GUY POLSPOEL: TELEVISIE IS EEN EENHI IRST ll 3 - dol her boe l»ie Tw hij We. B.R.T.-journalist Guy Polspoel, de spring-in-'t-veld van de televisieberichtgeving, beloofde ons een tijdje terug een vraaggesprek. Dit interview werd een paar maal uitgesteld omdat echtgenote Polspoel moest bevallen. Uiteindelijk is het dan tóch gelukt. En de bevalling én ons gesprek. We spraken af elkaar te ontmoeten in de bar van het Internationaal Pers Centrum (I.P.C.) aan de Karei de Groteiaan te Brussel. Hét ontmoetingscentrum voor journalisten. Een reporter voelt zich daar immers thuis temidden van kollega's van allerlei pluimage. Je kan er zowel Johan Anthierens als de hoofdredakteur van het persagentschap Belga, B.R.T.- mensen, buitenlandse journalisten als eigenlijk zowat iedereen in de perswereld tegen het lijf lopen. Ideaal dus. 'k Ben met de trein gegaan. Ik zie immers niet in waarom ik het moeilijk zou maken wanneer het makkelijk ook kan. Het Perscentrum is maar een eind stappen van het Centraal Station. En in het brandende weer van begin juni heb ik nu eenmaal niet veel zin om mij in het hoofdstedelij ke, duivelsdrukke verkeer een rothumeur te sakkeren. Want dat kan ik blijkbaar in de auto. Maar ook de trein had, om ik weet niet welke reden, vertraging. En wanneer ik te laat dreig te komen ben ik alweer onuitstaanbaar en kruipen de zenuwen uit mijn haar. Maar kom. Tien minuten na het uur U ben ik ter plekke. In het I.P.C., waar de dag voordien nog een perskonfe- rentie van de M.A.R.C. doorging, je weet wel, die pro-Mubutu-mensen. Polspoel zelf is met geen ogen te bespeuren. Een kwartier later komt hij dan toch opdagen. Ik had een vriend die ik onderweg oppikte reeds een Voorpost in zijn handen geduwd. Kwestie van public-relations... Het gesprek kan nu beginnen. Gemoedelijk, tussen koffie en pint en met rondom ons lotgeno ten wiens zwaarste werk er op dat ogenblik blijkbaar in bestaat een pint te heffen. Maar dat is naar het schijnt typisch voor journalisten. Onze job is blijkbaar de slechtste niet... Praten maar. Guy Polspoel, je bent televi siejournalist en je schijft ook, samen met Ivan Sonck, tamelijk geregeld voor een vooraanstaand Vlaams weekblad. Je bent dus goed geplaatst om het verschil te schetsen tussen enerzijds radio- en televisiejournalis- tiek en anderzijds de ge schreven pers... Guy Polspoel: De voornaam ste moeilijkheid van televisie werk is eigenlijk het weinige kontakt dat je met het publiek en de mensen zelf hebt Radio heeft dat minder, maar televisie is heel oppervlakkig. Nood gedwongen Men heeft weinig tijd en het komt erop aan op een zo bondig mogelijke manier zo veel mogelijk informatie te ge ven. Het is een feit dat je bij televisie niet zoveel achter grondinformatie kunt verschaf fen. Je moet eens proberen met de leessnelheid van een journalist één krantenpagina te geven. Je bent dan niet zo ver meer verwijderd van de vijfen twintig minuten die het televisie journaal duurt Dan heb je dus één krantepagina. Meer niet. Je moet dus beperken en ook schiften in hetgeen je geeft. Dat lezen, en dus ook het opstellen van de berichten moet gebeu ren in een klare, voor iedereen verstaanbare taal. ledereen kan immers televisiekijken Weet je dat er in Vlaanderen bijna vier miljoen potentiële kij kers zijn. en daar kun je alle soorten mensen tussen vinden, van de hoogleraar tot de arbei der die juist van de trein komt. ledereen die kijkt moet kunnen verstaan wat je zegt. De gulden middenweg hier voor vinden is heel moeilijk. Daarom is televi sie een «eenheidsworst». In de kranten moet je natuurlijk ook zo duidelijk mogelijk zijn. Maar hier speelt het feit mee dat de meeste kranten toch wel weten welk lezerspubliek ze hebben, waardoor men vanuit de optiek van die mensen kan schrijven De Standaard mag bijvoorbeeld gerust het woord «inflatie» gebruiken, omdat de meeste van haar lezers dat woord kennen. Op televisie ligt dat dus anders. Daar snap je iets of doe je dat niet. In een krant kan je wan neer je iets niet goed begrijpt even stoppen en de zin die je niet snapt eventueel enkele ke ren terug lezen. Wanneer je televisiekijkend gaat nadenken over een bepaald woord dat gezegd wordt maar dat je niet begrijpt, dan ben je meteen ook de rest van hetgeen men zegt kwijt. Je kan ook de vraag stellen wat nieuws eigenlijk is. Wanneer ik zeg dat er in Peru zestig men sen doodgeschoten zijn. dan kan ik dat wel zeggen en er eventueel een kaart bij tonen waar op staat waar Peru eigen lijk ligt. Maar so what? Wat weet je daarmee, dat er zestig mensen dood zijn, dat wel, maar er kan evengoed een au tobus in een ravijn rijden en zestig mensen doden. Nee, de mensen moeten ook weten waarom die Peruanen doodge schoten zijn, wat er aan het handje is in dat land. Dan wordt een feit pas echt verstaanbaar nieuws. Wanneer ik een bericht geef over de Chinezen die weg moe ten uit Vietnam, dan moet ik kunnen zeggen: «Vietnam, weet je nog mensen, dat is daar dan gebeurd enzovoorts...» de mensen zullen dan ook beter de situatie begrijpen. Hoe zit het dan met de dui ding, de achtergrondinfor matie dus, op televisie, in programma's als bijvoor beeld Panorama? Guy Polspoel: ook daar moe ten wij eigenlijk bij de hoofdlij nen blijven. Kan men in het kader van Pa norama geen uitzendingen geven over één bepaald on derwerp, eventueel met ver volgen? Guy Polspoel: Dat zou mis schien kunnen ja. maar dat geeft weer verschillende proble men. Wanneer we over een bepaald probleem een reeks van vier, vijf of zes afleveringen gaan samenstellen dan is ie mand die daar belangstelling voor heeft ook gebonden vier, vijf of zesmaal een half uur of weet ik veel voor zijn toestel te gaan zitten om die reeks te vol gen. Wanneer men dan bij voorbeeld de derde aflevering om eender welke reden moet missen is men de draad kwijt en kan men de rest ook niet meer volgen Daarom is het werken in afleveringen niet zo eenvou dig en waarschijnlijk vooral voor de kijker niet En Totaalprogramma's... Guy Polspoel: Totaalpro gramma's moesten dienen als uithangbord door het tweede net. Deze formule is wel inte ressant. én voor de kijker én voor ons. maar de lengte is hier de grote moeilijkheid. Je kan een kijker niet makkelijk drie uur voor zijn scherm binden. Men zegt wel eens dat de ge schreven pers en radio en televisie elkaar moeten aan vullen. Guy Polspoel: Dat zegt men ja, maar daar staan in feite toch geen afspraken op. Ik zegde het reeds dat een krant meer mogelijkheden heeft om ach tergrondinformatie te geven. Maar wat dat aanvullen betreft zou ik wel tegen het feit zijn dat de berichtgeving in bijvoor beeld 2 terreinen wordt ge splitst, zoals een terrein voor radio en televisie en een terrein voor de geschreven pers. Ik kan me niet voorstellen dat een krant zou zeggen voilé jon gens, dit soort berichten nemen wij niet op, dat is voor radio en televisie en omgekeerd. Dat kan natuurlijk niet. Verkoopt een televisiejour nalist naast informatie ook zijn gezicht niet. Wanneer je geregeld in de krant schrijft kennen de mensen je naam, maar jullie worden gezien op het scherm en als dusdanig ook herkend. Zijn jullie geen showmensen...? Guy Polspoel: Ergens is het inderdaad zo dat wij naast in formatie ook ons gezicht ver kopen Men ziet ons al dan niet geregeld op de beeldbuis. We worden op straat herkend. Wij zijn in feite gekende figuren en er zijn kollega's die zich daar heel goed van bewust zijn. Ik persoonlijk doe zo weinig mo gelijk mee aan die vedettenkul- tus. Ik ben gewoon mezelf en ik wil dat blijven. Ik heb een job als een andere, maar ergens ver schilt die job toch. Ik wordt bij voorbeeld soms aangesproken in kaffees, de mensen willen dik wijls juist mijn mening hebben over een en ander, gewoon omdat ze mij kennen van de televisie. Ik heb een poulier in Leuven, die mens verkoopt mij zijn waren soms stukken onder de prijs, gewoon omdat ik via de televisie een bekend gezicht heb. Maar waarom eigenlijk? Ik moet verdomme toch ook soms een kiek hebben, dat is toch niets om verwonderd over te zijn. Kijk, om te bewijzen dat ik zo weinig mogelijk meedoe aan die vedettenkultus: dit is in feite het eerste interview dat ik aan krantenmensen geef. Eén van de redenen waarom ik dit ge sprek wel heb met U is mis schien wel dat ik bepaalde bin dingen heb met de streek van Dendermonde, mijn moeder is van Sint-Gillis en ik heb een goed deel van mijn jeugd mijn vakantie daar doorgebracht. Hoe staat het met de specia lisatie in de televisiejourna- listiek? Er zijn bepaalde kol lega's van je die praktisch enkel sociaal-ekonomische berichtgeving brengen, an deren specialiseren zich in onze binnenlandse politiek of in de E.E.G. of Afrika. Guy Polspoel: Zo zou ik het niet helemaal durven aflijnen. Er zijn inderdaad mensen die een of andere specialiteit heb ben. Eigenlijk zijn bijna alle B.R.T.-journalisten germanis ten, behalve ik, ik heb in Leu ven ingenieur gestudeerd. Er zijn wel mensen die zich een bepaalde specialiteit zoeken, zich daar als het ware in op dringen omdat 't hen interes seert. Maar eigenlijk word je in een bepaalde specialiteit geka- tapulteerd. Dat hangt van ver schillende faktoren en dikwijls ook van het toeval af. Wanneer er morgen iemand naar Liba- non moet en ik ben vrij dan kan ik vertrekken juist omdat ik op dat moment niets anders te doen heb. Maar wanneer dat gebeurt dan ben je wel tot het einde van je dagen Libanon- specialist, als je begrijpt wat ik bedoel. Neem nu Afrika, ik moet eerlijk zeggen dat er op de redactie niemand is die meer van Afrika afweet dan Walter Zinzen. Dan is het ook maar logisch dat die naar Afrika gaat. Johan Depoortere inte resseert zich voor Spanje, wel die is, nadat hij reeds bij de B.R.T. zat Spaans gaan stude ren. Dat kan dus allemaal Maar weet jij anderzijds dat wij op gans de redactie niet eens een ekonomist hebben... Kor tom, eigenlijk is het toch wel zo dat wanneer je eens in een be paalde richting zit je ook wel specialist in die richting wordt. Je gaat je daar dan over doku- menteren en dergelijke. Dm terug te komen tot de ge schreven pers. Is het niet zo dat de keurige staatsambte naar die de B.R.T.-journalist verondersteld wordt te zijn enkel klakkeloos de feiten kan en mag geven. Zo objek- tief mogelijk. Dit terwijl je in de geschreven pers dan weer met een of andere strekking zit die je in de meeste geval len ergens toch wel moet dienen. Een krante- of week bladjournalist kan ook zijn eigen waarheid vertellen, wanneer hij die kan bewijzen. Opiniëring in deze zin is bij de B.R.T. uit den boze, dat is met de berichtgeving uit Shaba maar weer eens be wezen. Guy Polspoel: Van ons wordt inderdaad verwacht dat we ob- jektief zijn, maar mag men dat niet van iedere journalist ver wachten. We mogen in sé niets anders geven dan de feiten en de daarbijhorende weer objek- tieve en juiste duiding. Maar wat is objektiviteit? Niemand kan objektief zijn, hoe graag hij dat ook zou willen Iedere mens heeft immers zijn eigen kijk op de wereld. Het is zo dat wij op televisie inderdaad alle partijen en alle strekkingen en wat weet ik nog meer evenveel moeten geven Indien dat mogelijk is natuurlijk Hier komt weer het «eenheidsworst» zijn van de B.R.T. op de proppen, wij moe ten de gulden middenweg vin den die niet altijd makkelijk te onderscheiden is. In Nederland is dat met het zuilensysteem wel enigszins anders? Guy Polspoel: Ja, dat is zo. In Nederland hebben ze wel de NOS als overkoepelend or gaan, dat de nieuwsuitzendin gen verzorgt. Maar daar heeft ook elke strekking die zich res- pekteert een eigen zuil. De Vara is bijvoorbeeld de zender van de Partij van de Arbeid (P.v.d.A.). De K.R.O. is Christen-demokratisch enzo voorts. Al die zuilen hebben dan weer een eigen duidings programma, Varavisie bijvoor beeld. Dat is dan een aktualitei- tenprogramma met als politiek orgaan de P.v.d.A. op de ach tergrond. Het is nu ook wel zo dat de politici zelf daar hele maal anders ingesteld zijn. Ik weet zelfs niet of onze politici voor zo'n systeem rijp genoeg zijn. In Nederland wil van Agt dat de mensen van een Chris ten - demokratisch duidings programma, maar ook wel van de NOS, hem hard aanpakken, scherpe vragen stellen. Nu moet je weten dat van Agt zelf een Christen-Demokraat is. Maar wanneer van Agt die vlijmscherpe vragen degelijk weet te beantwoorden dan weet hij dat hij bij het publiek goed over komt. Hoe scherper de vragen zijn die eigen men sen stellen hoe liever men het daar heeft. Men voert in Neder land een meer open politiek. Dat was ook zo met Joop den Uyl, dat is ook zo met andere politiekers. In Nederland doen alle politiekers het mogelijke of soms zelfs het onmogelijke om in een of ander programma te komen. Dat is bij ons toch ook enigs zins het geval, de politici doen hier toch ook alles om in bijvoorbeeld de «Stand punten» te komen. Guy Polspoel: Dat is wel juist, maar Standpunten gaan nog geen half uur per week in de lucht, en dan nog met een beurtsysteem voor de verschil lende politieke partijen, terwijl in Nederland een partij met een serieuze zuil toch heel wat meer zendtijd heeft. Maar om even bij de politiekers te blijven. Voor een programma als «Haagse Kringen» bijvoorbeeld waarin gemoedelijk tussen pot en pint met de politici wordt gepraat, waar allerhande vra gen worden gesteld maar waarin soms ook bikkelharde interviews zitten, denk ik dat we hier niet veel gegadigde politici zouden vinden. In Nederland brengen al die zui len. die praktisch even zo veel politieke strekkingen verte genwoordigen allemaal hun ei gen visie op het gebeuren. Bij de B.R.T. kan dit, ik verval in herhaling. gewoon niet, «Standpunten» niet te na ge sproken. Een eigen opinie naar voor brengen mag dan ook weer niet. Wat Shaba betreft be schouwt de regering de B.R.T. klaarblijkelijk als haar eigen orgaan... Guy Polspoel: Wij mogen wat Shaba betreft enkel geven wat de regering kwijt wil. Maar dat geval heeft al heel wat kwaad bloed gezet bij de journalisten. Niet alleen bij de journalisten van de gesproken pers- Maar wanneer we even het pad van de pure berichtge ving en de nieuwsgaring ver laten, hoe wordt iemand nu eigenlijk televisiejournalist? Guy Polspoel: Ik heb eerst bij de radio gezeten, en dat is praktisch met iedereen het ge val Je wordt teeveejournalist door deelname aan een eksa- men. Dat eksamen bestaat uit verschillende fases. Het duurt een dik jaar. Het eerste deel is een test op iets wat ik als taal beheersing zou kunnen om schrijven. Je krijgt een aantal woorden die over allerhande onderwerpen kunnen gaan. van sport, over kuituur tot poli tiek en zo. De betekenis van die woorden moet je dan zo kort mogelijk, soms in drie woorden omschrijven. Andere woorden of begrippen mag je dan in een tiental lijnen omschrijven Hier vallen de meesten door de mand. Je moet je taal werkelijk zeer goed beheersen. Daarna komen dan kameratesten. spreektesten enzovoorts. Een pluspunt is, vind ik toch, dat er geen diploma's worden ge vraagd, op hoger middelbaar na. De eksamens zijn echter wel op universitair niveau. Mo menteel moet je naast neder- lands, ook engels, duits en frans kennen. Dat is echter nog niet lang de vereiste. Vroeger volstond engels en frans. Ik zou nu bijvoorbeeld niet door het eksamen geraken want ik spreek geen gebenedijd woord duits. Ik ben eigenlijk aan tele visie geraakt door deel te ne men aan een wedstrijd voor amateur-radioreporters. Ik kreeg dan de smaak te pakken en vandaar uit ben ik dan opge klommen, ik heb aan het eksa men meegedaan. Na het ek samen, dus eigenlijk meer dan een jaar na de eerste proef, neemt men je op proef in dienst. Maar dat is nog een on derdeel van het eksamen. Je doet eerst wat radiowerk en daarna, ongeveer drie maand later, mag je voor het eerst op beeld. Pas na die proefperiode, die pakweg anderhalf jaar duurt, kan je vast in dienst ko men. Soms wordt ook iemand bedankt, wanneer blijkt dat hij. ondanks het feit dat hij door de eksamens kwam. niet de no dige kapaciteiten heeft. Met hoeveel journalisten werkt de B.R.T. momenteel? Guy Polspoel: Wij zijn met ne gentien mensen. Wanneer we dat in het buitenland zeggen zijn er twee mogelijkheden: of wel gelooft men ons niet, ofwel zegt men dat we sukkelaars zijn. Maar het is gewoon zo. Met negentien journalisten ver zorgen wij dagelijks het nieuws, gaan wij met een beurtsysteem op reportage, verzorgen wij panorama, de rubriek wet straat, konfrontatie, het jour naal voor gehoorgestoorden enzovoorts. Je mag ook niet vergeten dat «Verover de Aar de» ook van de nieuwsdienst is. Het is bikkelhard werken. de eerste feiten besproken, worden eventueel ook de taken verdeeld: die journalist gaat met die filmploeg naar die gebeur tenis enzovoorts. Om bij mijn voorbeeld te blijven: dinsdag om tien uur is er dan nog een vergadering, waar de gebeur tenissen, de telexen en de bin nengekomen beelden van Eu rovisie of van onszelf nog eens besproken worden, daar zijn dan ook al nieuwe dingen bij van de voorbije nacht. Om veertien uur is er alweer een vergadering en dan krijgt het nieuws zijn eerste aangezicht. Om half vijf dan weer de verga dering voor de volgende dag maar dat betekent niet dat alles voor dezelfde avond persé op zijn poten valt. Er kunnen on voorziene gebeurtenissen plaatshebben, daar moeten we dan ook op af. Weet je dat er aan één nieuwsuitzending pak weg vijftig mensen meewer ken, en daar zie je dan slechts een paar mensen, de journalis ten van op het scherm. Van reportageteams te velde gesproken, wij hebben on- 'u langs Guy Polspoel nog kunnen zien op Zaventem, bij de aankomst van de vliegtui gen met vluchtelingen uit Shaba, het viel op hoe jij erbij stond. Gewoon, menselijk onder de mensen, niet stijf weg met gestreken hemd en Guy Polspoel: Ik loop gewoon in de kleren waarin ik me lekker voel. Het publiek schijnt dat van mij niet te pikken. Lucien Bous- sé, die alle brieven van lezers persoonlijk beantwoordt, heeft me al dikwijls gevraagd wan neer het nu eens zal stoppen dat er brieven komen in ver band met mijn voorkomen. Ik antwoord dan dat zal zijn op de dag dat men mij buiten smijt. Men moet mij nemen zoals ikl ben. Maar soms gebeuren er; wel rare dingen Ik lees bijvoor-! beeld nooit het nieuws zonder, das. Toch zijn er mensen die^ Zat r-' Wat zou jij, indien je geen re kening diende te houden met het budget, in de B.R.T. eerst en vooral veranderen? Guy Polspoel: Ik zou meer mensen aantrekken Dit zou vooral de kwaliteit ten goede komen want met meer mensen kan men dieper op de feiten in gaan. Weet je dat kollega's in het buitenland soms een ganse dag werken om dan met één minuut in het nieuws te komen Maar dat nieuws is dan ook goed. Uitgekiend. Die man of die vrouw heeft daar een ganse dag aan gewerkt, getelefo neerd met alle partijen, die heeft mensen bezocht enzo- verder. Wat gebeurt er allemaal vooraleer een nieuwsuitzen ding op het scherm komt? Guy Polspoel: Een nieuwsdag begint in feite reeds de dag voordien. Maandag om half vijf in de namiddag heeft de eerste vergadering plaats voor het nieuws van twintig uur de daar opvolgende dag. Daar worden vragen wanneer ik nu eens mét een das het nieuws zal lezen. Men ziet bij mij niet dat ik een das aan heb. Wie wel zonder das op het scherm komt is Bavo Claes. Maar dat is een keurige jongen, over hem schrijft men nooit. Nieuws wordt blijkbaar ook meer voor waar genomen wanneer Pol Muys het zegt. Die heeft het uiterlijk van een plech tige kommuniekant en wanneer die iets zegt zal het wel waar zijn. Maar... het publiek moest Pol eens goed kennen. Ik kom nooit onverzorgd op het scherm, maar ik voel me niet lekker in jasje-dasje. Helemaal niet. Wanneer ik dat kan omzei len doe ik het ook. Men denkt mij ook met een korrel zout te moeten nemen. Wanneer ik bruin zeg dan denken de men sen dat ik dat pejoratief bedoel: het komt van Polspoel er zal dus wel een naklankje in zitten. Maar dat is niet het geval. Wanneer ik bruin zeg, bedoel ik gewoon bruin... tekst en foto's: Jean Pierre de Lamper halc dus

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 14