alles bezitten en ereenstemming iten. De staat it aats van het i Wat gebeurde er na de oorlog, als niet afgestudeerde oudstrlj- dcr van amper 20jaar? In 1919 ging ik naardeU.L.B. te Brussel, de vrije universiteit. Ik studeerde er kommerciële en konsulaire wetenschappen. Ik gradueerde als licenciaat in deze wetenschappen. Het leven kon dan pas goed beginnen. Wanneer en met wie bent U tenslotte gehuwd? Ik huwde met Ghislaine de Potter-d'Indoye, de dochter van een te Etterbeek verblijvende Gentse familie. Dit was op 18 juli 1932. Vormt de adel een aparte kaste? Dit geloof ik zo direkt niet. Wij doen niet aan meer kastevor- ming dan om het even welke andere sociale groep. Het is normaal dat men meer kontakt heeft met mensen die dezelfde belangstelling en zelfs dezelfde belangen hebben. Dit is niet steeds een voordeel aangezien wij vrij dikwijls ons persoonlijke gevoelens op de achtergrond moeten plaatsen. Als adel. tenminste zó zie ik het, heb je meer plichten dan voorrechten. Om deze plicht tegenover het volk te kunnen volbrengen moet men volledig onafhankelijk kun nen staan tegenover elke druk van buitenaf. Er moet een doorstroming zijn van onder naar boven zonder zijdelingse invloeden. Dit lykt wel op een politiek credo. Bent U in de grond een politieker? Ja. maar geen hedendaags partijpolitieker. Het is trouwens een familietrek. In het Kortrijk- se doen mijn neven ook aan politiek. Toch viel de naam de Bethune weg uit de plaatselijke en nationale politieke arena. Het werd als onafhankelijke als maar moeilijker. Als men alleen maar de belangen van de eigen kiezers wil verdedigen en zich daarna laat richten komt men niet meer in aanmerking in de politiek. Kijk maar naar de Aalsterse politieke geschiedenis. Vanuit Brussel werd destijds een wild vreemde man aan Aalst opge drongen. Woeste met name. Deze kende noch Aalst nog zijn kiezers en men kent de drama tische gevolgen ervan. Na Woes te werden de kiezers opnieuw gesingeleerd. Mijn oom, Louis de Bethune haalde, na 1918, op de Katolieke lijst meer naam stemmen dan Moeyersoen, toch zou deze uiteindelijk kopman worden, ministèren staatsminis ter. Toen hij niet verkozen werd maakte men hem provinciaal senator. In 1936 kwam Louis de Bethune nog afzonderlijk op en haalde in die tijd. toen alleen de mannen mochten stemmen, 4000 naamstemmen. IJ bent dan in zijn voetsporen getreden na de laatste wereld oorlog! In 1946 en in 1949 kwam ik op de CVP-lijst te staan, steeds als 4e of 5e op de lijst om zeker niet verkozen te zijn. Ik was wel goed om stemmen aan te brengen. Ook toen haalde ik meer stemmen dan de toenmalige lijsttrekker; weer een Moeyer soen. In politiek is er geen weg tussen in. Ik besloot dus de CVP te verlaten. In 1951 kwam ik dan met een onafhankelijke lijst op. Dit was toen de C.V.V.-de Christelijke Vlaamse Volksunie de eigenlijke voorloper van de huidige Volksunie. Lijsttrekker van die lijst was de latere Volksunie volksvertegenwoor diger Richard Van Leemputten. U was dus weer de stemraenaan- brcnger en toch kwam IJ op deze lijst wel op. Waarom? Eerst en vooral om de CVP een les te leren, en dit is gelukt. Tot voordien had deze partij drie volksvertegenwoordigers in het arrondissement Aalst. Sedert dien zou zij zich met twee dienen tevreden te stellen. Deze C.V.V.-lijst werd toen als een lijst van de zwarten bestem peld, de opvolgers van VNV en Vlaamse koncentratie. Ikzelf en mijn mensen maakten er deel van uit als onafhankelij- ken, als Boerenfronters en als Vlamingen. Dat dit een zwarte lijst zou geweest zijn is wel verwonderlijk want zwarten mochten toen noch stemmen, noch zich verkiesbaar stellen. Wij hadden dus van de zwarten niet veel stemmen te verwach ten. wel van onafhankelijke Vlamingen. Hoeveel stemmen haalde U nog op? Er werden veel kopstemmen uitgebracht op de CVV-lijst. Veel van mijn kiezers hebben ofwel op de kop ofwel op naam van Van Leemputten gestemd. Ik hield toch nog 3500 stemmen op mijn naam over. Dr. Van Leemputten kreeg er 4000. Het was toch wel een ongewoon verschijnsel, een zogenaamde «franskiljon» samen met de erfgenamen van de Vlaams Nationalisten op eenzelfde lijst. Het is niet mijn schuld dat ik als Vlaming nooit de kans heb gekregen om Nederlands te leren, maar ik ben daarom niet minder Vlaming dan om het even wie. Ik heb niks tegen de Vlamingen, ik ben er zelf een! Ik had veel sympatie voor de andere mensen van de lijst o.a. voor Dr. Van Leemputten die een goede kennis was. Toen de C.V.V. in de Volksunie zou opgaan was U er echter niet meer bij. Toeval? Toeval en ook weer niet! Op dat ogenblik heeft men mij daar ook gevraagd. Mijn weigering ge beurde toen om dezelfde reden als mijn vroegere weigering verder mee te doen met de C.V.P. Ik wenste niet als kansloze stemmenaanbrenger te fungeren. In de politiek dient allereerst persoonlijk te slagen, men moet zorgen dat men erbij getaakt. Ik heb tenslotte steeds politiek willen bedrijven, mijn politiek. Wat is uw politiek? Mensen helpen en mijn gegeven woord houden. Dit kan alleen als men onafhankelijk kan blijven. De huidige politiekers beloven maar en doen niets. Het zijn meestal advokaten. notaris sen en diesmeer die van het geld van de mensen moeten leven. Ik ben nooit rechtstreeks of onrechtstreeks door de men sen betaald voor mijn politieke inzet. Hoogstens hield ik er af en toe eens een hesp aan over. Waar stond u politiek in de woelige jaren tussen de twee wereldoorlogen. Eigenlijk heb ik nooit echt bij een partij gehoord. Toen al evenmin. Wel was ik een DINASO-sympatisant en voor Joris Van Severen heb ik steeds de hoogste achting gehad. Wel vind ik dat Vlaanderen in België thuishoort en er deel moet van blijven uitmaken. Gelooft U in de adel als een elite. Is het inderdaad zö dat «Nobles se, oblige!»? Ja, als deze elite bereid is zich ook geheel ten dienste te stellen en zich desnoods op te offeren. Als de adel niets meer doet verbeurt het deze elite-opdracht. Er zal dan een nieuwe elite komen en die is er eigenlijk reeds, kijk maar rondom U want er zijn steeds nieuwe leiders nodig. Alleen blijft de vraag: staan dezen geheel onaf hankelijk ten dienste van het volk. Vroeger zaten overal de «de Bethunes» in de weg aan de top om zó te zeggen, maar er is niets veranderd want nu zitten overal de zonen van hun partijpolitieke vaders in de weg en beletten de doorstroming van onder uit. Demokratisering is een grote zaak als iedereen hierdoor echt een kans krijgt. De kopstem belet ook de demokratisering in de politiek. Baron Etienne de Bethune-Sul- ly, woont te Aalst en stemt te Aalst, maar op wie wou hij echt niet kwijt. Kontakt met Aalst heeft hij echter niet meer. In de winter verblijft hij in Zwitser land en in de lente in Marokko. In de zomer speelt hij gastheer voor zijn kleinkinderen te Aalst. Als hobby houdt hij zich bezig met familiekunde en is hiervoor haast voortdurend op pad. De meeste opzoekingen gaan uit naar de eigen familie en de streek van herkomst, Vlaande ren, Kamerrijk, Picardië. Toch komt hij langs deze weg ook wel eens verder terecht zoals onlangs nog te Aix-en-Provence. Hij is redakteur van «De Vlaamse Stam» een tijdschrift voor fami liekunde en familiegeschiedenis. Van zijn hand verschenen reeds verschillende werken, in eigen beheer, over geneologie en heraldiek o.m. in 1973 «La chanterie de la Cathedrale de Tournai» en in 1970 «La Seigneurie de Ten Dale, dit Tattea, a Reckem» en verder nog «Testaments Tournaisiens et compte d'executions Testamen- taires». En als het waar is wat door de meeste historici van de adel wordt gezegd, nl. «La noblesse ne ce con<;oit hors du monde rural: sans lui elle ne serait pas, de lui elle tire presque toute sa substance» dan is dit zeker voor de Aalsterse baron de Bethune haast letterlijk zó te stellen. Inderdaad. Etienne de Bethune is weliswaar een edelman, maar meer nog een boer, een man van het land- Maar is er nog plaats voor boeren? E.V. Baron Je Bethune-Sully (JM) maar de gewone konflikten tussen de ondergeschikten en de superieuren. Misschien waren wij op dit ogenblik nog niet in staat om de kern van het Vlaamse probleem door te vatten. Met de Frontbeweging hadden wij toen geen kontakten. Na de oorlog echter ben ik wel lid geworden van de Vlaamse Oud-Strijders, de VOS-sen, en dit ben ik ononderbroken geble ven :et ti tte ilekt Je Bethune ontwierp Jeze kérk In Jeze voorgevel ziet u het beclJ van Je heilige St. Etienne zeggen, want ik kwam pas in 1919 terug naar Aalst. Van uit Engeland heb ik mij als oorlogs vrijwilliger aangemeld in 1916, ik was toen nog geen 17 jaar. Ik raakte gewond aan het front. Dit alles was goed voor één front streep. Bovendien ben ik oor- logsinvaiied. U bent dus een oude front rat. Was het normaal dat de zoon van een baron aan het front, in de vuurltyn terecht kwam? Als men gewoon soldaat was dan gebeurde dit van zelf. Ik was bij de artillerie als gewoon soldaat. Dat was mij gelukt door te weigeren, na de eerste opleiding, om naar de officier-school te Lerens- (JM) bezitten en dit is niet met mijn De staat mag niet in van het volk staan in dienst ervan. Dat is de opdracht en taak gezag, van elke gezags- wereldoorlog was U Bugc iinui, hebt U daaraan ^MVinneringen. H wat. goede en minder ji Toen de oorlog uitbrak - -\tte de familie naar Enge- 'J Het kasteel Overhamme gedurende de oorlogsjaren als hulppost van het Kruis gediend, maar dit alleen maar van horen gaan. Hierover deelde ik dezelf de mening als mijn neef Pedro de Hert'die ook aan 't front zat als gewoon soldaat. Wij waren van oordeel dat het onze plicht was om onder de gewone jongens te blijven. Had IJ aan het front kontakten met de geheime frontbeweging? Wat bedoelt U, ik begrijp de vraag niet direkt. Wist U af van het verzet van de Vlaamse frontsoldaten tegen de diskriminatie vanwege de mili taire overheid waaronder de Franse bevelen? Wij hoorden wel over moeilijk heden maar dit leken ons alleen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 15