I0ED WERK IN 'T APOSTELKEN LOUIS VAN DER PAAL FINALIST IN ORGELWEDSTRIJD TE NEDERLAND AJUINROCKERS OP HUN PAASOEST kANTON VAN WILDERODE IN HELLAS De Voorpost - 7-4-1978 - 11 Jfolyesterbeeldje van Jean Paul Cosijns (JM) h vrijdag 31 maart tot en met woensdag 12 april kunnen kunst- ïebbers hun hart ophalen of hun gal uitspuwen. Momenteel loopt i 't Apostelken een tentoonstelling, die door een verscheidenheid I karakter en kwaliteit, de moeite waard is om te bezoeken, tsmid Jean-Paul Cosyns en kunstschilder Jan V,an Der Smis- Ijn er te gast. Beide kunstenaars zijn er aanwezig van 11 tot 20 De galerij is gesloten op donderdag. innen we met de jongste van tweetal: kunstsmid Jean-Paul ns. In feite kunnen we het ■meden zowat als een bui- mtje in de artistieke wereld louwen. Percentagegewijze zij beslist een stuk kleiner in J zijn dan hun kollega's Iders. In het plastische genre inen ze zowat beschouwd wor- als de harde bonken, de man- lie in diverse metalen een ar- jbke visie projekteren. Iemand 'Jean-Paul Cosyns, heeft uiter- met gans andere vormtechni- problemen af te rekenen dan /oorbeeld zijn vriend Van Der lissen. Hij moet de harde mate- bewerken en onder de knie ;ijgen, om tot een kreatie te ko- Hij die als het ware een ge- :ht levert met ijzer en koper (en •r bedoelen wij het metaal, niet kopers van zijn artistieke pro pten) moet veel zweten voor- •x hij tot een voltooiing van zijn itische ekspressie kan komen, spreekt vanzelf dat deze juistdiscipline strenge eisen stelt, aarfc het vlak van vakmanschap en rstflimielijk inzicht. In deze optiek 1 Innen we gerust vermelden dat Btan-Paul zich niet vlug tevreden stelt met het uitwerken van be paalde technische verworvenhe den: hij is een man die van het eksperiment houdt, die diverse metodes uittest, zijn mogelijkhe den uitbreidt via persoonlijke zoektochten door de wereld van metalen, lassen, smeden. Zijn nog jonge leeftijd is wellicht de beste garantie voor een suksesvol ver loop van zijn verdere eksperimen- lelc werkwijze. Hij staat nog in een stadium dat ruime mogelijkheden biedt voor verruiming en diversiteit. Hij is een zoeker in het kunstsmeden. Hij ligt steeds op de loer om aan een of ander kreatief proces een nieuwe, ruimere dimensie toe te dienen. Hij gaat zeker het mini- tieus werken niet uit de weg, als getuige daarvan kunnen wij hier. wat we zijn personifikatie van de zon zouden kunnen noemen, stel len en waar hij, via de gloed van het rode koper en het aanbrengen van bladgoud, de straling aksen- tueert. Jean-Paul Cosyns bezorgt aan zijn werken ook wel eens een funktioneel aspekt. zoals bijvoor beeld bij de monumentale kaar senhouder, die menig pastoor kan doen watertanden wanneer hij dit kunststuk vergelijkt met de tradi tionele kaarsenhouders die hun kerk sieren. Cosyns durft ook wel eens de speelse toer opgaan, zoals in de apekop. Hij houdt immers de hand of moeten wij zeggen de poot? boven het hoofd als ware het de visuele projektie van zelfkennis of van dromerige verveling. Feit is dat Jean-Paul uit zijn harde ge wrochten de traditionele koelheid van het metaal weet weg te kamoe- fleren, door een menselijke en warme inbreng. Zijn werken zijn het resultaat van een doordacht maar gevoelsrijk hanteren van zijn vakmanschap en artistieke adem. We mogen van zijn handen nog heel wat verwachten. Wat zijn spitsbroeder. Jan Van Der Smissen betreft, gaan we uit eraard de meer kleurige toer op. Bij een eerste aapblik van zijn schilderijen valt al dadelijk het zacht, beheerst en warm koloriet op. Jan is de dromer, de kleur- esteet die met verf en penseel zijn wereld op doek projekteert. Ook hier mag men met reden gewag maken van de komplete beheer sing van het metier. Van Der Smissen hoeft vormtechnisch voor niets of niemand onder te doen. Zijn werken ademen perfektie uit, vormeloosheid is bij hem uit den boze. Zijn landschappen zijn spie gels van de werkelijkheid, gevoed door het licht en de schaduw die hij er zelf inlegt, en die de kleurige resultaten zijn van een gemoeds gesteldheid. Hij legt op zijn doe ken een persoonlijke visie die een kunstenaar alleen zelf kan erva ren. De talrijke koppen of de por tretten die Jan hier eksposeert ka rakteriseren wellicht nog het best zijn werk. Hierin heeft hij zijn mensenkennis gestalte gegeven, zoals hij onszelf zegde verge noegd hij er zich niet mee om al leen voor een fotografische, reali teitsgetrouwe weergave te zorgen. Hij tracht deze portretten ziel te geven door te peilen naar de ziel der modellen die hij onder zijn penseel krijgt. Een portret dat ons speciaal aanspreekt is de kop van eep grote figuur van de Vlaamse letteren, StijnStreuvcls. De ietwat norse, weerbarstige en karakter- sterke Frank Lateur. werd op wer kelijk sublieme wijze door Jan op doek gebracht. Een ander werk van Van Der Smissen willen wij hier afzonder lijk bespreken, het is naar onze mening, de voorbode van een in houdelijke evolutie, die aan zijn verder werk een ruimere en nieuwe dimensie kan bezorgen. Tussen al zijn kinderkoppen hangt hier de vreemde eend in de bijt: het doek draagt «Abortus- als titel en vormt zowat de blikvanger van Jans tentoongesteld werk. De simboliek en de surreeële inbreng werden er verweven tot een bijna visionair te noemen kijk op de ei gentijdse abortusproblematiek. Alles wijst er op'dat Van Smissen deze felbesproken en aan allerlei kritieken onderhevige kwestie, als een doorn in het oog beschouwt. De foetussen rollen als het ware van het doek op ons af. We worden hard gekonfron- teerd met het verschijnsel abortus en dit is de verdienste van dit werk: wakker schudden, tot na denken stemmen. En ook al houdt Jans echtgenote haar hart vast wanneer hij met zijn werken eens buiten de traditonele band springt, toch denken we dat Van Der Smis sen bij het eksploreren van een ruimere denk- en leefwereld, via zijn schilderijen, tot de grootste en voor hem totaal nieuwe resultaten kan komen. Wij zien in ieder geval met span ning uit naar een nieuw werk van hem, dat in dezelfde lijn, zowel qua vorm als inhoud, zijn inspira tie heeft gevonden. Iemand die zoiets kan bieden meent hel ern stig met de kunst en dit alleen is vandaag meer dan een gewone re den om onze aandacht te verdie nen. In elk geval: deze tetoonstel- ling is een bezoekje zeker waard. R. Devijver Werk van Jan Van Der Smissen in 't Apostelken (JM) Op zondag 2 april 1978 had te 14.30 uur in de Sint Petruskerk van het Nederlandse stadje Boxtel de finale plaats van het Zuidnederlands Orgelkonkours voor amateurs, georganiseerd door de stichting Kerkkonserten Boxtel. Zaterdagavond bereikte ons het nieuws dat onze stadsge noot (in feite Nieuwkerkenaar) Louis Van der Paal behoorde tot de 4 finalisten. Nieuws dat groot en belangrijk genoeg was om samen met enkele andere muziekliefhebbers naar Boxtel te rijden om de finale bij te wonen. Het was de tweede maal dat Dorthy de Rooij (die we enkele deze wedstrijd, voorbehouden jaren terug te gast hadden ter Pollare opende de tentoonstelling van Jan Van der Smissen en Jean Paul Cosijns aan amateur-organisten woonachtig in de Nederlandse provincies Zeeland, Noord- Brabant en Limburg en de Bel gische provincies Antwerpen, LimDurg, uost- en west- Vlaanderen doorging. Het re glement van de wedstrijd om schreef het amateur zijn als volgt «Onder amateur dient verstaan te worden iemand die geen muzikale vakstudie maakt of gemaakt heeft, maar die het orgelspel louter als lief hebberij naast een andere dag taak in zijn vrije uren beoefent». Het is velen bekend dat Louis Van der Paal een uitstekend (autodidaktisch) klavecinist is. Enkele weken terug gaf hij sa men met violist Dirk Vermeulen een schitterend Bach-recital dat we in onze kolommen zeer gunstig hebben onthaald. De buitengewone prestatie die onze stadsgenoot in Nederland leverde hij eindigde als tweede doet ons nog met groter ontzag opkijken naar de grote muzikaliteit die deze man aan de dag legt. In februari 1978 werden de voorselekties gehouden, op het Pels-orgel van de Maria Regi- nakerk te Boxei. De kandida ten. er waren er vierendertig, dienden het Praeludium en Fuga nummer 5 in sol klein uit «Acht kieine Praeludiën und Fugen» van J.S. Bach en het koraalvoorspel «Ach Herr, mich armen Sünder» van Dietrich Buxtehude te spelen. De kan didaten kregen elk twintig minu ten de tijd om met het instru ment vertrouwd te raken en de passende registratie uit te zoe ken. De jury in deze voorselek- gelegenheid van de jaarlijkse orgelcyclus in de Sint- Maartenskerk te Aalst), Kees van Houten en de Lokerse or ganist Jo van Eetvelde. Bij elke selektie, en ook in de finale waren de juryleden niet op de hoogte van de namen of de nationaliteiten van de kan didaten. Met vijftien overgeblevenen ging men dan naar een tweede selektie. Hiervoor werden als juryleden Ewalt Kooiman (or ganist en recensent van het bekende Nederlandse muziek tijdschrift «Luister»), Jan Jon- gepier en Kamiel D'Hooghe gevraagd. Bij deze tweede se lektie dienden de kandidaten opnieuw het Praeludium en Fuga in sol klein van Bach te spelen, naast «AH' Offertorio» uit Orgel- und Cembalowerke van Domenico Zipoli en een van drie koraalvoorspelen uit het opus 67 van Max Reger. Buiten zijn eigen verwachtin gen (wie hem kent weet hoe bescheiden hij is) raakte Louis Van der Paal bij de vier finalis ten, waartoe ook de uit Lokeren afkomstige Daniël David en de Nederlanders Bram Beekman (naamgenoot én neef van Bram Beekman die te Aalst op trad) en Jacco van Leeuwen behoorden. De finalisten dienden twee op gelegde werken te spelen: de Toccata en Fuga in F groot van Dietrich Buxtehude en het ko raalvoorspel «Wenn wir in höchsten Noten sein» van J.S. Bach. Verder mocht elk der kandidaten een werk naar ei gen keuze spelen, van een komponist geboren na 1750. was beperkt tot tien minuten. Louis Van der Paal nam als keuzewerk Paul Hindemiths tweede orgel sonate. Een alles behalve gemakkelijk werk. Da niël üavid speelde de derde orgelsonate van Mendelssohn, Jacco van Leeuwen bracht «Berceuse» van Louis Vierne en de winnaar van de wedstrijd koos de Sonate da Chiesa van hendrik Andriessens. leder was het er over eens dat winnaar Bram Beekman en Louis Van der Paal die tweede werd geplaatst een evenwaar dige prestatie hadden gele verd. Dit moet ook het oordeel van de jury zijn geweest, aan de win naar zou de gelegenheid wor den gegeven een konsert te geven op het Smits-orgel te Boxtel. De jury echter deelde mede dat Bram Beekman én Louis Van der Paal samen het konsert zouden geven. De da tum werd vastgesteld op 8 ok tober 1978. Elk der finalisten mocht een oorkonde in ontvangst nemen. Eens te meer heeft Louis Van der Paal bewezen een uitste kend musicus te zijn. Bewon derenswaardiger echter wordt alles wanneer men bedenkt dat alles grotendeels tot stand is gekomen door zelfstudie. Te vens levert deze man verdien stelijk werk als dirigent van het mannenkoor «Pro Musica» Aan Louis Van der Paal, nog maals onze hartelijke felicita ties. André De Groeve tie bestond uit de Nederlandse De tijdsduur van het keuzewerk leer dan dertig jaar lang reeds I ouden de poëtische teksten («Najaar van Hellas» en «Het nd der mensen» stand. Ze Bbben nog niets van hun aarde naar vorm en inhoud Brloren, zodat vanuit de cine- Lj latografische wereld Anton ff an Wilderode bij de kraag erd gevat door Herman Bos- els. Deze Aalstenaar heeft de Bdichten aangevuld met la- ire teksten en bekwam dat an Wilderode een nieuwe leks Griekenlandteksten ihreef voor de te vervaardi- an dia-montage die uiteinde- li: de benaminq. «Kjiken naar fellas met Anton van Wiide- an ode» kreeg. ;A osteels heeft in samenwer- al ng met Hugo Boon en Roger ite b Witte de geschikte beelden Je ivondenomhetwoordvande :n chter te binden aan de sporen in in het oude Griekenland, tn oor de sobere techniek werd rs it niet zomaar een toeristi- he reeks, maar stelde men G. &eld per beeld in funktie van i teksten (meestal gebeurt het omgekeerde). Hierdoor krijgt de poëzie van van Wilderode de stimulerende kracht van het oog, wat zeker de toeschouwer ten goede komt. De band die hierin gesmeed wordt tussen Hellas-Waasland is handig aangewend en geeft de gelegenheid om voortdu rend sprongen te maken van het «land van de droom» naar «het land van de warme mense lijkheid», benadrukt door een klankmontage van Fernand Van Durme en Piet Velghe, terwijl de teksten overtuigd worden weergegeven door Jef Demedts en Kris Yserbijt. Deze montage is reeds op ver schillende plaatsen in het Vlaamse land met geestdrift onthaald. Het Stekense Ua- vidsfonds heeft dan ook de kans gegrepen om deze mon tage als première voor het Land van Waas te brengen en dit op vrijdag 14 april te 20u. in zaal Gildenhuis aan de Dorp straat te Stekene. Tevens krijgt men dezelfde avond de reeks «Vlaanderens Groten» te bekijken, een kronologische te rugblik op de herdenkingen tij dens vroegere Ijzerbedevaar ten. De monografie «Anton van Wilderode» werd door Willem Persoon heruitgegeven, zij zal op bewuste projektieavond voor de toeschouwer verkrijg baar zijn. Deze drie foto's illustreren de rock-revival die de punk en now wave hebben ingeleid en die ook te Aalst, zijTietvrij kunstmatig, her en oer om zich heen grijpt. Het donker gebrilde publiek werd gekiekt op de nogal onzinnige rock-rally die plaatsvond in KrejaDe langharigen van toen helpen nu mee aan haarkapper revival, wat de bond der verontruste ou ders een verheugend feit zou noemen ware er niet de uitdagende donkere brillen. De twee andere foto's vertellen over één van de positieve kanten van de new-wave en aanverwanten. Groepen rijzen weer als pad destoelen uit de grond, de tijd is weer aan het uit-het-lijf-zingen van de krop in de keel, het mag weer direkt, er wordt weer gedanst en het labbekakken van de ba-rock en de mijmering van de minimale muziek verliezerLlerrein Zo was er op de parkfestivalbenefitavond van Cedo Nulli de groep Kevin Le Docteur met rechts op de foto de vroegere joosi van Dorp die zijn lied «Laat ons een bankovervalletje doen» nu op z'n punk brengt en daar beter resultaat mee boekt. Danny, tweede van links, zorgt voor de sololoopjes, de bas stijst de punten aan en de drummer slaat als een duivel. De andere kiek is van Johnny Walker and the Whiskey Boys met links en rechts Jo en Gerrit, beiden oud-Peeter Sheely-leden, saxofonist André die nieuw is op de rockscène, een schitterende zanger-drummer Guy en puike bassist di artinelii. De sterke drinkers» gooien zich niet op de punk maar grijpen terug naar de vroegere rock'n'roll. Songs van toen zijn onder meer «Dizzy Miss Lizzy» en (het eigenlijk nutteloze) «Gloria» Het samenspel zit stevig aan mekaar, er wordt handig gespeeld en eigenlijk is J.W. is de niet-pejoratieve beteke nis van het woord een van de betere balorkesten van het moment. (RDW-JR-JM)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 11