LEON BOEL EKSPOSEERT IN BELFORTKELDER QUARTETTO ESTERHAZY ZET PUNT ACHTER BOEIEND KONSERTSEIZOEN NOTENKRAKER ROLAND IN MADELON 12 - 7-4-1978 - De Voorpost De heer Wauters opende de tentoonstelling van Leon Boel (SJ) Wegens de restauratiewerken aan ons Belfort, zal de ten toonstelling van schilderwerken van Leon Boel, die we hier verleden week aankondigden, misschien wel de laatste zijn geweest voor lange tij. Diegenen die echter de vooropening hebben meegemaakt zullen in elk geval nog 'n mooie herinne ring hebben aan deze tentoonstelling die voorlopig 'n lange reeks afsluit De ene al met wat meer sukses dan de andere. Het was Marcel Wauters die de tentoonstelling opende met een opgemerkte inleiding. Zo veel te meer opgemerkt dat er niet al te veel publiek was, maar wel een fel geïnteresseerd pu bliek, waaronder we onder an dere opmerkten, schepen Bourlon en de raadsleden Lo- rie, Van Hoorick en Vinck. Sa men met de andere aanwezi gen luisterden ze belangstel lend naar de tekst van onze stadsgenoot-dichter en ook grafikus Wauters, die voor zijn poëzie ooit mocht de Dirk Mar- tensprijs in ontvangst krijgen. Hij vertelde ons dat de werken die door Leon Boel worden ten toongesteld, hem in de eerste plaats herinneren aan een kortverhaal van de Italiaanse auteur Dino Buzzati waarin deze een zwoele zomernacht beschouwt In deze nacht, waarin alles stil en zwijgend lijkt, weet hij onder struiken, graszoden en keien, het ruste loze nachtelijke wroeten van miljoenen kleine wezens. Vreemde wezens, mooi en af zichtelijk, maar fascinerend. Voor wie ze wil leren kennen, ze weet te vinden en ze eerbie digen kan. Want alles wat leeft, ook al is het onder de grond, in vermolmd hout of onder schimmels, leeft hetzelfde le ven als wij, mensen. Op de zelfde aarde, in dezelfde na tuur... maar wij gaan er achte loos aan voorbij. Meer zelfs, wij beijveren ons om al dat leven uit te roeien en wij zijn er al grotelijks in geslaagd. Tot ons hetzelfde tot ten deel zal vallen. Dit verborgen leven heeft de schilder nu tot zijn onderwer pen gemaakt. Op een zeer per soonlijke manier. In kleuren die de kleuren van de aarde zelf zijn, met hier en daar een ver rassend kolonet. Marcel Wauters hééft door betoog de aanwezigen i leidraad meegegeven om werk van de tentoonstellei kunstenaar te leren bekijkei leren begrijpen en te leren nieten. Op zijn eigen bescheiden ij nier leidde hij hen binnen ir wereld van kevers, slakk zweepdiertjes, sluipwesper noem maar op. Wezens toch ook maar het leven gel gen hebben zoals wij het h ben mogen ontvangen. All dragen zij niet de naam «mensen». Maar «mens hebben ogen om te zien en I verstand om te begrijpen... om lief te hebben. Gelijk L Boel de ganse natuur, zelfs kleine diertjes die men s< «vies» noemt, lief heeft en liefde op de toeschouwer overdragen. Met hun applaus hebben aanwezigen Marcel Wau gedankt voor deze verruin van hun visie. Voor sommi zal het misschien zelfs openbaring zijn geweest Zi ware in elk geval te hopen.' allerkleinste schepseltjes waarvan de buitenstaander nauwelijks vermoeden heeft van hun bestaan. We gelo ven niet dat het Leon Boels grootste bekommernis is dat de toeschouwer door zijn werk dichter bij deze mikrokosmos komt te staan. Wat ons persoonlijk meest aanspreekt is de fas cinerende uitbeelding van honderden malen vergrote wezentjes. Technisch weer galoos. Op kompositorisch verantwoorde wijze op het vlak aangebracht. Elk werk is anders, toont een nieuw stukje leven dat in zijn ab- strakte verschijning de fan tasie van de kijker vrije loop laat. Hiermede belanden we dan bij de uiteindelijke waarde van het werk. Zon der intellektualistisch ge doe, zonder ver gezochte kunstgrepen wars van de drang om «modernistisch» te zijn spreekt het werk aan, waarschijnlijk ook tot de minder abstrakt denkenden. Graag echter hadden we Leon Boel even uit zijn wereldje van mikro-organis- men zien treden. Ons in ziens bestaat het gevaar dat een artistieke verstarring optreedt wanneer men zich bij één onderwerp houdt. Weliswaar biedt Leon Boels inspiratiebron nog vol doende stof om honderden doeken te maken, maar dit is dan ook de reden om het niet te doen! Heel gauw kan een kunste naar aldus een etiket op de rug geplakt krijgen, dat een dubbel negatief gevolg heeftmen verwijt hem een zijdigheid of inspiratieloos heid enerzijds of men ver wacht van hem enkel dat wat zijn persoonlijke en ar tistiek vrijheid sterk belem meren kan en een gezon de evolutie in de weg staat. Tevens kan het heel wat moeite kosten om dat etiket kwijt te raken. Hiermede willen we niet be weren dat wanneer men één werk van Leon Boel heeft gezien men ze allemaal kent. We schreven het reeds, elk werk is anders en vormt een wereld op zich zelf, de ene boeiender dan de andere. We willen er enkel op wij zen dat de echte kunstenaar geen genoegen kan of mag nemen met één welom schreven onderwerp, zelfs al laat het talloze variaties toe. Het werk van Leon Boel ge tuigt van een zeer degelijke vakkennis. Hij weet handig om te springen met palet en penseel, zonder dat de na druk komt te liggen op die technische vondsten. Het werk blijft in de eerste plaats een zuiver plastische taal spreken die voor de aandachtige kijker enorm veel boeiende wendingen bevat Bijvoorbeeld de ver rassend effektvolle witte stippellijntjes of de dwin gende clair-obsur, en de sterke driedimentionaliteit. Een eerder klassiek gerichte instelling maar daarom ze ker niet minder belangrijk. Leon Boel neemt ook een uitgesproken lyrische hou ding aan in zijn schilder werk. Vormen vloeien zon der onderbrekingen in el kaar over. Hierdoor krijgt men de indruk voor een massaal geheel te staan, dat een grote bewegings vrijheid, zowel in de lengte, breedte als hoogte, toelaat. Alles bij elkaar, een merk waardige tentoonstelling. André De Groeve Vrijdag 31 maart laatstleden had de vooropening plaats van een tentoonstelling met werken van Leon Boel. We maak ten reeds eerder met deze man kennis in een intervieuw dat verscheen in dit blad. Ondertussen is reeds veel veranderd, en niet het minst in het werk van Leon Boel. Drie zaken echter vormen een blijvend kenmerk: de technische verfij ning, het warme koloriet en elementen uit de natuur als vertrekplaats. Nieuw in zijn werk is een grotere beweeglijk heid. De tentoonstelling loopt nog tot 10 april. Een bezoek je is zeker de moeite waard. U kan er terecht van 14 tot 20 uur. Zoals we reeds schreven, gebaseerd op elementen uit het werk van Leon Boel is de natuur. Meer bepaald de Werk van Leon Boel (SJ) Het Pro Arte-konsertseizoen 1977-1978 werd op buitengewoon schitterende wijze besloten met een optreden van het Nederlandse Esterhazy-strijkkwartet. In een van onze vorige uitgaven belichtten wij het doel van dit ensemble: het uitvoeren van klassieke werken op originele instrumenten en op de in die tijd gangbare speelwijze. Zo werden we in de Baardegemse Sint-Margaretakerk, waar het optreden doorging, door het prachtig spelende Quartetto Esterhazy verplaatst naar de tijd van Haydn en Mozart. Zonen en dochters van Aalst, attentie, jeugdklub Tanu invi teert in zaal Madelon. Roland en Bluesworkshop zijn op de volgende gezegende len tevrijdag in de stad. Fietsen en brommers op, makkers, en allerv daarheen! Het Esterhazy-kwartet mocht ook rekenen op een zeer aan dachtig en dankbaar publiek. Na afloop kregen we nog de ge legenheid even van gedachten te wisselen met de uitvoerders (Jaap Schroder en Alda Stuu- rop, violen, Linda Ashworth, altviool en de reeds eerder ge noemde cellist Wouter Möller). Jaap Schroder wist ons te vertel len dat hij en zijn ensemble zich niet zouden beperken tot de klassieke muziek, maar dat ze ook dachten aan een autentieke Beethoven. Vooral diens laatste strijkkwartetten wou Jaap Schroder graag laten horen in een historisch verantwoord klankbeeld. Ook in de platen- wereld wordt het Esterhazy- kwartet een begrip. Er zijn reeds verschillende opnames in de handel verkrijgbaar en het ensemble is steeds druk doende om voorbereidingen te treffen voor nieuwe opnames. Jaap Schroder is tevens leider van het -Concerto Amsterdam-, een ensemble dat vroeger op kon- ventionele wijze speelde, maar nu een der meest toonaange vende «authentiek klinkende- kamerorkesten is. In de platen- wereld boekte dit ensemble enorme suksessen met de op name van de komplcte orgelcon- certi van G.F. Handel, met als solist Daniël Chorzempa. Het Pro Arte konsertseizoen 1977-78 is bijzonder vruchtbaar geweest. De meeste konserten stonden op bijzonder hoog ni veau en het geheel was rijk aan afwisseling. Onze oprechte waardering voor de smaakvolle keuze en de vlotte organisatie. Vol verwachting kijken we reeds uit naar het programma dat Pro Arte ons het seizoen 1978-79 zal brengen. André De Groeve Bij muziekliefhebbers is het proof kontra -autentiek- musiceren nog steeds een onderwerp dat vele en vaak hevige diskussies uitlokt. De meest fanatieke voorstanders zijn er van overtuigd dat een werk slechts ten volle zijn waarde krijgt wanneer het tot klinken wordt ge bracht zoals de komponist het in gedachten, of in werkelijkheid heeft gehoord. Anderen (we me nen dat er geen echte tegenstan ders zijn van een autentieke uit voeringspraktijk) zijn van me ning dat, indien de komponist het had gekund, deze zijn werk liever op technisch meer ont wikkelde instrumenten had ge hoord. Persoonlijk menen we dat laatstgenoemde groep een even gezonde mening koestert als eerstgenoemde groep. Mis schien zelfs een historisch meer verantwoorde mening. Hoewel dit totaal tegenstrijdig kiinKt, ligt de uitleg hierover voor de hand. Elk groot komponist had enorm veel belangstelling voor de technische ontwikkeling van het gebruikte instrumentarium en stond open voor nieuwighe den. Was het niet Mozart zelf die de klarinet in het orkest heeft geloodst? Ook met de autentici- teit nam Mozart het niet zo nauw: Handels - Messiah- werd door hem bewerkt, naar de smaak en naar de verruimde technische mogelijkheden van zijn tijd. Haydn schrikte er niet voor terug om eigen werken om te vormen voor gebruik met an dere instrumenten. Beethoven maakte van wat oorspronkelijk een pianoconcerto was zijn nu zo beroemde vioolconcerto (opus 61). Custav Mahler bewerkte Beethovens negende symfonie en verdedigde zijn visie door te zeggen, indien Beethoven de mogelijkheden zou gehad heb ben die wij nu hebben, hij die zeker zou hebben benut. Zijn de bewerkingen voor orkest van Hach-orgelwerken door de on langs overleden dirigent Leo pold Stokowsky niet knap? Wie kan deze bewerker iets verwij ten wanneer men in acht neemt dal Itach himself werken van Vivaldi kopiëerde en omzette voor orgel. En dat Franz Liszt Beethovens symfonieën be werkte voor piano vierhandig. Zo zouden we nog talloze voor beelden kunnen aanhalen van wat men heden ten dage plagiaat noemt. Hiermede willen we geenszins de authentieke uit voeringswijze als zinloos of overbodig beschouwen. Talrijke plaatopnames en live-konserten waarop we op oorspronkelijke wijze horen musiceren zijn doodgewoon overrompelend. Niet enkel omwille van hun stre ven naar historisch verant woorde klank, maar ook (en vooral) omwille van een grote muzikale kwaliteil. Dit trof ons ook bij het beluiste ren van het Esterhazy-kwartet. Een gans andere speelwijze, een gans andere klank, maar toch boeiend en vol muzikale zeg gingskracht. Wie was niet ont roerd door het Andante uit een van Mozarts vroege strijkkwar tetten? Hoe prachtig en door en door beleefd klonk niet het re klein kwartet van dezelfde mees ter? Dit werk, waarmede schrij ver dezes tamelijk vertrouwd omgaat, in een met moderne in strumenten gespeelde uitvoe ring, stelt ons in staat op ade- kwate wijze de voornaamste verschillen aan te tonen tussen een autentieke en een moderne speelwijze. Vooreerst hebben we af te reke nen met het feit dat de instru menten, door het Esterhazy- kwartet gebruikt, een halve toon lager zijn gestemd dan gewoon lijk. Daardoor wordt 't karak ter van toonaarden, zoals wij ze voor de geest hebben, gewijzigd. Zij die een absoluut gehoor heb ben zal het opgevallen zijn dat bijvoorbeeld de gemakkelijk te herkennen mi b groot-toonaard veel minder schitterend klonk dan in de moderne stemming. En dat re klein meer het tragi sche karakter van do kruis klein in zich droeg. Het gebruik van darmsnaren zorgde eveneens voor een zeer sober en bezonken klankbeeld. Dit verklaart mis schien waarom ten tijde van Mozart zo weinig van kleine terts-toonaarden gebruik werd gemaakt. Als gevolg van een minder volumineuze en niet zo schitterende klank: ook een an dere speelwijze. Elke noot, wordt, daar waar het mogelijk is bedacht met een klein crescendo en decresendo. Vandaar de meer kompakt lijkende klank en het deinende karakter. Opval lend ook was dat het Esterhazy-kwartet zich nooit vergalloppeerde in snelle tempi. De muziek werd steeds zeer ge dragen naar voor gebracht. Dit droeg bij tot het ernstige karak ter, daar waar het nodig was. Bijzonder mooie timbres kwa men naar voor. Zo klonk de cello in het diepe register qua klankkleur bijna zoals een kon- trabas. Volgens de cellist zelf. Wouter Möller, speelde de akoustiek van de Baardegemse kerk hierin een dankbare rol. I-Het is met niet an onze Be lgische muzikanten gesteld als met de textielsektor. Op een door buitenlandse produkten overspoelde markt is het niet makkelijk zelf het hoofd boven water te houden. Inlandse kwa liteit is er wel voorhanden maar de eksport van onze eigenvi- nielprodukten krijgt in het bui tenland geen voet aan de grond. Dat is ook het lot van Roland, Roland Van Campenhout (Boom, 25 april 1944) om vol ledig te zijn, die gekend door ieder Vlaamse rock-, blues- en zelf folk-liefhebber in Vlaande ren en zelfs buiten de grenzen totnogtoe niet veel anders schijnt gedaan te hebben dan bergop te zwemmen. Toege geven dat je dat niet kan maar toch lijkt zijn loopbaan als prof-muzikant op het «hellend vlak van Ronquière»: een koers met sluizen dus maar die je nog niet ter bestemming hebben gebracht Dat is Roland: een schitte rende gitarist, man met een we liswaar turbulente persoonlijk heid die zich in diverse muzi kale avonturen gooide en van die fronten dan ook thuis is. We denken aan zijn debuut in di verse jug- en skiffleformaties (3the City Ramblers) en Wil liam en Roland bvb.) aan zijn sukses in de Bilzeneditie 1967, aan zijn begeleidingswerk voor Miek en Roel en later voor we halen even diep adem Jack Dupree, Memphis Slim, Graham Bound, Tim Hardin en wat het sessiewerk be treft Rory Gallagher, Eric Clapton, John Martin, David Bromberg, Ian Hunt, Derrol Adams, John Wright, Big Bill, Karel Bogard, Jo Anne Kelle en Al Jones. Met daarnaast uiteraard solo-optredens en voorstellingen in samenwer king met zijn van bezetting alsmaar wisselende Blues workshop in het ganse land, in de meeste jeugdklubs, op al onze zomerfestivals (Malie- munt, Gentse feesten enz. enz.) en in voorprogramma's van buitenlandse groten (J.J. Cale in Tielt bvb.) Ontelbare op tredens om de jam-op-de- boterham van te betalen. Komen daarbij vijf elpees: 2 voor CBS (niet meer verkrijg baar), 2 voor Music for Plea sure (de rock-live plaat vindt u in warenhuizen) en voor het zelfde merk een bijdrage aan een Dylan-retrospektieve. Momenteel heeft Roland kon trakten in Engeland. Over de plas is van hem een elpee op komst met Rory Gal lagher en diens broer als muzi kanten. Aanwijzingen genoeg dus om te vertellen dat het op vrijdaga vond 14 april in zaal Madelon, Grote Markt te Aalst niet van de poes zal zijn. Afspraak om 19 uur want vermoedelijk komt eerst een Aalsterse groep in voorprogramma aan de beurt. U mag binnen voor 50 frank, pinten niet inbegrepen, 's Anderendaags is het alweer en twee weken na het schitte rende konsert van Swan Ar cade in Parnassos, Stwg. op Ninove te Denderleeuw folk geblazen. 15 april dus met op de affiche John Doonan die niet minder dan de vader van Michael is; iets wat weinig be tekenend zou zijn ware Mick geen lid van Hedgehog Pie. Vader John speelt piccolo. Men zegt op een unieke wijze Folk-platen verzamelaars zul len zich John Doonan wellicht herinneren van zijn prachtige bijdragen op één van de suk- sesrijkste elpees van Archie Fisher. Fans kennen hem ze ker als aktief lid van de hele folkbeweging. Ierse dansers kennen hem voor zijn muziek tijdens de danskampioen- schappen. Fiesanna genaamd. Doonan staat nu ai dertig jaar op de planken, trotse prestatie voor de man die nu voor een tweede generatie dansers speelt, waar hij bij het begin van zijn karrière nog voor hun o ders speelde De enige Doonan-elpee «Flu for the Fels» wordt verdee door HiFi-Home en vindt u o der het nummer Leader 2041 Doonan hoort u naast Pad< Moran en John Wright ooki de elpee «The Lark in tf Clear Air» (Topic) Alvast te noteren en niet te ve geten: Gonny Condell op 't april in vorengenoemde kroe Absolute aanrader voor wie fo in de marge nog weet te appfl ciëren. René De Witt 3 richtte in samenwerking met Pro Arte Aalst een konsert in de Margarethakerk te Baarde gem in. Het Quartetto Esterhazy bracht m ken van Mozart, Haydn en Bach (JM)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 12