COLUMBIA IS KOFFIE EN DA ARMEE.. BASTA! 3°-c harnassen goud nog 2 c lidige snelw hoofdstad v nen Columbia tell ca. 30 universiteiten. Meer dan de helft betreft echter kleine, deels particuliere kerkelijkeinstellingen met slechts een of enkele faculteiten en een paar honderd studenten. Twaalf universiteiten staan in de hoofdstad Bogota. De grootste hiervan zijn de Universidad Nacional de Colombia (staatsuniver siteit. met in 1976 ruim 15.000 studenten) de Universidad Ponti- ficia Javeriana (7.000 studenten), in 1662 gesticht door de Jezui- ten, en de eveneens particuliere Universidad Libre (ca. 2.500 studenten). Andere universiteitssteden zijn o.m. Medellin, Cali, Barranquilla. Bucaramanga. Cartagena, Ibagué, Manizales, Pamplona, Pastro. Popayan en Tunja. Het totale aantal universi teitsstudenten bedroeg in 1976 ca. 60.000. Hiervan studeerde 23% technische wetenschappen, ruim 18% sociale wetenschap pen en ruim 12% medicijnen. Daarna volgden rechten (10%). onderwijs en pedagogie (10%). landbouw (7%). schone kunsten (7%). letteren en wijsbegeerte (5%) en overige vakken (8%). Columbia telt in totaal 5fl instellingen van hoger onderwijs met bijna 10.000 docenten. Speciale vermelding verdient, buiten hel gewone onderwijssys teem. dezgn. Acción Cultural Popular, een grootscheeps alfabe tiseringsprogramma voor de plattelandsbevolking vnl. d m v radio-onderwijs. Radio Sutatcnza (nabijBogota), in 1954 opge richt door de priester José Joaquin Salcedo en beschikkend over vijf regionale zendstations, speelt hierbij een belangrijke rol. DALENDE KOFFIEPRIJS De koffie-exporterende landen Brazilië, Mexico, Colum bia, El Salvador en Guatemala beginnen zich zorgen te maken over de alsmaar dalende koffieprijzen 'op de we reldmarkt. De prijs van Columbiaanse koffie daalde tot 1,90 dollar per pound iets meer dan 450 gram) wat minder is dan het gemiddeld prijspeil van 1976. Vorig jaar toen de prijzen de hoogte in schoten, was de Columbiaanse koffie 3 dollar per pound waard. Volgens de Colum biaanse president Alfonso Lopez Michelsen heerst inge volge de dalende koffieprijs op de wereldmarkt een paniek toestand. Momenteel wordt door de Brazilliaanse koffie-exporteurs overwogen de export te verlagen, waardoor op de interna tionale markt een kunstmatige schaarste zou ontstaan en de prijzen automatisch moeten stijgen. 28 - 7-4-1978 - De Voorpost Is dit alles een bewijs dat er in die onmetelijke Amazonegebieden en Andesgebergten niets te beleven is? Is het koffie en daarmee basta? Dat kan toch niet. Het oude Co lumbiaanse rijk ontdekken was de inzet van het gouden tijdperk van de Spanjaarden. De verovering van die rijke gebieden bracht hen toch in kontakt met een oeroude kuituur die mijlen en mijlen voor uit was op datgene wat de Ro meinen en de Grieken ons hadden gebracht Was dat alles wind en luchtledigheid? Columbia is iets anders, is veel. veel oneindig veel meer dan koffie alleen. Daarom betoverde die ge heimzinnige naam met zijn ge heimzinnig verleden al de Belgian Printer Trotters en spijts de vele verwittigingen dat de tocht zwaar en vermoeiend ging zijn, spijts de vingerwijziging dat het land niet toeristisch is uitgerust, en spijts de schriftelijke aanwijzingen dat komfort hier en daar wel zou ont breken, hebben 55 kandidaten de tocht aangevat en moest Zijne Ex cellentie de Ambassadeur Wal schap te Bogota toegeven dat hij totnutoe nooit zulk een groot kon- tingent Belgen met een fijn uitge stippelde reisroute voor louter toe ristische motieven in Columbia had ontvangen. Spijts alle goede voorbereiding, afspraken en bestellingen, zouden we dan ook - hier en daar - op een gaslek stuiten, want inderdaad, zuiver toeristisch bekeken is er nog ALLES te doen in dit einde loos uitgestrekte bergen-gebied Maar kom. wie a zegt moet b durven zeggen. We zijn op weg en klinkt het niet dan moet het maar botsen. WEG ZUN WE In de knap verzorgde reisbrochure waarin meti direkt het vakkundig drukkersoog van groepsleider André Delrue terugvindt - worden de 55 Trotters ter gelegenheid van *5 deze jubeireis (tien jaar reeds, in februari, trekken de Printers met een 60-koppige groep op verken ning naar -hoe verder hoe liever») verwittigd dat ze ditmaal in een moeilijker te verstane Spaanse zone gaan belanden -saluda a los visitantes en Bogota y les desea en esta ciudad dias muy felices.» Toch kregen we - zoals aangekon digd - op de hoogste vlieghaven met internationale allures, een kook-hete tas koffie gratis aange boden, maar tevens kregen we een zonovergoten temperatuur die onze (nog niet aangepaste) kleding rond ons lichaam plakte. Oef, is dat een hitte en 2.650 meter hoogte is op zichzelf ook reeds een belevenis, waardoor reeds enkelen van onze groep de eerste duizelig heid moeten toegeven. Aan zulke hoogte moet men zich trachten aan te passen, langzaam, voorzichtig en vooral geen te wilde bokkc- sprongen. Tijdens de exkursies zouden we trouwens nog herhaaldelijk met dit ongewoon verschijnsel moeten rekening houden. Columbia had reeds vanuit de pa- trijsramen van de Alitalia DC-IO de eerste foto-schoten op zijn An- desgebcrgte moeten doorstaan voor de landing, zonder dat men daarom uitgemeten wist dat na Braziiic. Argentinië en Peru (on geveer even groot) Columbia het vierde grootste land van Zuid- De Belgian Printer Trotters aie deelnamen aan de tiende wereldreis. Onder hen ook de heer en mevrouw Roels, evenals mevrouw Bosnians uit Dendermonde Natuurlijk is dat niet juist.. Columbia is héél wat meer dan dit. Maar hoeveel weten wij ervan? Bitter weinig. Zo weinig zelfs dat wanneer de Belgian Trotters op zoek waren naar een -uitverkoren doel - voor hun tiende (jubel)-reis en wanneer de naam COLUMBIA op de keuzetafel voorkwam, een deel van de kandidaten (die dan toch al heel wat wereldreizen hebben meegemaakt) tussen hun tanden weg aan hun gebuur moesten vragen waar Columbia ergens te situeren was. We kunnen de naam van het land door de Columbia-koffïe die we nooit drinken... en voor het overige horen we nu en dan wel eens spreken over een of andere revolutionaire jonge voortvarende pater die uit een der landen van Latijns-Amerika wordt buiten gezet... en dan is het wel mogelijk dat in zulk verband de naam Columbia valt. Zij die nog een stukje rooms denken en voelen, die weten misschien nog wel dat de eerste wereldreis (buiten Europa) van Paus Paulus VI in 1968 naar het Eucharistisch Wereldkongres te Bogota was... en dat Bogota de hoofdstad is van dit 22 miljoen inwoners tellende land in het noorden van Zuid-Amerika. Zelfs als we de eindeloos lange rijen van de Broederlijk Delen initiatieven van dit jaar overlopen, dan vinden we ook weer dat slechts een klein deel van de vele honderen miljoenen Broederlijk Delen naar dit koffieland gaan: hoop en al zes projekten voor een totaal van 2 miljoen frank... geen enkel nieuw opzet, alleen maar uitlopers van 1975-1976 en 1977 met dan nog een ruim deel voor opvang van vluchtelingen. Amerika is. Liefst 37 maal België of een oppervlakte van 1139.000 km2. Het is trouwens het enige land van Zuid-Amerika dat aan de beide oceanen grenst, enerzijds de Atlantische Oceaan (of de CaraJ- bische Zee) en anderzijds de Paci fic of de Stille Oceaan ten westen met de grote haven Buenaventura (ook gekend voor zijn aantrekke lijke havenbloempjes!). Blijven we echter nog eventjes in Bogota, de hoofdstad, waar we - we vertel len het reeds - op het El Dorado vliegveld zacht neerstreken, nadat wij vooraf Milano door Rome ver vangen hadden als Europese ver- trekhaven (dient nog gezegd dat er in Italië enkele streekgebonden stakingen plaats vonden, waar door we een ommetje langs Rome moesten maken en dus een uur langer vlucht hadden gekend!). Italië is werkelijk de meest te ver trouwen bondgenoot die zij ons in de Gemeenschappelijke Markt hebben opgesolferd; met die fan- tazisten zijn we nog lang niet aan de «nieuw patatjes»Dus Rome - Caracas en daar overnachten in Holiday Inn en 's anderdaags doorvliegen naar Bogota/El Dorado-vliegveld Een goede kombinatie als men Bogota als einddoel stelt. Met Air France kan men het Soledad-vliegveld van de haven Barranquilla bereiken als men eerst de Caralbische kust wil doen. Dan is men ook dichter bij de enig mooie Spaanse-Moorse haven Cartagena, die wij niet be zochten en waarover nog altijd en kele deelnemers veel spijt hebben, want naar het schijnt is Cartagena een bezoek overwaard. Enfin, men kan niet alles zien!!! Wij trokken doorheen een drukke hoofdstad in volle verkiezings strijd, naar Bogota Hilton dat ons met zijn 41 verdiepingen reeds vanop een afstand lokte. Een pracht van een hotel, dat samen met het zeer streekgebonden Tequendama-hotel de kroon spant, al zijn er in Bogota nog wel enkele goed gerodeerde andere ho tels. Toch kunnen we nu reeds kwijt dat buiten Bogota, Cali en Medellin (misschien Cartagena en Baranquilla) niet veel lukse-hotels te vinden zijn. al moeten we in deze rij zeker ook het Monasterio-hotel te Popayan ver melden (een vroeger klooster waar nu alleen lukse paters en nonnekes-toeristen verblijven). Onze eerste lessen in Columbia- toerisme waren echter ongeloof lijk origineel: ga nooit alleen op stap, niets waardevols meenemen op straat, neem 's avonds geen taxi's, let op al uw zaken, geen polshorloges zichtbaar dragen, de dames geen ringen, liefst geen oorbellen, fototoestellen aan riem en op uw borst dragen, niet met groot geld zichtbaar betalen, enz., enz.Voor het overige is men har telijk welkom!! En inderdaad, al spoedig moesten sommige deelnemers aan den lijve ondervinden dat het niets overdre ven was. Bij mijzelf hebben ze twee opeenvolgende malen in zijn zakken gezeten, terwijl heel wat andere avontuurlijke verhalen ten gehore kwamen. Bogota is een stad van gauwdieverij zonder weerga. Maar dat moet ge erbij nemen, de rest loont dik de moeite. Een speciaal proficiat voor onze Ambassadeur Walschap en zijn lieve echtgenote, want op de vlieghaven werden door alle ad ministratieve klippen geloodst door de kanselier Douillet en door de handelsattaché Ryelandt, ter wijl een zeer sympatieke Kor- trijkse schone, mevrouw Oscar de Perez, echtgenote van de direkteur van de jaarbeurs van Bogota direkt als een hele groep bekende jeugd vrienden kwam verwelkomen. Door de Ambassadeur werd trou wens een prachtreceptie georgani- zeerd waarop eenieder van de Bel gische kolonie te Bogota uitgeno digd was en waar alle Printers zich in een minimum van tijd volko men thuis voelden. Tijdens die eerste ontmoeting werden heel wat plannen voor de volgende ver- blijfdagen in Bogota gesmeed en die natuurlijk heel wat program mapunten in het honderd deden lopen. Maar ervaren groepsreizi- gers weten zich altijd schitterend aan te passen en dat is zeker het geval met de Belgian Printer Trot ters, en de big-bos André Delrue. Na deze prachtige receptie wist ie dereen voldoende over alles wat nog te wachten stond en konden de stadsbezoeken met sukses volgen. De dames wisten waar ze moesten shoppen en de streekverkenners hadden de nodige tuyaux om met kennis van (grondbasis)-gegevens het essentiële van het bijkomstige te scheiden. OP VERKENNING IN EN ROND BOGOTA Voorrang aan de dames, dus de koopcentra. De ganse kommer- ciële aktiviteit ligt in het centrum gegroepeerd in de Chapinero-wijk op de Chico (de naam zelf zegt het), maar men mag voorzeker het ultramoderne Unicentro niet ver geten. Het neemt wel 15 tot 20 minuten taximaar die kosten toch bijna niets en er zijn er die tot zeven man kunnen oppikken. Nooit in ons leven hebben we ooit of ergens zulk winkelcentrum ge zien, zo prachtig en ruim, marme ren vloeren, planten en fonteinen in de wandelwegen, en winkels zonder enig vergelijk. Wat vooral van belang is: Unicentro heeft zijn ruime politiestaf, zodat gauwdie verij daar uitgesloten is Men voelt zich werkelijk vrij en vrolijk, om dat men niet onder bestendige be- De Belgische ambassadeur in Bogota, Zijn e Exc. Walschap, in gesprek met leden van de Belgian Trotters. drijging leeft. Wie dit Unicentro niet heeft bezocht, kent Bogota slechts half. Niet alleen winkelen, maar ook leuk snoepen aan koffie en taartjes kan men er best al zijn er overal knusse ruschoekjes en ook heel wat ontspanningskansen. Over het overige nachtleven heb ben we wel veel reklame gezien, maar het risiko dat men onze bleekhuiden zou kidnappen was sterker dan de lust. Maar wel hebben we de onvergete lijke biezonderheden van de hoofdstad bezocht: het GOUD- MUZEUM met zijn nergens ter wereld vergelijkbare schat aan oude goudsieraden van de Indios. Meer dan 10.000 goudsmeed kunststukken, waarvan nog heel wat in zeer goede staat al dateert veel smeedwerk van de Chibcha- generaties en vooral door de Mui- sca werden vervaardigd. De bie- zondere gouddraadverwerking wordt nu nog als Tunjos-juwelen fel gewaardeerd. Zij die hun flash bijhadden konden er lustig op los schieten, want hier was een on noemlijke buit voor film- en foto maniak. De alles verklarende gid sen mochten het zelfs in het Engels proberen, aller aandacht ging naar de tientallen showkasten met on noemelijke schattenwaarde. Verblind door al dat goud, al die pracht, stonden we plots op het voorplein in de blakende zon mid den de gauwdieven en de typische indio's tafellakens-verkopers. Wat werd er daar gesjacherd. De Belgen op hun best: bieden en djengelen. Toch ontging aan niemand de ar- chitektonische schoonheid van de vlak daartegenover gelegen Sint Franciscokerk uit de XVI' eeuw, met houtgesneden middenbeuk- zoldering, het altaar en het hoog- gestoelte in vol-reliëfsnijwerk. Op enkele stappen daar vandaan. La Tercera (kerk van de derde orde) met even rijk houtsnijwerk en als derde in de groep de kerk La Vera Cruz, nu omgeschakeld tot Natio naal Pantheon, sedert 1910, waar de helden van de (vele) opstanden zijn begraven. Onze rondritten doorheen de stad werden gedwarsboomd door de verkiezingsmanifestaties. Maar de aflossing van de Republikeinse Garde heeft ook veel meter film en foto's opgeëist. Bogota is een his torische stad met heel wat waarde volle gebouwen en monumenten. Maar toch moeten we even het be zoek aan de Zoutkatedraal af zonderlijk vermelden. In noord elijke richting bereikt men Zipa- quira, op ongeveer 50 kilometer buiten Bogota. Daar belandt men Zeer geanimeerde gesprekken tijdens de suksesvolle receptie op de Belgische Ambassade in volle steenzoutgroeven, die reeds lang voor de komst van de Spanjaarden door de Chibcha- stammen (en zelfs vóór hen) be kend waren. De voorraad van deze zoutbergen alleen is toereikend om heel de wereld een hele eeuw van zout te voorzien. Dus men moet niet op een steentje zien dat daar 't allenkanten te rapen ligt. De katedraal zelf is een vier- beuken ruimte van 25 meter hoogte, waarin gemakkelijk 10 tot 12.000 man kan worden onderge bracht. Het hoofdaltaar is trou wens een zoutblok van 18 ton ge wicht. Een tiental jaren werd aan het uithouwen van het huidige kerkgebouw gewerkt en in 1954 werd de ganse instelling aan Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans, patrones van de bergarbeiders, gewijd. Na een bezoek aan deze bezienswaardigheid, waarin trouwens elke zon- en feestdag een plechtige H. Mis plaats heeft, vindt men vlakbij een zeer goed restaurant. El Liberator, waar zeer typische streekbereidingen wor den geserveerd. Om een volledige overblik van de miljoenenstad te hebben, gaat men best met het ka- belspoor de hoogte in. ofwel op de oostflank het heiligdom van Mon- serate of een bergsprong daar vandaan de Guadeloupe- uitkijkposten. Van hieruit ligt gans Bogota aan uw voeten. op regelmatige tussenpauze gouden gewaden en de bodem liet zinken. Het is sheen dit geheimzinnig (waarvan op de bodem in sprookjesstad al dat goud berusten) dat de huidige naarTunja loopt, de een ander Departemento. 70.000 inwoners op ongeveer kilometer van Bogota op 2.820 meter hoogte. Sedert opgericht en keurig in de bouwtrant bewaard gebleven vorens Tunja te bereiken, men eens te meer met de Bolivar, en zijn trouwe helper minéz. Want hier zou op de bi van Boyaca (15 kilometer zuiden van de stad) de meest slissende vrijheidsslag op 7 aug« v tus 1819 beslecht zijn. We zur natuurlijk nog in alle plaatsen enige betekenis over Bolivar Jiménez lezen of horen. Want telbaar zijn alle gedenkstei monumenten en elke plaats, klein ook, heeft minstens een livarplein, of straat of kroeg, man die Zuid-Amerika van vervloekte Spanjaarden bevrijdt zal wel door eenieder, groot klein, ten eeuwigen dage beke blijven. In Tunja is echter meer te zien dan deze symbolise heldenmonumenten en hel spronkelijke museum-huis van tan schi 1 >01 ited hooi op k 0 zijde 'n<fei ting enti 'W den niet gen PERS, RADIO EN TELEVISIE Er is in Columbia vrijheid van drukpers, die in de grondwet is vastgelegd. Het perswezen kenmerkt zich door een vrij grote mate van objectiviteit, intellectualisme en verscheidenheid. Er zijn ongeveer 40 grote tot middelgrote dagbladen die dagelijks teza men ongeveer I min. lezers bereiken. De vier grootstelandelijk verspreide kranten zijn de liberale bladen El Tiempo en El Espectador (oplage elk ca. 200.000). Ter gelegenheid van het 90 jarig bestaan van dit bijzonder invloedrijk dagblad werd trouwens een speciale postzegel 1976) uitgegeven met de afbeelding van de invloedrijke stichter van het blad Fidel CANO en anderzijds de conservatieve bladen El Siglo en La Repüblica (opl. 220.000), alle vier uitgegeven in Bogota Ook week- en maandbladen zijn volop te krijgen. Enkele belang rijke, voorat politiek georiënteerde weekbladen zijn Cromos, Estampa en El Catolicismo. Een belangrijk weekblad is nog El Campesino, dal in het kader van de Acción Cultural Popular (het nationaal alfabetiseringsprogramma) vooral op het platteland wordt verspreid (opl. ca. 70.000 ex.) Radio en televisie zijn voor een belangrijk deel commercieel opgezet. Er zijn ruim 200 radiostations en 2 televisiezenders. Het aantal radio-transistors en televisietoestellen bedroeg in 1976 resp. ruim 2.8 miljoen en ruim 650.000. Natuurlijk kan er nog heei wat worden verteld over Bogota en zijn onmiddellijke omgeving. Maar er is meer. Er is en blijft nog heel Columbia, misschien schiet er ons nog wel iets speciaals te binnen. Dan hebben we nog de tijd. TUNJA MAG MEN NIET OVERSLAAN In het noordergebied van Bogota ligt de vroegere Sage-streek van Dorado met het meer of de lagune van Guatavita, waar de goudprins grondlegger van de stad GonzJ Rcndón is goed bewaard en zuiw van stijl en bouwtrant. Rond Tunf liggen nog andere prachtige nii ren. zonder goud, maar wel vuld met prachtige zeiljachten de huidige gouden adel van gota. Geen spek voor onze fc Nu is hel echter wel zo: vermi tussen al die hoge Andesuitlo slechts één autoroute ligt, i men op en af langs dezelfde En dan ligt Tunja ver voo daguitstapje!

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 28