GEEN TRANEN MEER OM ZIJN OUDERS TE BEWENEN KOLWEZI: EEN NIEUWE GRUWELIJKE ERVARING Hm.iM.iniimni>nmi Ie rug. Zuste hospitaal va vlet haa bcslotc kunne "18 - 26-5-1978 -De Voorpost Voor ons zitten Alfons 't Kindt en zijn echtgenote Agnes Baeyens uit Schoonaarde. Ze zijn voor enkele dagen uit de hel van Kolwezi teruggekeerd. Have en goed hebben ze in Zaire moeten achterlaten. Het is hen aan te zien dat het deugd doet rond hen vrienden te zien, mensen die ze voor anderhalf jaar hebben verlaten en plots, ge dwongen door de omstandigheden, eerder dan verwacht terugzien. Hun twee kinderen, de 13 jarige Marie-Christine en de 11 jarige Chris spelen op straat. Blijkbaar hebben de wreedheden die ons de laatste dagen uit Sjaba bereikten hen niet geschokt. Al vertrekt het lieve snoetje van Marie-Christine in een lelijke grimas w anneer haar vader het heeft over de vele lijken van zwarte soldaten die ze tijdens hun vlucht naar het vliegveld van Kolwezi hebben gezien. Aan de keurig gedekte tafel wordt gegeten onder het belangstellend oog van vader en moeder die met zichtbaar gelukkige interesse de eetlust van hun kinderen en kleinkinderen volgen. Zegt Agnes: «Varkenvlees hebben we de laatste tijd niet veel gegeten. Het was er meestal niet te verkrijgen. En dat was zo met heel wat dingen het geval. Je moest steeds kopen in het vooruitzicht van.» Meteen snijdt ze een kernprobleem aan van het huidige Zaïre, het voormalige Belgisch Kongo dat onder het huidige regime sterk de afgrond ingaat. Alfons 't Kindt doet zijn verhaal over zijn belevenissen in Shaba. Rechts achter hem zijn dochter Marie-Christine v) ONAFHANKELLJKHEIDSDRANG Het ligt niet in onze bedoeling de geschiedenis van dit land weer op te rakelen. Wel willen we erop wijzen dat Zaïre zowat een smelt kroes van burgeroorlogen, stam mentwisten en persoonlijke vetes is geweest. Vooraanstaande poli tici werden vermoord, gewone burgers neergekogeld. bloed werd vergoten, stammen uitgeroeid. Dat was het trieste beeld van de eerste jaren na de onafhankelijk heid. In 1964 had men het op de blanken gemunt. Toen reeds was een inzetten van onze paratroepen noodzakelijk om de blanken te evakueren. Niemand heeft toen kunnen denken dat deze legereen heid nog een tweede keer zou moe ten optreden in een vreemd land. Onze para's kregen telkens de op dracht de blanken te bevrijden, waar mogelijk zonder de wapens te gebruiken. In 1964 was dat niet steeds mogelijk. Nu maakten zij geen enkel slachtoffer. Integen deel. ze werden overladen met fe licitaties, niet alleen van de Belgi sche bevolking ter plaatse, maar ook vanwege de andere blanken. Ondertussen was onder impuls van de legendarische Moise Tsjombe de provincie Katanga het huidige Sjaba begonnen aan een onafhankelijkheidsstrijd, die nu nog steeds verder gaat. Het welstellende Katanga de «Union Minière» was er gevestigd bezat immers een ruime bron aan grondstoffen om zijn onaf hankelijkheid geldig te maken. Toch mislukte deze opstand. De leider ervan werd verbannen. Ka- savubu diende kort daarop de macht in handen te geven van een militair, zijn naam Joseph Mo butu. Een gunstige kentering deed zich voor: het land streefde naar een zekere eenheid. Toch ijverden de Katangese gendarmes in het geheim voor een vrij Katanga. Om die idee de kop in te drukken haalde Mobutu zijn vijand Tsjombe terug naar Zaïre en stelde hem aan het hoofd van een rege ring. De grote verzoening was tot stand gekomen, de problemen wa ren van de baan. Dacht men. Tsjombe werd echter vermoord en opnieuw waren er moeilijkheden. Dichter bij ons in de tijd 1977 ontstond er een nieuwe opstand in Sjaba. Rebellen vielen de pro vincie binnen en trokken een plunderend spoor. Alfons.'t Kindt was net 8 dagen in Kolwezi aan gekomen. Zijn vrouw zou vier maand later overkomen. De op- Kleine Chris heeft zijn grootvader net de gevonden hulzen laten zien (v) De familie 't Kindt voor het ouderlijk huis, v stand werd echter onderdrukt. Maar rust kwam er niet meer. Het werd een dagelijks vechten voor het bestaan. Voedsel werd steeds schaarser, de konuptie nam met de dag toe. -De laatste tijd was het zo erg dat men in een winkel vlees kon kopen wanneer je er een kilo rotte vis bijnam», vertelt Agnes Baeyens. «Wanneer er boter te verkrijgen was, moest je die ko pen, zelfs al had je nog voorraad. Het kon immers best zijn dat er de dag nadien helemaal niets meer te verkrijgen was». Tussendoor wordt er gesproken over de geld ontwaarding: in ons land betaalt men voor een zaïre 46 F. Ginds is de waarde gedaald tot 12 F. Een ander facet is de armoede van de zwarten: een zak meel kost 60 zaire. Volgens westerse normen niet zo erg veel. Het wordt echter een fortuin wanneer men weet dat een neger 45 zaire per maand ver dient. Dan krijgt die zak meel een totaal andere waarde... DE INVAL We hebben dit geschreven om de lezer een beetje inzicht te geven in de sociaal-ekonomische kontekst van Zaïre. Het is belangrijk dit te weten. Het is even belangrijk te weten dat honger en korruptie de beste voedingsbodems zijn voor een revolutie, die voor een eerste keer vorig jaar het hoofd opstak en werd neergeslagen. Maar wie dacht dat het voorgoed gedaan zou zijn met de opstandelingen had het mis voor. Alfons 't Kindt heeft zelfs sterk het vermoeden dat de opstandelingen van vorig jaar een onderkomen hebben gezocht in de brousse. Wat best mogelijk is. De onmetelijke wouden vormen im mers een uitstekende schuilplaats. De rebellen kwamen ook nu totaal onverwacht. Hun komst was niet af te leiden uit bepaalde voorbodes (die waren er immers reeds ge ruime tijd). Het was een gedisci plineerd leger, dat zich bezon digde aan praktijken als plunde ring en laffe moord. Waar ze op- verzet van het Zaïrese leger stuit ten werd er uiteraard gevuurd. Maar veel tegenstand was er niet. Immers soldaten van het officiële leger liepen over. De burgerbe volking sympatizeerde met de re bellen. Hun toestand kon immers daarmee niet verslechteren. Nu, wanneer de opstand lukte, zat de kans erin dat paal en perk werd gestald aan de korruptie. Het hele gebeuren speelde zich af op zaterdagmorgen, net op het ze nu een voorlopig onderdak heeft gevonden (v) den dat ze amper konden optillen. Zij schoten op alles. Bij de rebel len waren ook Cubanen, al was dat maar bij de aanvang. Toen de Franse para's, mannen van het Vreemdelingenlegioen die duide lijk tuk waren op oorlogvoeren boven de stad werden gedropt be gon voor velen het droeve avon tuur. Alfons 't Kindt slaagde erin met deze mannen kontakt op te nemen. Men raadde hem echter aan zo lang mogelijk binnen te blijven. Wel viel hem op dat de opdracht van deze troepen eerder militair was gericht. De Fransen hebben immers met het gebruik van de wapens zich een weg ge- ogenblik dat de mensen klaar stonden om naar hun werk te gaan. Alfons 't Kindt, die zelf parako- mando is geweest, had dadelijk de toestand door: hij besloot zich sa men met zijn vrouw en twee kin deren te verschansen in de badka mer. Dat bleek later een goed idee te zijn. De vensters en deuren werden ge- barikadeerd met matrassen en op het terras stapelde hij blokken hout. Door de stevige muren van zijn woning konden de kogels niet binnendringen. Dat wist hij. Zijn woning lag dichtbij het hoofd kwartier van het Zaïircse leger en was dus erg gehavend onder het spervuur van beide legers. Toen het hoofdkwartier in handen van de rebellen viel, keerde rust enig zins weer. Niet voor lang echter, want de mirages van het Zaïrese leger begonnen met het bombarde ren van het hoofdkwartier De schrik bij het gezin 't Kindt maakte plaats voor panische angst. Alleen van mortiervuur en bombardementen kon het gevaar komen. Via de radio volgde hij de gebeur tenissen. Het verwondert hem nog steeds dat onze eigen BRT pas op zondagavond om 19 uur in het nieuws berichten medeelde dat in Sjaba een opstand was uitgebro ken. Langs hetzelfde kanaal wist hij ook dat Franse en Belgische troepen naar Zaïre werden ver scheept met de bedoeling de blan ken te ontzetten. DE HEL BEGINT Geregeld poogde Alfons 't Kindt op straat te geraken om kontakten te leggen met vrienden en kenis- sen. Vaak tevergeefs. De troepen waren aan het muiten geslagen en plunderden alles. Op alles wat bewoog werd geschoten. Toen bekend werd dat op vrijdagavond de Franse parakomando's boven Kolwezi werden gedropt, begon de hel voorgoed Er ontstond een ware jacht op blanken. Voordien was alles beperkt gebleven tot een in het wildeweg schieten. Nu werd het een georgamzeerde jacht. Zo werden 37 arbeiders van de ko permijn in een huis gedreven en koelbloedig door de zwarten af gemaakt met geweerschoten. Van de gedisciplineerde troepen reste niets meer. Huizen werden open gebroken, waar iemand zijn intrek had gevonden werd de deur inge beukt. Als alles goed verliep ein digde het bezoek van de soldaten met het opeisen van vuurwerken, radio's en juwelen en uiteraard whysky. Zegt Alfons 't Kindt: «Je kon aan hun bloed doorlopen ogen duidelijk zien dat deze mannen onder invloed waren van drug en drank». Ze wisten niet meer wat ze deden, zou je kunnen stellen, al is dat geen geldige verontschuldiging. Buiten zichzelf in een wilde haat op het blanke ras werd er ge moord. verkracht, geplunderd. Wrede verhalen over een blanke man die in het bijzijn van vrouw en kinderen de keel werd overgesne den en wiens vrouw nadien door de soldaten werd misbruikt, vormden de inzet van een droevig geheel Het verhaal van het echtpaar 't Kindt-Baeyens gaat als volgt: «Drie dagen werden we belegerd door de rebellen. De grote schrik hoefden we echter te hebben van het Zaïrese leger. Daar was de tucht immers ver te zoeken. Tus sen de soldaten waren ook kinde ren die nauwelijks twaalf jaar wa ren en die een geweer bij zich had para's uit hun huizen waren ge haald, werden er kolonnes van auto's gevormd. Tot groepjes van 20 wagens. Langsheen de weg stonden Zaïrese soldaten die de kop van de vluchtende kolonne deden stoppen. De bagage die in de wagen een plaats had gekregen diende men af te geven. Niemand kon daartegen wat inbrengen, want verzet betekende de dood. De verplaatsing gebeurde met de eigen wagen. Het echtpaar 't Kindt werd tijdens de trip voor het eerst in zijn geheel gekonfronteerd met de gruwel van een regelrechte oorlog De hele weg door lagen lijken, meestal van zwarten. Geen enkel lichaam was nog in het bezit van een wapen. Wat meteen ook duidelijk maakt hoe het komt dat zoveel jonge snaken van twaalf jaar en iets meer gewapend in de stad rondliepen en er naar hartelust op los schoten. De vlieghaven vnan kolwezie werd bereikt. Ze was afgezet door Belgische solda ten. Het werd nog drie uur wach ten in een verzengende hitte voor aleer men in de vliegtuigen kon. Langs de start en landingsbaan stonden personenwagens waarvan men de lichten had ingeschakeld om zodoende een richting aan te geven voor de aankomende vlieg tuigen. Alfons 't Kindt heeft daar zijn auto overgemaakt aan de Bel gische para's. Daar willen we nog het verhaal kwijt van de ontmoeting tussen Alfons en zijn sergeant uit zijn dienstperiode. De ontmoeting ge beurde met tranen. De robuuste militair verwelkomde zijn vroe gere soldaat met de lakonieke zin: «Moet ik nu zover komen om je terug te zien». weerzien, bij het elkaar in de ar men nemen en stilletjes knijpen om er toch maar van bewust te zijn dat het waar is, wellen op. Het zijn tranen van geluk, van blijdschap dat men ongedeerd uit de hel van Kolwezi is gekomen, met zijn al len, kerngezond. Blij, ook al heeft het gezin zijn bezittingen moeten achterlaten Toch heeft Alfons 't Kindt waardevol materiaal mee gebracht. Hij is er in geslaagd een aantal foto's te maken van het hele gebeuren in Kolwezi. Het droppen van de para's, een gevechtsvoer tuig, de lijken van de zwarten op de straat. Op het gevaar er zijn leven bij in te schieten heeft Al fons zich zoveel mogelijk verdekt opstellend gepoogd het op beeld vast te leggen. EINDELIJK THUIS Alfons 't Kindt, zijn vrouw beide kinderen zitten er Schoonaarde rustig bij. Het wrede avontuur is achter de rug. En toch leeft het heimwee naar de won dermooie streek van Kolwezi waar de aarde even rood ziet als het koper dat Sjaba's rijkdom uit maakt. Hij raakt niet uitverteld over zijn verblijf daar en mevrouw 't Kindt is al even entoesiast, of schoon het voor haar een hele aan passing is geweest. In haar keuken diende ze immers alles klaar te maken: ze bakte er haar eigen brood, maakte er rijst en spaghetti klaar, dingen die ze in België nooit zou gegeten hebben. Vandaar onze vraag of zij eraan denken nog terug te gaan. «Och, zegt Alfon: het is ginder zo mooi, het kan er zo j vredig en rustig, zo kalm zijn. Mocht het er weer worden zoals vroeger en mochten we de zeker- Een zichtbaar gelukkig paar. De gruwel van Shaba is voorbij (v) Eenmaal de Cl30 in de lucht was. groeide ook bij de familie 't Kindt de drang hun ouders terug te kun- baand. Ze hebben onder meer het vliegveld bevrijd en verdreven ook de rebellen uit de onmiddel lijke nabijheid van de stad. Hun optreden deed echter bij de rebel len een ware haat ontstaan tegen over de blanken. Toen de Belgische para's op het vliegveld landden was alles rustig. Hun opdracht bestond erin de blanken, ongeacht hun nationali teit, te bevrijden en ze te verzame len op het vliegveld van Kolwezi, de plaats van het hele gebeuren. Van die taak hebben onze troepen zich uiterst goed gekweten, aldus het echtpaar 't Kindt. «De para's kwamen aan de huizen kloppen. Waar ze niet binnen konden, beuk ten ze de deur in. Zo hebben zij heel wat landgenoten kunnen in veiligheid brengen. NAAR HUIS Gruweldaden heeft Alfons 't Kindt gelukkig niet gezien. Toch zijn die er geweest. In overvloed nog wel. In de kranten heeft men ze in het lang en breed kunnen lezen, zodat we ze niet wensen te herhalen. Toch geven we het ver haal van de 34 blanken, waaronder werkmakkers van Alfons 't Kindt die bij hun terugkeer uit de koper mijn door soldaten in een huis werden gedreven en daar koel bloedig werden neergeschoten. Ook zag het echtpaar 't Kindt op hun rit naar de luchthaven van Kolwezi heel wat gedode soldaten van beide legers liggen. Het anders steeds lachend ge zichtje van Marie-Christine ver trekt wanneer haar ouders hieraan herinneren. Trouwens de rit naar het vliegveld is ook niet zonder hindernissen verlopen. Eenmaal de blanke gezinnen, door onze nen zien. Hoewel men nog niet aan het einde was van de lange reis. Ook in Kamina was het wach ten op een vliegtuig dat hen naar de Zaïrese hoofdstad Kinsjasa moest brengen. In Kin was het onthaal door de Belgen hartver sterkend. Spontaan werd aange boden een verfrissing te komen nemen, de nacht door te brengen, toch iets te eten. En dan de lange trip naar Brussel, waar familiele den op de luchthaven stonden te zwaaien met wimpels en foto's. Het grote weerzien. De formalitei ten konden niet vlug genoeg achter de rug zijn. De eerste tranen bij het heid hebben dat onze veiligheid gewaarborgd, dan ging ik terug». Maar of die rust en kalmte er nog zal komen is een vraag. NA 26 JAAR Zuster Bea (Yvonne) De van de zusters van. Pittem dat de rust er niet meer zal weerkc ren. Zij heeft een ervaring van jaar Zaïre achter di Bea werkte in het Kolwezi waar ze was voor de apoteek. Met medezusters was ze. vast tot het bittere einde te «want de zieken hadden ons meer dan ooit nodig». Dat t Kindt in hun tuin. Onderaan kan ir

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 18