1 FRANS, DE «WARE HERDER» VAN MERE AGENT ROBERT BEIRENS: MET HET HART ONDER DE MENSEN PASTOOR WAUTERS: HERDER TUSSEN HET VOLK UITGROEI NAAR 12 BEDRIJVEN OP ZONE VAN NATIONAAL BELANG Industriezone Erpe-Mere-Ottergem 16 - 31-3-1978 - De Voorpost twee «katolieke» blokken en Frans die met de CVP slechts vier zetels haalde werd ge woon raadslid. In 1958 be haalde de CVP zeven zetels en werd Frans Burgemeester, sjerp die hij gedurende drie termijnen zou blijven omgor den. Ondertussen was Den Herder ook reeds van '46 tot '52 pro vincieraadslid geweest en ver der volgde hij nog een drietal jaren de betreurde hred Van Geert te Gent op. Terecht mag Frans Den Herder terugblikken op een zeer vruchtbare ambtsperiode waarin hij steeds ten dienste stond van alle inwoners van de gemeente. De wedde bedroeg toen nauwelijks duizend frank per maand Veel heeft Den Herder kunnen realizeren: we genaanleg, verlichting, sociale woningen waartegen eerst ver zet was maar waarvan men nu het nut inziet en vooral zijn kerkhof, «'n bijouken» zoals er geen meer zijn, zegt ons de ere-burgemeester. Elke dag trok hij erheen. Tot de laatste dag van zijn bestuursschap, tot 31 december 1976. bleef Frans onvermoeid aan de taak. En niet zonder sukses. Dat de toen malige oppositie de hui dige bestuurders hem bij zijn afscheid wegens zijn per soonlijke inzet en hardnekkig doorzettingsvermogen vierden en huldigden is inderdaad veelbetekenend. Ook de loyale wijze waarop hij de raadszit tingen wist te leiden kenmerk ten hem als ware van elk fana tisme. «Als hel goed is durven we het zeggen», zegt hij ons, en «tegenstemmen doen we al leen als het niet anders kan». Frans zegt zelf te lang aan het bestuur te zijn geweest om niet te weten dat op elke bestuurs daad kan gevit worden. Ook bij de installatie van de Als men in de achttien jaren van zijn burgemeesterschap geen enkele maal vakantie neemt of de gemeente voor persoonlijke redenen verlaat is men inderdaad wel een -echte herder- voor zijn gemeentenaren. Dergelijke man was inderdaad Frans Den Herder, laatste burgemeester van Mere zoals hij in zijn salon in de riante woning te Mere gekonterfeit hangt met uiteraard de drie kleurige sjerp. Een geschenk van zijn kinderen. Frans Den Herder was, en is nog steeds, een graaggeziene figuur te Mere. Getuigen daar van zijn 31-jarig gemeente raadslidschap waarbij hij van de eerste maal dat jiij zich bij het kiezerskorps voorstelde het grootste aantal stemmen be haalde van alle kandidaten. Zo is het trouwens altijd gebleven en ook de laatste maal, nu zijn partij met nauwelijks veertig stemmen moest zwichten voor de koalitie. haalde qua stem- menaantal weer de oppergaai. Frans Den Herder is een self mademan, een autodidakt die na de plaatselijke lagere school te hebben doorlopen ruimere ontwikkeling zocht en zoals zovele anderen ook vond, in de zondagslessen van de St.- Kamielschool. Van gewoon «piocheur» wist hij zich op te werken tot eerste klerk en dit in de dienst personeel met aan wervingen en afdankingen, zodat hij met vele mensen in kontakt kwam en zijn sociaal geyoel ten volle aan bod zou laten komen. Dat hij in de NMBS waar hij 31 jaar in vast verband werkzaam was een gewaardeerd medewerker was blijkt zonneklaar uit de doku- menten die Frans ons gewillig voorlegt. Waar hij eens werk zaam was wilde men hem steeds graag terug aan de taak zien. Na de wereldoorlog kwam Frans in de politiek wat toen geen sinekuur was. Vele men sen waren de politiek beu en anderen waren wat «te zwart» of wat «te wit» geweest. Toch hield Frans voet bij stek en slaagde erin met een herbo ren partij een schitterende uit slag te behalen. Alleen het feit dat hij dagelijks naar Brussel moest voor zijn werk hield hem van de burgemeesters- sjerp en werd hij 1ste sche pen. In '52 echter waren er De ere-burgemeester van Mere. Frans Den Herder SJ nieuwe gemeenteraad van uc fuziegemeente Erpe-Mere met 18.000 inwoners fungeerde Frans Den Herder, oudste raadslid, als voorzitter. Uiteraard had burgemeester Den Herder de fuzie liever ge zien op kleinere en dan ook meer menselijke schaal. Met vier andere gemeenten had men een fuzie voorbereid die aan de normen qua opper vlakte en inwonersaantal zou hebben voldaan en leefbaar was. Het waren alle vijf ge meenten afgestemd op het in dustriegebied. Te Brussel werd er echter, boven onze hoofden om, anders over be slist. Burgemeester Den Herder neemt het echter allemaal niet zo tragisch op alhoewel het in den beginne toch vreemd voorkomt Hij geniet nog steeds de achting en de dank van de Meerse bevolking, en die zijn hem goud waard. Deze flinke zesenzestiger, die nog over veler hoofd zou kun nen springen, heeft in zijn ak- tie voor de Merenaars het ge weer niet afgezet, alleen maar van schouder veranderd. LH Robert Beirens is een rustige, vriendelijke man. Een goed gekende figuur in Mere, waar hij zijn vader, die veldwachter was, achterna stapt in het uniform van politieagent. Toevallig zou juist de avond na ons gesprek vader Beirens zijn 25' jaar oppensioenstelling vieren, een hoog cijfer waarmee we hem graag gelukwensen langs deze weg om. Uniek was ook het feit dat vader en zoon nog één en een half jaar lang naast elkaar de omloop van dezelfde gemeente liepen. De één pas uit de startblokken van een boeiend be roep, de ander op weg naar de laatste meters ervan. Robert Beirens vader van twee reeds gehuwde kinderen trad op 15 september 1951 in dienst: een drukke, boeiende maar rechtlopende weg met veel afwisseling, door de fusie evenwel- enigs zins omgebogen. Vroeger was er meer «buitendienst» bij, terwijl de taak van de politiea gent nu meestal louter admini- tratief is afgebakend. Een politieagent op een ge meente is. net zoals in de stad. een gemeentelijke bediende, afhankelijk van de burgemees ter. terwijl een veldwachter moet kijken in de richting van de Prokureur des Konings. Zijn taak ligt voornamelijk op het administratieve vlak: dos siers behandelen, processen- verbaal. allerhande formulie ren, enzovcrder. Vroeger was de politieagent meer dan nu de baan op om politionele zaken met de be volking te regelen. Hij stond toen 24 uur op 24 ter beschik king. maar met «vlottende uur rooster- Nu liggen de werk tijden vast. Maar het werk blijft uiteraard boeiend. Een verschil niet vroeger was ook het feit dat de «ordehand havers- nu gebonden zijn aan officiële papieren, terwijl de agent voorbeen veeleer een soort -vrederechter- was. die in zijn dircki kontakt met de mensen aanstuurde op minne lijke schikkingen». Dit menselijk kontakt, het ver trouwelijk omgaan, met de mensen in de gemeente was trouwens één der drijfveren die Robert Beirens naar dit beroep dreven. Aanvankelijk was hij bediende bij de Belgische Voetbalbond, maar later koos hij toch de open lucht. Hij komt graag onder de mensen en mede door het voorbeeld van vader Beirens die in Mere bijzonder graag gezien was Robert trouwens ook lag het in de lijn dat ook Robert een beroep zou kiezen waarbij men zoveel mogelijk mensen kon helpen. Het spreekt uiteraard vanzelf dit beroep vooral op vertrouwen steunt. Iedereen kent iedereen. Men komt veel van elkaar te weten. Maar daardoor kan men ook meer helpen, vooral preventief: daar steunde Robert Beirens sterk op: In de stad verloopt dit alles gans anders. Meer naamloos en niet zo persoonlijk. Kan ook moeilijk anders Agent Beirens volgde ook drie en een halve maand de politie school in Gent^ toen dit nog niet verplicht was. Hij deed ook mee aan twee cksamens. waaruit hij als laureaat te voor schijn kwam. Zo werd hij poli ticagent aangesteld te Mere, waarover hij géén kwaad De Meerse veldwachter Robert Bierens (SJ) woord kwijt kan. «Een Mcre- naar is iemand van het leven lustige type. zegt hij, hij drinkt graag een pintje, maar we hebben er nooit veel last mee gehad. Misdadigheid komt hier eigenlijk niet voor. Mere heeft wel een aktieve be volking met een sterk ontwik keld gemeenschapsleven. In Mere zelf wordt anderzijds weinig uitgegaan. In de kafees komt men bijvoorbeeld kaar ten of gewoon met elkaar pra ten. Maar er zijn geen dansge legenheden. Daarvoor trekt men uit Mere weg. Robert Beirens zelf doet het allemaal rustig aan. zeker na dat het met zijn gezondheid nu al enige jaren terug dreigde mis te lopen Tijdens de 27 voorbije be roepsjaren heeft agent Beirens de Mercnarcn tot op hun ziel leren kennen. Hij werkt graag in Mere, waar hij uiteraard al heel wat heeft meegemaakt gedurende dal kwarteeuw. Er werden anekdotes boven ge haald. En vanzelf kwam men weer bij vader Beirèns terecht die vrolijke vent die zo graag babbelde en bij de «tijd' van toen», waarvan Ro bert zelf nog net getuige is ge weest. vóór het allemaal zo plots en snel is gaan verande ren («Het was men toch nog plezieriger leven). Agent Bei rens draagt Mere een warm hart locWe geloven dat het omgekeerde ook waar is Pastoor Albert Wauters van Mere is iemand die zich niet schuilhoudt achter de muren van zijn pastorie, die we bereik- I ten over een lang gaanpad tussen twee stukken voortuin die duidelijk op de lente lagen te wachten. Achter muren vangt men wel geluiden op, maar wat ze betekenen is niet zo dade lijk duidelijk. Ze zijn vervaagd. Je moet ze horen aan de bron, bij de mensen zelf. Pastoor Wauters was niet thuis, toen we onverwacht aanbel den. Waarschijnlijk gaan luisteren. Dat bleek inderdaad het geval. In het «Patronaat» vonden we hem, staande in een gezellige kring, aan de babbel. Pastoor Wauters is niet het type van de herder - met - de hoed. Hij is joviaal, praat graag, luistert al even lief. en is duidelijk graag onder de mensen. We trokken ons even als sa menzweerders terug. Pastoor Wauters is in Mere be noemd in augustus 1971, en einde oktober aangesteld. Hij is niet altijd werkzaam ge weest in de «Strijdende Kerk» om het zo eens te noemen, vooraan op de pastorale bres, maar was na zijn wijding meer dan dertien jaar bedrijvig in de «lerende Kerk»: professor in het St.-Aloysiuscollege te Ni- nove. Latijn en Grieks in de 5' en 6® Latijnse plus godsdienst en geschiedenis. Later kwam er de 4® Latijnse bij. Hij on derwees ook Nederlands, Frans, Engels, Duits en Na tuurwetenschappen. Tussen de schooldagen door deed hij nog zondagdienst in Iddergem. Daarna was hij gedurende 10 jaar onderpastoor in Led», waar hij blijkbaar mooie her inneringen aan meedraagt, en later vier jaar te Steenhuize, zijn geboortestreek hij werd geboren in Erwete- gem alvorens sinds 1971 pastoor in Mere te worden Albert Wauters werd in 1944 gewijd, nog tijdens de Duitse bezetting. De Duitsers hadden trouwens het grootste gedeelte van het Seminarie te Gent be zet, zodat de seminaristen in de diaspora leefden, in de om geving van het hoofdgebouw. Het feit dat pastoor Wauters eerst in het onderwijs kwam, lag niet aan hemzelf: zijn over sten hadden dit voor hem be slist. Toch deed hij het erg graag, hoewel hij liever dade lijk naar de «aktieve» dienst was gestapt. Die stap werd dan gezet na meer dan dertien jaar: hij werd onderpastoor te Lede. Het was wel even wennen. Maar hij was vlug ingeburgerd. Over zijn werk nu als pastoor te Mere: «Ik ben zeer graag in Mere. Een Merenaar leeft graag. Hij is niet sektair, en allemaal zijn ze au fond de priesters genegen. Ik word er goed aanvaard. Ik vind wei dat een pastoor midden onder het volk moet staan. Meeleven met de parochieIk kom erg op voor huisbezoek. Dit wordt wel wat bemoeilijkt doordat veel mensen samen uit werken en 's avonds nog allerhande te doen hebben. Maar hoofdzaak is toch het persoonlijk kontakt, zonder onderscheid van kleur en gezindheid. De mensen werken hier ook graag mee. Je staat daar soms versteld van. Maar je mag niet uit de hoogte zijn. Gewoon van goede wil, zoals de Merenaren zelf. En wat het kerkbezoek betreft: dat gaat wel wat achteruit, maar dat is tegenwoordig zowat overal het geval. Toch mogen we in Mere nog niet klagen.» Maar naast het huisbezoek, het ziekenbezoek en dergelijke kontakten meer, moet ook de administratie gedaan worden. Die verzorgt pastoor Wauters zelf. Een eigenaardige situatie vond de pastoor wel het feit dat, binnen de nieuwe entiteit Erpe-Mere. enkel Mere tot de dekenij Haaltert behoort, 4 pa rochies tot de dekenij Lede, en 3 tot Herzele. Pastoor Wauters is, naast voorzitter van de «Parochiale Werken» ook proost van de KAV, KBG. Davidsfonds en Ziekenzorg. De onderpastoor, waarover hij zich zeer tevre den toonde, neemt de jeugd bewegingen voor zijn reke ning, de KWB en het ACW. Waar men in andere paro chies over een «Kring» spreekt, was pastoor Wauters ervoor de naam «Patronaat» te behouden (van het oudere woord «patronage») omdat dit zo ingeburgerd was. «Maar de De pastoor van Mere. £./i^e Wou Iers (SJ) jnisl kerk, zo zei de pastoor, r J het geestelijk centrum v parochie. Een verjongde lk^ gie is zeker verantwoord. Ti^g moeten we op de eerste pil, de mensen bewust maken] hun situatie en hun woordelijkheid»zo beslot»^ pastoor. WILFRIED LISSE) De parochiekerk van Mere (SJ) De pool van industriële bedrijvigheid te Mere ligt op een boogscheut van de E5, pal aan de provinciale baan nr. 11 (Aalst-Zottegem-Oudenaarde) en dicht bij spoorlijn 82 (Aalst-Zottegem). De bijgevolg goeie ligging heeft tijdens de geschiedenis van het industriepark zijn vruchten afgeworpen. Vandaag de dag is de werving volledig voltrokken. De industriezone «Erpe-Mere- Ottergem») is een initiatief van de Interkommunale Ver eniging «Land van Aalst», vereniging die overigens nog altijd het geheel beheert. fektionering van hemdon- derdelen). Jacobs- Roelandt (elektrische kabi- nes, schakelborden). B V M. (radiatoren), de Ja panse Pioneer Electronics Manufacturing (elektrische toestellen en luidsprekers), De Metaalbewerkers (groothandel in ijzerware! E. Buyle (houten skulpte* werk voor de meubelindus trie) en Van Durme - Vt Boxtael (toelevering v< meubelonderdelen). (rdt De eerste onteigeningen gebeurden bij hoogdrin gendheid op 't einde van 1968 21 ha. was Erps grondgebied, van Ottergem werd 11 ha. afgesnoept terwijl Mere voor één enkele hektare werd aangespro ken. Een jaar later werd nog eens 3,7 ha te Erpe ontei gend zodat de oorspronke lijke oppervlakte van de in dustriezone 38,7 ha. be droeg Op 2 november 1971 be sloot het Ministerieel Komi- tee voor Ekonomische en Sociale Koördinatie de zone toe te laten tot het statuut van «zone van nationaal be lang». Zoals gezegd is de inte resse van de kant van de investeerders niet uitgeble ven. Land van Aalst had daar voor een volledige uit rusting van het terrein zowel kwa bebouwbaarheid als kwa nutsvoorzieningen, borg. Eind oktober 1974 heeft de belangstelling een uitbreiding van het terrein met 13 ha. met zich meege bracht. Twaalf bedrijven hebben hun intrekt genomen op de 5 circa 50 ha. die de zone nu omvat. Het zijn: Evipak (plastiekzakken), de Ameri kaanse Wang Europe (elek tronische reken- en schrijf machines), Cable Print (elektronische toestellen voor dataverwerking), Van den Eeckhout (bovenkle ding), Berma (Meubelbeslag-schuurmidd Dubin Haskell Lining (pre- Vfere (SJ) Het industrieterrein

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 16