LEBBEKENAAR
G TEUGELS
IN BELFORT
TE AALST
'T SEGHERSHOF LOKT DE WANDELAAR BINNEN
De Voorpost - 19-5-1978 - 9
3e LombaertMeer met
94iuziek bezig zijn. Ik zou
30jeggen eerst muziek dan
lllefechniek.
een klaslokaal. Voorbeeld van een schrijnend gebrek aan ruimte (JMf
Dat is wel goed gezegd.
ik zou zeggen in de mu-
ikakademie meer muziek
in akademie.
U doceert ook nog aan
:n et konservatorium te Brus-
i. f-
ori i, notenleer.
in verband met de kwali-
e it van de school hier in
list moet ik U zeggen dat
n anneer leerlingen van hier-
iet t door ons naar een kon-
i.1 irvatorium worden ge-
a uurd die allemaal prachti
ge» resultaten behalen.
Ken je oud-leerlingen
I 3le er zijn in geslaagd om in
cftt recente verleden ook in
?ri(e muziekwereld naam te
aken!
ir zullen er waarschijnlijk
el zijn hoor maar ik kan ze
ich niet situeren. Men ver-
ist die mensen ten on-
:hte uit het oog.
De akademie heeft er
slist belang bij om te
rimenteren wil men de
Ie studenten niet elders
ijtspelen.
dat willen wij vermijden.
Men krijgt de indruk dat
een visie in het verleden
ioit gesteund is geweest.
maar het is misschien
ich ook gevaarlijk wanneer
ten daar als direkteur zelf
en honderd procent kan
:hter staan- en voortgaat
lp iemand anders. Terwijl
ook niet weet of die
iensen dat aankunnen en-
Van het pad afstappen
niet alles,
lutsebaut: Het is belang-
Ijk de verantwoordelijkhe-
len te spreiden. Het is af
stappen van die overregle-
ienteringen van A tot Z.
laar men moet ook gaan
lenken wat men eigenlijk
in het onderricht wil ma-
Men zou aan de
:hoolhoofden meer arm
slag moeten geven. Men
nt|tan dan meer vertrouwen op
Ie kapaciteiten van de di-
fekteur en de leraren. Men
loet er werkelijk voor gaan
:orgen dat de school kwali-
'i'feit aflevert. Op een soepele
n wijze met inspraak van de
el [direktie.
De Lombaert: Men zoekt
imsdaarook naar in het konser-
lirtvatorium hoor. Het is niet
igemakkelijk. Men zou wil-
gaf len vanuit de notenleer naar
drsde hedendaagse muziek
1 ^stappen en zo vlug moge-
i lijk.
'ai VP. Er zijn dus positieve
gotvoornemens, hoe zit het
rkimet de relaties tussen aka
demie, muziekmaatschap-
3kd pijen en andere organisa-
grlties zoals akkordeonscho-
d len.
e« Hutsebaut Ik geloof dat
midieeigenlijk tweezijdig zou
den moeten zij. Wij hebben
itiiiuitdrukkelijk in de kommis-
l ojsie gezegd dat we wensen
orlkontakten te leggen. Wij
>lifl| willen de behoefte nagaan.
Ook van de toneelmaat-
schappijen met het oog op
il leen kursus regie,
tel Dat geldt voor de buiten-
a« akademische relatie met al-
voi disciplines. De muziek-
ts maatschappijen zouden
in» Mer in feite een rekrute-
dij ringsveld moeten vinden
jeil van mensen die lessen vol-
sa 9en en zich in het sociale
nel 'even van de stad wensen
orlin te werken. De relatie
val moet divers zijn. Zij zouden
I ons tevens regelmatig kun-
i nen konsulteren om ons te
zeggen: dat zijn de noodza
kelijkheden. Kwestie van
oriëntatie voor onszelf.
De Lombaert: Het mense
lijke kontakt zou dan ook
eerst moeten komen. In
sommige maatschappijen
is het al gebeurd dat we
worden uitgenodigd naar
konserten. Van onze kant
hebben wij dat ook gedaan.
Hutsebaut: Dat is een
eerste stap. Wij hebben het
uitdrukkelijk in de kommis
sie beslist dat wij kontakten
gaan leggen en daarvoor
hebben wij ook een grotere
administratieve hulp
vraagd aan de stad.
De Lombaert: De maat
schappijen moeten vooral
leren begrijpen dat wij voor
hen geen konkurrentie zijn,
ik bedoel die twee orkesten
die we eerder vernoemden.
Wij maken eerder een leger
van muzikanten klaar voor
hen. Dat is het. Het gaat
niet direkt zijn vruchten af
werpen. Maar als leerlingen
hier in een orkest hebben
gespeeld dan hebben zij de
smaak te pakken. En als zii
dan stoppen, om welke re
den dan ook, dan gaan zij
spelen in een muziekmaat
schappij.
Als ze hier anders buiten
komen met x aantal stu
dies, een stukje van hier en
van daar, met een getuig
schrift of diploma dan gaat
het instrument de kast in.
Daar komen ze nooit meer
aan. Wie heeft later nog de
zin en goesting en wie vindt
nu nog iets in een studie
stuk dat hij ooit heeft ge
speeld. Maar ik durf U zeg
gen dat de leerlingen die al
op een van de audities heb
ben gespeeld dat nooit van
hun leven vergeten. Ik vind
dat we daar moeten toe ko
men.
Hutsebaut: Dat is de parti
cipatie gedachte. Als ze
hier buiten komen moeten
zij naar iets anders kun
nen. Het moet niet gewoon
muziek om de muziek blij
ven.
VP. Het zou mogelijk zijn
een akademisch orkest sa
men te stellen waarin ook
afgestudeerden kunnen
spelen.
De Lombaert: Dat zou dat
kunnen worden. Het is een
verdere stap zelfs.
VP. De stad zou op deze
manier ook een eigen sym
fonisch orkest kunnen in
stalleren.
De Lombaert: Inderdaad
Maar zoiets moet vanuit d€
school kunnen gebeuren
Dat is ook een kwestie var
discipline. De ge
bondenheid aan de school
Men kan hier eisen stellen
welke buiten de school niet
meer gesteld kunnen wor
den.
Hutsebaut: Organisato
risch blijfjj-het ook nog een
probleem.
De Lombaert: Als wij op
deze manier oud-leerlingen
kunnen opvangen dan is dat
een formidabele zaak. Mu
ziek is om te blijven doen.
VP. Hoe zit het met ballet,
is daar enige konkurrentie!
Scholen zijn er niet, wel
enkele private initiatieven.
Maar ook daar is er moge
lijkheid om iets anders te
brengen. Ik heb daar met de
leraren al over gesproken.
Het kreatieve element kan
daar ingevoerd worden. De
Jazz-muziek b.v. Men moet
niet blijven bij die danspas
jes van weleer. Men kan al
lerhande technieken ont
wikkelen maar dan op een
andere basis.
Hutsebaut: Het moet le
vendiger en aantrekkelijker
worden gemaakt.
VP. Zijn alle kommissiele
den genoeg betrokken bij
een van de disciplines.
Want als wij hier spreken
van nieuwe vormen van bal
let en muziek dan moet men
er ook wat van af weten
Hutsebaut: Het zijn geen
mensen die er juist maar bij
zijn omdat ze behoren tot
een bepaalde partij. Het zijn
mensen uit de praktijk.
Mijn ervaring is, ook voor
Je toekomstige kommissie
eden dat die mensen toe
reden uit liefde voor mu
ziek, ballet, toneel of weet
k veel. Zij zitten er geënga
geerd in. Dat is juist het
Deste bindmiddel, ze be
antwoordt aan haar rol.
De LombaertIk geloof dat
net zo moet zijn in een
school en niet dat iemand
net allemaal uitstippelt, dat
is verleden tijd. Zoals vele
zaken moeten gebeuren in
overleg met de leraars.
Hutsebaut: Een direkteur
moet de kommissie achter
zich hebben. Dat is een
vaste steun. Een kollektieve
verantwoordelijkheid. Er
zijn hier leraars welke zich
vrijwillig inzetten voor de
zaak.
De Lombaert: Ik vind per
soonlijk wel dat wanneer le
raars in een konsert optre
den dat daar dan een ver
goeding moet voor zijn. Al
was het maar als stimulans.
Hutsebaut: Wanneer er een
konsert wordt gepland dan
is het zo dat van de leraars
wordt verwacht dat zij hun
medewerking daarvoor ver
lenen. Het zijn volentaris-
tische zetten en het aantal
bedraagt 5 tot 6 per jaar,
gespreid over verschillende
disciplines.
VP. De leraar kan zich daar
in wellicht zelf aan een test
onderwerpen.
De Lombaert: Het is maar
logisch tenslotte dat wan
neer men muziek geeft men
ook aan muziek kan doen.
HutsebautWij moeten
meer kontakt zoeken met
het verenigingsleven. Dat is
een maatschappelijke fina
liteit.
Roger D'Hondt
't Seghershof, alias het Griffiershof werd vorige vrijdag met
de nodige luister en bloemen geopend voor het publiek. De
eerste bezoekers werden verrast met een stemmige
evergreen-muziek, smakelijke hapjes en geselekteerde dran
ken. Toen wij door de grote inrijpoort kwamen, genoten we
van het zicht op de prachtige Spaanse gevel die het oude
woonhuis siert.
Op het frisse binnenhof houdt de vierkantige monumentale
schouw van de vroegere stokerij de wacht.
VOLKSE TYPEN
Teugels houdt van het kontakt
met het volk. Typische koppen
uit de familiekring en uit de
buurt, die hij in steeds maar
wisselende fysionomie op het
doek brengt, bevestigen dat.
Zo stond vader Teugels, reeds
meerdere malen model. Nu
eens met een strooien hoed,
met een verbeten blik in de
ogen, die vastberadenheid en
direkte aanpak onthult. Dan
weer als «Palmdrinker», de blik
even omhoog, verlekkerd op
wat gebeuren gaat
Of «Manke Gust» of «De Slin
ken», een Lebbeekse volksfi
guur, een onachtzaam gerolde
sigaret in de mondhoek, met
een wereld achter de ogen,
waarin rijke ervaring verborgen
zit en schalksheid troef was
Of het erg knappe portret van
«De Jakken», zachtmoedig en
guitig tegelijk, of «De Kranten
lezer», piepend door een bril
letje, naar de kleine lettertjes
OfWe zouden kunnen
doorgaan. Zonder echter de
Het mooi ingerichte regie- en toneelklasje op de zolder van huis 17, het
vroegere jeugdklubhuis Tanu (JM)
Je zou Georges Teugels de schilder bij uitstek van het agra
risch leven kunnen noemen. Maar dan ben je onvolledig. Je
kan zijn liefde voor de volkse typen beklemtonen. Of zijn
subtiele weergave van kleurrijke bloemstukken. En zijn sfeer-
rijke clair-obscurtechniek prijzen. Maar dan heb je zijn rijke
mogelijkheden evenmin kompleet samengevat.
Want bovenal is en blijft deze Lebbekenaar het kunstminnend
publiek verbazen met werken, waaronder je zonder aarzelen
zijn naam kan schrijven. Persoonlijk werk dus. Eigen aan
Georges Teugels. Werken die «af» zijn bovendien; schilde
rijen waarvan vorm en inhoud één zijn.
Momenteel stelt deze 41-jarige Lebbekenaar die twee jaar
geleden laureaat werd van de Prijs voor de Schilderkunst van
de Falluintjesstreek en te Brussel en Parijs studeerde een
uitgebreide reeks werken tentoon in het Belfort te Aalst. De
keizerlijke stede mocht vroeger reeds kennis maken met zijn
werk. Het hernieuwde kontakt bevestigt al het positieve, dat
omtrent het werk van deze kunstenaar reeds gezegd en ge
schreven werd.
Wij stappen langs een brede
trap naar boven en ontdekken
onder de dakpannen een gezel
lige zolder, ingericht als taver
ne. Het antiek interieur werd
behouden zoals vroeger was:
we zien de genummerde dak
balken, met de hand gezaagd
en geschelpt, verbonden met
houten pinnen. Zelfs de oude
hooischelf is bewaard geble
ven.
De uitbaters, de heer en me
vrouw De Gank, hielden de
versieringen aan de antieke
kant: naast enkele met stro-
bloemen versierde wanmolens
van weleer, zien we een mooi
antieken eiken kast en een ver
sierde piano. De buikvormige
ton-toog misstond niet in het
geheel. De twee oud-
porceleinen tapkranen, voor
zien van een brede koperen
band, vormen eveneens een
speciale blikvanger. Hier en
daar werd een mooi gordijn op
gehangen om de huiselijke
sfeer nog te onderlijnen en om
de nooduitgang te verbergen.
Toen we weer op de binnen
koer stonden, konden we niet
nalaten een bloembak te oe-
wonderen. Eén zijde ervan was
een oude boomstam. Volgens
enkele mensen zou daar de in
gang geweest zijn van een on
deraardse gang. Bij de ver
bouwingen is men er alleszins
gestuit op welfsels, die in die
richting wijzen. Toch heeft men
alles weer toegesmeten. Wij
vragen ons af waarom men niet
gaan onderzoeken is: mis
schien ontdekte men die gang
van Hof De Witte naar de abdij
van Affligem wel. Wij moeten er
echter op wijzen dat velen
spreken van die onderaardse
gang, maar dat niemand, ook
de laatste eigenaar niet. durfde
beamen dat die ooit bestaan
heeft. Toch vonden we in een
oude wandelgids voor Hekel-
gem volgende aanduiding:
«T erwijl dom Beda Regaus zich
in het bed van vrouwe
Benedikt-Emmanuel schuil
hield voor de Fransen, zochten
alle huisgenoten een onder
komen in de schuilplaats van
de hoeve, die veel geheimen
had.»
De ingangspoort van het vroegere Griffiershuis uit 1752, nu omgedoopt
tol Seghershof JM
Vermelden wij nog dat 't Se
ghershof de op één na laatste
zolder is van belang in Hekel-
gem. Een soortgeliijke plaats
vinden we nog in de Diepe-
straat in het Hof ter Saele. een
oud gerechtshof waar zittingen
van rechtsvonnissen plaats
hadden Daar woont momen
teel Karei Druwé, bekend mu
sicus en leider van het «Johan
nes Ockeghem-gezelschap».
Indien U zich wil overtuigen van
de pracht van het gebouw en
de gezelligheid binnenin, raden
wij U een bezoekje aan op een
zaterdag- of zondagnamiddag.
Vergeet echter niet de onaan
geroerde gevel uit de 18de
eeuw, waarvan de deuren en
de luiken onmiskenbaar nog
van toen dateren, te bewonde
ren. Spijtig genoeg is het gg-
heel van op de baan Aalst-
Brussel niet te zien.
R. Devijver
De laatste bewoner van het Seghershof: de heer Gustaaf De Witte (84) (JM)
koppen te vergeten, die de
kunstenaar uit eigen verbeel
ding op het doek plaatste.
Kleiner van omvang overigens,
maar steeds de kenmerken
openbarend van Teugels'
knappe portretteerkunst.
BOERDERIJEN
Teugels verlaat het portret,
wanneer hij zich aan het schil
deren der binnenkoeren van
boerenhoven zet. De mens
verdwijnt dan. De materie ver
schijnt: idyllische binnenkoe
ren, in knappe clair-
obscuretechniek op het doek
gebracht. De romantiek van het
haast kompleet verdwenene.
Stemmige hoekjes die rust uit
stralen en de toeschouwer
mijmerend doen terugdenken
aan 't noeste werk, dat even
tevoren misschien nog, gepres
teerd werd.
Een bijzondere knappe weer
gave van de speling van licht en
donker treffen we aan in de
binnenzichten van «wagenko
ten». Enkele koppen scharre
len in het stro, een mand en een
«driewielkar» vervolledigen het
geheel. In het typische bruine
koloriet brengen ze telkenmale
de sfeer terug, van tientallen ja
ren geleden. Toen het werk op
de boerderij nog vorderde te
gen een stevig, maar geens
zins jachtig tempo.
VELDRUIKERS
Prachtig van koloriet zijn de
veldruikers, in warme kleuren
op het doek gepenseeld, de
rijkdom onthullend van de na
tuur. Werken die stuk voor stuk
de technische kwaliteiten van
de kunstenaar reveleren
Ook het dier spreekt Teugels
aan. Een enkele keer een rijke
jachtbuit aan fazanten. Meestal
echter het paard. De meest
edele verovering van de mens.
Getrouwe metgezellen, die
stoerheid, kracht maar vooral
aanhankelijkheid uitstralen. Hij
penseelt enkel de koppen, ot
een idyllisch toneeltje in de in
timiteit van de stallen. En
steeds slaagt hij erin door de
speling van licht en donker de
essentie te vatten.
Nieuw in het oeuvre van de
Lebbekenaar zijn de penteke
ningen verhoogd met olieverf
In hoofdzakelijk bruinen schil
dert hij er volkstypen en karre-
koten mee. Verrassend deco
ratief overigens.
In al zijn werken echter, welke
technieken Teugels ook aan
wendt, komt de romanticus bo
ven, de kunstenaar zowel als
de mens, die uit de romantiek
van het verleden, de kracht
haalt, zijn kunstenaar-zijn
voortdurend opnieuw te bele
ven. Tegelijk aan de toeschou
wer de kans biedend, van al dat
schone mee te genieten.
De tentoonstelling van de wer
ken van Georges Teugels, is
nog toegankelijk tot 22 mei.
elke dag van 10 tot 12 en van
14 tot 20 uur, in het Belfort,
Grote Markt te Aalst.
Pierre Van Rossem