Erpe. Een kleine kilometer
vormt zij de grens tussen Aalst
en Hofstade Tenslotte ver
dwijnt ze te Gijzegem in de
dender.
R. Devijver
qua siemmenaantal Ju-
lien Van Laethem met
1958 stemmen. Prosper
De Lat met 1523 stem
men. Frans Den Herder
met 1125 stemmen. Paul
De Lat met 1110 stem
men en De Smet met
1093 stemmen.
De driekleurige sjerp
ontglipte aan elk van de
ach' vroegere burge
meesters der deelge
meenten.
LH
Mere kende na wereldoorlog twee een evolutie zoals
vele andere gemeenten waar aan de katolieke mee-
derheid fel werd geknaagd en waar we liberalen,
socialisten en daarna ook de Volksunie aan bod zien
komen. Volgens de kracht van de leiders wordt dan
deze evolutie wel enigszins geremd of versneld.
In 1946 behaalden de
«katolieken» te Mere een
fantastische meerder
heid met 9 zetels op de
elf De andere twee gin
gen naar de socialisten
en naar de kommu-
nis'en.
In '52 waren er echter
twee «katolieke» blok
ken. de oude katolieken
en de jonge CVP. De
oudste partij haalde nog
de bovenhand met 7 ze
tels en de andere vier
gingen naar de CVP. So
cialisten en Kommu-
nisten vielen er volledig
buiten.
In 1958 was de verouder
de «katolieke partij» ech-
•er uit elkaar gevallen en
had de CVP zich weten te
st rukt uren. 7 zetels voor
dp CVP. 3 voor de So
cialisten en twee voor de
liberalen.
In '64 behield de CV haar
7 zetels, de liberalen
haar twee mandaten
maar de BSP diende een
zetel af te staan aan de
Volksunie.
In 1970 had de CVP nog
maals zeven zetels doch
nu waren er dertien man
daten te begeven. De VU
hield haar zetel en BSP
en PVV wonnen elk een
zetel bij.
In 1976 waren er 25 ze
tels 'e verdelen waarbij
de CVP er'12 haalde, de
PVV 6. de VU 4 en de
BSP 3 Een koalitie met
de laatste drie partijen
werd gevormd en het
werd 13 tegen 12 met als
burgemeester Prosper
De Lat en als kopvliegers
Óppervlakte Mere: 567 Ha. 69 A, 32 ca.
Èevolking op 31 december van het jaar:
1960: 4.670
1970: 4.847
1975: 4.794 (M: 2.377 - V. 2.417)
1976: 4.830 (M: 2.375 - V. 2.455)
1977: ong. 5.000
Sinds de fusievorming worden er geen officiële cijfers van
de deelgemeenten opgemaakt. We vermoeden echter dat
't cijfer de 5.000 overtreft, gezien de inwijking op de wijk
Groendal.
Op 1 augustus 1977 telde men hier 233 inwoners, terwijl de
behuizing slechts per 1 januari 1977 aanvatte.
De opnieuw stijgende trend na "75 is ten andere aan in
wijking te wijten. (WH)